13e wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Venlo (APV Venlo)

De raad van de gemeente Venlo;

gelezen het voorstel van het college van 11 mei 2021, registratienummer 1752095;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

 

Vast te stellen

  • I.

    de navolgende 13e wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Venlo (APV Venlo).

A.

Art. 2:26 lid 8 wordt gewijzigd als volgt:

8. Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.

B.

Na art. 2:26 lid 8 worden de leden 9 t/m 11 ingevoegd:

9. Het is verboden bij een evenement zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een doel of werkzaamheid in strijd met de openbare orde.

10. Het verbod in het negende lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

11. Een ieder is verplicht bij evenementen alle aanwijzingen van ambtenaren van politie en brandweer in het belang van openbare orde of veiligheid terstond en stipt op te volgen.

C.

Na artikel 2:48 wordt ingevoegd:

Art. 2:48a Verboden lachgasgebruik

Het is verboden op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, lachgas te inhaleren uit een ballon of enig ander hulpmiddel of tanks, ampullen en dergelijke met lachgas tot dat kennelijke doel bij zich te hebben.

D.

Na artikel 2:50 wordt ingevoegd:

Artikel 2:50a Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties

  • 1.

    Het is verboden op openbare plaatsen of in voor het publiek toegankelijke openstaande gebouwen en daarbij behorende erven zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een werkzaamheid of doel in strijd met de openbare orde.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

E.

Na artikel 2:85 wordt ingevoegd:

Afdeling 18 Sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen

Art. 2:86 Sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen

  • 1.

    De burgemeester kan de sluiting - al dan niet voor een bepaalde duur - bevelen van een voor publiek toegankelijk gebouw of daarbij behorend erf, inrichting of ruimte of gedeelte daarvan - niet zijnde een horecabedrijf als bedoeld in artikel 2:29i, seksinrichting in artikel 3:7 of ander vergunningplichtig bedrijf als bedoeld in artikel 2:41g als daar:

    • a.

      is gehandeld in strijd met artikel 1 van de Wet op de kansspelen;

    • b.

      door misdrijf verkregen zaken voorhanden, bewaard of verborgen zijn dan wel zijn verworven of overgedragen;

    • c.

      wapens als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie aanwezig zijn waarvoor geen ontheffing, vergunning of verlof is verleend of

    • d.

      zich andere feiten of omstandigheden hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het geopend blijven van het gebouw, de inrichting of de ruimte ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde.

  • 2.

    De sluiting kan door de burgemeester worden opgeheven indien uit later bekend geworden feiten en omstandigheden moet worden afgeleid dat de bescherming van de belangen in verband waarmee deze regeling van kracht is, geen langere sluiting vergen.

  • 3.

    De sluiting wordt geacht in het openbaar bekend te zijn gemaakt zodra een besluit tot sluiting op, in of nabij de toegang of toegangen van de inrichting is aangebracht.

  • 4.

    De rechthebbende laat toe dat een afschrift van het sluitingsbevel wordt aangebracht.

  • 5.

    Het is verboden, na het van kracht worden van de sluiting als bedoeld in het eerste lid, bezoekers tot de inrichting toe te laten of daarin te laten verblijven.

  • 6.

    Het is een ieder verboden in een bij besluit van de burgemeester gesloten inrichting als bezoeker te verblijven.

F.

Art. 5:12 lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

  • 2.

    Het is verboden op door het college aangewezen openbare plaatsen fietsen of bromfietsen langer dan twee weken onafgebroken te laten staan (weesfietsen) in het belang van het beheer van de openbare ruimte.

  • II.

    te bepalen dat deze wijziging daags na bekendmaking in werking treedt.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 juni 2021.

De griffier, De voorzitter

Geert van Soest, Antoin Scholten

Naar boven