Gemeenteblad van IJsselstein
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
IJsselstein | Gemeenteblad 2021, 225194 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
IJsselstein | Gemeenteblad 2021, 225194 | beleidsregel |
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente IJsselstein houdende regels omtrent laadmogelijkheden voor elektrische voertuigen in de openbare ruimte (Beleidsregel publieke oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente IJsselstein 2021)
overwegende dat het wenselijk is om een beleidsregel te geven over infrastructuur voor het laden van elektrische voertuigen in de openbare ruimte;
gelet op het bepaalde in artikel 5:1 en titel 3 van boek 5 van het Burgerlijk Wetboek;
besluit tot vaststelling van deze
Beleidsregel publieke laadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente IJsselstein 2021.
De gemeente wil vervoer zonder emissies stimuleren, waaronder elektrisch vervoer. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het behalen van (inter)nationale en lokale doelstellingen om emissieloos te rijden.
Voor het gebruik van elektrische voertuigen is het beschikbaar hebben van een oplaadmogelijkheid essentieel.
Voor zover deze laadmogelijkheid in de openbare ruimte moet worden gerealiseerd, is er behoefte aan duidelijke richtlijnen daarvoor. Daarin voorziet deze beleidsregel. Deze richtlijnen geven duidelijkheid over het plaatsen en gebruiken van een oplaadpaal, waarbij de veiligheid in de openbare ruimte voorop staat. Verder bevatten deze richtlijnen criteria en voorwaarden voor de aanvraagprocedure en locatiebepaling van een oplaadpaal.
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Elektrische voertuigen: een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994 en nader bepaald in de Regeling auto, dat bij de RDW staat geregistreerd als auto en die geheel of gedeeltelijk – met een minimaal volledig elektrisch bereik van 45 km - door een elektromotor wordt aangedreven waarvoor de elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan de batterij (mede) kan worden opgeladen door middel van een voorziening buiten het voertuig.
Voor het stimuleren van elektrisch vervoer en de realisatie van oplaadlocaties is de gemeente een samenwerking aangegaan met MRA-E. De samenwerking heeft betrekking op de procedure van het behandelen van een verzoek, de locatiebepaling en inkoop van oplaadobjecten. De ‘Voorwaarden deelname inkoop oplaadlinfrastructuur MRA-Elektrisch 2019’ of een opvolger van deze voorwaarden zijn hierbij van toepassing.
Het verzoek voor plaatsing van een oplaadobject kan zowel uitgaan van het college als van een gebruiker en de beheerder.
Een verzoek van het college hangt samen met het (hoge) gebruik van een bestaand oplaadobject of de wens om op een specifieke locatie een oplaadobject te realiseren. Een verzoek van een beheerder hangt samen met het (hoge) gebruik van een bestaand oplaadobject.
Voor zover er sprake is van een verzoek dat is ingediend door een gebruiker gelden er voorwaarden voor een ontvankelijk verzoek. Die worden hierna vermeld.
Het uitgangspunt is dat iedereen die over een elektrisch voertuig (volledig of hybride) beschikt of gaat beschikken, de mogelijkheid moet hebben om zijn/haar voertuig te kunnen opladen binnen een (loop)afstand van 300 meter van zijn/haar woning of bedrijf. Zo kan iedereen die in de gemeente woont of werkt een verzoek indienen om het openbare laadnetwerk in de buurt van het woon- of werkadres uit te breiden. Dit verzoek wordt gedaan door het daarvoor bedoelde webformulier in het digitaal portaal van MRA-E in te vullen.
De ontvankelijkheid van een verzoek dat via het digitale portaal van MRA-E wordt ingediend wordt getoetst aan de volgende voorwaarden:
Indiener van verzoek beschikt over een elektrische auto. Met elektrische auto wordt een personen- of bedrijfsauto bedoeld, zoals in het eerste lid van artikel 1 sub c, van de Wegenverkeerswet 1994 en zoals nader bepaald in de Regeling auto en die is geregistreerd bij de Rijksdienst voor Wegverkeer en die geheel of gedeeltelijk - met een minimaal volledig elektrisch bereik van 45 km - door een elektromotor wordt aangedreven, waarvoor de elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan deze batterij wordt opgeladen door middel van een voorziening buiten de auto. Indiener moet dit aantonen door middel van een (voorlopige) koop- of leaseovereenkomst, eigendomsbewijs of document met vergelijkbare bewijskracht. Het document moet aantonen dat indiener beschikking heeft tot het betreffende voertuig;
Daarnaast worden de volgende afwegingen gemaakt:
Indien al één of meer oplaadobjecten of laadpleinen aanwezig zijn binnen 300 meter loopafstand, wordt hiernaar verwezen indien de bezetting van deze oplaadobjecten gemiddeld minder dan 50% (over 24uur) bedroeg gedurende de voorafgaande drie maanden. De bezettingsgraad per oplaadobject wordt als volgt berekend: gerealiseerde connectietijd per oplaadobject in drie kalendermaanden / totale tijd in drie kalendermaanden*aantal laadpunten op het oplaadobject of cluster van oplaadobjecten.
MRA-E beoordeelt het verzoek op ontvankelijkheid namens het college. Bij niet ontvankelijkheid wordt het verzoek niet geaccepteerd. MRA-E bericht de verzoeker hierover en informeert college hierover.
Na acceptatie van een verzoek wordt door/namens het college een geschikte locatie gekozen voor het realiseren van een oplaadobject. Het college heeft de mogelijkheid voorafgaand aan een locatievoorstel een of meerdere voorkeurslocaties te bepalen. De bepaling hiervan vindt - indien beschikbaar - plaats middels het opstellen van een laadkaart.
De locatie van een oplaadobject hangt af van bepaalde criteria. Daarnaast gaan we ook uit van een aantal voorkeuren wat betreft de plaatsing van een oplaadobject. De criteria en voorwaarden worden hieronder nader gespecificeerd.
Indien de gemeente een ander soort aanrijdbeveiliging wenst kan de gemeente hier zelf zorg voor dragen of de beheerder kan een andere optie aanrijdbeveiliging tegen een meerprijs laten uitvoeren. Indien gemeente meerwerk door de beheerder wil laten verzorgen, moet dit in de pre-check van het locatievoorstel worden aangegeven.
Gebruiksvriendelijkheid & veiligheid
Onderstaand het type vergunningen (inclusief doorlooptijden) waarmee rekening gehouden wordt in de locatiekeuze. Des te meer vergunningen noodzakelijk zijn, des te langer de doorlooptijd is tot realisatie van een oplaadlocatie.
Artikel 5 Besluitvorming en inspraak
MRA-E toetst het verzoek aan het bepaalde in artikel 3, overlegt met de beheerder en netbeheerder en adviseert het college over de plaatsingslocatie(s).
Als de voorlopige locatie door het college is bepaald worden de direct omwonenden geïnformeerd over de beoogde locatie. Gedurende een termijn van twee weken worden de direct omwonenden in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren (inspraak). Daarna beslist het college over de definitieve plaatsing. De insprekers worden over dit besluit geïnformeerd.
Artikel 6 Private kabels en laadpunten
Kabels, laadpunten en/of laadpalen die verbonden of aangesloten zijn op de eigen elektrische installatie van woningen, bedrijven of andere gebouwen (Verlengde Private Aansluitingen, of VPA’s), zijn niet toegestaan in de openbare ruimte.
Artikel 7 Verwijdering en/of verplaatsing
De gemeente of de beheerder kan het initiatief nemen voor het verwijderen of verplaatsen van een oplaadobject. Dit kan bijvoorbeeld wanneer het oplaadobject in praktijk niet of niet structureel wordt gebruikt of als verwijdering nodig is in verband met een wegreconstructie. In beide gevallen zijn de kosten van verwijdering voor rekening van de initiatiefnemer van de wegreconstructie.
Ook indien de beheerder van het oplaadobject zich niet houdt aan de geldende voorschriften kan het college besluiten tot verwijdering van het oplaadobject. De hiermee samenhangende kosten zijn voor de rekening van de beheerder.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-225194.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.