Gemeenteblad van Oosterhout
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oosterhout | Gemeenteblad 2021, 229084 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oosterhout | Gemeenteblad 2021, 229084 | beleidsregel |
Besluit van het college van Oosterhout van 6 juli 2021 tot vaststelling van de Beleidsregels voor subsidieverstrekking Gemeente Oosterhout 2022
Op 12 december 2017 heeft de gemeenteraad van Oosterhout de Algemene subsidieverordening Oosterhout (hierna te noemen Asv) vastgesteld. Deze verordening bevat procedurele voorschriften die van toepassing zijn bij subsidieverlening.
Tevens geeft de verordening het college van burgemeester en wethouders van Oosterhout de mogelijkheid om ter verduidelijking of ter uitwerking van wat in de verordening staat:
Die nadere uitwerking per beleidsterrein is opgenomen in deze notitie ‘Beleidsregels voor subsidieverstrekking gemeente Oosterhout’. Per beleidsterrein of per werkveld van een beleidsterreinen wordt ingegaan op de activiteiten die in aanmerking komen voor subsidie, de relevante doelstellingen en doelgroepen, procedurebepalingen, kosten die voor subsidie in aanmerking komen, berekening van de subsidie, verdeling van het subsidieplafond, specifieke weigeringsgronden en eventuele aanvullende verplichtingen.
Algemene deel van de beleidsregels
Het eerste hoofdstuk bevat een nadere uitwerking van een aantal aspecten die voor alle subsidies relevant (kunnen) zijn. Het zijn regels die het college hanteert ten aanzien van bijvoorbeeld bevoorschotting en indexering van budgetten. In het tweede hoofdstuk zijn per subsidievorm de procedures opgenomen: indieningstermijnen, waar de aanvraag uit dient te bestaan, beslistermijnen e.d.
Vaststelling subsidiebudgetten en -plafonds
In deze beleidsregels zijn de subsidieplafonds en de verdeelregels voor de subsidies opgenomen, waarbij de plafonds het maximum te verstrekken subsidiebedrag per beleidsterrein en eventueel delen daarvan bepalen. De subsidieplafonds worden jaarlijks op basis van een begrotingsvoorbehoud vastgesteld door het college. Definitieve vaststelling van de subsidieplafonds vind jaarlijks plaats bij de vaststelling van de begroting door de gemeenteraad van Oosterhout.
Deze beleidsregels zijn onderdeel van een continue verbetertraject van het subsidiebeleid. De praktijk moet uitwijzen of de beleidsregels aanpassing behoeven voor het zo goed mogelijk functioneren van het subsidiebeleid. De beleidsregels zijn een bevoegdheid van het college en worden jaarlijks geactualiseerd op basis van nieuw beleid en praktijkervaringen.
De wettelijk grondslagen en de bevoegdheid waarop dit document ‘Beleidsregels subsidieverstrekking gemeente Oosterhout’ is gebaseerd zijn artikel 149 van de gemeentewet, artikel 4.23 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Oosterhout (Asv). De Begripsomschrijvingen uit de Asv zijn van overeenkomstige toepassing.
In de Asv worden de reikwijdte van de bevoegdheden van het college genoemd. Overeenkomstig artikel 3 van de Asv Oosterhout zijn de nadere regels voor de activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen opgenomen in dit document ‘Beleidsregels voor subsidieverstrekking gemeente Oosterhout’, hierna te noemen ‘Subsidieregels’.
Beleidsmatige (kader)nota’s geven sturing aan de doelen en activiteiten waarvoor subsidies worden verleend. Hierin wordt op hoofdlijnen de gewenste situatie van doelgroepen, thema’s of sectoren in doelen, prestaties en activiteiten beschreven. Het beleid wordt op basis hiervan in deze Subsidieregels zodanig geoperationaliseerd dat product- en prestatieafspraken met maatschappelijke instellingen mogelijk zijn en doelen van subsidies worden aangegeven. Subsidies richten zich voor zover mogelijk op output en op outcome (maatschappelijke effecten).
Nadere afspraken over te leveren prestaties en aanvullende voorwaarden en voorschriften kunnen worden vastgelegd in de beschikking, met als bijlage een subsidieblad of subsidiecontract.
Subsidies onderscheiden zich in juridische zin slechts door het feit of het een jaarlijkse dan wel incidentele subsidie betreft. Daarom wordt een tweedeling in type subsidies aangebracht en tevens een beperking van het aantal subsidienamen:
De jaarlijkse subsidie heeft betrekking op voortdurende activiteiten van een rechtspersoon of een natuurlijke persoon en wordt bij voorkeur voor meerdere jaren verstrekt. Hieronder vallen:
Structurele subsidie aan instellingen in de gemeente Oosterhout ten behoeve van in de gemeente Oosterhout woonachtige kinderen. Instellingen dienen te voldoen aan een aantal wettelijke verplichtingen. Gemeente stuurt op hoofdlijnen (de aard van de activiteiten van de subsidieontvanger en de doelgroepen waarop deze activiteiten zich richten).
Structurele subsidie van jaarlijks € 150.000 of meer aan instellingen voor activiteiten. Aan de subsidieverlening is een subsidiecontract verbonden. Gericht op uitvoering van gemeentelijk beleid, uitgewerkt in te behalen doelstellingen en prestaties, waarbij de subsidieontvanger de uitvoering ter hand neemt.
Incidentele subsidies zijn subsidies die voor een eenmalige activiteit van een rechtspersoon of een natuurlijke persoon, of een activiteit waarvoor het college slechts voor een van te voren bepaalde tijd van maximaal 4 jaar subsidie wil verlenen. Hieronder vallen:
Subsidie voor initiatieven die aansluiten bij maatschappelijke behoeften en/of nieuwe sociale relaties en samenwerkingsverbanden creëren. Daarnaast kan het college met deze subsidie een bijdrage leveren in de kosten van het verbeteren of bouwen van accommodaties die eigendom zijn van de subsidievragende rechtspersoon.
1.7. Eigen bijdrage/inkomsten aanvrager
De gemeente Oosterhout wil instellingen stimuleren eigen inkomsten te genereren en kosten te beperken. Dit doet zij o.a. door bij de vaststelling van de subsidie rekening te houden met de overige inkomsten van de subsidieontvanger. Dit betekent dat indien er sprake is van een exploitatieoverschot het percentage van de subsidie in de totale inkomsten wordt berekend. Dit percentage is het aandeel van de gemeente Oosterhout in het exploitatieoverschot.
1.8. Maximaal beschikbare budgetten: subsidieplafonds
Met het vaststellen van de jaarlijkse begroting door de Raad worden tevens de subsidieplafonds per beleidsterrein of werkveld vastgesteld. De subsidieplafonds en eventueel door het college vastgestelde deelplafonds maken budgetteren mogelijk. Het bereiken van een (deel)subsidieplafond is reden een aanvraag te weigeren. Elk plafond of deelplafond is gekoppeld aan een inhoudelijke opgave, waarvoor de Raad een budget ter beschikking stelt. Met het vaststellen van plafonds bepaalt de Raad de hoofdlijnen van het subsidiebeleid voor wat betreft de hoogte van subsidies, gekoppeld aan inhoud op hoofdlijnen.
1.12. Langdurige subsidierelaties
De waarde van duurzame subsidierelaties wordt onderkend door doelsubsidies in principe voor 4 jaar vast te stellen (onder begrotingsvoorbehoud t.a.v. subsidieplafond). Daarbij vindt minimaal één maal per jaar een monitor plaats waarbij gekeken wordt naar de voortgang van de prestatieafspraken. Op basis van de monitor kan bijstelling van de prestatieafspraken plaatsvinden. Deze tussentijdse monitor kan ook aanleiding zijn voor het college om de subsidie na afloop van de vastgestelde subsidieperiode te beëindigen.
De bevoorschotting vindt plaats volgens het in de verleningsbeschikking opgenomen bevoorschottingsritme. Om de administratieve lastendruk tegen te gaan worden verleningen voor structurele subsidies beneden de € 5.000 en verleningen voor incidentele subsidies beneden de € 3.500 voor 100% bevoorschot. In de verleningsbeschikking wordt het bevoorschottingsregime beschreven, inclusief het moment waarop de betalingen zullen plaatsvinden.
Oosterhout volgt het Rijk in het tegengaan van nodeloze bureaucratie en procedures. Bij lage subsidiebedragen (tot max. € 5000,- bij structurele subsidies en tot max. € 3.500 bij incidentele subsidies) is sprake van het samenvallen van verlening en vaststelling met minimale verantwoordingsplicht en aanvraageisen. Subsidies van meer dan € 50.000 doch ten hoogste € 150.000 dienen vergezeld te gaan van een samenstellingsverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant. Subsidies van meer dan € 150.000 dienen vergezeld te gaan van een controleverklaring en een rapportage van feitelijke bevindingen, opgesteld door een onafhankelijk accountant.
Voor rechtspersonen die structureel subsidie ontvangen van tenminste € 150.000 per jaar, dient in beginsel een algemene of egalisatiereserve aanwezig te zijn. Daarnaast dient er sprake te zijn van een solvabiliteitsratio (eigen vermogen / totaal vermogen x 100%) van tenminste 20%. De gemeente hanteert dit uitgangspunt ten behoeve van de continuïteit van de rechtspersoon en daarmee het mogelijk maken van duurzame samenwerking met rechtspersonen die subsidie ontvangen.
1.20. Verplichtingen subsidieontvanger
Naast de in artikel 12 van de Asv vermelde verplichtingen over meldingsplicht bij afwijkingen en overige verplichtingen van de subsidieontvanger is het college bevoegd om nadere verplichtingen in de beleidsregels aan te geven (artikel 13 Asv). Eventuele nadere verplichtingen staan beschreven onder het kopje ‘nadere verplichtingen’ in de hoofdstukken van deze Subsidieregels.
In dit hoofdstuk is als aanvulling op de Asv aangegeven welke procedures van toepassing zijn. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in een aantal verschillende subsidiesoorten. Per subsidiesoort gelden dus verschillende procedures. Sommige subsidieregelingen wijken af van onderstaande procedures of indieningsvereisten. In dat geval is dit binnen de betreffende subsidieregeling opgenomen onder het kopje ‘Procedure’ resp. ‘Nadere verplichtingen’. In alle andere gevallen gelden hieronder staande procedures en indieningsvereisten.
De aanvraag bestaat uit een overzicht met het aantal bezette kindplaatsen per peildatum 1 mei van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd en een plan van aanpak. Voor het overzicht van het aantal bezette kindplaatsen wordt het door de gemeente ter beschikking gestelde aanvraag- en verantwoordingsformat gebruikt. In het plan van aanpak staat in ieder geval een beschrijving van het ouderbeleid, met welk kindvolgsysteem wordt gewerkt, met welk VVE programma wordt gewerkt, hoe de warme overdracht naar het basisonderwijs plaatsvindt, hoe er zicht op de ontwikkeling van VVE peuters wordt gehouden, met welke partners wordt samengewerkt, welke resultaten op het gebied van VVE zijn bereikt en hoe de kwaliteitszorg wordt vormgegeven;
De verantwoording bestaat uit een overzicht met het aantal bezette kindplaatsen per peildatum 1 mei van het lopende subsidiejaar volgens het door de gemeente ter beschikking gestelde aanvraag en verantwoordingsformat, een inhoudelijk activiteitenverslag (conform opzet plan van aanpak) en een accountantsverklaring;
Voor maatschappelijke voorzieningen die behoren tot de basisinfrastructuur van de gemeente Oosterhout en waarvan de subsidie meer dan € 150.000 bedraagt stelt de gemeente een beleidskader op. Een beleidskader wordt voor een periode van max. 4 jaar opgesteld en in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het beleidskader start bekend gemaakt aan de instelling;
De verantwoording bestaat uit een door het bestuur gewaarmerkt activiteiten- en financieel verslag. Doelsubsidies tot € 150.000 dienen vergezeld te gaan van een samenstellingsverklaring door een externe accountant en doelsubsidies boven de € 150.000 van een controleverklaring en een rapportage van feitelijke bevindingen van een externe accountant.
Alle jeugdigen van 0-25 jaar in Oosterhout helpen wij op weg naar maatschappelijke zelfstandigheid en een positieve deelname aan het maatschappelijk leven. Het accent ligt daarbij op het vergroten van kansen en het voorkomen van (school)uitval.
De beleidsterreinen Onderwijs en Jeugd kennen de volgende structurele subsidieregelingen:
Voor deze waarderingssubsidie wordt een sterrensysteem gehanteerd. Met één ster ontvangt de scoutingvereniging een basisbedrag ad € 25 per actief contributiebetalend lid. De maximale subsidie per aanvraag binnen deze categorie bedraagt € 4.500.
Heeft een vereniging twee sterren, dan ontvangt deze aanvullend € 500 voor actieve deelname aan de Brede Impuls Combifuncties. De maximale aanvullende subsidie per aanvraag binnen deze categorie bedraagt € 500.
Basissubsidie voor verenigingen met minimaal 15 actieve contributiebetalende leden. De hoogte van het subsidiebedrag bij de eerste ster wordt berekend op basis van het aantal actieve contributiebetalende leden.
** Maatschappelijke agenda: Naschoolse activiteiten
Aanvullende subsidie voor verenigingen die naast de voorwaarden voor de één ster categorie voldoen aan minimaal 1 van de volgende voorwaarden:
Vereniging neemt actief deel aan de Brede Buurt1;
Verdeling van het subsidieplafond
Het subsidieplafond wordt verdeeld over alle aanvragen. Als bij de berekening van de subsidies blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het subsidiebedrag per lid van verenigingen met een percentage verlaagd, totdat het subsidieplafond niet meer wordt overschreden. Een eventueel restant kan worden ingezet voor incidentele projecten.
3.1.2.1. Peuteropvang en voorschoolse educatie (VVE)
Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Voor kinderen zonder indicatie voor voorschoolse educatie (VVE indicatie) geldt een maximum te subsidiëren omvang van het aanbod van 320 uur per jaar verdeeld over 2 dagen per week in 2022. Voor kinderen mét een VVE indicatie geldt in 2022 een maximum te subsidiëren omvang van het aanbod van 640 uur per jaar, verdeeld over 4 dagen per week. De subsidiabele kosten per kindplaats bedragen het aantal af te nemen uren kinderopvang vermenigvuldigd met de maximum uurprijs voor subsidie (2022: € 10,77) en heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van de ouderbijdrage. De ouderbijdrage per uur wordt vastgesteld aan de hand van het geldende Besluit Kinderopvangtoeslag artikel 4 lid 1 a. (maximum uurtarief 2022: € 8,50) en Bijlage I (tabel met inkomensafhankelijke toeslagpercentages):
Voor ouders die recht hebben op kinderopvangtoeslag geldt een bruto-ouderbijdrage van € 8,50 (2022). Zij worden inkomensafhankelijk gecompenseerd met de kinderopvangtoeslag. Voor kinderen mét een VVE indicatie geldt dat voor 50% van het aantal afgenomen uren een ouderbijdrage in rekening gebracht wordt.
De subsidiesystematiek is gebaseerd op aantallen peuters die gebruik maken van de voorschoolse voorziening.
Per 1 januari 2022 wordt in de voorschoolse educatie de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker verplicht. Het aantal uren dat deze pedagogisch beleidsmedewerker per jaar moet worden ingezet, wordt als volgt berekend: het aantal doelgroeppeuters voorschoolse educatie tussen de tweeënhalf en vier jaar oud dat op 1 januari (de peildatum) staat ingeschreven bij het kindercentrum x 10 uur.
In de subsidieaanvraag 2022 geven de aanbieders aan hoeveel VE peuters er geplaatst zijn. Dat is ook het uitgangspunt voor de subsidie ter dekking van de extra kosten.
De subsidie wordt berekend op basis van het aantal bezette kindplaatsen op 1 mei van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar vermenigvuldigd met het aantal uren.Indien de houder kan aantonen dat het aantal bezette kindplaatsen op 1 mei van het lopende subsidiejaar hoger is dan bij de aanvraag, dan wordt de subsidie vastgesteld met in achtneming van dit hogere aantal bezette kindplaatsen voor de periode vanaf 1 mei t/m 31 december van het lopende subsidiejaar. Indien het aantal bezette kindplaatsen in het subsidiejaar lager is dan het aantal kindplaatsen van de subsidieaanvraag dan wordt de subsidievaststelling gebaseerd op het aantal bezette kindplaatsen per 1 mei voorafgaand aan het subsidiejaar.
De subsidiebijdrage voor de VE coach wordt als volgt berekend:Subsidiebijdrage VE coach 2022 = aantal VE peuters in subsidieaanvraag x 10 uur x € 38,92 (prijspeil 2022).
Verdeling van het subsidieplafond
Als eerste komen de aanvragen van rechtspersonen in aanmerking waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie op het aangevraagde werkveld heeft. Als bij de berekening van de subsidies blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, worden alle subsidies met een percentage verlaagd, totdat het subsidieplafond niet meer wordt overschreden.
3.1.3.2. Voorkomen en bestrijden van taalachterstanden bij kinderen (voorschools en basisschoolleeftijd)
Het bevorderen van sportdeelname door inwoners van Oosterhout. Dit is van belang zowel uit het oogpunt van volksgezondheid als vanuit sociaal perspectief (voorkomen maatschappelijk isolement, bevorderen integratie, tegengaan overlast).
Het beleidsterrein sport kent de volgende structurele subsidieregelingen:
Het bevorderen van breedtesportbeoefening2;
Structurele subsidie op grond van deze regeling wordt verstrekt aan sportverenigingen die in de gemeente Oosterhout gevestigd zijn, die zijn aangesloten bij een door NOC*NSF erkende sportbond en waarvan minimaal 50% van de actief sportende, contributie betalende leden woonachtig is in de gemeente Oosterhout.
De subsidie wordt berekend op basis van de huursom dan wel de gebruiksvergoeding in het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd3 en op basis van de het aantal jeugdleden ten opzichte van het totaal aantal leden. E.e.a. dient onderbouwd te worden met een huurcontract/gebruikersovereenkomst (met vermelding van de huursom/gebruiksvergoeding) of een huurfactuur/verrekening van de gebruiksvergoeding en een actuele lijst met adresgegevens en de geboortedata van de leden.
De berekening ziet er als volgt uit:
(Aantal jeugdleden t/m 22 jaar / totaal aantal leden) X de huursom/gebruiksvergoeding X 25%. De maximale subsidie per aanvraag binnen deze subsidieregeling bedraagt € 15.000.
Verdeling van het subsidieplafond
Het subsidieplafond wordt verdeeld over alle aanvragen. Als bij de berekening van de subsidies blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, worden alle subsidies met een percentage verlaagd, totdat het subsidieplafond niet meer wordt overschreden. Een eventueel restant kan worden ingezet voor incidentele projecten.
In afwijking van de procedure voor exploitatiesubsidies hoeft er bij de aanvraag voor een exploitatiesubsidie sportverenigingen geen activiteitenplan en begroting worden ingediend. Daarnaast is er binnen deze regeling sprake van een directe vaststelling. Dit betekent dat er over deze subsidies standaard geen verantwoording achteraf hoeft plaats te vinden.
Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Alle kosten die gemaakt worden om de hierboven genoemde activiteiten en doelstellingen te realiseren komen voor subsidie in aanmerking. Hieronder vallen ook de kosten die gemoeid zijn met de aanmaak van de sportpenning van de gemeente, de herinneringsmedailles en de oorkondes voor de winnaars van de prijzen.
Het bevorderen van een gevarieerd en hoogwaardig aanbod van cultuur en evenementen, het ondersteunen van kwetsbare vormen van kunst en cultuur en het behoud van het cultureel erfgoed in de stad (inclusief het beheer van collecties).
Het beleidsterrein cultuur kent de volgende structurele subsidieregelingen:
3.3.1.1. Culturele verenigingen
Structurele subsidie op grond van deze regeling wordt verstrekt aan culturele verenigingen die in de gemeente Oosterhout gevestigd zijn en waarvan minimaal 50% van de leden woonachtig is in de gemeente Oosterhout. Onder culturele verenigingen wordt verstaan verenigingen die als hoofddoel hebben activiteiten te ontplooien op het gebied van een van de zes disciplines uit de amateurkunst: Multimedia / audiovisueel (foto, film, video), Beeldende kunst, Dans, Muziek, Schrijven en Theater”.
Voor deze waarderingssubsidie wordt een sterrensysteem gehanteerd. Met één ster ontvangt de culturele vereniging voor actieve leden een basisbedrag ad € 50 per contributiebetalend lid t/m 22 jaar en € 30 per contributiebetalend lid van 23 jaar en ouder. De maximale subsidie per aanvraag binnen deze categorie bedraagt € 3.500.
Heeft een vereniging wee sterren, dan ontvangt deze aanvullend € 500 voor actieve deelname aan de Brede Buurt en/of de week van de amateurkunst en € 1.000 voor een publiekspresentatie in Theater de Bussel of € 500 voor een publiekspresentatie in de Nieuwe Pannehoef. De maximale aanvullende subsidie per aanvraag binnen deze categorie bedraagt € 1.500.
Basissubsidie voor verenigingen met minimaal 15 actieve contributiebetalende leden. De hoogte van het subsidiebedrag bij de eerste ster wordt berekend op basis van het aantal actieve amateurkunstbeoefenende leden, gedifferentieerd naar doelgroep.
professionele begeleiding en verjongenAanvullende subsidie voor culturele verenigingen die naast de voorwaarden voor de één ster categorie voldoen aan minimaal 1 van de volgende voorwaarden:
De vereniging neemt actief deel aan het programma de Brede Buurt4;
Verdeling van het subsidieplafond
Het subsidieplafond wordt verdeeld over alle aanvragen. Als bij de berekening van de subsidies blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het subsidiebedrag per lid van verenigingen met een percentage verlaagd, totdat het subsidieplafond niet meer wordt overschreden. Een eventueel restant kan worden ingezet voor incidentele projecten.
De subsidieaanvrager neemt actief deel aan het programma de Brede Buurt5.
Verdeling van het subsidieplafond
Als eerste komen de aanvragen van rechtspersonen in aanmerking waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie op het aangevraagde werkveld heeft. De verdeling hierbij is max. € 96.676 voor het Speelgoed- en carnavalsmuseum Op Stelten en max. € 19.942 voor het Brabantsmuseum Oud Oosterhout. Vervolgens worden de overige aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst.
3.3.2.4. Volksfeesten en evenementen
Evenementen die geen aanvulling zijn op het bestaande Oosterhoutse evenementenprogramma in tijd (zomervakantie of winterperiode of andere periode), qua soort evenement (bijzonder culinair, sport-, kunst- of cultuurevenement) of doelgroep van het evenement (zoals bijzondere leeftijdsgroep of afkomst) of waarbij de organisator over voldoende eigen inkomstenbronnen kunnen beschikken om ook zonder subsidie tot realisatie van het evenement te komen, komen niet in aanmerking voor subsidie. E.e.a. ter beoordeling aan de gemeente Oosterhout.
Verdeling van het subsidieplafond
Bij de verdeling van het subsidieplafond wordt de volgende verdeling als uitgangspunt genomen:
Beoordeling van de verdeling is voorbehouden aan het college van B&W van de gemeente Oosterhout. Een eventueel restant wordt toegevoegd aan het subsidieplafond van de regeling Programmering van de Stad.
Verdeling van het subsidieplafond
Aanvragen worden beoordeeld op de wijze waarop de voorgestelde activiteiten bijdragen aan doelstellingen van deze regeling en de verhouding tussen kosten en baten. In geval van meerdere aanvragers ontvangt de aanvraag die het beste aansluit bij de gemeentelijke doelstellingen (en die de beste verhouding heeft tussen kosten en baten) subsidie uit hoofde van deze regeling. E.e.a. ter beoordeling aan de gemeente.
3.3.2.6. Broedplaats voor (amateur)podiumkunst
Structurele subsidie op grond van deze regeling wordt verstrekt voor beheer en exploitatie van een broedplaats voor (amateur)podiumkunst. Indirect is dit tevens een subsidie in de huurkosten van culturele verenigingen die gebruik maken van de faciliteiten van een broedplaats. Onder culturele verenigingen wordt verstaan verenigingen die als hoofddoel hebben activiteiten te ontplooien op het gebied van een van Muziek, Dans en Theater.
Verdeling van het subsidieplafond
Aanvragen worden beoordeeld op de wijze waarop de voorgestelde activiteiten bijdragen aan doelstellingen van deze regeling en de verhouding tussen kosten en baten. In geval van meerdere aanvragers ontvangt de aanvraag die het beste aansluit bij de gemeentelijke doelstellingen (en die de beste verhouding heeft tussen kosten en baten) subsidie uit hoofde van deze regeling. E.e.a. ter beoordeling aan de gemeente.
3.4.1.1. Bewonersgroepen & Overkoepelende organisatie Buurtpreventie
Indien er reeds in een buurt of dorp een bewonersgroep actief is, dienen andere initiatieven zich daarbij aan te sluiten en wordt hiervoor geen aparte subsidie verstrekt. Dit geldt tevens voor een overkoepelende organisatie Buurtpreventie. Ook hiervan kan er slechts één in de gehele gemeente Oosterhout actief zijn en subsidie ontvangen.
Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
De subsidie dient besteed te worden aan de organisatiekosten van de bewonersgroep of overkoepelende organisatie Buurtpreventie Oosterhout. Voorbeelden hiervan zijn vergaderkosten, zaalhuur, kopieerkosten, verzekering, bijeenkomsten voor de buurt etc. Voor het oprichten van een stichting is een eenmalige, extra subsidie beschikbaar.Daarnaast gelden er de volgende beperkingen:
Er is een jaarlijks budget van maximaal € 1.500 per bewonersgroep beschikbaar en € 3.500 voor een overkoepelende organisatie Buurtpreventie Oosterhout. Voor het oprichten van een stichting is per bewonersgroep tevens eenmalig maximaal € 500 extra beschikbaar.Beoordeling vind plaats op basis van een actuele lijst met adresgegevens van de (bestuurs)leden en een beknopt werkplan.
Verdeling van het subsidieplafond
Het subsidieplafond wordt verdeeld over alle aanvragen. Als bij de berekening van de subsidies blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het subsidiebedrag per aanvraag met een percentage verlaagd, totdat het subsidieplafond niet meer wordt overschreden. Een eventueel restant kan worden ingezet voor incidentele projecten.
Verdeling van het subsidieplafond
Het subsidieplafond wordt verdeeld over alle aanvragen. Als bij de berekening van de subsidies blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het subsidiebedrag per lid met een percentage verlaagd, totdat het subsidieplafond niet meer wordt overschreden. Een eventueel restant kan worden ingezet voor incidentele projecten.
Verdeling van het subsidieplafond
Het subsidieplafond wordt verdeeld over alle aanvragen. Als bij de berekening van de subsidies blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het subsidiebedrag per lid met een percentage verlaagd, totdat het subsidieplafond niet meer wordt overschreden. Een eventueel restant kan worden ingezet voor incidentele projecten.
3.4.1.4. Veteranenverenigingen
Verdeling van het subsidieplafond
Het subsidieplafond wordt verdeeld over alle aanvragen. Als bij de berekening van de subsidies blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het subsidiebedrag per lid met een percentage verlaagd, totdat het subsidieplafond niet meer wordt overschreden. Een eventueel restant kan worden ingezet voor incidentele projecten.
3.4.2.2. Oosterhout Hartveilig
Het subsidieplafond voor 2022 bedraagt maximaal € 17.400 (onder voorbehoud van vaststelling van de begroting door de gemeenteraad). Van dit bedrag is maximaal €8.400 beschikbaar als bijdrage in het exploitatie tekort van de stichting. De overige €9.000 is maximaal beschikbaar voor vernieuwing van bestaande AEDs, die economisch zijn afgeschreven.
Verdeling van het subsidieplafond
Als eerste komen de aanvragen van rechtspersonen in aanmerking waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie op het aangevraagde werkveld heeft. De verdeling hierbij is max. € 38.475 voor dorpshuis Den Brink, max. € 37.638 voor dorpshuis Oostquartier en max. € 39.436 voor dorpshuis De Klip. Vervolgens worden de overige aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst.
Vergroten van de sociale participatie6 van burgers;
Verdeling van het subsidieplafond
Als eerste komen de aanvragen van rechtspersonen in aanmerking waarmee de gemeente een langdurige (subsidie)relatie op het aangevraagde werkveld heeft. Vervolgens worden de overige aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst. Een eventueel restant wordt toegevoegd aan het subsidieplafond van de regeling Lokaal Sociaal Beleid.
3.4.3.1. Maatschappelijke Ondersteuning
Het welzijnswerk heeft als doel bij te dragen aan de kwaliteit van leven van individuen en groepen en draagt daarmee bij aan het behalen van de resultaten vanuit de gemeentelijke verantwoordelijkheid in het kader van Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet (inclusief schuldhulpverlening en minima). We willen de volgende resultaten:
Bevorderen dat inwoners van Oosterhout in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Het financieel en materieel ondersteunen van burgers die niet volledig in hun levensonderhoud kunnen voorzien of niet voldoende maatschappelijk kunnen participeren.
Het beleidsterrein Sociaal beleid kent de volgende structurele subsidieregelingen:
Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Het bieden van een ontmoetingsplek waar burgers die afhankelijk zijn van de activiteiten van de Goederenbank ervaringen kunnen uitwisselen, elkaar kunnen ondersteunen en waar de vrijwilligers van de Goederenbank een luisterend oor bieden en burgers stimuleren om te komen tot een situatie waarin zij niet meer afhankelijk zijn van de Goederenbank.
Het bereikbaar maken en houden van woningen, winkels en bedrijven (voor alle doelgroepen) op een zo efficiënt en veilig mogelijke wijze. Op deze manier de kwaliteiten van Oosterhout als woon- en werkstad minimaal waarborgen en waar mogelijk verbeteren.
Het beleidsterrein Verkeer kent de volgende structurele subsidieregelingen:
Verdeling van het subsidieplafond
Het subsidieplafond wordt verdeeld over alle aanvragen. Als bij de berekening van de subsidies blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het subsidiebedrag per vereniging met een percentage verlaagd, totdat het subsidieplafond niet meer wordt overschreden. Een eventueel restant kan worden ingezet voor incidentele projecten.
3.7.2.1. Verkeersveiligheid en -educatie
In verband met de aanvraag van de provinciale subsidie geldt voor deze subsidieregeling een afwijkende aanvraagtermijn. In plaats van de algemeen geldende aanvraagtermijn van 1 oktober (zoals opgenomen in de algemene subsidieverordening) dienen aanvragen voor een subsidie verkeersveiligheid en -educatie vóór 1 juli worden ingediend bij de gemeente.
Bovenstaand subsidieplafond is de maximale beschikbare gemeentelijke subsidie. Een deel van de subsidie wordt daarnaast verkregen uit de provinciale regeling verkeer en vervoer.
Op basis van de ingediende begrotingen van de diverse scholen wordt door de gemeente een subsidieaanvraag uitgezet naar de GGA Regio Breda. De GGA Regio Breda bepaald op basis van de aanvragen het subsidiepercentage. De gemeente neemt dit percentage over, maar vult deze provinciale subsidie voor VVN Oosterhout aan tot 100%. Daarnaast subsidieert de gemeente bovenop de provinciale subsidie de aanvragende basisscholen een bedrag van € 1 per leerling als werkbudget voor de werkgroepen BVL.
Subsidie op basis van deze regeling wordt verleend als een bijdrage in het exploitatietekort van de aanvrager.
4.1.1. Programmering van de stad
Verdeling van het subsidieplafond
Subsidies worden verleend op basis van het tendersysteem. Dit betekent dat alle aanvragen worden getoetst aan de criteria. Hierbij geldt dat de aanvragen met de meeste punten als eerste subsidie ontvangen. Er wordt dus als het ware een rangorde bepaald, waarbij de beste aanvragen als eerste subsidie ontvangen totdat het subsidieplafond is bereikt.
4.1.2. Stimuleringsregeling vrijetijdseconomie / toeristisch fonds
Verdeling van het subsidieplafond
Subsidies worden verleend op basis van het tendersysteem. Dit betekent dat alle aanvragen worden getoetst aan de criteria. Er wordt dus als het ware een rangorde bepaald, waarbij de beste aanvragen als eerste subsidie ontvangen totdat het subsidieplafond is bereikt. Aanvragen worden vier keer per jaar beoordeeld. Besluitvorming is voorbehouden aan het college van B&W.
Vergroten van de sociale participatie7 van burgers;
Vergroten van de sociale participatie8 van burgers;
Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Initiatieven van burgers om elkaar beter te leren kennen, om samen in actie te komen voor de buurt of een project om elkaar als bewoners te helpen (voorbeelden van activiteiten kunnen zijn een schoonmaakactie in de buurt, een wijkfeest voor jong en oud, een burenhulpproject, een (klein) sociaal project om bewoners met verschillende culturen bij elkaar te brengen);
De maximale subsidie voor buurtactiviteiten is € 500 per jaar en voor buurtpreventieprojecten € 900 per 2 jaar. Subsidies worden verleend in het exploitatietekort.
Beoordeling vindt plaats op basis van een activiteitenplan, een handtekeningen- en/of deelnemerslijst en een begroting. Voor buurtpreventieprojecten wordt volstaan met een getekend convenant Buurtpreventie.
Verdeling van het subsidieplafond
Het subsidieplafond wordt verdeeld over alle aanvragen. Als bij de berekening van de subsidies blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het subsidiebedrag per aanvraag met een percentage verlaagd, totdat het subsidieplafond niet meer wordt overschreden.
4.3.5. Zapbudget Stimulering klimaatvriendelijke particuliere tuinen en daken
Onttegelen en vergoenen: hieronder verstaan we het wegnemen van bestaande verhardingen in de tuin, zoals tegels, en het vergroenen van dit deel van de tuin met bijvoorbeeld planten of gras.
Groen dak: Onder een groen dak verstaan we het plaatsen van een natuurlijke dakbedekking welke bestaat uit een wortelwerende laag, alsmede een drainage-, substraat- en een vegetatielaag of soortgelijke opbouw.
Bergende voorziening voor regenwater: Onder regenwater bergende voorzieningen verstaan we het aanbrengen van een waterberging (bijvoorbeeld regenton/regenzuil/waterschutting) of een infiltratievoorziening (bijvoorbeeld grindkoffer of wadi).
Om in aanmerking te komen voor een subsidiebijdrage dient te worden voldaan aan de volgende vereisten:
Indien de maatregelen worden genomen in zogenaamd grondwaterbeschermingsgebied, houdt de aanvrager rekening met daarvoor geldende regelgeving.
Beoordeling van de aanvraag vindt plaats op basis van een beschrijving van de maatregelen, een overzichtstekening van het perceel waarop de voorzieningen zijn aangeduid met het aantal vierkante meters of liters waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Foto(’s) van de situatie voor uitvoering van de activiteit en een begroting. Een korte beschrijving van de te activiteiten/voorzieningen.
Aanvullend voor het aanleggen van een groen dak wordt bijgevoegd een technische omschrijving van het groene dak met daarin minimaal opgenomen de laagopbouw, waterbergend vermogen en noodoverloop/vertraagde afvoer.
Het college kan een instelling subsidie verlenen in de vorm van een impulssubsidie. Met deze subsidie wil het college een impuls geven aan initiatieven die aansluiten bij maatschappelijke behoeften en/of innovatief zijn en/of die nieuwe sociale relaties en samenwerkingsverbanden creëren. Daarnaast kan het college met deze subsidie een bijdrage leveren in de kosten van het verbeteren of bouwen van accommodaties die eigendom zijn van de subsidievragende rechtspersoon.
Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Alle activiteiten en investeringen die aansluiten bij maatschappelijke behoeften (in de meest brede zin van het woord) en/of activiteiten die nieuwe sociale relaties en samenwerkingsverbanden creëren komen voor subsidie in aanmerking. Onder investeringen wordt in het kader van deze beleidsregels verstaan de aankoop, stichting of verbouwing van onroerend goed ten behoeve van de uitvoering van de activiteiten door de rechtspersoon.
Het betreft een subsidie in het exploitatietekort. Voor investeringen in accommodaties wordt als uitgangspunt genomen dat de instelling of organisatie ten minste 2/3 uit eigen middelen dan wel via een lening financiert. Een eventuele gemeentegarantie staat los van de eventueel te verstrekken impulssubsidie en wordt apart beoordeeld via de regels van het Treasurystatuut.
Bijlage 1 Toetsingsmodel (Activiteitensubsidie Programmering van de Stad)
1. De activiteiten dragen bij aan het versterken van het imago Oosterhout: |
Activiteiten zijn hoofdzakelijk geschikt voor volwassenen (23-65 jaar). |
||
Activiteiten zijn hoofdzakelijk geschikt voor jongeren (0-23 jaar) of ouderen (65-plussers). |
|||
2. De activiteit trekt veel bezoekers en is een aanvulling op het Oosterhoutse evenementenprogramma in tijd, qua soort evenement of qua doelgroep van het evenement: |
|||
3. De activiteiten zijn gericht op brede deelname9: |
|||
De activiteiten zijn gericht op de deelname van een van te voren bepaalde groep mensen. |
|||
De activiteiten zijn gericht op brede deelname (iedereen kan deelnemen). |
|||
4. Activiteiten zijn tot stand gekomen dmv samenwerking met andere organisaties en groepen: |
Activiteiten worden georganiseerd/uitgevoerd door de aanvrager alleen. |
||
Activiteiten worden georganiseerd/uitgevoerd door 2 organisaties/groepen. |
|||
Activiteiten worden georganiseerd/uitgevoerd door 3 tot 5 organisaties/groepen. |
|||
Activiteiten worden georganiseerd/uitgevoerd door meer dan 5 organisaties/groepen. |
|||
Activiteiten worden georganiseerd/uitgevoerd door professionals. |
|||
Activiteiten worden georganiseerd/uitgevoerd met medewerking van vrijwilligers. |
|||
Activiteiten worden georganiseerd/uitgevoerd door alleen vrijwilligers. |
|||
De activiteit heeft in de huidige vorm 3 keer of meer plaatsgevonden. |
|||
De activiteit heeft in de huidige vorm maximaal 2 keer eerder plaatsgevonden. |
|||
De activiteit heeft nog niet eerder in deze vorm plaatsgevonden. |
|||
7. Activiteiten zijn van artistieke en/of culturele waarde:* |
De activiteit heeft geen verbindingen met artistieke en/of culturele waarden. |
||
Er worden verbindingen gelegd met artistieke en/of culturele waarden. |
|||
Artistieke en/of culturele waarden vormen de basis voor de activiteiten. |
|||
8. Activiteiten dragen bij aan (bewustwording over) cultuurhistorische waarden:* |
De activiteit heeft geen verbindingen met cultuurhistorische waarden. |
||
Er worden verbindingen gelegd met cultuurhistorische waarden. |
|||
Cultuurhistorische waarden vormen de basis voor de activiteiten. |
|||
10. Activiteiten dragen bij aan (bewustwording over) een gezonde levensstijl:* |
De activiteit heeft geen verbindingen met een gezonde levensstijl. |
||
Een gezonde levensstijl vormt de basis voor de activiteiten. |
|||
11. Activiteiten dragen bij aan (bewustwording over) duurzaamheid#_ftn210:* |
|||
12. Activiteiten stimuleren sociale participatie11 (met specifieke aandacht voor kwetsbare groepen):* |
De activiteit heeft geen verbindingen met sociale participatie. |
||
13. Jongeren t/m 27 jaar zijn verantwoordelijk voor een programma-onderdeel en maken deel uit van het bestuur of een deelcommissie van de organisatie |
|||
* Voor de vragen 7 t/m 12 geldt dat er slechts voor één van deze vragen het maximale aantal punten (20) kan worden verdiend. Voor de andere vragen kan dan maximaal 10 punten worden gescoord.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-229084.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.