Gemeenteblad van Utrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Gemeenteblad 2021, 233526 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Gemeenteblad 2021, 233526 | beleidsregel |
Nadere regel investeringsbijdrage muziekstudio's Gemeente Utrecht
Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;
- gelet op artikel 156 lid 3 Gemeentewet;
- gelet op artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Utrecht;
- en gelet op de Cultuurvisie 2030 & Cultuurnota 2021-2024 “Kunst kleurt de stad” en het Adviesrapport adviescommissie Cultuurnota 2021-2024 ‘Nieuwe kleuren op een rijk palet’.
Het culturele klimaat gebaat is bij het stimuleren van de artistieke ontwikkeling van kunstenaars en dat daar werkplaatsen voor nodig zijn met de juiste faciliteiten. De realisatie van muziekstudio’s belangrijk is, omdat het in Utrecht bijzonder moeilijk is voor muzikanten, muziekproducenten en geluidskunstenaars om betaalbare muziekstudio’s te vinden en er met de groei van de stad ook een groeiende behoefte ontstaat aan muziekstudio’s.
Besluiten vast te stellen de volgende Nadere regel investeringsbijdrage muziekstudio’s.
Deze nadere regel heeft als doel de realisatie van muziekstudio’s in de gemeente Utrecht, die tegen een betaalbaar tarief incidenteel of voor een langere periode kunnen worden gehuurd door muzikanten en/of geluidskunstenaars en/of producers.
De Gemeente Utrecht ondersteunt het culturele leven in de stad. De Cultuurvisie 2030/ Cultuurnota 2021-2024 ‘Kunst kleurt de stad’ en daarmee samenhangende nota’s vormen daarbij het inhoudelijke beleidskader. Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht hebben ontwikkelruimte geformuleerd als één van de vier pijlers van de Cultuurvisie 2030/Cultuurnota 2021-2024 ‘Kunst kleurt de Stad’, met als essentieel element het bieden van fysieke, betaalbare ruimte aan creatieve makers. De gemeente vindt het van belang om professionele makers en kunstenaars in de hele keten te ondersteunen in hun artistieke ontwikkeling op weg naar excellentie.
Artistiek onderzoek en de daaruit voortkomende ontwikkeling draagt bij aan het onderscheidende karakter van onze kunstenaars en het (internationale) culturele profiel van onze stad. Om dit artistiek onderzoek te kunnen doen, zijn oefen- en werkplekken nodig. Het is in de stad Utrecht echter moeilijk voor muzikanten, producers en geluidskunstenaars om betaalbare muziekstudio’s te vinden waar ze kunnen repeteren en produceren, in het bijzonder voor langere tijd.
Het tekort aan betaalbare muziekstudio’s heeft onder meer te maken met de populariteit en groei van de stad Utrecht. De schaarste van ruimte drijft vastgoed- en huurprijzen op. Bovendien zetten gebiedsontwikkelingen druk op de rafelranden waar de huurtarieven voor de creatieve sector nog betaalbaar zijn en eventuele geluidsoverlast voor de omgeving beperkt is. Daarnaast zijn de bouwkosten van studio’s in vergelijking tot de meeste andere werkruimten voor de creatieve sector hoog, wat doorwerkt in de huurprijzen. En een groot deel van de sector, waaronder jonge amateurmusici en talentvolle beginnende makers, heeft relatief weinig te besteden.
Uit de sectoranalyse Muziek in Utrecht (Berenschot, 2018) komt het beeld naar voren dat Utrecht beschikt over een vernieuwende en veerkrachtige muzieksector met een ruime humuslaag, een hoge top en met veel en gevarieerde niches. Maar uit het rapport blijkt ook dat de sector zich zorgen maakt over het tekort aan oefen- en werkplekken voor makers. Het rapport Mooi Maken (Bureau Buiten, 2020) bevestigt deze mismatch tussen vraag en aanbod. Dit vormt een bedreiging voor de positie van Utrecht als toonaangevende en levendige muziekstad.
De focus van deze Nadere regel ligt op de investering in muziekstudioruimte voor professionele muzikanten, geluidskunstenaars en muziekproducenten. Gebruik van de studio's door amateurmuzikanten is echter ook toegestaan. Ook onder amateurmusici is de vraag naar studioruimte immers groot, en de amateursector is onderdeel van de keten richting een professionele loopbaan als maker.
De Nadere regel is gericht op een duurzaam effect van de investering. De hoogte van de investering in relatie tot de exploitatietermijn, en daarmee de duurzame werking van het project, moeten evenredig zijn. Daarom wordt een minimale exploitatietermijn van vijf jaar als uitgangspunt gehanteerd en geldt er een bovengrens van €1.250 per m2 VVO (prijspeil 2021) voor het aan te vragen subsidiebedrag.
De Nadere regel is bedoeld is om aanvragers met verschillende behoeftes qua type muziekstudio, oppervlakte en financiële draagkracht te kunnen bedienen. Om daar flexibel op in te kunnen spelen is er geen sprake van maximale investeringskosten, maar kan er maximaal 50% van de totale investeringssom als subsidie worden aangevraagd (met een maximum van €1.250 per m2 VVO). Wie zelf hogere eisen stelt en meer investeert uit eigen middelen, kan dus ook meer subsidie aanvragen.
Voor subsidie komen in aanmerking de subsidiabele investeringskosten van het realiseren van muziekstudio’s.
De muziekstudio’s moeten aan de volgende eisen voldoen:
Op de subsidiabele investeringskosten zijn de volgende beperkingen van toepassing:
Alleen de investeringen in de arbeid en het materiaal voor nagelvaste bouwelementen zijn subsidiabel. Als uitzondering daarop zijn de kosten voor bouwelementen van vrijstaande, en/of demontabele en/of mobiele studioruimtes die gedurende de exploitatieperiode in een pand geplaatst en gebruikt worden, eveneens subsidiabel. Ook akoestiek verbeterende elementen en installaties ten behoeve van het klimatiseren van studio’s die niet nagelvast zijn mogen tot de subsidiabele investeringskosten worden gerekend.
Artikel 5 Eisen aan de subsidieaanvraag
Voor de subsidieaanvraag is vereist dat deze in elk geval de volgende bijlagen bevat:
1. Een business case met investeringsbegroting en exploitatiebegroting, die is opgesteld volgens het format dat gemeente Utrecht specifiek voor deze nadere regel heeft opgesteld. Dit format wordt op aanvraag per email verstrekt via czbusinesscontrol@utrecht.nl.
Uit de business case moet blijken dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Er is sprake van een exploitatietermijn van minimaal 5 jaar. Een op voorhand gegeven kortere exploitatietermijn dan 5 jaar is uitsluitend mogelijk als deze wordt onderbouwd met bijlagen waaruit blijkt dat de vereiste minimale exploitatietermijn door toedoen van derden of andere externe omstandigheden niet haalbaar is en deze de aanvrager niet tegengeworpen kunnen worden. In het geval van een onderbouwde kortere exploitatietermijn dan 5 jaar geldt naar rato een lager maximaal subsidiebedrag per m2 VVO. Bijvoorbeeld: bij een exploitatietermijn van 2,5 jaar, bedraagt de maximale subsidie €625 per m2 VVO. Andersom geldt niet dat bij een langere exploitatietermijn dan 5 jaar de maximale subsidie naar rato wordt verhoogd.
2. Een projectplan waarin in elk geval zijn opgenomen:
3. Een uittreksel van de Kamer van Koophandel, en indien van toepassing de statuten van de aanvragende organisatie.
4. Bij organisaties: jaarrekeningen en jaarverslagen tot drie jaar voorafgaand aan het jaar van aanvragen. Indien deze niet beschikbaar zijn de meest recente jaarrekeningen en jaarverslagen.
5. Bij makers: voor zover van toepassing de aangifte inkomstenbelasting tot twee jaar voorafgaand aan het jaar van aanvragen.
6. Bijlagen ter onderbouwing van de businesscase, waaronder in elk geval:
een specificatie en toelichting op de posten zoals opgenomen in de investeringsbegroting. Uit de toelichting wordt duidelijk hoe bedragen zijn opgebouwd. Bij de investeringsbegroting zijn onderliggende documenten toegevoegd zoals offertes en bescheiden betreffende aanvullende financiering door derden.
een specificatie en toelichting op de posten zoals opgenomen in de exploitatiebegroting. Uit de toelichting wordt duidelijk hoe bedragen zijn opgebouwd en/of tot stand zijn gekomen. Bij de exploitatiebegroting zijn onderliggende documenten toegevoegd zoals huurcontracten en berekeningen waaruit blijkt hoe bedragen tot stand zijn gekomen.
Artikel 6 Indieningstermijn subsidieaanvraag
De aanvragen kunnen gedurende het gehele jaar worden ingediend met e-herkenning via het digitale loket bij burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Hiervoor is gekozen om aanvragers zo goed mogelijk in staat te stellen om te anticiperen op de dynamiek en onvoorspelbaarheid van de vastgoedmarkt.
Artikel 7 Vaststelling subsidieplafond
1. Per jaar is maximaal € 217.000,- beschikbaar voor alle ingediende aanvragen. Dit jaarlijkse subsidieplafond is indicatief en exclusief accres en kan mogelijk verhoogd worden in geval van een overschot in het voorgaande jaar. Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks het daadwerkelijke subsidieplafond vast door middel van de subsidiestaat.
2. Aanvragen kunnen worden toegekend tot het subsidieplafond van het desbetreffende jaar is bereikt.
3. Als een aanvraag wordt toegekend en er door het bereiken van het subsidieplafond onvoldoende budget beschikbaar is om het gevraagde bedrag in zijn geheel te honoreren, dan kan er een lagere bijdrage toegekend worden. Voorwaarde voor toekenning is in dat geval dat de aanvrager een aangepaste aanvraag indient waaruit blijkt dat met de lagere subsidie het (al dan niet aangepaste) project nog steeds conform de voorwaarden van deze nadere regel gerealiseerd kan worden.
4. Aanvragen die in de jaren 2021 tot en met 2023 zijn afgewezen wegens overschrijding van het subsidieplafond, kunnen in het daaropvolgende jaar opnieuw worden ingediend. Voorwaarde is in dat geval wel dat de aanvraag is geactualiseerd ten aanzien van eventuele gewijzigde omstandigheden die relevant zijn voor de realisatie van het project.
Artikel 8 Beoordeling subsidieaanvraag
De aanvragen worden in behandeling genomen op volgorde van binnenkomst van de volledige aanvraag. Als de aanvraag voldoet aan alle eisen van de subsidieaanvraag zoals genoemd in artikel 6 en onderstaande criteria positief worden beoordeeld, dan zal de subsidie, met inachtneming van het subsidieplafond, worden verstrekt. Omdat doorlopend kan worden aangevraagd, vindt er geen onderlinge vergelijking plaats tussen aanvragen op grond van scores op de inhoudelijke criteria.
De kwalitatieve beoordeling vindt plaats op basis van de volgende criteria:
1. Zakelijke kwaliteit van de aanvrager en de aanvraag:
Het realisme van de business case wordt getoetst. Centraal staat of/hoe de organisatie of maker in staat is de business case op professionele wijze te realiseren. Daarbij is er nadrukkelijk aandacht voor de exploitatietermijn, de doelgroepen, de huurtarieven en de inzichtelijkheid van de onrendabele top.
2. Toepassing marktconforme huur:
Er wordt getoetst of de aanvrager met de benchmark in voldoende mate onderbouwt dat de gehanteerde huurtarieven marktconform zijn.
3 Evenredigheid gevraagde subsidie ten opzichte van de exploitatietermijn:
Indien de exploitatietermijn van de muziekstudio korter is dan 5 jaar, dan wordt de onderbouwing daarvan getoetst op exploitatie, terugverdientijd en/of in hoeverre de investering na afloop van de termijn nog bij de doelstellingen van de nadere regel passend effect sorteert.
Bij de besluitvorming geldt de volgende procedure:
Aanvragen worden in behandeling genomen na binnenkomst van de volledige aanvraag. Binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag besluiten burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht over de aanvraag.
Artikel 10 Voorwaarden aan subsidieverlening
1. Als ontbindende voorwaarden aan subsidieverlening gelden:
a. dat alle voor de realisatie van de muziekstudio('s) benodigde vergunningen worden verstrekt.
b. dat de muziekstudio binnen 1 jaar na toekenning van de subsidieaanvraag gereed is voor gebruik.
Als door handelen van derden, zoals een aannemer of pandeigenaar, niet aan deze twee voorwaarden kan worden voldaan, treedt de aanvrager in overleg met de gemeente over een passende oplossing. Komt er geen voor de gemeente acceptabele oplossing, dan is de gemeente gerechtigd om de subsidie op nihil vast te stellen.
2. Als na toekenning blijkt dat exploitatietermijn korter wordt dan in de aanvraag was voorzien, dan treedt aanvrager in overleg met de gemeente om tot een oplossing te komen die recht doet aan het gewenste duurzame effect van de investering. Komt er geen voor de gemeente acceptabele oplossing, dan is de gemeente gerechtigd om naar rato een gedeelte van de verleende subsidie terug te vorderen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-233526.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.