Wijziging Algemene subsidieverordening Goeree-Overflakkee 2015

 

De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 december 2020;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit vast te stellen de volgende wijziging van de Algemene subsidieverordening Goeree-Overflakkee 2015.

 

Artikel I

De Algemene subsidieverordening Goeree-Overflakkee 2015 wordt gewijzigd als volgt:

 

  • A.

    Artikel 1 komt te luiden:

  •  

  • Artikel 1 Definities

  • In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • acccountantsverklaring: een in artikel 393, vijfde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde verklaring over het gevoerde financieel beheer en de financiële verantwoording, waaruit in ieder geval blijkt of de verleende subsidie besteed is aan de in de verleningsbeschikking genoemde beleidsdoelen (controleverklaring);

    • activiteiten: werkzaamheden die zijn gericht op door de gemeente nagestreefde doelen die van ideële of materiële aard kunnen zijn, waarvan de resultaten meetbaar zijn in termen van kwantiteit, kwaliteit of geld en die ten goede komen aan de inwoners van de gemeente Goeree-Overflakkee;

    • De-minimissteun: steun die wordt verstrekt op basis van Verordening (EU) nr.1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352/1); Verordening (EU) nr. 2019/316 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 51 I/1); Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PbEU L 190/45), of Verordening (EU) 2018/1923 van de Commissie van 7 december 2018 betreffende de toepassing van de artikelen107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (PbEU L 313/2);

    • eigen middelen: alle vermogens- en inkomensbestanddelen waarover de aanvrager en aan de hem gelieerde organisaties kunnen beschikken, waaronder begrepen inkomsten uit contributies, inkomsten uit deelnemersbijdragen, inkomsten uit donaties, erfstellingen, legaten, reserves en voorzieningen, exclusief opgebouwde reserves of voorzieningen waar de gemeente Goeree-Overflakkee toestemming voor heeft gegeven;

    • Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellings-verordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 of 109 van het Verdrag heeft vastgesteld, waaronder de Algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 2017/1084 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar wordt verklaard (PbEU L 156/1); de Landbouw vrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van Europese Unie met de interne markt verenigbaar wordt verklaard (PbEU L 193/1); en de Visserij vrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (Pb EU L 369/37);

    • kernsubsidie: subsidie voor kerngebonden activiteiten en projecten die ten dienste staan van de doelstellingen van gemeentelijk beleid in de kernen op Goeree-Overflakkee;

    • onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

    • prestatiesubsidie: een subsidie op grond van vooraf afgesproken producten en diensten:

    • professionele instelling: een rechtspersoon als bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die werkzaam is op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en die bestuurd wordt door een of meer personen in dienst op grond van een landelijke CAO of een anderszins gereguleerde arbeidsovereenkomst;

    • project: een activiteit die duidelijk gebonden is aan tijd en geld;

    • projectsubsidie: een subsidie voor een niet-kerngebonden project, georganiseerd op Goeree-Overflakkee, dat ten dienste staat van de doelstellingen van gemeentelijk beleid, waaraan prestaties worden gekoppeld;

    • Verdrag: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PbEU C 326/47);

    • vermogensplan: een overzicht van alle aanwezige reserves en voorzieningen welke met oogmerken gevormd gaan worden, inclusief de hoogte van de reserves en voorzieningen en de verwachte storting/onttrekking van de reserve;

    • wet: Algemene wet bestuursrecht.

  • B.

    Artikel 2, tweede lid, komt te luiden:

     

    • 2.

      Ten aanzien van subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de wet (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is) kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.

  • C.

    Artikel 3 komt te luiden:

  •  

  • Artikel 3 Subsidieregelingen

  • Burgemeester en wethouders kunnen bij nadere regeling (subsidieregeling) vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend, hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald en of er een aanvullende hardheidsclausule van toepassing is.

  •  

  • D.

    De titel van artikel 4 komt te luiden:

  •  

  • Artikel 4 Staatssteunregels

  •  

  • E.

    Artikel 5, tweede lid, komt te luiden:

     

    • 2.

      Burgemeester en wethouders kunnen een subsidieplafond verlagen als:

      • a.

        het plafond wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd; en

      • b.

        de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

  • F.

    Artikel 8 komt te luiden:

  •  

  • Artikel 8 Een subsidieaanvraag door een onderneming

    • 1.

      Als de aanvrager van een subsidie een onderneming is, dan overlegt de aanvrager naast de elders in deze verordening gevraagde bescheiden ook:

      • a.

        een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

      • b.

        een verklaring als bedoeld in de verordening met betrekking tot de-minimissteun (de-minimisverklaring).

    • 2.

      Bij subsidieregeling kan van het vorige lid worden afgeweken.

  • G.

    Artikel 9 komt te luiden:

  •  

  • Artikel 9 Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden

    • 1.

      Activiteiten die niet passen binnen de door de raad of door burgemeester en wethouders geformuleerde beleidsdoelen kunnen niet voor een subsidie in aanmerking komen.

    • 2.

      Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de wet weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval:

      • a.

        als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt; of

      • b.

        als het betreft een aanvrager tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun van Nederland onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard.

    • 3.

      Onverminderd het vorige lid weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een Europees steunkader omdat:

      • a.

        subsidie verstrekt zou worden aan een aanvrager die een onderneming drijft die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in het desbetreffende steunkader, of

      • b.

        de subsidie geen stimulerend effect heeft als bedoeld in het desbetreffende steunkader.

    • 4.

      Onverminderd de vorige leden kunnen burgemeester en wethouders de subsidie verder in ieder geval weigeren als:

      • a.

        de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;

      • b.

        niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

      • c.

        de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;

      • d.

        de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;

      • e.

        de subsidieverstrekking niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt;

      • f.

        in de bij de betrokken subsidieregeling bepaalde gevallen.

  • H.

    Artikel 10, vijfde lid, vervalt.

  •  

  • I.

    Artikel 11 komt te luiden:

 

  • Artikel 11 Verplichtingen van de subsidieontvanger

    • 1.

      Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld schriftelijk aan burgemeester en wethouders.

    • 2.

      Het is de subsidieontvanger niet toegestaan schenkingen aan derden te doen, behoudens na verkregen toestemming van burgemeester en wethouders.

    • 3.

      Een subsidieontvanger informeert burgemeester en wethouders onverwijld schriftelijk over:

      • a.

        beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

      • b.

        relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

      • c.

        ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat de subsidieontvanger de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel zal kunnen nakomen;

      • d.

        wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon;

      • e.

        wijzigingen in bestuurssamenstelling of adreswijzigingen.

    • 4.

      Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kunnen aan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de wet worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie. In de toelichting bij de subsidieregeling wordt uiteengezet waarom daartoe wordt overgegaan.

    • 5.

      Bij subsidieregeling kunnen verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie aan de subsidie worden verbonden, voor zover deze verplichtingen betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht. In de toelichting bij de subsidieregeling wordt uiteengezet waarom daartoe wordt overgegaan.

    • 6.

      Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor aan burgemeester en wethouders een vergoeding verschuldigd is als zich een gebeurtenis voordoet als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de wet. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.

  • J.

    Artikel 12 komt te luiden:

  •  

  • Artikel 12 De rapportage en verantwoording

    • 1.

      Subsidies tot en met een hoogte van € 25.000,- worden door burgemeester en wethouders direct vastgesteld bij verlening, mits deze subsidie niet valt onder de steekproef als bedoeld in tweede lid.

    • 2.

      Jaarlijks vindt een steekproef plaats onder de subsidies tot en met een hoogte van € 25.000,-. De subsidies die uit de steekproef komen, dienen zich alsnog te verantwoorden.

    • 3.

      De subsidieontvanger dient uiterlijk op 1 juni van het jaar volgend op het jaar waarvoor de subsidie is verleend, een verzoek in tot subsidievaststelling.

    • 4.

      Aan het verzoek tot subsidievaststelling wordt een inhoudelijk en een financieel verslag toegevoegd.

    • 5.

      Artikel 4:78, eerste tot en met het vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing voor zover de vast te stellen subsidie:

      • a.

        de grens van € 75.000,- niet overschrijdt; of

      • b.

        betrekking heeft op de huur van een gemeentelijke accommodatie.

    • 6.

      Burgemeester en wethouders kunnen de subsidieontvanger aanvullende verplichtingen opleggen ten aanzien van de verantwoording.

    • 7.

      Bij subsidieregeling kan van het eerste tot en met het vierde lid worden afgeweken.

    • 8.

      De subsidieontvanger kan burgemeester en wethouders verzoeken om uitstel van de in het derde lid genoemde verplichting. Een dergelijk verzoek wordt minimaal vier weken voor de genoemde datum voorzien van een motivering ingediend.

  • K.

    Artikel 14 komt te luiden:

  •  

  • Artikel 14 Egalisatiereserve

    • 1.

      Bij verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger van een per kalender- of boekjaar verstrekte subsidie een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72, eerste lid, van de wet vormt.

    • 2.

      De ontvanger van een andere subsidie dan bedoeld in het eerste lid kan burgemeester en wethouders verzoeken een egalisatiereserve te mogen vormen. In dat geval is artikel 4:72 van de wet van overeenkomstige toepassing.

  • L.

    Artikel 17, derde lid, komt te luiden:

     

    • 3.

      Een rechtspersoon die voor de eerste keer subsidie aanvraagt, legt tevens over: een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar.

  • M.

    Artikel 18, derde lid, komt te luiden:

     

    • 3.

      Een rechtspersoon die voor de eerste keer subsidie aanvraagt, legt tevens over: een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 september 2020.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

van de gemeente Goeree-Overflakkee op 28 januari 2021

griffier, voorzitter,

drs. G. Brand mr. A. Grootenboer-Dubbelman

Naar boven