Besluit van de burgemeester van de gemeente Bloemendaal tot vaststelling van beleid over de toepassing van artikel 2:78 van de Algemene Plaatselijke Verordening (Beleidsregel gebiedsontzeggingen Bloemendaal 2021)

De burgemeester van Bloemendaal;

 

Gelet op het bepaalde in artikel 2:78 van de Algemene plaatselijke verordening Bloemendaal 2021 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de navolgende:

 

‘‘beleidsregel gebiedsontzeggingen Bloemendaal 2021’’.

 

Inleiding

In artikel 2:78 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal 2021 staat de bevoegdheid van de burgemeester om gebiedsontzeggingen op te leggen.

 

Deze gebiedsontzegging wordt door of namens de burgemeester opgelegd aan personen die strafbare feiten plegen en/of de openbare orde verstoren.

 

In de ‘Beleidsregel gebiedsontzeggingen Bloemendaal 2021’ is aangegeven bij overtreding van welke artikelen uit de betreffende wet- en regelgeving deze gebiedsontzeggingen kunnen worden opgelegd.

 

Doel is om notoire overlastplegers aan te pakken en indien nodig de overlastsituatie die zij veroorzaken per direct te kunnen beëindigen.

Artikel 2:78 Gebiedsontzeggingen

  • 1.

    De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht een bevel geven zich gedurende ten hoogste 24 uur niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.

  • 2.

    Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie ten minste eenmaal een bevel als bedoeld in dat lid is gegeven en die opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een bevel geven zich gedurende ten hoogste 8 weken niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.

  • 3.

    Een bevel als bedoeld in het tweede lid kan slechts worden gegeven als het strafbare feit of de openbare orde verstorende handeling binnen 6 maanden na het geven van een eerder bevel, gegeven op grond van het eerste of tweede lid, plaatsvindt.

  • 4.

    De burgemeester beperkt de krachtens het eerste of tweede lid gegeven bevelen, als hij dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk oordeelt.

  • 5.

    De burgemeester kan op aanvraag tijdelijk ontheffing verlenen van een bevel als gegeven op grond van dit artikel.

Het eerste lid van artikel 2:78 wordt toegepast bij de volgende overtredingen:

Algemene Plaatselijke Verordening

  • Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden

  • Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal

  • Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen

  • Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen

  • Artikel 2:48 Verboden drankgebruik

  • Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen

  • Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten

  • Artikel 2:51a Lachgasverbod

  • Artikel 2:74 Drugshandel op straat

  • Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik

  • Artikel 3:9 Straatprostitutie

  • Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen

Spoorwegwet en Wet personenvervoer 2000

Handelingen die de orde, rust, veiligheid of goede bedrijfsvoering verstoren op het NS Station Bloemendaal en Overveen, gemeente Bloemendaal als bepaald in, bij of krachtens de Spoorwegwet en de Wet personenvervoer 2000 (artikel 3 respectievelijk artikel 72).

Wetboek van Strafrecht

  • Artikel 350 Vernieling

  • Artikel 424, eerste lid Straatschenderij/baldadigheid

  • Artikel 426 Ordeverstoring in dronkenschap

Het tweede lid van artikel 2:78 wordt toegepast bij de volgende overtredingen:

Algemene Plaatselijke Verordening

  • Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden

  • Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal

  • Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen

  • Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen

  • Artikel 2:48 Verboden drankgebruik

  • Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen

  • Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten

  • Artikel 2:51a Lachgasverbod

  • Artikel 2:74 Drugshandel op straat

  • Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik

  • Artikel 3:19 Straatprostitutie

  • Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen

Spoorwegwet en Wet personenvervoer 2000

Handelingen die de orde, rust, veiligheid of goede bedrijfsvoering verstoren op het NS Station Bloemendaal en Overveen, gemeente Bloemendaal, als bepaald in, bij of krachtens de Spoorwegwet en de Wet personenvervoer 2000 (artikel 3 respectievelijk artikel 72).

Wetboek van Strafrecht

  • Artikel 138 Huisvredebreuk

  • Artikel 139 Lokaalvredebreuk

  • Artikel 141 Openlijke geweldpleging

  • Artikel 170 Vernieling gebouwen, publiek toegankelijke plaats

  • Artikel 179 Bedreiging/geweld ambtsverrichting

  • Artikel 180 Wederspannigheid tegen medewerkers publieke taak

  • Artikel 184 Negeren bevoegd ambtelijk bevel

  • Artikel 209 Aanbieden vals geld

  • Artikel 225 en artikel 231 Valsheid met geschriften (vals ID)

  • Artikel 267 Belediging van een ambtenaar in functie

  • Artikel 285 Bedreiging

  • Artikel 287 (Poging tot) doodslag

  • Artikel 300 Eenvoudige mishandeling

  • Artikel 301 Mishandeling met voorbedachten rade

  • Artikel 302 en artikel 303 Zware geweldsmisdrijven/zware mishandeling

  • Artikel 304, tweede lid Mishandeling tegen ambtenaar in functie

  • Artikel 306 Deelneming aan aanval of vechtpartij

  • Artikel 310 Eenvoudige diefstal

  • Artikel 311 Diefstal

  • Artikel 312 Diefstal met geweld

  • Artikel 317 Afpersing

  • Artikel 318 Afdreiging

  • Artikel 350 Vernieling

  • Artikel 416 en artikel 417 (opzet) heling

  • Artikel 424, eerste lid Straatschenderij/baldadigheid

  • Artikel 426 Ordeverstoring in dronkenschap

  • Artikel 453 Openbare dronkenschap

  • Artikel 461 Verboden toegang voor onbevoegden

Opiumwet

  • Artikel 2 Verbodsbepaling

  • Artikel 3 Verbodsbepaling lijst II

Wet wapens en munitie

  • Artikel 13 Vervaardigen etc.

  • Artikel 26 Verbodsbepaling

  • Artikel 27 Dragen en voorhanden hebben categorie II tot en met IV

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Overveen, 06 juli 2021

De burgemeester van Bloemendaal

E.J. Roest

Toelichting behorende bij Beleidsregel gebiedsontzeggingen Bloemendaal 2021

 

In artikel 2:78 van de Algemene Plaatselijke Verordening staat de bevoegdheid van de burgemeester om gebiedsontzeggingen op te leggen. Deze gebiedsontzegging wordt door of namens de burgemeester opgelegd aan personen die strafbare feiten plegen en/of de openbare orde verstoren.

 

In de Beleidsregel gebiedsontzeggingen Bloemendaal 2021 is aangegeven bij overtreding van welke artikelen uit de betreffende wet- en regelgeving deze gebiedsontzeggingen kunnen worden opgelegd.

 

Doel is om notoire overlastplegers aan te pakken en indien nodig de overlastsituatie die zij veroorzaken per direct te kunnen beëindigen.

 

Bij het toepassen van de bevoegdheid moet er zijn voldaan aan het situatievereiste, dat wil zeggen dat sprake moet zijn van omstandigheden die tot ingrijpen ter handhaving van de openbare orde kunnen noodzaken. Daarnaast moet ook voldaan zijn aan het doelcriterium: de maatregel moet zijn gericht op het beëindigen of voorkomen van (verdere) ordeverstoringen of overlast, en/of het beperken van de gevolgen daarvan.

 

De maatregel moet toegepast worden binnen de kaders van proportionaliteit en subsidiariteit. Zij is bedoeld om verdere overlast te voorkomen en te beëindigen en niet bedoeld als straf.

 

Het opleggen van een 24-uurs gebiedsontzegging is een discretionaire bevoegdheid van de burgemeester. De gebiedsontzegging is een besluit in de zin artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit houdt in dat de algemene procedure uit de Awb moet worden gevolgd. Een voornemen tot het opleggen van de ontzegging moet kenbaar worden gemaakt aan de betrokkene en deze moet in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord. Vervolgens wordt een besluit opgesteld en bekend gemaakt aan de overtreder. Tevens wordt aangegeven hoe de overtreder in bezwaar kan tegen het besluit.

 

De 24-uurs gebiedsontzegging echter wordt toegepast als er direct moet worden opgetreden. De overtreding heeft een grote impact op de omgeving en de ernst van de overlast biedt geen tijd om met het opstellen van een bestuurlijke rapportage een voornemen tot een last onder dwangsom op te leggen omdat de overlast dan vooralsnog blijft aanhouden en de ongewenste overlastsituatie in stand blijft.

 

De toepassing van artikel 2:78 van de APV zal in het eerste jaar na inwerkingtreding in de vorm van een pilot (van een jaar) plaatsvinden. Tijdens de pilot vindt toepassing altijd plaats in overleg tussen de burgemeester en politie. Aan de hand van het resultaat van de pilot zal worden besloten of de burgemeester het geven van een bevel en het uitschrijven van een ‘concept proces verhoor ter zake waarschuwing en mededeling’ zal mandateren aan de politie van het basisteam Kennemer Kust. Na mandatering zal de dienstdoende politiefunctionaris voor toepassing altijd overleggen met de Operationeel Coördinator van de politie of de Hulpofficier van justitie.

 

Bij recidive, artikel 2:78, tweede en derde lid, van de APV, maakt de politie een bestuurlijke rapportage op. Aan de hand van deze rapportage beslist de burgemeester over een gebiedsontzegging van ten hoogste 8 weken.

Naar boven