De burgemeester van de gemeente Voorschoten en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorschoten,
De burgemeester van de gemeente Wassenaar en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wassenaar,
gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
overwegende dat in artikel 5, vierde lid en vijfde lid van Gemeenschappelijke Regeling Werkorganisatie Duivenvoorde is bepaald dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorschoten en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wassenaar de bevoegdheid tot heffen en invordering van bepaalde gemeentelijke belastingen over te dragen;
overwegende dat de burgemeester van de gemeente Voorschoten en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorschoten, ieder voor wat betreft de eigen bevoegdheden, op 16 december 2020 hebben besloten om uit de Gemeenschappelijke Regeling Werkorganisatie Duivenvoorde te treden met als gevolg de liquidatie van de Werkorganisatie Duivenvoorde op 31 december 2022;
overwegende dat de burgemeester van de gemeente Wassenaar en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wassenaar, ieder voor wat betreft de eigen bevoegdheden, op 16 december 2020 hebben besloten om uit de Gemeenschappelijke Regeling Werkorganisatie Duivenvoorde te treden met als gevolg de liquidatie van de Werkorganisatie Duivenvoorde op 31 december 2022;
overwegende dat vooruitlopend op de liquidatie de ambtelijke organisatie van de Werkorganisatie Duivenvoorde per 1 september 2021 wordt ontvlecht, waardoor de met heffing en invordering van gemeentelijke belaste ambtenaren weer bij de gemeente Voorschoten of de gemeente Wassenaar werkzaam zullen zijn;
besluiten de volgende Wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Werkorganisatie Duivenvoorde vast te stellen