Gemeente Horst aan de Maas – wijziging van de Toetsingskaders subsidieverlening

De raad van de gemeente Horst aan de Maas;

 

gezien het voorstel van college van burgemeester en wethouders van 25 mei 2021, gemeentebladnummer 2021.063a;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2. Subsidies van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening gemeente Horst aan de Maas;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende wijziging van de Toetsingskaders subsidieverlening gemeente Horst aan de Maas:

ARTIKEL I  

Onderdeel 6 Toetsingskader budgetsubsidies van de Toetsingskaders subsidieverlening gemeente Horst aan de Maas wordt vervangen door het volgende nieuwe Toetsingskader Budgetsubsidies 2022 en verder:

 

  • 6.

    Toetsingskader budgetsubsidies 2022

  •  

  • Toetsingskader budgetsubsidie 2022

  •  

  • Budgetsubsidie is een subsidie waarbij de subsidieverstrekker stuurt op beleidsdoelen. De subsidieverstrekker maakt samen met de subsidieaanvrager afspraken over de bijdrage van de partner aan de beweging richting vitale gemeenschap en wat dit concreet oplevert voor de inwoners/gemeenschappen van Horst aan de Maas.

  •  

  • We zetten subsidies gericht in en sturen op outcome. We werken op basis van vertrouwen en geven maatschappelijke partners de ruimte om vanuit eigen inzicht en professionaliteit te werken.

  •  

  • Het resultaat is een toetsingskader met als centrale vraag: wat levert de bijdrage en inzet van onze maatschappelijke partners op voor de inwoners van Horst aan de Maas. Dit blijft steeds onderwerp van gesprek met onze partners. Monitoring en ontwikkeling van deze kwalitatieve discussie hebben een prominente plek in de doorontwikkeling van dit kader. We informeren de gemeenteraad jaarlijks over de inzet van de maatschappelijke partners en hun bijdrage aan vitale gemeenschappen.

     

    • 1.

      Gezamenlijke doelen

      We streven naar zelfredzame gemeenschappen en individuele inwoners. Dit betekent dat onze inwoners mee kunnen doen in het dagelijkse leven en dat dorpen en gemeenschappen zelf initiatieven nemen. De taak van de overheid en maatschappelijke partners is deze beweging te faciliteren, daar waar het nodig is. Subsidieaanvragers krijgen subsidie als ze een bijdrage leveren aan deze beweging van Vitale Gemeenschappen.

       

      We onderscheiden twee soorten doelen: strategische doelen en uitvoeringsdoelen.

       

      Strategische doelen

      Deze zijn globaal geformuleerd en gelden voor de looptijd van dit subsidiekader. Het overkoepelende strategische doel is vitale gemeenschappen. Daarbinnen kennen we een aantal subdoelen.

       

      Vitale gemeenschappen.

      We subsidiëren organisaties die een bijdrage leveren aan het continue proces om te komen tot vitale gemeenschappen. De vitale gemeenschap is een gemeenschap waarin inwoners zich inzetten voor een gezonde leefomgeving. Waarin inwoners zelf initiatief nemen en hun eigen toekomst bepalen. Waarin ze in eigen dorp/wijk/straat de dialoogvoeren over wat belangrijk is. Het zijn gemeenschapen waar inwoners elkaar uitdagen mee te denken over de grenzen en belangen van de eigen organisatie/vereniging. De overheid en maatschappelijke partners faciliteren dit.

      Om meer beeld en geluid te geven aan het abstracte begrip “vitale gemeenschappen” onderscheiden we drie subdoelen die duiding geven aan de onderdelen van vitale gemeenschappen die we belangrijk vinden.

       

      Samenwerken

      In de huidige tijdsgeest staat het individu en individueel presteren centraal. Deze oriëntatie op het individu biedt geen oplossingen voor uitdagingen om zorg of maatschappelijke opgaven op lokaal niveau te organiseren. Collectieven zijn nodig om sterke gemeenschappen te vormen. We subsidiëren organisaties die bereid zijn zich de komende jaren in te zetten voor samenwerking en het versterken van collectieven. Dit betreft zowel samenwerking tussen organisaties onderling als met (gemeenschaps)initiatieven. We vragen organisaties buiten de grenzen van hun eigen organisatie en belang te treden. Om dit te realiseren is het belangrijk dat we ons als gemeente opstellen als betrouwbare partner en dat we initiatief nemen om de partijen met elkaar te verbinden.

       

      Het geheel centraal

      We willen gemeenschappen, nog meer dan nu al wordt gedaan, stimuleren om vanuit het geheel te kijken naar de uitdagingen waar zij als gemeenschap voor staan. Deze brede blik is nodig om als lokale gemeenschap de beperkt beschikbare ‘gemeenschapstijd en -expertise’ op het juiste moment aan het juiste thema te besteden. We verwachten van onze partners die een budgetsubsidie ontvangen dat ze gemeenschappen faciliteren in het maken van de juiste afwegingen.

       

      Ieder zijn eigen rol

      Vitale Gemeenschappen ontstaan ‘van onderop’. Duurzame, vitale gemeenschappen ontstaan vanuit een door verenigingen en betrokken burgers gedragen, open proces en niet omdat deze door een overheid worden afgekondigd. De kennis, competenties en ervaring die nodig zijn om een vitale gemeenschap in stand te houden is meer dan voldoende aanwezig in Horst aan de Maas. De kunst voor de mensen die actief zijn in deze gemeenschap is om dit aan te boren. De kunst voor ons als overheid en maatschappelijke partners is om op een goede manier met onze ‘vakkennis’ aan te sluiten op de ‘contextkennis’ (de kennis van de lokale situatie en de lokale omstandigheden) die al in de gemeenschap aanwezig is. We subsidiëren (alleen) organisaties die niet in producten maar in vraagstukken denken die spelen/leven in de gemeenschap. We bemoedigen hierbij het ontstaan van lokale coalities (samenwerkingen tussen informele en formele partijen).

       

      Uitvoeringsdoelen

      Dit zijn deeldoelen van de strategische doelen. Deze deeldoelen bereikt de gemeente door in samenspraak met de subsidieontvangers af te stemmen hoe hier invulling aan gegeven gaat worden. De deeldoelen geven concreet aan wat de gemeente wil bereiken op een bepaald beleidsvlak. Dit biedt de gemeente maar ook de subsidieontvanger de mogelijkheid om in te spelen op belangrijke trends en maatschappelijke ontwikkelingen. Dit vraagt om een flexibele houding en het kunnen leveren van maatwerk. De uitvoeringsdoelen worden jaarlijks heroverwogen.

    • 2.

      Voorwaarden om voor de subsidie in aanmerking te komen.

      • De subsidieaanvraag voldoet aan de voorwaarden zoals benoemd in de algemene subsidieverordening van de gemeente..

      • De subsidieaanvraag stimuleert het versterken van vitale gemeenschappen.

      • De subsidieaanvraag voldoet aan het strategische doel: Vitale Gemeenschappen.

      • De subsidieaanvrager erkent en levert een bijdrage aan de drie strategische subdoelen.

      • Bij aanvraag geeft de subsidie aanvrager aan, wat de verwachte outome is van hun inzet voor de inwoners van Horst aan de Maas en hoe ze wensen dit tijdens de monitoring toe te lichten.

      • De subsidieaanvrager verstrekt bij de aanvraag een financiële begroting.

      • De subsidieaanvrager doet actief mee in het proces om te komen tot meer en betere samenwerking tussen organisaties onderling en met gemeenschappen.

    • 3.

      Monitoren en ontwikkelen

       

      Strategische doelen en uitvoeringsdoelen

      Bij de beoordeling van de subsidieaanvraag kijkt het college of de aanvraag voldoet aan de strategische doelen. We gaan in gesprek over de verwachte outcome (wat levert je inzet de inwoners van Horst aan de Maas op?) en de manier waarop organisaties dit inzichtelijk maken.

       

      Uitvoeren doelen

      De subsidieontvangers gaan aan de slag met het realiseren van toegevoegde waarde voor inwoners van Horst aan de Maas. Aanpassingen aan verwachte en afgesproken outcome gebeurt in samenspraak tussen college en subsidieontvanger.

       

      Monitoren en ontwikkelen

      We beginnen aan het nieuwe subsidiekader door samen met onze strategische partners invulling te geven aan de outcome die we gaan meten en hoe ze denken deze inzichtelijk te maken. Met deze afspraken als vertrekpunt zijn we minimaal één keer per jaar individueel en één keer per jaar collectief met elkaar in gesprek. In deze gesprekken staan we stil bij wat de inzet voor een meerwaarde heeft opgeleverd voor inwoners van Horst aan de Maas. In de monitoring is er ook aandacht voor reflectie op wat werkt en waar verbeterpunten liggen. Monitoren en ontwikkelen is geen éénrichtingsverkeer. Tijdens de gesprekken wordt ook de rol van de gemeente onder de loep genomen. Lessen geleerd in 1 jaar vormen de input voor hoe we verder gaan in het volgende jaar.

       

      Resultaat

      Eenmaal per jaar concludeert de clustermanager in samenspraak met de verantwoordelijke portefeuillehouder, op basis van hetgeen de inzet heeft opgeleverd voor inwoners, of er voldoende is bijgedragen aan de beweging van Vitale gemeenschappen.

       

      Betrekken van de gemeenteraad

      De raad wordt jaarlijks uiterlijk in juli geïnformeerd over de opbrengsten van het monitoren en ontwikkelen van het jaar ervoor. De gerealiseerde outcome vormt hiervoor de basis.

       

      Eenmaal per vier jaar organiseren we een gezamenlijk werkbezoek waar college, raadsleden, budgetsubsidieontvangers en inwoners met elkaar praten over het werk van de subsidieontvangers. De gemeente neemt het initiatief om deze bijeenkomst te initiëren.

    • 4.

      De manier waarop we de subsidie berekenen

      De subsidie kan in één keer verleend worden voor de duur van 4 jaar. Dit gebeurt op basis van een ingediende aanvraag. Aan de hand van een financiële en inhoudelijke verantwoording van wat de verwachte outcome is van de geleverde inzet wordt per jaar het eerder verleende bedrag vrijgegeven. Mocht het zo zijn dat er nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen zijn waarop we (subsidieverstrekker en subsidieontvanger) willen inspelen dan kan dit, uiteraard is het hierbij mogelijk om het subsidiebedrag naar boven of onder bij te stellen.

       

      Voor subsidies boven de 100.000 euro is een accountantsverklaring nodig.

    • 5.

      Het voor aanvragen beschikbare subsidiebedrag

      De raad stelt eenmaal, bij de meerjarenbegroting, het bedrag vast dat beschikbaar is voor budgetsubsidies voor de komende 4 jaar.

ARTIKEL II  

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Op budgetsubsidies voor het jaar 2021 blijft het Toetsingskader budgetsubsidies zoals geldend voor de inwerkingtreding van dit besluit van toepassing.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 juli 2021.

De raad voornoemd,

De voorzitter,

drs. R.F.I. Palmen

De griffier,

mr. R.J.M. Poels

Naar boven