Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2021, 238317 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2021, 238317 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent subsidie voor gebiedsgebonden activiteiten ten behoeve van het verwezenlijken van de doelstellingen van het beleidsplan Heel de stad (Subsidieregeling couleur locale Rotterdam 2022)
wijknetwerk: netwerk in wijken van informele en formele en organisaties waaronder de welzijnsaanbieder, de aanbieders van geïndiceerde ondersteuning, het wijkteam, huisartsen, scholen, centra voor jeugd en gezin, wijkagenten, bewoners, vrijwilligersorganisaties, particuliere instellingen, verenigingen van religieuze en levensbeschouwelijke organisaties en ondernemers.
Het bepaalde in deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van eenmalige en jaarlijkse subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
Artikel 4 Aanvraag en aanvraagtermijn jaarlijkse subsidie
Een aanvraag om een subsidie wordt digitaal ingediend via www.rotterdam.nl/subsidies en uitsluitend door middel van de daarvoor ter beschikking gestelde digitale aanvraagformulieren.
Voor deze subsidieregeling geldt voor het kalenderjaar 2022 per gebied de hieronder genoemde subsidieplafonds, onder voorbehoud dat voldoende middelen voor couleur locale door de gemeenteraad op de begroting beschikbaar worden gesteld.
Artikel 6 Verdeelregels subsidie
Bij de rangschikking kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria:
of de werkwijze van de activiteit beschreven is op het Gezond Leven Loket (www.loketgezondleven.nl);
Indien na honorering van de aanvragen die tot en met 1 oktober 2021 zijn ontvangen het subsidieplafond voor een gebied nog niet is bereikt, worden de aanvragen voor een eenmalige subsidie die na 1 oktober 2021 voor dat gebied worden ingediend beoordeeld op volgorde van binnenkomst aan de hand van de in het voorgaande lid bedoelde criteria, totdat het subsidieplafond voor het betreffende gebied is bereikt.
Artikel 7 Aanvullende weigeringsgronden
Er wordt in ieder geval geen subsidie verstrekt op grond van deze subsidieregeling indien:
de activiteiten niet passen binnen de kaders van het beleidsplan Heel de stad, te weten gericht op (collectieve) preventie, het voorkomen van problematiek, het vereenvoudigen of stabiliseren van problematiek, het vergroten van zelfredzaamheid, samenredzaamheid, activering of participatie of het wegnemen van achterstanden;
Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 juli 2021.
De secretaris,
V.J.M. Roozen
De burgemeester,
A. Aboutaleb
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 14 juli 2021 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Toelichting bij de Subsidieregeling couleur locale Rotterdam 2022
Op 28 januari 2021 is het beleidsplan Heel de Stad https://rotterdam.raadsinformatie.nl/document/9675711/2/21bb1119
vastgesteld. Met dit beleidsplan wordt verder gegaan op de ingeslagen weg van samenwerking tussen zorg en welzijn, de wijk en het wijknetwerk als de maat voor ondersteuning en het stimuleren van actieve Rotterdammers bij het organiseren van aanbod voor hun medebewoners. Couleur locale vervult hier nog meer dan voorheen een belangrijke functie in het wijknetwerk.
De basisinfrastructuur welzijn wordt gebiedsgericht ingekocht. Hier wordt uitgegaan van integrale opdrachten per gebied, dit houdt in welzijn voor jeugd en welzijn voor volwassenen in één opdrachtomschrijving.
Op grond van het beleidsplan Heel de Stad bestaat de mogelijkheid van subsidiering van activiteiten op het gebied van couleur locale en stedelijk welzijn. Nieuw in 2022 is dat in alle gebieden het budget voor lokale initiatieven wordt geïntroduceerd. Dit budget voor lokale initiatieven valt onder de gebiedsopdracht, wordt regelarm weggezet en levert een bijdrage aan het wijkwelzijn met een grote mate van betrokkenheid van Rotterdammers.
Couleur locale blijft de subsidieregeling voor de kleinere betekenisvolle organisaties die in de wijken en buurten, waar ze ontstaan zijn, hun bijdrage leveren aan de sociale cohesie en laagdrempelige ondersteuning bieden bij eenvoudige problematiek.
In ieder gebied en in vele wijken bestaan deze kleinere organisaties die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid, zich inzetten voor kwetsbare Rotterdammers, die waardevolle activiteiten voor bewoners organiseren of die een vernieuwende aanpak bieden. Deze organisaties draaien meestal op een beperkt aantal beroepskrachten met vele Rotterdammers als vrijwilliger. Dit type organisatie maakt zelfstandig nauwelijks kans bij grootschalige inkoop. Ook is er een risico dat het specifieke karakter verloren gaat wanneer de dienstverlening bij een andere aanbieder ondergebracht wordt.
De worteling van deze zogenaamde “couleur locale” in het gebied is groot. Het uitgangspunt is dat de couleur locale activiteiten biedt, die een bijdrage leveren aan de doelstellingen van Heel de Stad. Deze inzet draagt bij aan: (collectieve) preventie, het voorkomen van problematiek, het vereenvoudigen (stabiliseren) van problematiek, het vergroten van de zelfredzaamheid, samenredzaamheid, het activeren/laten participeren of het wegnemen van achterstanden.
In artikel 1 worden de begrippen gedefinieerd die terugkomen in deze subsidieregeling. De begrippen die in de Subsidieverordening Rotterdam 2014 (hierna SvR 2014) zijn gedefinieerd worden niet herhaald in deze subsidieregeling.
Naast het stedelijk welzijn, de integrale gebiedsopdracht en het budget voor locale initiatieven is er een budget voor de kleinere betekenisvolle organisaties die in de wijken en buurten, waar ze ontstaan zijn, hun bijdrage leveren aan de sociale cohesie en de laagdrempelige ondersteuning bieden bij eenvoudige problematiek. In ieder gebied en in vele wijken zijn deze kleinere organisaties die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid, zich inzetten voor kwetsbare Rotterdammers, die waardevolle activiteiten voor Rotterdammers organiseren of die een vernieuwende aanpak bieden. Deze organisaties draaien meestal op een beperkt aantal beroepskrachten met vele Rotterdammers als vrijwilliger. Dit type organisatie maakt zelfstandig nauwelijks kans bij grootschalige inkoop.
Ook is er een risico dat het specifieke karakter verloren gaat wanneer de dienstverlening bij een andere aanbieder ondergebracht wordt.
De worteling van deze zogenaamde “couleur locale” in het gebied is groot. Het uitgangspunt is dat de couleur locale activiteiten biedt, die een bijdrage leveren aan de doelstellingen van het beleidsplan Heel de Stad.
Deze inzet draagt bij aan: (collectieve) preventie, het voorkomen van problematiek, het vereenvoudigen (stabiliseren) van problematiek, het vergroten van de zelfredzaamheid, samenredzaamheid, het activeren/laten participeren of het wegnemen van achterstanden.
De gemeente Rotterdam kent 14 gebieden. Deze zijn opgenomen in artikel 2 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014.
De kwetsbare wijkbewoner is als vierde doelgroep toegevoegd aan deze subsidieregeling. Dit zijn Rotterdammers die niet tot een van de overige prioriteitsdoelgroepen behoren en een hulpvraag hebben die betrekking heeft op een van de leefdomeinen, die bepalend zijn of een individu zelfredzaam is en volwaardig kan deelnemen aan de samenleving;
Voorbeelden van leefdomeinen zijn:
werk, opleiding en maatschappelijke participatie: vrijwilligerswerk als opstap naar een betaalde baan, stimuleren van jongeren om deel te nemen aan loopbaanoriëntatiegesprekken van Nationaal Programma Rotterdam Zuid, stimuleren van jongeren om weer terug te gaan naar school, bieden van mantelzorg, ondersteunen van mantelzorg door respijtzorg te bieden of door trainingen en/of informatie te geven;
Het beleidsplan Heel de stad richt zich op gelijke kansen voor alle Rotterdammers en daarmee in het bijzonder op drie groepen:
De jonge generatie Rotterdammers
De jongste Rotterdammers kunnen gezond, veilig en kansrijk opgroeien. Het streven is om een generatie zonder achterstanden groot te brengen. De subsidieontvanger draagt bij aan de methodiek van de Wijkprogrammering, voorbeelden zijn:
Rotterdammers in een kwetsbare positie
Meer maatwerk en zorg voor daklozen en andere kwetsbare Rotterdammers die (nog) niet zelfstandig kunnen wonen en leven. Rotterdammers krijgen sneller een dak boven het hoofd zodat zij een stabiel leven kunnen opbouwen. Ook bieden we langdurige zorg en ondersteuning aan kwetsbare Rotterdammers en houden we na een ondersteuningstraject een oogje in het zeil om terugval te voorkomen.
Oudere Rotterdammers die langer thuis wonen
Over vijftien jaar is één op de vijf Rotterdammers ouder dan 65 jaar.
Ook neemt het aantal 75-plussers toe. Op deze dubbele vergrijzing bereiden we ons als stad voor. We willen dat Rotterdammers in hun eigen wijk oud kunnen worden, dichtbij hun sociale contacten. Door zorg en welzijn slimmer te organiseren, gaan we versnippering van zorg en ondersteuning tegen.
Het wijknetwerk vormt de directe omgeving van de Rotterdamse burger en bestaat uit formele organisaties en informele organisaties. In het wijknetwerk zitten veel maatschappelijke organisaties en (sport)verenigingen die samen zorgen voor een veerkrachtige samenleving. Formele (professionele) organisaties zijn bijvoorbeeld; school, jongerenwerk, wijkagent, jeugdgezondheidszorg, Centrum voor Jeugd en Gezin, huisarts, ouderenzorg, geestelijke gezondheidszorg en andere zorgaanbieders. Het informele netwerk is het (lokale) netwerk van (lokale) organisaties en (sport)verenigingen, vrijwilligers en mantelzorgers die vaak zelfstandig hulp en advies geven aan hun familie of directe omgeving. Het Wijknetwerk verschilt per wijk.
De bevoegdheid van het college om nadere regels vast te stellen is opgenomen in artikel 3, derde lid, van de SvR 2014. Deze subsidieregeling is een nadere regel en is van toepassing op activiteiten die vanaf 1 januari 2022 plaatsvinden.
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
In het afwegingskader (zie bijlage I van de subsidieregeling) zijn vragen opgenomen op grond waarvan het college toetst of een activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd kan worden gesubsidieerd vanuit deze subsidieregeling.
Tevens is in bijlage I een instructie opgenomen over hoe de beoordeling van de aanvragen aan de hand van het afwegingskader plaatsvindt.
Voor de Wijkprogrammering Jeugd wordt verwezen naar de link Wijkprogrammering Rotterdam | Rotterdam.nl.
Artikel 4 Aanvraag en aanvraagtermijn jaarlijkse subsidie
Voor het opstellen van het werkplan en de begroting zijn formats opgesteld. Deze formats zijn via de subsidieportal beschikbaar. Deze formats zijn opgesteld om een kwaliteitsslag te bewerkstellingen bij de in te dienen subsidieaanvragen. Tevens wordt aan de hand van deze formats de volledigheid en duidelijkheid van de aanvragen bevorderd.
Een aanvraag heeft betrekking op couleur locale in één gebied en is ook toegespitst op dat gebied. Het is mogelijk om voor meerdere gebieden een aanvraag in te dienen. Door middel van de voorgeschreven formats moet per gebied een aparte subsidieaanvraag worden ingediend.
Het college maakt gebruik van de bevoegdheid die het heeft om op grond van artikel 6, derde lid van de SvR 2014 een andere indieningstermijn te stellen. De aanvraagtermijn voor de jaarlijkse subsidies is 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd. Zodoende hebben potentiële subsidieaanvragers voldoende tijd om kennis te nemen van de subsidieregeling en op basis hiervan een subsidieaanvraag in te dienen. De aanvraag om een eenmalige subsidie wordt ingediend uiterlijk twaalf weken voordat de activiteiten starten.
De subsidieaanvraag wordt online ingediend via de subsidieportal www.rotterdam.nl/subsidies.
Artikel 4, tweede lid, SvR2014, geeft het college de bevoegdheid om aanvullend subsidieplafonds vast te stellen. In dit artikel worden deze plafonds vastgesteld en bekend gemaakt, onder het voorbehoud dat de raad de begroting ongewijzigd vaststelt. De plafonds gelden per gebied, per kalenderjaar. Deze subsidieplafonds worden berekend door middel van de percentages couleur locale die in de jaren voorafgaand aan de Aanbesteding welzijn 2022 zijn gehanteerd en de gebiedsbudgetten behorend bij de Aanbesteding welzijn 2022.
De aanvraag wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de aanvraag het subsidieplafond zou worden overschreden.
Deze weigeringsgrond is opgenomen in artikel 4:25, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb). Daarom is het niet als weigeringsgrond opgenomen in de subsidieregeling.
Artikel 4:25, tweede lid van de Awb :
Een subsidie wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.
Het kan voorkomen dat op enig moment het budget niet meer toereikend is om het aangevraagde bedrag volledig te subsidiëren. Bijvoorbeeld als een subsidiebedrag van € 50.000,- wordt aangevraagd, de subsidieaanvraag voldoet aan de criteria om voor subsidie in aanmerking te komen.
Echter, er is nog een restbudget beschikbaar van € 30.000,-. In dit geval kan de subsidie gedeeltelijk worden geweigerd. Dit wordt gedaan in overleg met de subsidieaanvrager. Het kan namelijk zijn dat door een gedeeltelijke weigering, het laten plaatsvinden van de overige activiteiten niet realiseerbaar is voor de subsidieaanvrager.
Artikel 6 Verdeelregels subsidie
Artikel 4, derde lid, van de SvR 2014, geeft het college de bevoegdheid om verdeelregels vast te stellen. De aanvragen voor een jaarlijkse subsidie worden uiterlijk 1 oktober, voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, ingediend. Alle aanvragen die uiterlijk 1 oktober zijn ingediend worden gezamenlijk beoordeeld. Indien na de uiterlijke indieningstermijn blijkt dat het totaal aangevraagde bedrag het subsidieplafond overschrijdt worden die aanvragen die de meeste punten behalen (na toetsing aan het afwegingskader) en voor het overige voldoen aan de subsidieregeling verstrekt, totdat het subsidieplafond is bereikt.
Er kan sprake zijn van een gedeeltelijke weigering, omdat bij een volledige honorering van de aanvraag het subsidieplafond zou worden overschreden. Deze weigeringsgrond is opgenomen in artikel 4:25, tweede lid van de Awb. Daarom is het niet als weigeringsgrond opgenomen in deze subsidieregeling.
Voor de aanvragen eenmalige subsidies, die na 1 oktober worden ingediend, geldt “wie het eerst komt wie het eerst maalt”. Dus de aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld en voor zover de aanvragen aan de subsidieregeling voldoen en het budget toereikend is, worden de aanvragen gehonoreerd. Ook hier kan sprake zijn van een gedeeltelijke weigering, omdat bij een volledige honorering van de aanvraag het subsidieplafond zou worden bereikt.
Samenwerking met het wijknetwerk waaronder stedelijke voorzieningen als VraagWijzer, kinderwerk, tienerwerk en/of jongerenwerk zijn belangrijk voor de vroegsignalerende functie die couleur locale vervult. Ook voor couleur locale als voorliggende functie is goede samenwerking van belang. Immers, laagdrempelig aanbod van couleur locale kan mogelijk zwaardere ondersteuning voorkomen of uitstellen.
Samenwerking op het terrein van kennisoverdracht over de doelgroepen, inzetten van elkaars kennis, expertise en aanbod, doorgeleiden van Rotterdammers naar aanbod van wijkpartners zijn voorbeelden waarom een goede samenwerking van belang is.
Het is van belang dat de couleur locale activiteiten aansluiten bij de prioriteiten in de wijk en het gebied. Waar is het meeste behoefte aan?
In verschillende openbare documenten is te vinden wat belangrijke thema’s zijn in de gebieden en wijken en waarop ingezet kan worden. Te denken valt aan de wijkanalyse, de wijkprogrammering, de wijkagenda, het wijkactieplan, het wijkprofiel of het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ).
Hieronder vind je de linken naar deze documenten:
https://wijkprofiel.rotterdam.nl/
https://www.watdoetdegemeente.rotterdam.nl/begroting2019/wijken/
Wijkprogrammering Rotterdam | Rotterdam.nl
Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ):
Voor wat betreft de aanvragen die overwegend betrekking hebben
op de prioritaire doelgroep Jeugd wordt zoveel mogelijk voldaan aan de uitgangspunten van de methodiek Talenthouse. Dit houdt in dat er in samenwerking met jeugdigen programmering wordt gerealiseerd.
Middels activiteiten zoals muziek, dans, sport/bewegen en/of niet zijnde methodische huiswerkbegeleiding en niet zijnde vervangend lesaanbod wordt een bijdrage geleverd aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de jeugd en/of indirect bijgedragen aan het verbeteren van schoolprestaties en/of wordt ingezet op gedeelde normen en waarden. Ideeën van de jeugd vormen een belangrijk uitgangspunt bij de werkwijze en jeugdigen worden in het kader van wederkerigheid gestimuleerd om een actieve rol te
vervullen bij de realisatie van activiteiten.
Op het loket gezond leven (www.loketgezondleven.nl) staat een schat aan informatie over gezond leven in een brede context van het begrip. Dus niet alleen beweegactiviteiten, maar ook gezondheid in relatie tot schulden.
Er zijn per thema werkzame bestanddelen benoemd (onderdelen van een aanpak) waarvan men weet dat het effectief is. Er zijn ook complete interventies benoemd die kunnen worden ingezet. De verwachting is dat indien men gebruik maakt van de (bestanddelen van) interventies beschreven op het loket gezond leven, dit ten goede komt aan de kwaliteit van het aanbod couleur locale.
Deze kennis of deskundigheid van de doelgroep kan bijvoorbeeld blijken uit de scholing/training van de professionals en de vrijwilligers, de selectiecriteria bij de werving enz.
Artikel 7 Aanvullende weigeringsgronden
In dit artikel zijn de weigeringsgronden opgenomen. Naast deze weigeringsgronden gelden uiteraard de weigeringsgronden opgenomen in artikel 8 van de SvR 2014 en de weigeringsgronden opgenomen in de subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht (hoofdstuk 4, titel 4.2 van de Awb).
Hieronder volgt een toelichting op de weigeringsgronden opgenomen in artikel 7:
Activiteiten die voldoen aan ten minste één van doelstellingen van het beleidsplan Heel de Stad worden aangemerkt als welzijnsactiviteiten in het kader van het beleidsplan Heel de Stad. Met inzet gericht op (collectieve) preventie wordt bedoeld dat met (collectief) aanbod wordt voorkomen dat op een later tijdstip zwaardere ondersteuning nodig is, of dat dit kan worden uitgesteld. Met het voorkomen van problematiek wordt bedoeld dat met (collectief) aanbod Rotterdammers in staat worden gesteld vaardigheden op te doen waarmee voorkomen wordt dat problemen ontstaan. Met het stabiliseren van problematiek wordt bedoeld dat indien problemen eenmaal zijn ontstaan met (collectief) aanbod deze problematiek niet verder toeneemt. Met het vergroten van de zelfredzaamheid, samenredzaamheid wordt bedoeld dat met (collectief) aanbod Rotterdammers in staat zijn zelfstandig hun leven te leiden en familie of directe omwonenden te kunnen helpen bij eenvoudige problematiek en een grotere vrijwillige inzet, meer bewonersinitiatieven en een toename van de sociale cohesie.
Voorbeelden van stedelijke voorzieningen zijn wijkteam, VraagWijzer, Expertiseteam Financiën (ETF), Kredietbank Rotterdam (KBR), cluster Werk & Inkomen (W&I) enz. Het wijkteam en de VraagWijzer bieden ondersteuning en vraagverheldering aan Rotterdammers met multi-problematiek, waarbij gezien de aard en zwaarte van de problemen professionele ondersteuning (met eventuele doorverwijzing naar specialistische ondersteuning) noodzakelijk is. (Eenvoudige) onderdelen van de ondersteuning kan geboden worden door wijknetwerkpartners. Het wijkteam en/of de VraagWijzer heeft hierbij de regie.
In de subsidieaanvraag staat beschreven met welke relevante (wijknetwerk)partijen wordt samengewerkt, waarom en hoe de samenwerking eruitziet. Bijvoorbeeld met de integrale welzijnsaanbieder, Vraagwijzer, maar ook scholen, (sport)verenigingen, de bibliotheek, zorgaanbieders of andere couleur locale kunnen tot de relevante wijkpartners behoren.
Samenwerking met het wijknetwerk waaronder stedelijke voorzieningen als VraagWijzer zijn belangrijk voor de vroegsignalerende functie die couleur locale vervult. Ook voor couleur locale als voorliggende functie is goede samenwerking van belang. Immers, laagdrempelig aanbod van couleur locale kan mogelijk zwaardere ondersteuning voorkomen of uitstellen. Samenwerking op het terrein van kennisoverdracht over de doelgroepen, inzetten van elkaars kennis, expertise en aanbod, doorgeleiden van Rotterdammers naar aanbod van wijkpartners zijn voorbeelden waarom een goede samenwerking van belang is.
Het college hanteert bij de beoordeling van de aanvraag het afwegingskader, bijgevoegd als bijlage I bij de subsidieregeling.
Artikel 8 Aanvullende subsidieverplichtingen
In artikel 8 is de Verklaring Omtrent het Gedrag (hierna VOG) opgenomen als een aanvullende subsidieverplichting. Er zijn twee uitzonderingsmogelijkheden op deze VOG verplichting:
indien de subsidieaanvrager gemotiveerd kan onderbouwen dat een vrijwilliger die geen VOG kan krijgen wel als een vrijwilliger moet kunnen werken vanwege een specifieke deskundigheid. In deze gevallen biedt lid 3 de mogelijkheid om ontheffing te verlenen van de VOG verplichting. Voor de subsidieontvanger geldt dan hetgeen in bijlage II van de subsidieregeling is opgenomen. Bijlage II is een onderdeel van deze subsidieregeling.
De subsidieaanvrager en de behandelende ambtenaar kunnen over de uitzonderingsmogelijkheden het gesprek aangaan en een eventuele ontheffing wordt vastgelegd in de verleningsbeschikking.
De VOG mag bij de eerste aanvang van de werkzaamheden op grond van deze subsidieregeling of eerdere nadere regels niet ouder zijn dan 3 maanden en heeft een geldigheid tot 5 jaar na afgifte.
De subsidieontvanger draagt zorg voor de geldigheid van de VOG gedurende de subsidieperiode. De VOG voor vrijwilligers kan onder bepaalde voorwaarden gratis worden aangevraagd. Zie voor meer informatie: www.gratisvog.nl.
Er worden geen extra eisen gesteld aan het accountantsproduct dat bij het verzoek tot vaststelling dient te worden ingediend. Bij twijfel over de correcte uitvoering kan altijd nadere informatie worden opgevraagd op grond van de SVR 2014 en desgewenst steekproefsgewijs worden gecontroleerd.
De subsidieontvanger dient in de subsidieverantwoording het aantal aangevraagde en ontvangen VOG’s in het subsidiejaar zichtbaar te maken. Zie voor meer informatie over de VOG-plicht: https://www.rotterdam.nl/apps/rotterdam.nl/werken-leren/vog-vrijwilligers-verplicht/
Artikel 9 Aanvullende subsidieverplichting Jeugd
Voor de inzet van acties en maatregelen die effectief of onderbouwd zijn, raadpleeg de website van het Nederlands Jeugdinstituut: www.nji.nl/nl/Databank/Databank-Effectieve-Jeugdinterventies.
De subsidieontvanger werkt met bewezen effectieve interventies en methodieken – daar waar beschikbaar, dan wel met goed onderbouwde interventies of methodieken. Waar deze niet beschikbaar zijn, werkt de subsidieontvanger toe naar onderbouwing van gehanteerde methodieken.
Het erkenningstraject van het Nederlands Jeugdinstituut is te vinden onder de volgende link: http://www.nji.nl/nl/Databank/Erkenningsprocedure-databank-effectieve-jeugdinterventies
Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en is van toepassing op activiteiten die vanaf 1 januari 2022 plaatsvinden.
Op de vaststelling en eventuele terugvordering van de subsidie die op basis van deze subsidieregeling is verstrekt, blijft naast de SVR 2014 ook deze subsidieregeling van toepassing.
BIJLAGE I Afwegingskader en bijbehorende instructie beoordeling als bedoeld in artikel 6, vierde lid.
Is in het bestaande aanbod, bijv. met de integrale welzijnsopdracht of de activiteiten van het wijknetwerk (Centrum voor Jeugd en Gezin, Bibliotheek, Jongerenwerk), voldoende voorzien in de doelstelling(en) en de doelgroepen waarvoor subsidie wordt gevraagd? |
☐ JA AFWIJZINGSGROND: De aanvraag komt niet in aanmerking voor subsidiëring op grond van deze subsidieregeling. |
||||
Activiteiten stedelijke voorzieningenBetreffen het activiteiten waarvoor stedelijke voorzieningen, zoals wijkteam, VraagWijzer, Expertiseteam Financiën (ETF), Kredietbank Rotterdam (KBR), cluster Werk & Inkomen (W&I) primair verantwoordelijk zijn? |
AFWIJZINGSGROND: De aanvraag komt niet in aanmerking voor subsidiëring op grond van deze subsidieregeling. |
||||
Samenwerking wijknetwerkBlijkt uit de subsidieaanvraag dat er wordt samengewerkt met relevante (wijknetwerk)partners? Voor de samenwerking en de onderbouwing daarvan in de aanvraag kunnen extra punten worden toegekend. Geef een beoordeling van de samenwerking. |
☐ JA, ga door naar criterium 8. Totaal punten drie beoordelaars: AFWIJZINGSGROND: De aanvraag komt niet in aanmerking voor subsidiëring op grond van deze subsidieregeling. |
||||
Aansluiting bij thema’s en prioriteiten van de betreffende wijk, het gebiedSluiten de activiteiten aan bij de prioriteiten van het gebied? Denk hierbij aan prioriteiten uit de wijkanalyse, de wijkprogrammering, de wijkagenda, het wijkactieplan, het wijkprofiel of het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ). Voor deze aansluiting en de onderbouwing daarvan in de aanvraag kunnen extra punten worden toegekend. Geef een beoordeling van deze aansluiting. |
Totaal punten drie beoordelaars: AFWIJZINGSGROND: De aanvraag komt niet in aanmerking voor subsidiëring op grond van deze subsidieregeling. |
||||
Is het totaal aantal punten van de drie beoordelaars samen bij criteria 7 en 8, minder dan 6 punten? ☐ JA, AFWIJZINGSGROND: De aanvraag komt niet in aanmerking voor subsidiëring op grond van deze subsidieregeling. Is het totaal aantal punten van de drie beoordelaars samen bij criteria 7 en 8, 6 punten of meer? |
|||||
Prioritaire doelgroepen Op welke doelgroep zijn de activiteiten primair gericht? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. |
☐ Generatie zonder achterstanden/Jeugd Ga door naar criterium 10, en vul daarna nog criterium 11 en 16 in. ☐ Kwetsbare Rotterdammers Ga door naar criterium 12, en vul daarna nog criterium 16 in. ☐ Langer thuiswonende ouderen Ga door naar criterium 13 en vul daarna nog criterium 14 en 16 in. ☐ Kwetsbare wijkbewoners Ga door naar criterium 15 en vul daarna nog criterium 16 in. |
||||
Doelgroep: Generatie zonder achterstanden/Jeugd Dragen de activiteiten voor deze doelgroep bij aan minimaal één van de drie hieronder genoemde factoren uit de Wijkprogrammering Jeugd? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. Factor 1: het bijdragen aan het versterken van de sociaal-emotionele vaardigheden van jeugdigen; Factor 2: het bijdragen aan het bevorderen van het schoolsucces van jeugdigen; Factor 3: het bijdragen aan het versterken van een positief pedagogisch klimaat (stimuleren van sport- en cultuurdeelname, tegengaan en voorkomen van zwakke binding met de buurt en criminaliteit); |
AFWIJZINGSGROND: De aanvraag komt niet in aanmerking voor subsidiëring op grond van deze subsidieregeling. |
||||
Wordt er gewerkt conform de uitgangspunten van de methodiek Talenthouse? |
|||||
Doelgroep: Kwetsbare Rotterdammers Dragen de activiteiten voor deze doelgroep bij aan minimaal één van de vier hieronder genoemde doelstellingen? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. Doelstelling 1: het bevorderen van een sociaal netwerk rondom kwetsbare Rotterdammers. Doelstelling 2: Inzet op collectieve (gezondheids) preventie. Doelstelling 3: Bieden van ondersteuning bij eenvoudige problematiek of het bieden van informatie en advies. |
AFWIJZINGSGROND: De aanvraag komt niet in aanmerking voor subsidiëring op grond van deze subsidieregeling. |
||||
Staat de werkwijze van de activiteit beschreven op het Gezond Leven Loket? www.loketgezondleven.nl |
|||||
Doelgroep: Kwetsbare wijkbewoners Dragen de activiteiten voor deze doelgroep bij aan minimaal één van de drie hieronder genoemde doelstellingen? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. Doelstelling 1: Inzet op collectieve (gezondheids) preventie. Doelstelling 2: Bieden van ondersteuning bij eenvoudige problematiek of het bieden van informatie en advies. |
☐ NEE AFWIJZINGSGROND: De aanvraag komt niet in aanmerking voor subsidiëring op grond van deze subsidieregeling. |
||||
Blijkt uit de aanvraag dat de aanvrager kennis of deskundigheid heeft van de doelgroep (scholing/training vrijwilligers/selectiecriteria bij werving). Dit aanbod is eventueel ingekocht bij de integrale welzijnsaanbieder of er is sprake van stedelijk ingekocht aanbod. Voor aantoonbaar aanwezige deskundigheid kunnen extra punten worden toegekend. Geef een beoordeling van deze deskundigheid. |
☐ JA, deskundigheid aangetoond. |
||||
BIJLAGE II Uitzonderingen op verplichte VOG voor vrijwilligers bij welzijn als bedoeld in artikel 8, vierde lid.
Bij het maken van uitzonderingen op de VOG-verplichting gelden de volgende uitgangspunten en verplichtingen.
Subsidieontvanger is verplicht om het risico voor de samenleving op aantoonbare wijze te minimaliseren. Subsidieontvanger is in dit kader verplicht om een goede analyse te maken van het risico voor de samenleving en het herhalingsgevaar, gelet op de functie waarin en de locatie waarop medewerker wordt ingezet.
Verwerken in incidentenrapportage
Subsidieontvanger verwerkt de informatie over de genomen maatregelen op geanonimiseerde wijze in de periodieke incidentenrapportages. Uit de periodieke incidentenrapportage moet blijken:
Het verwerken in een periodieke incidentrapportage laat onverlet de verplichting voor subsidieontvanger om, indien er sprake is van een calamiteit in de zin van de Wmo, deze onverwijld aan de toezichthouder te melden. In het kader van eventuele calamiteiten zal de toezichthouder mogelijk de persoonsgebonden registratie van de VOG-uitzonderingen bij de aanbieder opvragen, indien dit voor onderzoek van de calamiteit proportioneel en noodzakelijk is.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-238317.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.