Gemeenteblad van Olst-Wijhe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Olst-Wijhe | Gemeenteblad 2021, 224033 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Olst-Wijhe | Gemeenteblad 2021, 224033 | beleidsregel |
Geluidbeleid bij evenementen en incidentele festiviteiten Olst-Wijhe
In onze gemeente worden jaarlijks veel evenementen georganiseerd. Vrijwel elke kern of buurtschap kent haar eigen (tent)feest.
Evenementen zijn belangrijk voor een dorp of buurt(gemeenschap). Ze brengen leven in de brouwerij, zorgen voor saamhorigheid en stimuleren de lokale economie. Evenementen en festiviteiten leveren een bijdrage aan het culturele, sociaal-maatschappelijke leven in de gemeente.
Muziekgeluid en levendigheid horen bij evenementen. Muziek bezorgt bezoekers van evenementen gezelligheid en verhoogt de sfeer. Maar geluid wordt door iedereen anders ervaren. In een drukke en dynamische samenleving als de onze, worden nuttige of aangename klanken vaak overstemd door ongewenst geluid dat als hinderlijk wordt ervaren. Evenementen hebben ook een impact op de leefomgeving.
De gemeente heeft de rol om bij evenementen het evenwicht te zoeken tussen levendigheid en leefbaarheid en tussen rust en reuring.
Het is belangrijk dat voor deze evenementen geluidnormen worden vastgesteld om mogelijke overlast naar de woon- en leefomgeving te beperken.
Enige tijd geleden is het bestaande ‘Geluidbeleid bij horeca en evenementen gemeente Olst-Wijhe’ intern opnieuw bekeken. Uit deze ‘herijking’ bleek dat het geluidbeleid in de praktijk goed werkt, maar dat deze op onderdelen niet meer actueel is. Met name het niet kunnen meten van bastonen (het zogenaamde C-spectrum) is als knelpunt benoemd, aangezien juist bastonen in de dagelijkse praktijk de voornaamste oorzaak zijn van geluidhinder.
Verder is geconstateerd dat de destijds afgesproken werkwijze niet duidelijk genoeg is uitgewerkt. Hoewel de geconstateerde knelpunten in de praktijk veelal al ‘opgelost’ zijn door aanpassingen in de evenementenvergunningen, vindt het college het toch wenselijk om de aanpassingen ook in beleid vast te leggen. Daarom is besloten een geactualiseerd beleidskader voor geluid bij evenementen en incidentele festiviteiten op te stellen.
Met het geactualiseerde beleid wil het college een nog betere balans creëren tussen het beperken van de geluidoverlast voor omwonenden en goed georganiseerde en voor bezoekers aantrekkelijke evenementen.
In de gemeente Olst-Wijhe worden jaarlijks ongeveer 90-100 kleine en grote evenementen georganiseerd. Het houden van evenementen, en met name die evenementen die gepaard gaan met luide muziek, heeft gevolgen voor de omgeving en vooral voor de direct omwonenden.
Om geen ernstige hinder plaats te laten vinden, is het belangrijk om geluidnormen te stellen.
In dit beleid worden de evenementen ingedeeld in de categorieën 0 tot en met 3. Deze indeling wordt door veel overheden gehanteerd. Per categorie wordt het type geluid, de impact op de woonomgeving en de maatregelen tegen overlast aangegeven.
Ook is opgenomen dat als er een ontheffing van de sluitingstijd of verblijfsperiode wordt verleend door de burgemeester in de zin van artikel 2:29 APV, de eindtijd voor versterkt (muziek)geluid wordt gesteld op een uur voordat de openbare inrichting wordt gesloten.
Tevens is er een geactualiseerd meetprotocol opgesteld voor het meten en toetsen van de geluidbelasting.
Incidentele festiviteiten bedrijven
Naast evenementen kunnen ook bij bedrijven festiviteiten plaats vinden. Het gaat hierom bedrijven die onder het Activiteitenbesluit milieubeheer vallen, veelal zal dit de reguliere horeca betreffen.
Het gaat in dit geval om incidentele festiviteiten binnen het bedrijf. Hiervoor kan het bedrijf (voor een dag) vrijstelling aanvragen van de standaard geldende regels.
Ook hier is de kans dat een spanningsveld ontstaat tussen de festiviteit enerzijds en leefomgeving anderzijds. Daarom dient ook voor deze festiviteiten beleid te worden opgesteld om duidelijkheid te scheppen voor beide partijen.
De eindtijden voor elektronisch versterkt (muziek)geluid bij incidentele festiviteiten zijn in dit beleid gelijk gesteld met de eindtijden voor elektronisch versterkt (muziek)geluid bij evenementen.
Veel aandacht gaat tegenwoordig uit naar de ervaring van overlast door de lage (bas)tonen van versterkt muziekgeluid. Dit is niet alleen het geval bij evenementen maar kan ook bij festiviteiten plaatsvinden. Bij de huidige, gebruikelijke, geluidsnormen, in het A-spectrum, aangeduid met dB(A), wordt rekening gehouden met hoe de omgeving het geluid hoort, maar bastonen hebben een andere impact en het is dan ook noodzakelijk om deze op een andere manier te normeren.
De normering vindt dan plaats door eisen te stellen aan het geluid, rekening houdend met een C-weging, aangeduid met dB(C). Hiermee sluiten wij aan bij de landelijke tendens.
In dit beleid wordt alleen ingegaan op het geluid bij evenementen en incidentele festiviteiten.
Geluid afkomstig van bijvoorbeeld gemotoriseerde voertuigen of een drumband tijdens een optocht valt hier niet onder.
Ook worden in dit beleid niet de besloten feesten van particulieren meegenomen, zoals bruiloften, verjaardagsfeesten en jubilea.
Als er aanleiding toe is, bijvoorbeeld ten behoeve van een auto/motorcross of een carnavalsoptocht, dan kunnen er op basis van een maatwerk afweging gemotiveerd voorschriften gesteld worden voor overige geluidbronnen.
Bij een evenement is de organisator als eerste verantwoordelijk en aansprakelijk voor een zorgvuldige voorbereiding, een goed en veilig verloop en een zorgvuldige nazorg van het evenement. Dit geldt ook voor het onderdeel geluid. In de praktijk zijn hierover, de afgelopen jaren, al afspraken gemaakt en deze worden nu in dit geactualiseerde beleidskader vastgelegd.
De initiatiefnemer van een evenement treedt zelf vooraf en tijdens het evenement actief in overleg met de omwonenden, waardoor zij meer de regie in eigen hand houden.
Door het opstellen van deze beleidsregels betreffende geluid bij evenementen wordt het volgende beoogd:
Het uitgangspunt bij het nieuwe geluidbeleid is dat de geadresseerden van de normen deze accepteren en vrijwillig naleven.
In hoofdstuk 2 wordt kort ingegaan op het juridische kader waarbinnen de geluidsnormen voor evenementen en incidentele festiviteiten zijn opgesteld. In hoofdstuk 3 komen de geluidvoorwaarden en eisen voor evenementen en incidentele festiviteiten aan de orde. In hoofdstuk 4 wordt in gegaan op toezicht en handhaving. Overgangs- en slotbepalingen zijn opgenomen in hoofdstuk 5.
Als bijlagen zijn het ‘Meetprotocol geluid bij evenementen en incidentele festiviteiten gemeente Olst-Wijhe’ en een samenvatting van dit beleid toegevoegd.
De Wet milieubeheer met het bijbehorende Activiteitenbesluit en de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) vormen het juridisch kader voor geluidbeleid bij evenementen en incidentele festiviteiten.
2.1 Algemene plaatselijke verordening
Vergunningenstelsel voor evenementen
In de APV is voorzien in een vergunningstelsel voor evenementen, waarbij de burgemeester het bevoegde gezag is.
Een evenementenvergunning kan worden geweigerd in het belang van:
De APV geeft randvoorwaarden voor het organiseren van een evenement. Daarnaast kent de APV-procedure-eisen betreffende de aanvraag van een evenementenvergunning.
Ontheffingsmogelijkheid geluidshinder APV
Op grond van artikel 4:6 van de APV is het verboden geluidshinder te veroorzaken. Voor evenementen in de openbare ruimte kan op grond van artikel 4:6 van de APV een ontheffing worden verleend op het verbod met aanvullende voorschriften. Voorschriften kunnen gaan over het gebruik van versterkte muziek zoals frequentie en tijden van gebruik, maximaal geluidsniveau en de situering van de geluidsbronnen.
2.2 Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit
De Wet milieubeheer en het bijbehorende Activiteitenbesluit geven regels met betrekking tot geluid in en om inrichtingen. In het kader van dit beleid wordt onder inrichting verstaan inrichtingen type A of type B zoals bedoeld in het Activiteitenbesluit.
Een veel voorkomende inrichting, bedoeld in dit beleid, is een horecagelegenheid. Ook sporthallen, winkels en bedrijven kunnen onder de definitie van een inrichting vallen.
Op grond van artikel 2:21, eerste lid, onder b van het Activiteitenbesluit kan bij verordening (lees: APV) voor een maximum van 12 keer per kalenderjaar per inrichting een incidentele festiviteit worden gemeld. In de gemeente Olst-Wijhe is er, om geluidsoverlast te beperken, voor gekozen om, per inrichting, maximaal 6 incidentele festiviteiten toe te staan. Dit is geregeld in artikel 4.3. van de APV.
Op grond van deze wet is het verboden om openbare vermakelijkheden met geluid op zon- en feestdagen voor 13.00 uur te organiseren. Na 13.00 uur mag wel een geluidsevenement worden georganiseerd, maar alleen met ontheffing van de burgemeester. De burgemeester is bevoegd een ontheffing te verlenen van het verbod.
2.6 Convenant geluidsbeleid muzieklocaties en het Convenant Preventie Gehoorschade muzieksector
De Hoorstichting heeft in 2011 een convenant afgesloten met de Vereniging Nederlands Poppodia en Festivals (VNPF) en de Vereniging van Evenementen Makelaars (VVEM) met als doel gehoorschade onder het publiek in te perken.
In dit convenant zijn afspraken gemaakt over onder andere een vrijwillige beperking van de maximale geluidsniveaus, het geven van voorlichting over gehoorschade en het aanbieden van gehoorbescherming.
In 2014 is er een (aanvullend) convenant ondertekend tussen de VNPF, de VVEM en het ministerie van VWS over geluidslimitering (maximaal 103 dB(A)), gehoorbescherming (oordoppen ter beschikking stellen voor bezoekers) en communicatie/bewustwording (campagne I Love My Ears).
3 Geluid bij evenementen en incidentele festiviteiten
Zoals in het vorige hoofdstuk al is aangegeven, kunnen er op grond van de APV randvoorwaarden gesteld worden aan evenementen en festiviteiten. Een van deze randvoorwaarden is het voorkomen van geluidshinder.
Het geluidsniveau van een evenement, inclusief de bastonen, is een belangrijke factor voor de mate van overlast. Het is mogelijk om af te wijken van de algemene geluidregels uit het Activiteitenbesluit. In artikel 4:6 APV is geregeld dat het college een ontheffing van de geluidsnormen uit de APV kan verlenen. Deze ontheffing is mogelijk om een bijdrage te leveren aan de beleving van het evenement. Tijdens een evenement moet immers de versterkte muziek boven het omgevingsgeluid uitkomen. Een ontheffing van de algemene geluidsregels heeft als doel een redelijk evenwicht te bieden tussen het mogelijk maken van het evenement en het voorkomen van vermijdbare en onredelijke overlast.
Naast de sterkte van de muziek (de decibellen) spelen onder andere de volgende factoren een rol in de hinderbeleving:
Op basis van bovenstaande zaken wordt vooraf ingeschat of een evenement op een locatie toelaatbaar is, al dan niet onder aanvullende voorschriften.
Enige tijd geleden is het bestaande ‘Geluidbeleid bij horeca en evenementen gemeente Olst-Wijhe’ intern opnieuw bekeken. Uit deze ‘herijking’ bleek dat de gehanteerde geluidsnormen goed werkbaar zijn.
Wel is uit de ‘herijking’ naar voren gekomen dat een kader voor de lage (bas)tonen wordt gemist.
Dit komt omdat bastonen vaker en meer hinder bij mensen veroorzaken, omdat deze geluiden nadrukkelijker aanwezig zijn en niet of nauwelijks te maskeren zijn met bijvoorbeeld ander (omgevings)geluid.
Landelijk en regionaal (Raalte en Deventer) is een tendens gaande waarbij ook eisen gesteld worden aan de geluidsterkte van bastonen, een extra geluidnorm in dB(C). Hiermee wordt onredelijke en onduldbare overlast door zware bassen en gedreun zo veel mogelijk voorkomen.
Uit verschillende onderzoeken (Nijmegen, Raalte en Deventer) blijkt dat het verschil tussen dB(A) en dB(C) 13 dB bedraagt. Bij dit verschil wordt onredelijke hinder voorkomen en is het ook mogelijk om evenementen met (pop)muziek te houden.
Daarom zijn geluidseisen in dB(C) gesteld die 13 dB boven de waarde in dB(A) bedragen. Voor house evenementen gelden hogere normen.
Omdat evenementen tegenwoordig verschillende muziekgenres bevatten, met verschillende toonsoorten, is er in dit beleid gewerkt met standaardnormen en incidentele normen. Uitgangspunt hierbij is dat de meeste evenementen goed uit de voeten kunnen met de standaardnormen. Maar daar waar in de praktijk blijkt dat deze normen niet haalbaar zijn, bijvoorbeeld bij een optreden van een heavy metalband of een House-DJ, en het evenement (toch) gewenst is, kan incidenteel van hogere normen uitgegaan worden. Deze hogere normen worden, in principe, alleen na goed overleg tussen alle betrokken partijen gehanteerd en zijn echt bedoeld als uitzondering, niet als regel!
De gestelde normen komen overeen met de normen van de ons omringende gemeenten, maar ook met andere gemeenten in den lande, zoals bijvoorbeeld Apeldoorn of Amsterdam.
Per evenement zal bekeken moeten worden of een dergelijk evenement plaats kan vinden gelet op de dichtstbijzijnde geluidgevoelige gebouwen.
Zoals in het vorige hoofdstuk al is aangegeven, hebben een aantal partijen in 2011 en 2014 een Convenant gesloten met als doel gehoorschade bij het publiek van evenementen te voorkomen. Om ook het publiek te beschermen tegen al te veel geluid is een norm afgesproken voor de maximale waarden bij het publiek in de buurt van de geluidsbronnen. Bij het publiek op de locatie geldt een geluidnorm van 103 dB(A). Wij sluiten ons bij deze norm aan.
Om een werkbaar inzicht te krijgen van evenementen is er gekozen voor een indeling in vier categorieën:
Categorie 0 betreft kleinschalige evenementen die vergunningvrij zijn in de zin van artikel 2:25, juncto artikel 2:24 van de APV. Hiervoor gelden geen specifieke eisen, maar worden wel randvoorwaarden gesteld in de APV.
Categorie 1 Kleinschalige evenementen
Dit betreft kleinschalige evenementen van 07.00 tot 23.00 uur met akoestische muziek. Bijvoorbeeld optredens van (straat)muzikanten en muziekkorpsen. Aangezien de optredens incidenteel en van relatief korte duur zijn, is de overlast meestal beperkt.
Categorie 2 Middelgrote evenementen
Dit betreft kleinschalige en middelgrote evenementen met elektronisch versterkt geluid. Bijvoorbeeld tijdens een braderie of een evenement met een kleinschalig podium.
Categorie 3 Grootschalige evenementen
Dit betreft grootschalige evenementen met verstrekt geluid die zich hoofdzakelijk richten op muziek met bijvoorbeeld een DJ of livemuziek op een podium.
Door het akoestische karakter is het geluidniveau niet direct te beïnvloeden. Het opleggen van geluidnormen heeft daarom geen toegevoegde waarde. |
- vastleggen begin- en eindtijden; - vooraf actief informeren van de omgeving door de initiatiefnemer; |
|||
geluidnorm bij woningen1 |
-luidsprekers zoveel mogelijk van woningen af richten of zodanig te plaatsen dat de overlast zoveel mogelijk wordt beperkt; - vastleggen begin- en eindtijden; - vooraf actief informeren van de omgeving door de initiatiefnemer; -organisatie heeft een contactpersoon voor de omgeving en is voor, tijdens en na het evenement telefonisch bereikbaar. |
|||
- akoestisch optimaliseren van de (feest)locatie - luidsprekers zoveel mogelijk van woning af richten of zodanig te plaatsen dat de overlast zoveel mogelijk wordt beperkt; - vastleggen begin- en eindtijden; - vooraf actief informeren van de omgeving door de initiatiefnemer; - organisatie heeft een contactpersoon voor de omgeving en is voor, tijdens en na het evenement telefonisch bereikbaar; - als noodzakelijk (bijvoorbeeld naar aanleiding van klachten) vooraf een geluidplan overleggen; - als noodzakelijk (bijvoorbeeld naar aanleiding van klachten) tijdens de festiviteit het geluid te monitoren door initiatiefnemer. |
3.3 Geluidsvoorschriften kermissen
Een kermis bestaat uit meerdere attracties die geluid kunnen produceren. Daarom gelden hier aparte geluidsvoorschriften voor.
Voor kermissen gelden de volgende geluidsnormen:
De in de kermisinrichting aanwezige geluidsapparatuur en/of andere geluidproducerende instrumenten moeten zijn afgesteld op een maximaal equivalent geluidsniveau van LAeq 90 dB(A), LCeq 103 dB(C) gemeten op 1 meter afstand. Dit is inclusief het geluid van de overige geluidsboxen in de directe omgeving;
Eindtijden voor elektronisch versterkt (muziek)geluid bij evenementen
De eindtijden voor elektronisch versterkt (muziek)geluid bij evenementen, categorie 2 en 3, zijn conform de door het college bij besluit van 4 februari 2003 vastgestelde sluitingstijden:
Eindtijden voor geluid afkomstig van apparatuur en/of instrumenten kermis
De eindtijden voor geluid afkomstig van apparatuur en/of instrumenten bij kermissen wijken af van de hierboven genoemde eindtijden. Deze eindtijden werden ook onder het vorige geluidbeleid gehanteerd. Tot op heden is er geen aanleiding geweest om deze eindtijden te verscherpen of te versoepelen. Op grond van artikel 4:6 APV is het mogelijk om af te wijken van de onderstaande eindtijden.
3.5 Appartementen aan het Van Dedemplein – geluidbelasting Van Dedemplein
Om de appartementen aan het Van Dedemplein mogelijk te maken is er door Ingenieursbureau Spreen in het kader van het bestemmingsplan ‘Wijhe – Park Wijhezicht’ akoestisch onderzoek gedaan. Uit dit onderzoek bleek dat tijdens categorie 3 evenementen op het Van Dedemplein de in het geluidbeleid vastgestelde geluidsvoorschriften worden overschreden. Aan de gevels van deze appartementen zijn extra geluidsisolatiemaatregelen getroffen zodat deze gevel een geluidsisolatie heeft van 30 dB. Een gevel zonder extra maatregelen heeft een geluidsisolatie van 20 tot 25 dB. De geluidsisolatie van deze gevels is dus minimaal 5 dB beter dan van een normale gevel met dubbel glas en spouwmuur met isolatie. Op de gevel van het appartementengebouw op het Van Dedemplein kan derhalve een hogere waarde voor de geluidsbelasting van 85 dB(A) worden toegestaan.
3.6 Horecabedrijven die onder het Activiteitenbesluit vallen
In het Activiteitenbesluit worden voor categorieën van inrichtingen algemene regels gesteld die nodig zijn ter bescherming van de woon- en leefomgeving. Op basis van de algemene geluidregels zijn bijvoorbeeld live muziek of festiviteiten vaak niet mogelijk. Op grond van artikel 2.21 van het Activiteitenbesluit kan er op grond van de APV, zij het gelimiteerd, een uitzondering op de algemene regels worden toegestaan.
Concreet gaat het om festiviteiten met een hogere geluidproductie dan op grond van het Activiteitenbesluit is toegestaan bij (horeca)inrichtingen.
In de praktijk blijkt dat het hier meestal gaat om festiviteiten waarbij livemuziek en/of elektronisch versterkt (muziek)geluid ten gehore wordt gebracht. De eigenaar die de festiviteit organiseert, moet het college ten minste twee weken voorafgaand aan de festiviteit hiervan in kennis stellen.
Voor de maximaal 6 incidentele festiviteiten per kalenderjaar, zoals in de APV is geregeld, wordt ten aanzien van de normstelling aangesloten bij de normstelling die is opgesteld voor de evenementen.
De incidentele festiviteiten worden beschouwd als categorie 3 evenementen.
Dit betekent dat de volgende normen worden gehanteerd:
Geluidnormen voor elektronisch versterkt (muziek)geluid bij incidentele festiviteiten
Eindtijden voor elektronisch versterkt (muziek)geluid bij incidentele festiviteiten
De eindtijden voor elektronisch versterkte muziek(geluid) bij incidentele festiviteiten zijn gelijk aan de eindtijden voor elektronisch versterkt (muziek)geluid bij evenementen.
Als er een ontheffing van de sluitingstijd of verblijfsperiode wordt verleend door de burgemeester in de zin van artikel 2:29 APV, dan is de eindtijd voor versterkt (muziek)geluid een uur voordat de openbare inrichting wordt gesloten of erin mag worden verbleven, tenzij er maatwerkvoorschriften gelden voor de betreffende inrichting.
4 Preventie, toezicht en handhaving
De meeste evenementen in de gemeente Olst-Wijhe verlopen zonder dat er geluidsoverlast wordt ervaren en er handhavend moet worden opgetreden.
Het uitgangspunt bij het onderhavige geluidbeleid is dan ook dat de betrokken partijen de normen accepteren en vrijwillig naleven.
Geluidklachten over (horeca)inrichingen kunnen worden gemeld bij de gemeente via het contactformulier op de website of mailadres gemeente@olst-wijhe.nl, het meldpunt van de Omgevingsdienst IJsselland: HYPERLINK "mailto:meldpunt@odijsselland.nl" meldpunt@odijsselland.nl en 038 425 24 23 (ook buiten kantoortijden) of bij de politie.
Geluidklachten over evenementen en tijdens evenementen kunnen gemeld worden bij de meldkamer van de politie, via telefoonnummer 0800-8844 en bij de gemeente via het contactformulier op de website of mailadres: gemeente@olst-wijhe.nl.
Naast klachten/meldingen kunnen er ook handhavingsverzoeken worden gedaan, hiervoor geldt dat
eerst wordt gekeken of het verzoek voldoet aan de daaraan gestelde vereisten, zoals deze zijn opgenomen in de Awb (eisen van ontvankelijkheid). Aansluitend wordt gekeken of handhavend optreden gerechtvaardigd is (proportioneel). Hiertoe wordt het handhavingsverzoek getoetst aan de beginselplicht tot handhaving (legalisatie en evenredigheid). Tenslotte wordt het verzoek getoetst aan de vastgestelde handhavingsprioriteit.
In het geval er geluidsoverlast is en er niet wordt voldaan aan de normen, kan het bevoegd gezag gebruik maken van de beschikbare handhavingsinstrumenten ten einde de naleving van de normen af te dwingen. Ook is strafrechtelijke handhaving van gestelde regels mogelijk.
Handhaving kent twee elementen: de controle (toezicht, opsporing) en het aankondigen en eventueel toepassen van sancties.
Bij evenementen spelen diverse belangen. Bij het toezicht en de handhaving op evenementen is er sprake van maatwerk en van een afweging van belangen.
We houden rekening met het waarborgen van de openbare orde en veiligheid, de belangen van de organisator en ook de belangen van de omgeving. Het doel van handhaving is om de overtreding te beëindigen. Om tot een goede belangenafweging te komen worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
De afweging van belangen kan in sommige gevallen betekenen dat het ogenschijnlijk lijkt alsof er weinig wordt gehandhaafd, maar dat het proportionaliteits- en subsidiariteitsbeginsel in combinatie met de openbare orde en veiligheid ons dwingen tot een bepaalde keuze in de handhaving van een overtreding.
4.2.1 Vooroverleg en informeren omgeving
Voorkomen is beter dan genezen en daarom wordt aan de ‘voorkant’ van het evenementenproces al gekeken hoe overlast zo veel mogelijk voorkomen kan worden. Zo worden de effecten naar de omgeving van een evenement en/of een incidentele festiviteit door de betrokken medewerkers beoordeeld aan de hand van de aanvraag dan wel melding. Alle relevante gegevens worden door de aanvrager vermeld in het aanvraagformulier evenementen en/of melding(formulier) incidentele festiviteiten. Bij het aanvraagformulier evenementen moet onder andere een plattegrondtekening op schaal of voorzien van maatvoering worden gevoegd, waarop ook is aangegeven hoe de geluidsapparatuur wordt geplaatst.
Bij categorie 3 evenementen worden deze veelal ook besproken in het zgn. vooroverleg. Hierbij worden de aspecten beoordeeld die een rol kunnen spelen bij het voorkomen van overlast naar de woon- en leefomgeving. Het gaat hierbij, onder andere, om:
Een andere vorm van preventie is dat de omgeving door de initiatiefnemer, minimaal twee weken, voor het evenement, (schriftelijk) geïnformeerd moet worden over de aard en omvang van het evenement. Hierbij dient in ieder geval het telefoonnummer vermeld te worden waarmee de organisator bereikbaar is tijdens het evenement, zodat direct in contact kan worden getreden met de organisatie om bij overlast of andere bijzonderheden te overleggen. Het doel hiervan is dat eenieder zijn en haar eigen verantwoordelijkheid kent en neemt. Door het contact met elkaar op te zoeken kunnen beide partijen tot elkaar komen en afspraken maken. Dit werkt het prettigste voor beide partijen en heeft veelal het meest positieve effect.
Het houden van toezicht gebeurt veelal zonder dat er een vermoeden is van een overtreding.
Dit noemen we preventief toezicht. Om te bevorderen dat organisatoren voldoen aan de vergunningvoorschriften, kan een toezichthouder tijdens de opbouw en/of tijdens het evenement de locatie bezoeken. Dit zal meestal het geval zijn naar aanleiding van klachten uit de omgeving.
Tijdens het locatiebezoek worden de vergunningvoorschriften getoetst en is er contact met de organisator en eventueel de omwonenden. Ook is het mogelijk dat de initiatiefnemer het geluid moet monitoren tijdens het evenement of de festiviteit.
Ook kan de gemeente kan steekproefsgewijs een geluidsmeting verrichten bij een evenement op grond van haar toezichthoudende taak. Dit kan de gemeente doen uit eigen beweging of door middel van verkregen informatie van de politie, van de door de gemeente aangestelde BOA’s en/of toezichthouders van de gemeente of van de Omgevingsdienst IJsselland.
De gemeente of de Omgevingsdienst IJsselland controleert of het resultaat van deze meting op- of onder de gestelde norm in de vergunning of melding is gebleven. Is dat niet het geval dan treedt, na het maken van de hiervoor genoemde belangenafweging, in principe, het sanctiebeleid in werking zoals dat hierna is beschreven.
De zichtbaarheid van de gemeente en de aandacht voor geluidsoverlast werkt twee kanten op.
De initiatiefnemer wordt er nadrukkelijk op gewezen dat de geluidnormen moeten worden nageleefd en de omwonenden zien dat de gemeente actief betrokken is bij het voorkomen van geluidsoverlast.
Als er klachten zijn bij een evenement dan wordt het daaropvolgende jaar standaard een controle uitgevoerd.
Bij repressief toezicht is er sprake van een concreet vermoeden van een overtreding. Te denken valt aan een controle naar aanleiding van klachten, zoals te veel lawaai of geluidsoverlast buiten de vergunde tijden. Er wordt in dit stadium gericht gezocht naar de overtreding. Eventueel wordt ter plekke de overlast gemeten. Als onderzoek naar aanleiding van meldingen plaatsvindt, worden de melders van de bevindingen op de hoogte gesteld.
Omdat evenementen vaak in de weekenden en avonduren plaatsvinden, krijgt de politie vaak de klachten binnen over geluidsoverlast.
Maar bij de politie ontbreekt het bij controle en handhaving vaak aan capaciteit en/of de juiste meetapparatuur. Meestal beoordelen zij de situatie dan ook op basis van hun bevindingen, zonder dat daar een geluidmeting aan ten grondslag ligt. Op basis delen van hun bevindingen delen ze waarschuwingen uit, zetten ze de muziek zachter of in het uiterste geval uit.
Het toezicht op milieu-inrichtingen, waartoe ook horecabedrijven behoren, is per 1 januari 2018 overgegaan naar de Omgevingsdienst IJsselland. Bij het Meldpunt milieu van de Omgevingsdienst kunnen meldingen worden gedaan. Dit meldpunt is 24 uur per dag bereikbaar. Maar meldingen die in het weekend of ’s nachts worden gedaan, zullen meestal niet direct worden opgepakt. Zij zullen naar aanleiding van klachten die over een bedrijf worden ingediend, een strategie bepalen over hoe om te gaan met deze meldingen en hoe het bedrijf te gaan controleren.
Als er ‘s nachts overlast vanuit een (horeca)bedrijf wordt ervaren, dient de politie te worden gebeld. Het politieteam kan constateren wat er aan de hand is en de ondernemer bijvoorbeeld sommeren de muziek zachter te zetten en/of ramen en deuren dicht te doen.
In een evenementenvergunning en in de acceptatie van de melding incidentele festiviteit worden geluidsnormen opgenomen voor een bepaald evenement of festiviteit. De gemeente is belast met toezicht, handhaving en het eventueel sanctioneren van overtredingen.
Klachten over geluidsoverlast kunnen, zoals hiervoor al is aangegeven, zowel bij de gemeente, de Omgevingsdienst IJsselland als bij de politie geuit zijn. De gemeente beoordeelt de klacht op criteria en beslist op grond van die criteria of er gehandhaafd wordt. De criteria hiervoor zijn als volgt:
Naast deze criteria speelt ook hier de belangenafweging als genoemd in paragraaf 4.1. een rol.
Bij klachten kan de gemeente een geluidsmeting uitvoeren. Geluidmetingen worden, door de betrokken toezichthouders/Boa’s, conform het meetprotocol voor evenementen en incidentele festiviteiten uitgevoerd. Dit protocol is als bijlage opgenomen. Binnen de gemeente is er één geijkte geluidmeter beschikbaar.
Bij categorie 3 evenementen, kan, als dat noodzakelijk wordt geacht, (bijvoorbeeld naar aanleiding van klachten) ook aan de initiatiefnemer gevraagd worden tijdens de festiviteit het geluid te monitoren.
Maar geluidmeten door de organisatie van een evenement is dus niet de standaard regel.
Als op basis van een aanvraag er een reële verwachting is dat er onredelijke overlast veroorzaakt kan worden door het evenement dan zal er een afweging plaatsvinden of geluidmetingen, uit te voeren door de organisatie, redelijk zijn. In de evenementenvergunning zal dit nader uitgewerkt worden in concrete voorschriften.
Zoals hiervoor al is aangegeven, is er bij het toezicht en de handhaving op evenementen sprake van maatwerk en van een afweging van belangen. Als wordt besloten, dat er sprake is van een overtreding waartegen moet worden opgetreden, wordt er, in principe, conform het Uitvoeringsprogramma VTH een handhavingstraject in gang gezet.
Het handhavingstraject bestaat uit drie stappen om de overtreding door de overtreder te laten beëindigen:
Pas bij constatering van een overtreding kan een herstelsanctie zoals een last onder bestuursdwang of dwangsom worden opgelegd. De feitelijke constatering kan gebeuren naar aanleiding van een klacht of handhavingsverzoek van een burger of als gevolg van het uitoefenen van toezicht.
Bij het constateren van een overtreding van de voorschriften in een vergunning of ontheffing voor een evenement of melding incidentele festiviteit (op grond van de APV) kan op twee wijzen worden opgetreden: 1) bestuursrechtelijk via een (preventieve) last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom of 2) strafrechtelijk via de BOA of de politie waarbij proces-verbaal wordt opgemaakt.
In bijlage 2 worden de verschillende bestuursrechtelijke en strafrechtelijke sanctiemogelijkheden verder uitgelegd.
Hiervoor zijn de te nemen stappen en mogelijke sanctiemiddelen beschreven die de gemeente kan inzetten bij het overtreden van gestelde normen. In dit beleid gaat het specifiek over muziekgeluid.
Bij muziekgeluid geldt, in beginsel, dat hoe groter de overschrijding van de gestelde norm is, hoe meer overlast er ervaren zal worden. Daarom is gekozen voor het uitgangspunt; hoe groter de overschrijding, hoe strenger de sanctie.
4.5.2 Sanctie bij overschrijding van 3 tot 6 dB(A)/ dB(C)
Bij een overschrijding van 3 dB worden de organisator en de geluidstechnicus gewaarschuwd zodat er direct maatregelen genomen kunnen worden om het geluidsniveau te herstellen. Hiermee wordt de organisator in de gelegenheid gesteld weer te voldoen aan de geluidsnormen uit de evenementenvergunning. Mocht er tijdens het (meerdaagse) evenement een tweede keer een dergelijke overschrijding plaatsvinden dan zal de organisator een aanschrijving ontvangen van de geconstateerde overtreding. Hierin wordt aangegeven dat bij een derde, zelfde soort, overtreding door het college bestuursrechtelijk wordt opgetreden, door middel van het opleggen van een (preventieve) dwangsom of bestuursdwang. Uiteraard kan ook het strafrechtelijke traject worden gevolgd waardoor een proces-verbaal wordt opgemaakt door de BOA of de politie met al dan niet inbeslagname van de apparatuur.
4.5.3 Sanctie bij overschrijding van 6 dB(A)/ dB(C) of hoger
Bij een overschrijding van 6 dB of meer wordt de organisator en de geluidstechnicus gewaarschuwd.
Als de geluidsnormen tijdens het evenement een tweede keer met meer dan 6 dB overschreden wordt dan zal de organisator een aanschrijving ontvangen van de geconstateerde overtreding. Hierin wordt aangegeven dat bij een derde, eenzelfde soort, overtreding door het college bestuursrechtelijk wordt opgetreden, door middel van het opleggen van een (hogere) dwangsom of bestuursdwang. Uiteraard kan ook het strafrechtelijke traject worden gevolgd waardoor een proces-verbaal wordt opgemaakt door de gemeente of de politie met al dan niet inbeslagname van de (geluid)apparatuur.
De hoogte van de dwangsom hangt af van het gewin dat de organisatie heeft bij het niet voldoen aan de geluidvoorwaarden. Bij de bepaling van de hoogte wordt gekeken naar de kosten van een bureau dat het geluid kan inregelen namens de organisatie of naar de kosten van de toezichthoudende gemeenteambtenaar die hij kwijt is om het geluid op het juiste niveau te krijgen.
De ervaring leert dat een extern bedrijf voor een groot evenement € 3,000,00 in rekening brengt. Bij het vaststellen van de minimale en maximale bedragen per geconstateerde overtreding is ook rekening gehouden met het regionale beleid.
De volgende bedragen gehanteerd bij sancties:
Met iedere organisatie van een evenement kan een evaluatie worden gehouden van het evenement. Als overtredingen geconstateerd zijn, en al dan niet gesanctioneerd, zal dit besproken worden in dit overleg. Dit kan ertoe leiden dat vergunningsvoorwaarden voor een volgend evenement aangescherpt worden of dat er geen vergunning meer verstrekt wordt.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris,
drs. D.L.W. (Dries) Zielhuis
de burgemeester,
A.G.J. (Ton) Strien
Bijlage 1: Meetprotocol geluid bij evenementen en incidentele festiviteiten
Dit meetprotocol legt vast hoe er geluid gemeten en getoetst wordt voor de beoordeling van geluid afkomstig van evenementen en festiviteiten in de gemeente Olst-Wijhe.
De volgende meetvoorschriften worden gehanteerd bij geluidmetingen binnen de gemeente Olst-Wijhe:
Het gemeten geluidniveau wordt vastgesteld voor de parameters LAeq [dB(A)] en LCeq [dB(C)], gedurende 1 minuut, of zoveel langer of korter om een betrouwbare meting verricht te kunnen hebben. Bij handmatige metingen is het uitgangspunt dat, om tot een betrouwbare meting te komen, tenminste drie metingen achter elkaar dienen te worden uitgevoerd voor de duur van 1 minuut met een tussenperiode van 1 minuut.
In verband met de meetonnauwkeurigheid wordt een correctie toegepast van -1 dB. De volgende correctiefactoren uit de Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999 zijn niet van toepassing: muziek, impuls, tonaal, meteo en bedrijfsduur. De afronding van de gemeten waarde vindt plaats conform de Handleiding meten en reken industrielawaai 1999.
In de vergunning kan een monitoringsplicht voor geluid opgenomen worden. De vergunninghouder moet dan in overeenstemming met dit meetprotocol geluidmetingen uitvoeren gedurende het evenement. De geluidmetingen en de genomen maatregelen worden opgenomen in een logboek wat op verzoek van het bevoegd gezag getoond moet worden.
Als uit metingen blijkt dat de vergunde waarde overschreden wordt, dan dient het geluidniveau zo spoedig mogelijk verlaagd te worden tot onder de vergunde waarde.
Bijlage 2: Handhavingsinstrumenten
Bestuursrechtelijke handhaving bestaat uit twee elementen, het toezicht en het toepassen van sancties. Het eerste element heeft een belangrijk preventief karakter en het tweede element heeft over het algemeen een repressief karakter. Bij bestuursrechtelijke handhaving wordt aan de overtreder altijd een begunstigingstermijn gesteld opdat de regel, die wordt overtreden, alsnog kan worden nageleefd.
Het bevoegde gezag kan zelf (gemotiveerd) bepalen welke vorm van sanctie zal worden toegepast.
Voor wat betreft evenementen en het geluid bij evenementen zijn de meest toepasselijke:
Hieronder treft u een nadere toelichting van deze sanctievormen aan, met daarbij ook nog de andere bestuursrechtelijke mogelijkheden.
Proportionaliteit bestuursrechtelijke maatregel
Om uitvoering te geven aan het sanctiebeleid dient gekeken te worden naar de effectiviteit hiervan en aan de hand hiervan het proportioneel juiste middel toe te passen. Dit moet al bepaald worden bij aanvraag en behandeling van de evenementenvergunning zodat slagvaardiger kan worden opgetreden.
Voor een gemeente geldt dat, behalve het geven van een waarschuwing, alleen het sanctioneren met een bestuursrechtelijke maatregel open staat, zoals de (preventieve) dwangsom en bestuursdwang.
Het overtreden van een voorschrift van een vergunning of melding op basis van de APV is ook strafbaar op basis van diezelfde APV en het Wetboek van Strafrecht. Hierbij wordt de landelijke handhavingsstrategie toegepast. Zowel de toezichthouder als de politie kan in een dergelijk geval bevel geven om bijvoorbeeld de muziek zachter te zetten of in het uiterste geval het evenement of de festiviteit te staken. Wanneer de politie de indruk heeft dat door haar optreden de openbare orde in gevaar wordt gebracht (door bijvoorbeeld rellen), kan op een later moment alsnog door de politie een proces-verbaal worden opgemaakt. Dit middel helpt niet om op dat moment de overtreding te beëindigen, maar het werkt wel preventief voor de volgende keer. Het is dan wel noodzakelijk dat bij een dergelijk politieoptreden de politie de gemeente informeert over een dergelijk voorval. De gemeente kan dit vervolgens meenemen in het vergunningverleningstraject voor een volgend evenement of incidentele festiviteit.
Hieronder worden verschillende strafrechtelijke sanctiemogelijkheden uitgebreider beschreven.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-224033.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.