Gemeenteblad van Bodegraven-Reeuwijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bodegraven-Reeuwijk | Gemeenteblad 2021, 240024 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bodegraven-Reeuwijk | Gemeenteblad 2021, 240024 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk houdende regels voor participatie en inspraak bij de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van gemeentelijk beleid en voor het uitdaagrecht voor ingezetenen en maatschappelijke initiatieven (Participatieverordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2021)
De raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;
gelezen het voorstel van de Tijdelijke Raadscommissie Participatieverordening;
gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Participatieverordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2021
Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen
Artikel 1. Onderwerp verordening
Deze verordening regelt de betrokkenheid van bewoners bij de ontwikkeling – mede omvattend de voorbereiding, uitvoering en evaluatie - van gemeentelijk beleid en de rol van het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad in deze processen. Deze verordening is daarnaast van toepassing op de manier waarop de gemeente reageert of ondersteuning biedt aan initiatieven van inwoners, maatschappelijke organisaties, of andere betrokkenen.
In deze verordening wordt verstaan onder:
inspraak: een door of namens een bestuursorgaan georganiseerde gelegenheid voor inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden om hun mening over beleidsvoornemens te geven en daarover toelichting te geven en van gedachten te wisselen voorafgaand aan de definitieve besluitvorming door de gemeenteraad, of door het college van burgemeester en wethouders of door de burgemeester;
inwonerparticipatie: het op initiatief van de gemeente betrekken van inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden bij de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van beleid, projecten en programma’s. Inwonerparticipatie kan de vorm aannemen van informeren, raadplegen, adviseren, coproduceren en meebeslissen;
participatie: het betrekken van inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid of gemeentelijke plannen, alsmede (het door de gemeente ondersteunen van) publieksinitiatieven van inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden met impact op de lokale samenleving;
Artikel 3. Doelstelling en reikwijdte
Inwonerparticipatie en/of inspraak wordt in beginsel toegepast wanneer het te verwachten is dat er belanghebbenden zijn die in aanzienlijke mate geraakt zullen worden door het betreffende beleid of besluit, ofwel wanneer te verwachten is dat betrokken bewoners of experts over relevante ervaringskennis of inzichten beschikken die bruikbaar zijn bij de ontwikkeling van het beleid of besluit.
Hoofdstuk 2. Inwonerparticipatie
Artikel 5. Besluitvorming participatieproces
Het bestuursorgaan kan na afloop van het participatieproces in uitzonderlijke gevallen van de op grond van het eerste lid gemaakte keuze afwijken, bijvoorbeeld omdat het participatietraject sterk uiteenlopende visies opleverde, omdat betrokken belangen onvoldoende zijn meegewogen of omdat de participatie leidde tot nieuwe ideeën en inzichten die op gespannen voet staan met de vooraf gestelde kaders. De afwijking van de uit hoofde van het eerste lid gemaakte keuze wordt expliciet gemotiveerd en gecommuniceerd aan de deelnemers aan het participatietraject.
Artikel 6. Eindverslag participatieproces
Hoofdstuk 4. Overheidsparticipatie
Artikel 8. Toepassen overheidsparticipatie
Overheidsparticipatie wordt toegepast indien naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders het publieksinitiatief past binnen de kaders van het gemeentelijk beleid en bijdraagt aan de doelstellingen van het gemeentelijk beleid, en/of anderszins een positieve maatschappelijke bijdrage levert aan de lokale samenleving.
Artikel 9. Toepassen uitdaagrecht
Indien het voorstel wordt overgenomen, voorziet het bestuursorgaan de indiener van gepaste ondersteuning. De gemaakte afspraken over o.a. de taken, het resultaat, het budget en de looptijd worden vastgelegd in een overeenkomst. Daarin kunnen ook zaken als rechtspersoonlijkheid en aansprakelijkheid worden vastgelegd.
Artikel 10. Behandeling in de raad
De besluiten van het college van burgemeester en wethouders ten aanzien van honorering, gedeeltelijke honorering of afwijzing van publieksinitiatieven als bedoeld in artikel 8 (Overheidsparticipatie) of artikel 9 (Uitdaagrecht) worden binnen 60 dagen na toezending aan de gemeenteraad in een openbare raadsvergadering besproken.
Indien de gemeenteraad de toegezonden publieksinitiatieven inhoudelijk wil behandelen, zal de voorzitter van de raad de initiatiefnemers schriftelijk uitnodigen voor de vergadering waarvoor het publieksinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De initiatiefnemers hebben tijdens deze vergadering de gelegenheid om het initiatief mondeling toe te lichten en eventuele vragen uit de raad te beantwoorden. De voorzitter van de raad kan een of meer initiatiefnemers of de vertegenwoordiger toestemming geven om deel te nemen aan de beraadslaging in de raad over het initiatief.
Het college van burgemeester en wethouders stelt de initiatiefnemers binnen twee weken na de datum van de raadsvergadering waarin besluitvorming over het publieksinitiatief heeft plaatsgevonden schriftelijk in kennis van het besluit dat de raad heeft genomen. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het publieksinitiatief noemt het college van burgemeester en wethouders de redenen daarvoor.
Indien de raad geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het publieksinitiatief besluit, overlegt het college van burgemeester en wethouders binnen twee weken na de raadsvergadering waarin de besluitvorming over het publieksinitiatief heeft plaatsgevonden met de initiatiefnemers over de verdere uitvoering van het besluit.
Artikel 11. Dorps- en wijkdemocratie
Artikel 12. Omgevingsplan en omgevingsvergunning
De gemeenteraad stelt een lijst vast met categorieën van gevallen waarvoor geldt dat, indien het voornemen bestaat hierover een anterieure overeenkomst te sluiten, het college van burgemeester en wethouders met de gemeenteraad overlegt over de kaders en de wijze waarop participatie van toepassing is.
Hoofdstuk 9. Evaluatie en monitoring
Artikel 13. Evaluatie en monitoring
Ten behoeve van de evaluatie verzamelt het college van burgemeester en wethouders systematisch informatie over de wijze waarop participatieprocessen zijn georganiseerd, het aantal betrokken bewoners, de rolinvulling door raad en college, het resultaat van de participatie, de belangrijkste ervaringen en geleerde lessen en de werking van deze verordening.
Hoofdstuk 10. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 14. Intrekken oude verordening
De Inspraakverordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2011 wordt ingetrokken.
Op inspraakprocedures die voortvloeien uit besluiten genomen voor de inwerkingtreding van deze verordening, blijven de bepalingen van de in artikel 14 genoemde verordening van toepassing.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.
Deze verordening wordt aangehaald als: Participatieverordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2021.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, gehouden op 14 juli 2021.
Deze inspraakprocedure is een uitwerking van artikel 7, derde lid, van de verordening. De opzet is om inspraak zo laagdrempelig mogelijk te maken voor inwoners en belanghebbenden. Daaraan wordt tegemoet gekomen door geen restricties aan te brengen in de onderwerpen waarover kan worden ingesproken mits het gaat over een onderwerp dat gemeentelijk beleid raakt.
Insprekers kunnen zich tot uiterlijk 36 uur vóór aanvang van de inspraakbijeenkomst aanmelden via de gemeentelijke griffie. Het moment van aanmelding wordt door de griffie genoteerd.
Inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven.
Beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.
Belanghebbende: de (rechts)persoon die door (het ontbreken van) beleid of besluitvorming van de raad in zijn belang wordt geraakt.
Een inspreker wordt vooraf geïnformeerd over de inspraakprocedure en eventueel door de griffie gewezen op andere, wellicht meer geschikte manieren om het onderwerp onder de aandacht van de raad te brengen.
Onderwerp van de inspraakprocedure
De voorzitter van de raad besluit of toegestemd wordt met de inspraak. In principe volgt altijd toestemming tenzij het een onderwerp betreft waarover de raad niet bevoegd is beleid te wijzigen of te vormen of wanneer er sprake is van herhaling (ne bis in idem). De raad wordt geïnformeerd over de afwijzing en de motivering daarvan.
Inspraak wordt verleend aan inwoners en/of belanghebbenden.
Wanneer meer insprekers hetzelfde gezichtspunt naar voren willen brengen, wordt het aantal insprekers gemaximeerd op drie in overleg met de griffie.
Wanneer een inspreker (mede) namens anderen inspreekt, dient een lijst te worden overlegd met naam, adres en handtekening(en).
Locatie van de inspraakbijeenkomst
De inspraakbijeenkomst vindt plaats in zo laagdrempelig mogelijke setting, zoals de trouwzaal van het gemeentehuis. Bij voorkeur vindt de bijeenkomst bij toerbeurt in één van de kernen van Bodegraven-Reeuwijk plaats, mits de kosten van het opnemen en uitzenden van de bijeenkomst beperkt blijven.
Deelnemers van een inspraakbijeenkomst
Naast een voorzitter, notulist en inspreker(s) wordt iedere raadsfractie in principe door één raads- of commissielid vertegenwoordigd bij een inspraakonderwerp, zodat een gesprek tussen de inspreker(s) en de afvaardiging van de raad wordt bevorderd. Een raadsfractie kan per onderwerp kiezen welk raads- of commissielid achter de tafel plaatsneemt. De wethouder(s) die het inspraakonderwerp in portefeuille heeft/hebben, is/zijn in principe als toehoorder aanwezig.
De inspreker krijgt ongeveer vijf minuten de tijd om in te spreken, waarna er ruimte is om het gesprek aan te gaan met de raads- en/of commissieleden. Daarvoor wordt ongeveer tien minuten uitgetrokken. Bij meer insprekers over hetzelfde onderwerp kan de voorzitter besluiten het gesprek aan te gaan nadát alle insprekers hebben gesproken. Het is aan de voorzitter dit gesprek binnen een ordentelijke periode af te ronden.
De reacties/vragen van de raads- of commissieleden kunnen betrekking hebben op verheldering of het voornemen het onderwerp te agenderen voor een commissie- of raadsvergadering. Er worden geen toezeggingen gedaan over de inhoud van de inspraak.
Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een verslag.
Het bestuursorgaan maakt het verslag op de gebruikelijke wijze openbaar. Indien het bestuursorgaan een besluit heeft genomen over het thema waarover ingesproken is, worden de insprekers over dit besluit geïnformeerd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-240024.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.