Gemeenteblad van Losser
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Losser | Gemeenteblad 2021, 232166 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Losser | Gemeenteblad 2021, 232166 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Losser houdende regels omtrent urgentie voor huisvesting (Urgentieverordening gemeente Losser)
De Raad van de gemeente Losser
Het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 mei 2021;
Het amendement gediend op 6 juli 2021;
Artikel 147 en artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 12, artikel 13 en artikel 14 van de Huisvestingswet, alsmede de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht;
In deze verordening wordt verstaan onder:
Economische binding: de binding van een persoon aan de gemeente Losser is daarin gelegen dat die persoon voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op het verrichten van arbeid vanuit de gemeente Losser. Er moet minimaal sprake zijn van een contract van een halve werkweek met de duur van tenminste één jaar. Ook degene die een dagopleiding volgt aan een in de gemeente Losser gevestigde instelling van onderwijs heeft deze binding.
Artikel 2 De huisvestingsvergunning
Voor het in gebruik nemen van woonruimte is geen huisvestingsvergunning nodig.
Gezamenlijk beoordelen de betrokken woningcorporatie en de procesmanager Zorg van de gemeente Losser de urgentie. Bij de beoordeling worden de volgende stukken betrokken:
Artikel 5 Voorrang bij urgentie
Voor voorrang in de toewijzing van woonruimte met urgentie komen in aanmerking:
Verplichte urgentiecategorieën
Criteria voor urgentie op grond van Mantelzorg:
woningzoekenden die als (ontvanger van) mantelzorg(er), in verband met mantelzorg als bedoeld in art. 1, lid 6 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), dringend woonruimte nodig hebben, kunnen in aanmerking komen voor urgentie indien de langdurige zorgsituatie hier aanleiding toe geeft; ook als deze niet aan de algemene toelatingseisen van de urgentieregeling voldoen;
Artikel 7 Algemene criteria lokale urgentiecategorieën
Om voor een woonurgentie in aanmerking te kunnen komen moet aan alle onderstaande criteria worden voldaan:
er is sprake van een acute woonnoodsituatie: er moet een noodzaak zijn om binnen een half jaar te verhuizen en het probleem kan niet op eigen kracht en/of binnen die periode worden opgelost. Er dient een directe relatie te bestaan tussen probleem en woonsituatie. De huidige woning is niet geschikt (te maken) om het probleem op te lossen;
de acute woonnoodsituatie moet buiten de schuld van de betrokkene zijn ontstaan en deze kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor het ontstaan ervan. De acute woonnoodsituatie was voor betrokkene niet te voorzien ofwel betrokkene was niet in staat tijdig maatregelen te nemen om de acute woonnoodsituatie te voorkomen. Verder was betrokkene niet in staat daarop te anticiperen. In uitzonderlijke situaties, zoals de huisvesting van één of meerdere kinderen die jonger zijn dan 21 jaar, kan toepassing van de regel “buiten eigen schuld” gerechtvaardigd zijn;
Artikel 8 Specifieke lokale urgentiegronden
Op één van volgende urgentiegronden kan een urgentie afgegeven worden:
Medisch: medisch geïndiceerde zijn woningzoekenden die in verband met een geobjectiveerde medische aandoening permanent ernstige hinder en/of schade, belemmering of verslechtering ondervinden in combinatie met de huidige zelfstandige woonsituatie. Hieronder vallen ook verhuisindicaties zoals omschreven in de Wet maatschappelijke ondersteuning.
Vergunninghouders: vreemdelingen (statushouders en vluchtelingen) die in Nederland op grond van de Vreemdelingenwet als vluchteling zijn toegelaten, dan wel om klemmende in de persoon gelegen redenen, verband houdende met de omstandigheden in hun land van herkomst, in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning worden gehuisvest. Elk half jaar wordt de gemeente Losser door het Rijk een taakstelling opgelegd voor het aantal te huisvesten vergunninghouders.
Artikel 9 Criteria urgentie in geval van echtscheiding/verbroken samenleving
Om in aanmerking te komen voor een urgentie op grond van echtscheiding/verbroken samenleving moet aan alle onderstaande voorwaarden worden voldaan:
de aanvraag voor urgentie op grond van echtscheiding/verbroken samenleving moet aangetoond worden door middel van het overleggen van geformaliseerde documenten (bijvoorbeeld echtscheidingsconvenant, ouderschapsplan, formele beëindiging van het samenlevingscontract/geregistreerd partnerschap). Ook als er niets formeel geregeld is moet de verbreking worden aangetoond. Zie toelichting art. 9.
Na de beoordeling zoals genoemd in artikel 4 neemt de betrokken Woningcorporatie waar woningzoekende een aanvraag om urgentie indient een besluit tot het toekennen van urgentie. Uitgangspunt daarbij is dat slechts één keer een zo passend mogelijke woning wordt toegewezen. Er is daarbij vanuit gaande dat het een woning in de gemeente Losser betreft en de woning na oplevering voldoet aan de kwaliteitseisen van Domijn zoals op de website staan vermeld;
Het college is bevoegd in gevallen waarin toepassing van deze verordening naar zijn oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.
Toelichting bij Urgentieverordening gemeente Losser
Artikel 5 Voorrang bij urgentie
Woningzoekenden die verblijven in een tijdelijke opvang, omdat zij vanwege geweld of problemen van relationele aarde hun woonruimte hebben moeten verlaten, kunnen in aanmerking komen voor urgentie, indien het verzoek vergezeld gaat met een gefundeerd advies van de betrokken opvangvoorziening waarom huisvesting in de gemeente Losser noodzakelijk is.
Mantelzorg, hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverkeringswet die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.
Artikel 7 Algemene criteria lokale urgentiecategorieën
Een alleenstaande wordt geacht binnen zes maanden alternatieve woonruimte te vinden, bijvoorbeeld door kamerbewoning of inwoning bij derden. Een urgentie wordt in geval van een alleenstaande niet verstrekt, tenzij hier zwaarwegende medische, sociale of economische redenen toe zijn. Bij een echtscheiding/verbroken samenleving zonder kind(eren) worden de voormalige partners gezien als twee alleenstaande woningzoekenden en wordt er geen urgentie toegekend.
Artikel 8 Specifieke lokale urgentiegronden
Ruimtetekort in de huidige woonsituatie als gevolg van zwangerschap, gezinsuitbreiding, gezinshereniging/-vorming, inwoning door kinderen en/of derden en het woonachtig zijn in niet legale woonruimte op bijvoorbeeld een camping zijn onvoldoende voor het verkrijgen van een woonurgentie. Ook het moeten verlaten van een (huur)woning met tijdelijk (huur)contract is onvoldoende voor het verkrijgen van een woonurgentie.
Ingezetenen die vanwege medische redenen in een onhoudbare woonsituatie verkeren kunnen in aanmerking komen voor urgentie. De medische aandoening moet een duidelijke relatie hebben met de woonsituatie en gerelateerd zijn aan de noodzaak tot een oplossing binnen een maximale termijn van een half jaar. Voorwaarde is dat de medische klacht door de huidige huisvestingsomstandigheden ernstige hinder veroorzaakt of verslechtert. De aanvrager moet aantoonbaar onder behandeling zijn van een huisarts. Er moet door de aanvrager worden aangetoond dat de medische aandoening door de huidige woonsituatie wordt verergerd (oorzakelijk verband). Uit het advies van de huisarts moet blijken dat er een noodzaak tot verhuizing binnen een half jaar is. Er kan bij een onafhankelijke externe deskundige advies worden gevraagd over de noodzaak tot verhuizing in relatie tot de medische aandoening en de woonsituatie.
Over medische urgentie heeft Domijn afspraken gemaakt met de gemeente Losser. Met name over de WVG-gelabelde woningen en de Leurinkshof. Toewijzingen hiervoor verlopen via de Indicatieadvies commissie van de gemeente Losser.
Een WMO-verhuisindicatie/urgentieaanvraag wordt aangevraagd met ondersteuning van de betrokken WMO-consulent. Aanvragen kunnen gedaan worden op grond van ergonomische beperkingen of wanneer de huidige woning niet past bij de fysieke gesteldheid en wanneer de woning daarvoor ook niet eenvoudig geschikt te maken is. Verhuizing moet dan wel de goedkoopste en meest adequate oplossing zijn. Bij het beoordelen van de urgentieaanvraag wordt het advies van de WMO-consulent nadrukkelijk meegewogen. Bij het toekennen van urgentie treedt de woningcorporatie in overleg met de WMO-consulent om passende huisvesting af te stemmen.
Sociaal geïndiceerden zijn ingezetenen die in verband met sociale problemen, in combinatie met omstandigheden in de huidige woning, dringend op korte termijn een andere woning nodig hebben. Alleen in zeer uitzonderlijke situaties waarbij sprake is van ernstige psychische en/of sociale problematiek kan een beroep worden gedaan op een sociale indicatie. De sociale problematiek dient al geruime tijd bij een op dat gebied werkzame instantie bekend te zijn en zij dienen de problematiek te onderschrijven. De sociale en/of psychische omstandigheden moeten een duidelijke relatie hebben met de woonsituatie en er moet een noodzaak zijn tot een oplossing binnen een termijn van een half jaar. Over deze omstandigheden kan schriftelijk advies van een externe deskundige gevraagd worden. Ook kan er advies gevraagd worden van andere (hulpverlenende) instanties.
Een uitdrukkelijke voorwaarde voor toepassing van deze regel is dat de aanvrager aan kan tonen dat deze financiële situatie buiten de eigen schuld ontstaan is. Onvrijwillige werklozen of arbeidsongeschikten welke de eigen woning niet meer kunnen betalen, kunnen hiertoe behoren. Van financiële omstandigheden, op grond waarvan urgentie kan worden toegekend, kan sprake zijn indien de aanvrager buiten eigen schuld om, als gevolg van plotseling optredend ernstig inkomstenverlies of faillissement, de lasten van zijn bestaande woonruimte redelijkerwijs niet meer kan dragen. De voorwaarde dat de situatie buiten de eigen schuld om is ontstaan en niet te voorzien was door de aanvrager blijft hierbij van kracht.
Artikel 9 Criteria urgentie in geval van echtscheiding/verbroken samenleving
Degenen die aantoonbaar het hoofdverblijf hebben van één of meerdere kinderen die jonger zijn dan 21 jaar kunnen in aanmerking komen voor urgentie:
Binnen het geschetste kader voor urgentie op grond van echtscheiding/verbreken samenleving kan de volgende persoon in aanmerking komen voor een woonurgentie: Van de ouder die het hoofdverblijf van het (de) kind(eren) krijgt wordt verwacht dat hij/zij alles doet om de eigen koop- of huurwoning te behouden. Wanneer dit door bijvoorbeeld het ontbreken van voldoend financiële armslag niet tot de mogelijkheden behoort, kan deze met het hoofdverblijf van de kinderen belaste ouder een urgentieaanvraag doen. Wanneer de voormalige partners besluiten tot co-ouderschap zal slecht één van beiden in aanmerking kunnen komen voor een urgentie. Ook hier geldt dat het hebben van woonruimte voor het (de) kind(eren) centraal wordt gesteld. De voormalige partners moeten samen een keuze maken wie de urgentieaanvrager wordt en dit schriftelijk door beide partners laten ondertekenen.
Op het moment dat de huurwoning is geclaimd en niet is toegewezen óf de koopwoning is verkocht óf de aanvrager uit hoofdelijke aansprakelijkheid is ontslagen, treedt de eerder toegekende urgentie in werking. Situaties waarbij geen urgentie wordt verleend zijn:
Van de ouder die belast wordt met het hoofdverblijf van het (de) kind(eren) en die woont in een huurwoning, wordt als voorliggende voorziening verwacht dat het huurrecht van de woning via de rechtbank wordt geclaimd. Bij een toegekende claim kan uiteraard geen aanvraag woonurgentie worden ingediend. Als de verzorgende ouder deze claim nalaat, bestaat er geen recht op urgentie.
Aan te leveren stukken met betrekking tot de echtscheiding/verbroken samenleving
Om de aanvragen woonurgentie te kunnen beoordelen moet inzicht gekregen worden in de aard van de relatie en in de manier waarop de relatie wordt beëindigd. In het algemeen kan dit inzicht verschaft worden door het overleggen van formeel vastgestelde documenten waaruit moet blijken dat het huwelijk of de samenleving verbroken is:
Bij beëindiging van een geregistreerd partnerschap wordt een overeenkomst tot beëindiging van het partnerschap overgelegd, een inschrijving van de beëindiging van het partnerschap bij de burgerlijke stand of een beschikking van de rechtbank. Als er geen overeenstemming is kan een eenzijdig verzoek aan de rechter tot ontbinding van het partnerschap worden overgelegd.
Aanvrager kan deze vaststellingsovereenkomst bij een notaris laten legaliseren. Slechts in zeer uitzonderlijke situaties kan volstaan worden met een eenzijdige ondertekening.
Met betrekking tot het aantonen van het hoofdverblijf van de kinderen
Belangrijk is de vraag waar de kinderen hun hoofdverblijf hebben na de echtscheiding/verbreken samenleving en hoe de ouderlijke zorg geregeld is. Het is dus een belangrijk criterium wie van de ouders de hoofdverzorgingstaak heeft en waar de kinderen feitelijk hun verblijf hebben. Wanneer een aanvrager claimt dat één of meer kinderen het hoofdverblijf bij hem zal/zullen hebben en dit gegeven medebepalend is voor het eventueel toekennen van een woonurgentie, dan zal dit altijd uit een officieel document moeten blijken (bijvoorbeeld: echtscheidingsconvenant met bijbehorend ouderschapsplan, overeenkomst beëindiging geregistreerd partnerschap, overeenkomst beëindiging samenlevingsovereenkomst, verklaring beëindiging samenwoning).
Zonder documenten waaruit blijkt dat de echtscheiding/samenleving verbroken is en waaruit blijkt hoe de zorg voor de kind(eren) geregeld is kan een aanvraag niet in behandeling worden genomen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-232166.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.