Besluit van burgemeester van de gemeente Baarn tot vaststelling van beleidsregel voor de uitvoering van artikel 2:74 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Baarn 2019.
De burgemeester van de gemeente Baarn;
overweegt:
• dat het gewenst is om beleidsregels vast te stellen omtrent drugshandel op straat;
omdat;
• in de gemeente Baarn op diverse plekken in de openbare ruimte sprake is van terugkerende drugshandel op straat;
• deze drugshandel op straat leidt tot drugsoverlast en wordt ervaren als een aantasting van het veiligheidsgevoel;
• in samenwerking met partners integraal wordt gewerkt aan de aanpak van drugshandel op straat;
• een onderdeel van deze integrale aanpak is om verhoogd toezicht uit te oefenen op drugshandel op straat;
• een versterking op dit onderdeel van de aanpak gewenst is teneinde drugsdealers te beletten zich schuldig te maken aan drugshandel op straat;
• het ingevolge artikel 2:74 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Baarn 2019 (verder: de APV) verboden is – onverminderd het bepaalde in de Opiumwet – om op een openbare plaats op te houden met het kennelijke doel om, al dan niet tegen betaling, middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen;
• deze verbodsbepaling beoogt om drugshandel op straat te voorkomen en drugsoverlast terug te dringen;
• de burgemeester ingevolge artikel 125 van de Gemeentewet en artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht over de bevoegdheid beschikt om aan overtreders van artikel 2:74 van de APV een last onder dwangsom op te leggen;
• het opleggen van een last onder dwangsom aan overtreders van artikel 2:74 van de APV de rechterlijke toets heeft doorstaan (Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, ECLI:NL:RVS:2020:1117).
• van het opleggen van een last onder dwangsom een preventieve werking uitgaat en dat met het opleggen van een last onder dwangsom wordt beoogd herhaling van de overtreding te voorkomen;
gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
artikel 2:74 van de APV, de Algemene wet bestuursrecht en artikel 125 van de Gemeentewet;
b e s l u i t vast te stellen de volgende beleidsregels: