Gemeenteblad van Enschede
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Enschede | Gemeenteblad 2021, 223934 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Enschede | Gemeenteblad 2021, 223934 | gemeenschappelijke regeling |
GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING GEZONDHEID
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of van enig andere wet van overeenkomstige toepassing worden verklaard, treden in die artikelen in plaats van de gemeente, de raad, burgemeester en wethouders, de wethouder en de burgemeester, onderscheidenlijk OLG, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, lid van het dagelijks bestuur en de voorzitter.
HOOFDSTUK 3 DOEL, TE BEHARTIGEN BELANGEN, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
Artikel 4 Doel en te behartigen belangen
Het bieden van werkgeverschap en/of andere organisatorische voorzieningen ten behoeve van ambtelijke capaciteit die door twee of meer deelnemers om doelmatigheidsredenen centraal wordt gebundeld. Een besluit hiertoe wordt unaniem genomen door het algemeen bestuur onder vermelding van de wijze van kostenverrekening en de overige voorwaarden waaronder dit geschiedt.
Onverminderd het bepaalde in artikel 13 van de wet eindigt het (plaatsvervangend) lidmaatschap van het algemeen bestuur op de dag aangegeven in artikel C4, lid 2 van de Kieswet. Aftredende leden blijven hun functie waarnemen tot dat opnieuw in de benoeming is voorzien, tenzij betrokkene geen zitting meer heeft in de deelnemer.
Indien het gaat om de vaststelling van de begroting, wijzigingen daarvan en de jaarrekening alsmede om besluiten over investeringen op basis van een gemeentelijke bijdrage worden beslissingen in het algemeen bestuur genomen op basis van inwonertal bij aanvang van het kalenderjaar waarin de stemming plaatsvindt.
Onverminderd het bepaalde in artikel 13 van de wet eindigt het lidmaatschap van het dagelijks bestuur op de dag aangegeven in artikel C4, lid 2 van de Kieswet. In dat geval blijven aftredende leden hun functie waarnemen tot dat opnieuw in de benoeming is voorzien, tenzij betrokkene geen zitting meer heeft in de deelnemer.
Gaat het openvallen van een plaats in het dagelijks bestuur gepaard met het openvallen van een plaats in het algemeen bestuur, dan zal het algemeen bestuur het kiezen van een nieuw lid van het dagelijks bestuur uitstellen totdat de opengevallen plaats in het algemeen bestuur wederom zal zijn bezet. Dit uitstel zal niet meer dan drie maanden mogen belopen.
HOOFDSTUK 7 INFORMATIE- EN VERANTWOORDINGSPLICHT
Paragraaf 1 Tussen OLG en deelnemende gemeenten
Artikel 17 Actieve informatieplicht
Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter verstrekken de raad ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door hem gevoerde en te voeren bestuur nodig is.
HOOFDSTUK 8 FINANCIËLE BEPALINGEN
Artikel 22 Begrotingswijziging
Als begrotingswijzigingen, waarop het bepaalde in de laatste zin van artikel 35, lid 5, van de wet van toepassing is, worden aangewezen die, welke niet leiden tot een verhoging van de deelbijdragen van de deelnemende gemeenten.
HOOFDSTUK 10 GESCHILLEN EN KLACHTEN
Het dagelijks bestuur en de betreffende deelnemer(s) treden gezamenlijk op als opdrachtgever van de adviescommissie. Zij zetten in hun opdracht aan deze commissie in ieder geval het probleem uiteen, formuleren de te beantwoorden vragen en bepalen de termijn waarbinnen de adviescommissie haar advies uitbrengt.
Na ontvangst van het advies treden de afgevaardigden, als bedoeld in het tweede lid, nogmaals in overleg om te trachten tot een oplossing van het geschil te komen. Indien het overleg niet tot een oplossing leidt, is elk der partijen vrij het geschil, overeenkomstig artikel 28 van de wet, voor te leggen aan gedeputeerde staten van Overijssel.
HOOFDSTUK 11 TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING, OPHEFFING
Het bepaalde in de voorgaande leden is niet van toepassing op een wijziging van de regeling die uitsluitend betrekking heeft op aanpassingen aan veranderde wettelijke bepalingen. Tot dergelijke wijzigingen kan worden besloten door middel van een besluit van het algemeen bestuur met een meerderheid van twee derde van het aantal uitgebrachte stemmen.
Aldus vastgesteld door:
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo,
de burgemeester, de secretaris,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borne,
de burgemeester, de secretaris,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dinkelland,
de burgemeester, de secretaris,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede,
de burgemeester, de secretaris,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaksbergen,
de burgemeester, de secretaris,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hellendoorn,
de burgemeester, de secretaris,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo,
de burgemeester, de secretaris,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hof van Twente,
de burgemeester, de secretaris,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser,
de burgemeester, de secreatris,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal,
de burgemeester, de secretaris,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijssen-Holten,
de burgemeester, de secretaris,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tubbergen,
de burgemeester, de secretaris,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Twenterand,
de burgemeester, de secretaris,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden,
de burgemeester, de secretaris.
Op 25 september 2019 heeft het Algemeen Bestuur van Regio Twente een veranderopdracht vastgesteld. Aanleiding voor deze opdracht was “het gedeelde gevoel van urgentie als het gaat om het versterken van de regionale samenwerking”.
Hierbij moeten twee knelpunten worden opgelost:
Het resultaat van de opdracht was te komen tot ontvlechting van Regio Twente in 4 verschillende onderdelen:
Ter concretisering hiervan heeft het Algemeen Bestuur van Regio Twente De op 1 juli 2020 een aantal besluiten genomen met een transitieplan.
De besluiten 1 juli voor zover gerelateerd aan de GR voor Gezondheid betreffen:
Voor de GR GGD/VTT/OZJT het inwoneraantal blijven hanteren voor de vaststelling van begroting(swijzigingen) en jaarrekening en voor de reguliere besluiten het zo te regelen dat niet alleen met een meerderheid van gemeenten besloten kan worden, maar dat daar altijd ook een meerderheid van inwoners van Twente bij vereist is.
De juridische omvorming van de GR Regio Twente naar een gemeenschappelijke regeling voor Gezondheid is geoperationaliseerd in de voorliggende regeling.
Omdat het in de aangepaste GR voornamelijk gaat om een uitvoeringsorganisatie wordt hierin niet meer uitgegaan van het secretarissenberaad, zoals die bij de wijziging per 1 januari 2016 in de regeling is opgenomen. Ook bij andere uitvoeringsorganisaties zoals de VRT, ODT en Stadsbank is in de regeling geen formele rol voor de gemeentesecretarissen opgenomen.
Ook het voorzitterschap van de burgemeester van Enschede is gelet op de aard van de aangepaste regeling niet meer aan de orde.
Een rechtspersoon dient op grond van de Wgr een vestigingsplaats te hebben. Deze wordt ook in het handelsregister opgenomen. In de huidige situatie is Enschede de vestigingsplaats. Deze vestigingsplaats staat los van de kantoor/werklocaties. Zo zijn er in alle gemeenten locaties voor het consultatiebureau van de GGD.
Omdat de overgedragen taken en bevoegdheden alle liggen op het terrein van het college van burgemeester en wethouders is er sprake van een collegeregeling.
Op grond van de Gemeentewet (artikel 169) is er primair een actieve en passieve informatie- en verantwoordingsplicht van het college en de individuele leden daarvan naar de raad.
Daarnaast is de betrokkenheid van de raden bij een gemeenschappelijke regeling van colleges geregeld in de Wgr:
Ontwerpbegroting moet 8 weken voor vaststelling door Algemeen Bestuur aan raden worden gestuurd. Raden kunnen zienswijze naar voren brengen bij Dagelijks Bestuur die dit aan Algemeen Bestuur moet voorleggen. Na de vaststelling van de begroting kunnen de raden zo nodig hun zienswijze bij gedeputeerde staten naar voren brengen (artikel 35 Wgr). Deze procedure geldt ook voor een begrotingswijziging die een verhoging van de gemeentelijke bijdrage inhoudt.
Lid 1: de hier gebezigde definitie is een definitie die landelijk vaker wordt gebruikt om de aard van deze taken te duiden.
Lid 2: Op grond van artikel 10, lid 1 Wgr dient de regeling te vermelden het belang of de belangen ter behartiging waarvan zij is getroffen of gewijzigd.
Lid 3: Hierbij in ieder geval om Kennispunt Twente. Daarnaast kan Openbaar Lichaam Gezondheid (hierna: OLG) op vrijwillige basis diensten aan gemeenten en overige overheden verlenen, bijvoorbeeld indien voor Recreatieve Voorzieningen een Bedrijfsvoeringsregeling wordt opgericht.
Lid 4: Het bieden van werkgeverschap, zoals die in de huidige regeling staat, wordt gecontinueerd. Een voorbeeld hiervan is Kennispunt Twente en Samen14.
Lid 5, en lid 6 van artikel 5: Het is wenselijk bevonden dat de inwerkingtreding van de BVR plaatsvindt per 1 januari 2022. Dit betekent dat – gelet op de continuïteit – tijdelijk het doel en de te behartigen en de taken en bevoegdheden van de OLG zich ook uitstrekt over recreatieve voorzieningen. Hier is voorzien in bijgaande bepalingen 4 en 5 die in de plaats komen van de artikelen 4 en 5 van de conceptregeling OLG.
In artikel 10, lid 2 van de Wgr is bepaald dat de regeling waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld, aangeeft welke bevoegdheden de besturen van de deelnemende gemeenten aan het bestuur van het openbaar lichaam bij het aangaan van de regeling overdragen. Overgedragen bevoegdheden zijn in deze regeling voornamelijk de wettelijk verplichte samenwerking.
Publieke gezondheid: betreft de verplichte samenwerking van colleges op grond van artikel 14 van de Wet publieke gezondheid. Het betreft de continuering van de huidige taken en bevoegdheden.
Daarnaast komt het voor dat individuele gemeenten op vrijwillige basis specifieke werkzaamheden door de GGD laten uitvoeren. Een voorbeeld daarvan is het Loes-project dat de GGD voor 13 van de 14 gemeenten uitvoert.
Verder zijn er wettelijk rechtstreeks aan de directeur publieke gezondheid bevoegdheden toegekend. In artikel 1.61 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen staat dat het college de directeur publieke gezondheid van de GGD aanwijst als toezichthouder in het kader van deze wet. Dit behoeft formeel niet de directeur in het eigen rechtsgebied te zijn.
Jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning: betreft deels de verplichte samenwerking van colleges op basis van o.a. de Jeugdwet. In het kader van de decentralisaties hebben de gemeenten in 2014 besloten de hier vermelde taken en bevoegdheden bij OLG onder te brengen.
Veilig Thuis is een verplichte samenwerking van de colleges op grond van hoofdstuk 4 van de Wmo 2015.
Lid 4: zonder opname in de regeling kan OLG geen andere rechtspersonen oprichten of daarin deelnemen (sub a). Dit artikel is o.m. gebruikt om OLG deelnemer te laten zijn in een coöperatie van 3 GGD’en voor het digitaal dossier JGZ. Ook is OLG lid geworden van de Werkgeversvereniging Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties die via een cao aansluitend op die van gemeenteambtenaren de rechtspositie voor de medewerkers van gemeenschappelijke regelingen regelt.
Overzicht taken PG (d.d. 01.11.20):
In lid 1 zijn de op grond van artikel 12, lid 1 van de Wgr vereiste bestuursorganen in lid 1 onder a t/m c vermeld.
Lid 2 maakt het mogelijk een advies- en een bestuurscommissie in te stellen indien daaraan behoefte bestaat. Het instellen van een adviescommissie is geregeld in artikel 24 van de Wgr. Formeel is het niet nodig dit in de regeling op te nemen omdat het instellen van een adviescommissie rechtstreeks uit de wet voortvloeit. Er is voor gekozen om dit wel te doen omdat dit de leesbaarheid van de regeling bevorderd.
Tot de instelling van een bestuurscommissie als bedoeld in artikel 25 van de Wgr kan alleen worden overgegaan wanneer de mogelijkheid daartoe in de regeling is opgenomen. De reden daarvan is dat het om een bestuursorgaan gaat waaraan besluitvormende bevoegdheden toekomt. De huidige gemeenschappelijke regeling biedt ook de mogelijkheid om een bestuurscommissie is te stellen. Het is gewenst om deze bepaling in de regeling te laten staan.
Indien het instellen van een bestuurscommissie in de toekomst (bijvoorbeeld door verandering van taken) toch wenselijk is en deze mogelijkheid niet geboden wordt in de regeling, kan dit alleen door de gemeenschappelijke regeling te wijzigen met de daaraan verbonden uitgebreide procedure. In verband met het voorkomen van bestuurlijke drukte is het nu nadrukkelijk niet de bedoeling een bestuurscommissies in te willen stellen. Het is door deze bepaling op te nemen, ook allerminst een verplichting om een commissie in te stellen. Het is uiteindelijk aan het algemeen bestuur om in de toekomst te bepalen of men gebruik wil maken van deze mogelijkheid. Voordat het algemeen bestuur hiertoe kan besluiten moeten de raden van de deelnemende gemeenten van dit voornemen op de hoogte te worden gesteld en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen (artikel 25, lid 2 Wgr). Deze procedure geeft voor alle gemeenten voldoende waarborgen om tot een weloverwogen besluit te komen.
In dit artikel is invulling gegeven aan de in het transitieplan verwoorde wens van het algemeen bestuur te komen tot een andere wijze van besluitvorming.
Vooralsnog wordt er vanuit gegaan, dat de drie hoofdgeledingen in OLG, zijnde GGD, OZJT en VTT, zijn vertegenwoordigd in het DB.
Voor een efficiënte dagelijkse sturing van de ambtelijke organisatie is een leidinggevende nodig, die berust bij de directeur. De directeur publieke gezondheid is op basis van het volume van de organisatie directeur van OLG. Deze directeur wordt, op basis van artikel 14, lid 3 van de Wet publieke gezondheid, benoemd door het algemeen bestuur in overeenstemming met het bestuur van de veiligheidsregio. De benoeming van de directeur door het dagelijks bestuur is gebaseerd op artikel 33b, lid, sub d van de Wgr.
Hiermee wordt invulling gegeven aan het bepaalde in de artikelen 16 t/m 19 van de Wgr. De relatie tussen het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur wordt geregeld in het nieuwe artikel 19a van de Wgr. Bij de invulling van de informatie- en verantwoordingsplicht wordt uitgegaan een interactief communicatieplatform.
In de Wgr zijn in de artikelen 34, 34a, 34 b en 35 de hoofdprincipes met betrekking tot de financiën opgenomen. Deze betreffen o.a. de begroting. Uitgangspunt bij het opstellen daarvan is het zogenaamde kostprijsmodel. Op basis van dit model draagt een gemeente alleen financieel bij aan het basispakket en, indien dit aan de orde is, een vergoeding voor extra diensten die worden afgenomen.
Hoofdstuk 8 (de artikelen 22 t/m 25) van de Gemeenschappelijke Regeling Gezondheid is een aanvulling op de Wgr.
Hiermee wordt geregeld dat op deze (eenvoudige) begrotingswijziging niet de wensen- en bedenkingenprocedure van de gemeenteraad van toepassing is.
Deze bepaling is opgenomen omdat in het verleden is gebleken dat banken dit als voorwaarde stellen.
De Wgr bepaalt dat deelnemers aan een gemeenschappelijke regeling eventuele geschillen ter beslechting aan gedeputeerde staten kunnen voorleggen. Het is in de samenwerkingspraktijk echter gebruikelijk te proberen het geschil eerst via een ‘interne’ procedure op te lossen.
Diverse Twentse gemeenten en gemeenschappelijke regelingen, waaronder OLG, zijn aangesloten bij de Overijsselse Ombudsman die in het leven is geroepen door en functioneert onder de vlag van de afdeling Overijssel van de VNG. Dit maakt een tweedelijns klachtenhandeling ‘dicht bij huis’ mogelijk. OLG moet zelf een klacht in eerste aanleg behandelen.
Omdat het in deze gewijzigde regeling vooral gaat om op grond van de wet verplichte samenwerking van de 14 Twentse colleges van B&W ligt een uittreding niet voor de hand. Dit blijkt uit de Wet publieke gezondheid, die ook een relatie legt met de gebiedsindeling op grond van de Wet op de veiligheidsregio’s, en in de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het op voorhand opstellen van een uittredingsregeling ligt dan niet voor de hand. Dat is pas aan de orde als de wet daartoe mogelijkheden.
Voor vrijwillige samenwerking is in artikel 4 leden 3 en 4 bepaald dat een besluit hiertoe wordt genomen door het algemeen bestuur onder vermelding van de wijze van kostentoerekening en de overige voorwaarden waaronder dit plaatsvindt.
In artikel 33 is voorzien dat de huidige verordeningen van Regio Twente ‘meegaan’ naar de nieuwe OLG. Verder is in deze bepaling voorzien in de overdracht van vermogen dat nu tot Regio Twente behoort en straks naar de OLG gaat, daarna wordt overgedragen aan Recreatieschap Twente. Hierbij kan worden gedacht aan de drie grote recreatieparken, maar ook allerhande beperkt zakelijke rechten en plichten uit overeenkomsten. De nadere beschrijving zal worden vastgesteld door het dagelijks bestuur en kan dienen als grondslag voor eigendomsoverdracht.
In de in juni 2015 verschenen handreiking Grip op regionale samenwerking; handreiking voor gemeenteraadsleden en griffiers (een initiatief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Vereniging van Griffiers) staan acht gouden lessen om met bestuurlijke samenwerking om te gaan, waaronder de regel om periodiek te evalueren. De huidige regeling wordt gecontinueerd, waarbij het niet zinvol wordt geacht om aan het einde van de huidige zittingsperiode in 2022 al een evaluatie te houden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-223934.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.