Wijzigingsregeling Subsidieregeling Sociale Basis en Preventie Ede

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede;

gelezen het voorstel van 29 juni 2021, zaaknummer 234669;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Ede 2017;

besluit:

Artikel I  

De Subsidieregeling Sociale Basis en Preventie Ede wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Paragraaf 1 komt te luiden:

 

Paragraaf 1 Begrips- en algemene bepalingen

 

B

 

Artikel 1 onder e komt als volgt te luiden:

 

  • e)

    kwetsbare groepen; jongeren, ouderen, gezinnen waar (financiële) problemen zijn, mensen met niet aangeboren hersenletsel, verstandelijke- of lichamelijke beperking, kinderen (met een ontwikkelingsachterstand), mensen die vanuit een vluchtsituatie komen, mensen met een verslaving, mensen die eenzaam zijn en waar bijvoorbeeld hun huis van is verwaarloosd, mensen onder de armoedegrens, dak- en thuislozen, mensen met psychische problematiek, mensen binnen verzorgingshuizen en andere instellingen.

C

 

Aan Artikel 6, vierde lid wordt onderdeel e en f toegevoegd:

 

  • 4.

    Niet subsidiabel zijn:

    a. t/m d. (…)

    • e.

      loonkosten, bij subsidieontvangers waarop de Wet normering topinkomens van toepassing is, voor zover die de maximale hoogte van het bezoldigingsmaximum als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid van de Wet normering topinkomens per persoon per jaar overschrijden.

    • f.

      kosten bestemd voor uitbreiding van de activiteiten van de subsidieontvanger voor zover, naar het oordeel van het college, niet of onvoldoende is aangetoond dat uitbreiding noodzakelijk is.

D

 

Artikel 8 eerste lid onder c wordt geschrapt onder vernummering van onderdeel d naar c.

 

E

 

Na Artikel 10 word een nieuw Artikel 11 ingevoegd onder vernummering van artikel 11 naar artikel 12. Artikel 11 komt als volgt te luiden:

 

Artikel 11. Weigeringsgrond vrijwilligersorganisaties

 

Een subsidie op grond van deze paragraaf kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd naar het oordeel van het college reeds worden uitgevoerd door, of vallen binnen de verantwoordelijkheid van, een professionele organisatie die subsidie ontvangt op grond van paragraaf 2 van deze regeling.

 

F

 

Artikel 12 (voorheen Artikel 11) komt als volgt te luiden:

 

Artikel 12. Subsidiabele kosten

 

  • 1.

    Alleen daadwerkelijk gemaakte kosten worden gesubsidieerd.

  • 2.

    Kosten dienen, naar het oordeel van het college, in verhouding te staan met de gerealiseerde activiteiten.

  • 3.

    Niet subsidiabel zijn:

    • a.

      kosten voor eten en drinken tenzij deze kosten onlosmakelijk verbonden zijn met de activiteit;

    • b.

      extra kosten voor uitbreiding of verplaatsing van de huisvesting;

    • c.

      aanschaf van gebruiksgoederen, tenzij aangetoond kan worden dat deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • d.

      overige materiële investeringen, tenzij aangetoond kan worden dat deze noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, dit ter beoordeling van het college.

    • e.

      kosten bestemd voor uitbreiding van de activiteiten van de subsidieontvanger voor zover, naar het oordeel van het college, niet of onvoldoende is aangetoond dat uitbreiding noodzakelijk is.

    • f.

      financiële vergoedingen voor vrijwilligers, met uitzondering van kosten die vallen onder het vierde lid van dit artikel;

  • 4.

    Kosten voor professionele inzet of coördinatie van de gesubsidieerde activiteiten zijn slechts subsidiabel indien de kosten verband houden met één of meerdere van de volgende werkzaamheden;

    • a.

      koppelen/matchen van de juiste vrijwilligers aan de juiste kwetsbare inwoners;

    • b.

      begeleiden, werven en opleiden van vrijwilligers;

    • c.

      directie-taken; werkzaamheden gericht op het ontwikkelen en vaststellen van missie en visie, het extern vertegenwoordigen van de organisatie, het maatschappelijk strategisch positioneren van de organisatie, het bepalen van het beleid en de interne organisatie;

    • d.

      taken betreffende het werkgeverschap van de organisatie.

  • 5.

    Kosten zoals bedoeld in het vierde lid van dit artikel zijn slechts subsidiabel indien deze naar het oordeel van het college voldoen aan minimaal één of meerdere van de volgende voorwaarden;

    • a.

      de professionele kennis en kunde van de medewerker is noodzakelijk om de activiteiten goed uit te kunnen voeren of een goede match te kunnen maken van vrijwilligers met kwetsbare inwoners;

    • b.

      het betreft een faciliterende rol voor het organiseren van de initiatieven door de vrijwilligers;

    • c.

      kosten zijn tijdelijk; noodzakelijk om een initiatief op te starten, vrijwilligers op te leiden of te instrueren en/of noodzakelijk om mogelijke andere inkomsten te genereren.

    • d.

      de activiteiten kunnen zonder bekostiging van coördinatie en/of professionele inzet niet (langer) in de gewenste mate worden voorgezet en het stoppen of verminderen van de activiteiten een aanzienlijke negatieve invloed heeft op het behalen van de door de gemeente beoogde beleidsdoelstellingen.

G

 

Na ‘Paragraaf 3 Vrijwilligersorganisaties’ wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd onder vernummering van de opvolgende paragraven en bijbehorende artikelen. Paragraaf 4, met de Artikelen 14 t/m 19 komt als volgt te luiden:

 

Paragraaf 4 Inloopvoorzieningen

 

Artikel 14. Subsidiabele activiteiten

 

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen voor het structureel organiseren van een inloop voor kwetsbare groepen.

  • 2.

    De inloopvoorziening is gericht op:

    • a.

      inwoners die eenzaamheid ervaren of in een isolement dreigen te komen.

    • b.

      kwetsbare groepen.

    • c.

      mensen met een laag inkomen conform de richtlijnen van de gemeente (130% inkomensgrens en vermogensgrens);

    • d.

      lotgenotencontact.

Artikel 15. Aanvrager

 

De volgende categorieën komen in aanmerking voor subsidie:

  • a.

    Organisaties waarbij gewerkt wordt met betaalde medewerkers of professionals die vrijwilligers ondersteunen en aansturen.

  • b.

    Vrijwilligersorganisaties die volledig werken met en op basis van vrijwilligers en geen betaalde krachten hebben.

Artikel 16. Subsidievoorwaarden en verplichtingen subsidieontvanger

 

  • 1.

    Subsidieontvangers dienen aantoonbaar samen te werken met andere organisaties in de sociale basis en andere aanbieders van zorg.

  • 2.

    Subsidieontvangers leggen verbinding met maatschappelijke organisaties, aanbieders van zorg, sociaal teams en CJG, gebiedsmanagers en gemeentelijke afdelingen als W&I, Werkgeversserviceloket om relevante leerwerkplekken of participatieplekken te creëren.

  • 3.

    De aangeboden diensten van de subsidieontvanger worden zo laagdrempelig mogelijk georganiseerd.

Artikel 17. Weigeringsgrond inloopvoorziening

 

Een subsidie op grond van deze paragraaf kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd naar het oordeel van het college reeds worden uitgevoerd door, of vallen binnen de verantwoordelijkheid van, een professionele organisatie die subsidie ontvangt op grond van paragraaf 2 van deze regeling.

 

Artikel 18. Subsidiabele kosten

 

  • 1.

    Alleen daadwerkelijk gemaakte kosten worden gesubsidieerd.

  • 2.

    Kosten dienen, naar het oordeel van het college, in verhouding te staan met de gerealiseerde activiteiten.

  • 3.

    Niet subsidiabel zijn:

    • a.

      kosten voor eten en drinken tenzij deze kosten onlosmakelijk verbonden zijn met de activiteit;

    • b.

      extra kosten voor uitbreiding of verplaatsing van de huisvesting;

    • c.

      aanschaf van gebruiksgoederen, tenzij aangetoond kan worden dat deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • d.

      overige materiële investeringen, tenzij aangetoond kan worden dat deze noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, dit ter beoordeling van het college;

    • e.

      kosten bestemd voor uitbreiding van de activiteiten van de subsidieontvanger voor zover, naar het oordeel van het college, niet of onvoldoende is aangetoond dat uitbreiding noodzakelijk is.

    • f.

      financiële vergoedingen voor vrijwilligers, met uitzondering van kosten die vallen onder het vierde lid van dit artikel;

  • 4.

    Kosten voor professionele inzet of coördinatie van de gesubsidieerde activiteiten zijn slechts subsidiabel indien de kosten verband houden met één of meerdere van de volgende werkzaamheden;

    • a.

      koppelen/matchen van de juiste vrijwilligers aan de juiste kwetsbare inwoners;

    • b.

      begeleiden, werven en opleiden van vrijwilligers;

    • c.

      het begeleiden van kwetsbare inwoners die deelnemen aan de inloopvoorziening waarbij gekwalificeerd personeel noodzakelijk is.

    • d.

      directie-taken; werkzaamheden gericht op het ontwikkelen en vaststellen van missie en visie, het extern vertegenwoordigen van de organisatie, het maatschappelijk strategisch positioneren van de organisatie, het bepalen van het beleid en de interne organisatie;

    • e.

      taken betreffende het werkgeverschap van de organisatie.

  • 5.

    Kosten zoals bedoeld in het vierde lid van dit artikel zijn slechts subsidiabel indien deze naar het oordeel van het college voldoen aan minimaal één of meerdere van de volgende voorwaarden;

    • a.

      de professionele kennis en kunde van de medewerker is noodzakelijk om de activiteiten goed uit te kunnen voeren of een goede match te kunnen maken van vrijwilligers met kwetsbare inwoners;

    • b.

      het betreft een faciliterende rol voor het organiseren van de initiatieven door de vrijwilligers;

    • c.

      kosten zijn tijdelijk; noodzakelijk om een initiatief op te starten, vrijwilligers op te leiden of te instrueren en/of noodzakelijk om mogelijke andere inkomsten te genereren.

    • d.

      de activiteiten kunnen zonder bekostiging van coördinatie en/of professionele inzet niet (langer) in de gewenste mate worden voorgezet en het stoppen of verminderen van de activiteiten een aanzienlijke negatieve invloed heeft op het behalen van de door de gemeente beoogde beleidsdoelstellingen.

Artikel 19 Subsidieplafond en wijze van verdeling

 

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een subsidieplafond vast voor deze paragraaf.

  • 2.

    Voor zover het subsidieplafond niet toereikend is om alle aanvragen die in aanmerking komen voor een subsidie toe te kennen, verdeelt het college de subsidie naar evenredigheid. Dat wil zeggen dat de aangevraagde bedragen worden verminderd met het percentage waarmee de aanvragen het subsidieplafond overschrijden.

H

 

Artikel 22 (voorheen Artikel 15), komt als volgt te luiden:

 

Artikel 22. Weigeringsgronden bewonersinitiatieven

 

  • 1.

    Een subsidie op grond van deze paragraaf wordt, aanvullend op artikel 2, geweigerd indien;

    • a.

      de aanvragers professionals zijn in dienst van een (vrijwilligers)organisatie;

    • b.

      de activiteiten slechts gericht zijn op vermaak.

  • 2.

    Een subsidie op grond van deze paragraaf kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd naar het oordeel van het college reeds worden uitgevoerd door, of vallen binnen de verantwoordelijkheid van, een professionele organisatie die subsidie ontvangt op grond van paragraaf 2 van deze regeling.

I

 

  • 1.

    Aan Artikel 23 (voorheen Artikel 16) wordt aan het derde lid onderdeel f toegevoegd die als volgt komt te luiden:

    • 3.

      Niet subsidiabel zijn:

      a. t/m e. (…)

      • f.

        kosten bestemd voor uitbreiding van de activiteiten van de subsidieontvanger voor zover, naar het oordeel van het college, niet of onvoldoende is aangetoond dat uitbreiding noodzakelijk is.

  • 2.

    Aan Artikel 23 (voorheen Artikel 16) wordt een vierde lid toegevoegd die als volgt komt te luiden:

    • 4.

      Kosten voor coördinatie van de gesubsidieerde activiteiten zijn slechts subsidiabel voor zover deze tijdelijk en, naar het oordeel van het college, gewenst en/of noodzakelijk zijn om een initiatief door te kunnen laten groeien naar een vrijwilligersorganisatie als bedoeld in paragraaf 3 van deze regeling. De betreffende coördinatie bestaat met name uit het begeleiden, instrueren en opleiden van vrijwilligers.

J

 

In artikel 26 (voorheen 19) wordt ‘artikel 18’ twee maal vervangen door ‘artikel 25’.

 

K

 

Aan Artikel 27 (voorheen Artikel 20) wordt aan het derde lid onderdeel f toegevoegd die als volgt komt te luiden:

 

  • 3.

    Niet subsidiabel zijn:

    a. t/m e. (…)

    • f.

      kosten bestemd voor uitbreiding van de activiteiten van de subsidieontvanger voor zover, naar het oordeel van het college, niet of onvoldoende is aangetoond dat uitbreiding noodzakelijk is.

L

 

Aan Artikel 31 (voorheen Artikel 24) wordt aan het vierde lid onderdeel e toegevoegd die als volgt komt te luiden:

 

  • 4.

    Niet subsidiabel zijn:

    a. t/m d. (…)

    • e.

      kosten bestemd voor uitbreiding van de activiteiten van de subsidieontvanger voor zover, naar het oordeel van het college, niet of onvoldoende is aangetoond dat uitbreiding noodzakelijk is.

M

 

In artikel 34 (voorheen 27), eerste lid onder c wordt ‘artikel 26’ vervangen door ‘artikel 33’.

 

N

 

Aan Artikel 35 (voorheen Artikel 28) wordt aan het vierde lid onderdeel e toegevoegd die als volgt komt te luiden:

 

  • 4.

    Niet subsidiabel zijn:

    a. t/m d. (…)

    • e.

      kosten bestemd voor uitbreiding van de activiteiten van de subsidieontvanger voor zover, naar het oordeel van het college, niet of onvoldoende is aangetoond dat uitbreiding noodzakelijk is.

O

 

Aan Artikel 39 (voorheen Artikel 32) wordt aan het derde lid onderdeel e toegevoegd die als volgt komt te luiden:

 

  • 3.

    Niet subsidiabel zijn:

    a. t/m d. (…)

    • e.

      kosten bestemd voor uitbreiding van de activiteiten van de subsidieontvanger voor zover, naar het oordeel van het college, niet of onvoldoende is aangetoond dat uitbreiding noodzakelijk is.

P

 

In artikel 40 (voorheen 33) wordt ‘artikel 30’ vervangen door ‘artikel 37’.

 

Q

 

Aan Artikel 42 (voorheen Artikel 35) wordt aan het vierde lid onderdeel f toegevoegd die als volgt komt te luiden:

 

  • 4.

    Niet subsidiabel zijn:

    a. t/m e. (…)

    • f.

      financiële vergoedingen voor vrijwilligers, coördinatie of overige professionele inzet.

R

 

De Toelichting wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    ‘Paragraaf 1 Begripsbepalingen’ wordt gewijzigd naar ‘Paragraaf 1 Begrips- en algemene bepalingen’.

  • 2.

    Na de tekst van ‘Paragraaf 1 Begrips- en Algemene bepalingen’ wordt het volgende ingevoegd:

Paragraaf 3 Vrijwilligersorganisaties

 

Wanneer een activiteit al uitgevoerd wordt of zou moeten worden door de bestaande welzijnsorganisatie, kan het College deze subsidie gedeeltelijk weigeren. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om het coördineren van vrijwillige inzet.

 

In lijn met het vastgestelde Actieprogramma Versterken Sociale Basis en Preventie is eenduidiger vastgesteld wanneer en waarvoor kosten voor professionele inzet of coördinatie van de gesubsidieerde activiteiten subsidiabel zijn. Op deze wijze kan meer transparant een afweging worden gemaakt. Het gaat hierbij om:

Welke werkzaamheden:

  • Koppelen/matchen vrijwilligers aan kwetsbare inwoners

  • Begeleiden, werven en opleiden vrijwilligers

  • Directietaken

  • Werkgeverschap

Welke redenen:

  • Kennis en kunde om activiteiten uit te kunnen voeren of match te maken

  • Faciliterende rol voor vrijwilligers

  • Activiteiten kunnen niet of minder uitgevoerd worden en dat heeft een negatief effect op de beleidsdoelstellingen

Paragraaf 4 Inloopvoorzieningen

 

De inloopvoorziening is gericht op:

  • a.

    inwoners die eenzaamheid ervaren of in een isolement dreigen te komen.

  • b.

    kwetsbare groepen

  • c.

    mensen met een laag inkomen conform de richtlijnen van de gemeente (130% inkomensgrens en vermogensgrens);

  • d.

    lotgenotencontact

Veelal wordt de vrij toegankelijk inloop begeleid door een beroepskracht in combinatie met inzet van (ervaringsdeskundige) vrijwilligers en/ of stagiaires. Door een specifieke paragraaf inloopvoorzieningen te maken in de subsidieregeling kan de samenwerking en samenhang tussen deze initiatieven in de sociale basis verstevigd worden en zo beter bijdragen aan de transformatie.

 

  • 3.

    ‘Paragraaf 4 Bewonersinitiatieven’ wordt gewijzigd naar ‘Paragraaf 5 Bewonersinitiatieven’.

  • 4.

    ‘Paragraaf 10 Overgangsbepalingen’ wordt gewijzigd naar ‘Paragraaf 11 Overgangsbepalingen’.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op de achtste dag na die van bekenmaking.

Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 29 juni 2021 , zaaknummer 234669.

Het college voornoemd,

drs. R.F. Groen MPA

de secretaris,

mr. L.J. Verhulst

de burgemeester.

Naar boven