Vierde wijziging Gemeenschappelijke regeling Stroomopwaarts MVS

De colleges van burgemeesters en wethouders van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

 

Overwegende dat:

  • -

    de colleges van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam op onderdelen van het gebied van het sociaal domein met ingang van 1 februari 2015 samenwerken in één organisatie;

  • -

    uit de praktijk blijkt dat het wenselijk is de Gemeenschappelijke regeling Stroomopwaarts MVS op een aantal punten te wijzigen;

  • -

    de gemeenteraden van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam, gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, toestemming hebben verleend om deze gemeenschappelijke regeling te wijzigen;

Besluiten vast te stellen de vierde wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Stroomopwaarts MVS.

Artikel I Wijziging gemeenschappelijke regeling

  • A.

    Artikel 4 wordt als gewijzigd als volgt:

     

    Huidige tekst

    Nieuwe tekst

    Artikel 4 Bevoegdheden/taken

    • 1.

      Het bestuur van het openbaar lichaam is gemachtigd om de bevoegdheden, die de deelnemers hebben op grond van de hierna genoemde wetten dan wel wetsartikelen, uit te voeren:

      • a.

        Participatiewet;

      • b.

        Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

      • c.

        Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

      • d.

        Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

      • e.

        Artikel 1.13 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

      • f.

        Algemene wet bestuursrecht;

      • g.

        Wet openbaarheid van bestuur;

      • h.

        Verordening Maatschappelijke Participatie Kinderen MVS 2015.

      • i.

        art. 15 lid 1 Archiefwet 1995:

      • j.

        art. 8 Archiefbesluit 1995;

      • k.

        art. 9 Archiefbesluit 1995.

    • 2.

      De deelnemer kan bij afzonderlijk besluit, en met inachtneming van artikel 3 van deze regeling, afzonderlijk bevoegdheden aan het bestuur van het openbaar lichaam mandateren.

    • 3.

      Aan het afzonderlijke mandaat moet vooraf toestemming door het dagelijks bestuur worden verleend.

    • 4.

      De niet mandaterende deelnemer wordt over het afzonderlijke mandaat geïnformeerd

    • 5.

      Aan het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam kan de bevoegdheid gemandateerd worden om beleidsregels vast te stellen

    • 6.

      Aan het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam is de bevoegdheid overgedragen om de Wet Sociale Werkvoorziening uit te voeren.

    • 7.

      Het bestuur van het openbaar lichaam is eveneens gemachtigd de krachtens voornoemde wetten vastgestelde verordeningen en regels uit te voeren

    Artikel 4 Bevoegdheden/taken

    • 1.

      Het bestuur van het openbaar lichaam is gemachtigd om de bevoegdheden, die de deelnemers hebben op grond van de hierna genoemde wetten dan wel wetsartikelen, uit te voeren:

      • a.

        Participatiewet;

      • b.

        Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

      • c.

        Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

      • d.

        Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

      • e.

        Artikel 1.13 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

      • f.

        Algemene wet bestuursrecht;

      • g.

        Wet openbaarheid van bestuur;

      • h.

        Verordening Maatschappelijke Participatie Kinderen MVS 2015.

      • i.

        art. 15 lid 1 Archiefwet 1995:

      • j.

        art. 8 Archiefbesluit 1995;

      • k.

        art. 9 Archiefbesluit 1995.

      • l.

        Wet Inburgering

    • 2.

      De deelnemer kan bij afzonderlijk besluit, en met inachtneming van artikel 3 van deze regeling, afzonderlijk bevoegdheden aan het bestuur van het openbaar lichaam mandateren.

    • 3.

      Aan het afzonderlijke mandaat moet vooraf toestemming door het dagelijks bestuur worden verleend.

    • 4.

      De niet mandaterende deelnemer wordt over het afzonderlijke mandaat geïnformeerd

    • 5.

      Aan het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam kan de bevoegdheid gemandateerd worden om beleidsregels vast te stellen (m.u.v. de Wet Inburgering)

    • 6.

      Aan het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam is de bevoegdheid overgedragen om de Wet Sociale Werkvoorziening uit te voeren.

    • 7.

      Het bestuur van het openbaar lichaam is eveneens gemachtigd de krachtens voornoemde wetten vastgestelde verordeningen en regels uit te voeren

     

    Toelichting

    In artikel 4 lid 1 l. is de Wet Inburgering toegevoegd. Bij lid 5 is een uitzonderingsregel opgenomen dat het vaststellen van beleidsregels door het dagelijks bestuur niet geldt voor de Wet Inburgering. Er is besloten dat deze bevoegdheid niet kan worden gemandateerd en berust bij de colleges van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze gewijzigde artikelen in de Gemeenschappelijke regeling Stroomopwaarts MVS treden in werking op de dag na bekendmaking ervan in de Staatscourant.

 

[Door inwerkingtreding van de Wet elektronische publicaties zal dit besluit niet in de Staatscourant gepubliceerd worden, maar in het Gemeenteblad.]

Aldus vastgesteld door

burgemeester en wethouders van Maassluis in de vergadering van 4 mei 2021

de secretaris,

de burgemeester,

burgemeester en wethouders van Vlaardingen in de vergadering van. 4 mei 2021

de secretaris,

de burgemeester,

burgemeester en wethouders van Schiedam in de vergadering van. 4 mei 2021

de secretaris,

de burgemeester,

Naar boven