Gemeenteblad van Noordoostpolder
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordoostpolder | Gemeenteblad 2021, 217998 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordoostpolder | Gemeenteblad 2021, 217998 | beleidsregel |
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Noordoostpolder houdende regels omtrent de Wet bevordering integriteitsboordeling door het openbaar bestuur (Beleidsregel Bibob gemeente Noordoostpolder)
De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
overwegende, dat de wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming over het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;
besluiten vast te stellen de volgende:
Beleidsregel voor de toepassing van de wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur gemeente Noordoostpolder
Artikel 3 Toepassingsbereik bij nieuwe of gewijzigde beschikkingen
Uitvoering van een Bibobonderzoek kan bij onderstaande aanvragen voor een beschikking in beginsel plaatsvinden als zij vallen onder een daartoe aangewezen branche of gebied of vallen onder de indicatorenlijst zoals opgenomen in bijlage 1:
De aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder e van de Wabo (het oprichten, veranderen of in werking hebben van een vergunningsplichtige milieu-inrichting), voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van die wet (omgevingsvergunning inrichtingen Wet Milieubeheer). De toepassing blijft beperkt tot de inrichtingen die behoren tot de risicocategorie afval en vuurwerk.
De aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i van de Wabo (activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving), voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van de Wabo is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de wet kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).
Uitvoering van een Bibobonderzoek vindt bij onderstaande aanvragen voor een beschikking in beginsel plaats als er sprake is van ambtelijke informatie of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC of valt onder de indicatorenlijst zoals opgenomen in bijlage 1, die een aanleiding vormen om te vermoeden dat de beschikking zal worden gebruikt als bedoeld in artikel 3 van de wet:
Artikel 4 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen
Het bestuursorgaan kan de wet in beginsel toepassen met betrekking tot reeds verleende beschikkingen indien:
bekend wordt, dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een Bibobonderzoek een ernstige mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene alhier een soortgelijke beschikking is verstrekt. In geval aan betrokkene in meerdere gemeenten binnen het samenwerkingsverband RIEC eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, zal het bestuur het RIEC om coördinatie in een Bibobonderzoek verzoeken;
Bij een weigering om de Bibob-vragenformulieren volledig ingevuld te retourneren, zullen allereerst de daartoe gestelde regels van de Algemene wet bestuursrecht toegepast worden. Bij volharding zal de weigering worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar als genoemd in artikel 4 juncto 3 van de wet. De verstrekte beschikking zal als gevolg daarvan worden ingetrokken.
Artikel 5 Toepassingsbereik bij subsidies
Het bestuursorgaan kan de wet in beginsel toepassen met betrekking tot een aanvraag voor een subsidie of het vaststellen van een subsidie of de intrekking van een reeds verleende of vastgestelde subsidie, e.e.a. als bedoeld in de Awb.
Artikel 6 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties
De rechtspersoon met een overheidstaak kan de wet in beginsel toepassen met betrekking tot vastgoedtransacties, waarbij de gemeente partij of de beoogde partij is. Bij de start van onderhandelingen daartoe, zal de rechtspersoon met een overheidstaak de wederpartij er van in kennis stellen dat een Bibobonderzoek deel kan uitmaken van de procedure.
Artikel 7 Toepassingsbereik bij overheidsopdrachten
De rechtspersoon met een overheidstaak kan het Bibobonderzoek ten aanzien van een gegadigde of onderaannemer in de zin van de wet, uitvoeren bij elke overheidsopdracht waarvoor zij dit overeenkomstig artikel 8 wenselijk acht.
In de in deze beleidslijn bepaalde gevallen, zal betrokkene, naast de gebruikelijke aanvraagformulieren, de Bibob-vragenformulieren dienen in te vullen en in te leveren bij het bestuursorgaan. Daarbij dienen ook de documenten te worden gevoegd, die in deze vragenformulieren zijn vermeld en/of bij de uitreiking van de formulieren door of namens het bestuursorgaan zijn genoemd. De Bibob-vragenformulieren bevatten in elk geval de in artikel 7a van de wet genoemde vragen en daarnaast aanvullende vragen die het bestuursorgaan zo goed mogelijk in staat stellen om het eigen onderzoek te kunnen verrichten.
Alvorens het eigen onderzoek wordt gestart, zal een aanvraag eerst beoordeeld worden conform de bepalingen van de primair van toepassing zijnde wet- en regelgeving, zoals de Algemene wet bestuursrecht, onderliggende regelgeving van de desbetreffende vergunning c.a., etc.
Het daarop aansluitende eigen onderzoek bestaat uit een tweetal stappen:
Wanneer het Bibob-vragenformulier niet volledig wordt ingevuld, wordt een aanvraag op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld. Een weigering om gevraagde extra informatie aan te leveren dan wel onvolledig aan te leveren leidt tot het buiten behandeling stellen van de nieuwe aanvraag dan wel de mogelijkheid tot het intrekken van de reeds verstrekte beschikking (zie artikel 4 juncto 3 van de wet), mits de betrokkene de gelegenheid heeft gehad tot herstel van dit gebrek.
Het bestuursorgaan kan de weigering van de betrokkene om een formulier als bedoeld in artikel 7a, vijfde lid van de wet, volledig in te vullen, in beginsel aanmerken als een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de wet.
Dit geldt ook ingeval de betrokkenen weigert om aanvullende gegevens te verschaffen aan het bestuursorgaan of het ureau.
Een toetsing aan de wet met behulp van een advies van het Bureau geldt in beginsel als een uiterst middel om de integriteit van een betrokken (rechts)persoon te controleren. Bij deze zware inbreuk op de privacy moet het bestuursorgaan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit in acht nemen.
Deze eisen brengen mee dat het bestuursorgaan eerst, zoals hierboven is uitgewerkt, gebruik moet maken van de eigen instrumenten. Voorts moet het vragen van een advies evenredig zijn gelet op de mate van gevaar en de ernst van de strafbare feiten.
Als het bestuursorgaan op basis van het eigen onderzoek of na verkregen advies van het Bureau, in het kader van de wet genoeg aanwijzingen heeft om in redelijkheid te kunnen aantonen dat er sprake is van een mindere mate van gevaar of een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 zevende lid van de wet kan het bestuursorgaan voorschriften aan de beschikking verbinden. Deze voorschriften zijn gericht op het wegnemen of beperken van dergelijk gevaar.
In geval een van het Bureau ontvangen adviesverzoek leidt tot het voornemen om een gevraagde beschikking te weigeren dan wel een eerder verleende beschikking in te trekken, wordt aan betrokkene een kopie van het adviesrapport ter hand gesteld. Betrokkene wordt daarbij door het bestuursorgaan (schriftelijk) gewezen op zijn geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 28 van de wet.
Indien het bestuursorgaan een advies aanvraagt bij het Bureau, wordt op grond van artikel 31 van de wet, de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, door het bestuursorgaan opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies door het Bureau in behandeling wordt genomen en eindigt met de dag waarop het advies is ontvangen, met dien verstande dat deze opschorting niet langer duurt dan de termijn, zoals genoemd in artikel 15, lid 1 van de wet.
Het bestuursorgaan of de rechtspersoon met een overheidstaak gaat over tot een negatief besluit op de aanvraag op de beschikking dan wel inschrijving op een overheidsopdracht of het aangaan van een vastgoedtransactie, indien uit het eigen onderzoek en een eventueel daarop afgegeven advies van het bureau blijkt, dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet. Daarbij zal in geval van een inschrijving op een overheidsopdracht, de geconstateerde ernstige mate van gevaar dienen als versterking van een of meerdere uitsluitingsgronden als genoemd in de Aanbestedingswet 2013.
Indien het bestuursorgaan of de rechtspersoon met een overheidstaak voornemens is negatief te beschikken op de aanvraag op de beschikking dan wel inschrijving op een overheidsopdracht op grond van de wet, of het aangaan van een vastgoedtransactie wordt betrokkene in de gelegenheid gesteld daartegen een zienswijze in te brengen.
Artikel 13 Intrekking oude beleidsregel Bibob gemeente Noordoostpolder
De Beleidsregel Bibob gemeente Noordoostpolder, zoals die is vastgesteld op 6 juni 2016, wordt ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 29 juni 2021.
Het college van burgemeester en wethouder van Noordoostpolder,
de secretaris,
de burgemeester,
De burgemeester van Noordoostpolder,
Bijlage 1, Indicatorenlijst behorende bij de beleidsregel Bibob gemeente Noordoostpolder
Indicatoren die aanleiding kunnen vormen tot het toepassen van de wet. Deze indicatorenlijst is niet limitatief, ook andere gronden of nieuwe ontwikkelingen kunnen aanleiding geven tot het instellen van een Bibobonderzoek.
3. Omstandigheden in de persoon van de betrokkene
Persoon betrokkene / exploitant:
4. Algemeen geldende-en beleidsindicatoren
Mogelijk samengestelde indicatoren voor een Bibob-aanvraag:
Risicocategoriën/aandachtsgebieden:
voor het publiek toegankelijke, besloten ruimten waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet seksuele handelingen worden verricht, seksuele diensten worden aangeboden of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden, zoals prostitutiebedrijven, darkrooms, seksbioscopen, sekswinkels, erotische massagesalons;
vrijplaatsen, waaronder mede begrepen locaties waar of groepen waartegen een effectief overheidsoptreden wordt belemmerd, leidend tot een maatschappelijk ongewenste situatie, waarbij aanwijzingen bestaan voor het aanwezig zijn van strafbare gedragingen waaronder fraude, fiscale fraude en waarbij gesproken kan worden van handhavingsknelpunten. De belemmering betreft soms een bestaande of vermeende dreiging, soms een sociaal-culturele hindernis;
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-217998.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.