Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2021, 217674 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2021, 217674 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent het verminderen van het aantal verkeersbewegingen van en naar bouwlocaties (Subsidieregeling stimulering ritbesparing in de bouwlogistiek 2021- 2023)
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van wethouder Mobiliteit, Jeugd en Taal van 29 juni 2021; kenmerk BS21/00527;
gelet op de artikelen 3, 4, 5 en 8 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;
overwegende, dat het gewenst is om de luchtkwaliteit in Rotterdam te verbeteren en daarom de hoeveelheid verkeersbewegingen van en naar bouwlocaties te verminderen en aannemers te stimuleren het aantal ritten te verminderen door hun bouwlogistiek anders in te richten en vracht te vervoeren met emissieloze voertuigen;
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Het bepaalde in deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidie door het college van burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.
Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de meerkosten die worden gemaakt om ritbesparing te realiseren, gedurende de projectperiode.
Indien op het moment van subsidieaanvraag de aanvrager voor een project reeds maatregelen heeft getroffen voor ritbesparing, wordt door TNO een intakegesprek gehouden met de subsidieaanvrager om de extra ritbesparing voor de resterende periode te bepalen. Voor een dergelijk project geldt dat het niet eerder is gestart dan op 1 januari 2021, dat het moment van subsidieaanvraag niet later is dan 1 maand na publicatie van deze regeling en dat sinds de start van de projectperiode een digitaal systeem is gebruikt voor de registratie van ritten waarmee de aannemer leveringen van vracht vastlegt wat betreft tijd en locatie van levering en de voertuigcategorie.
Artikel 9 Aanvullende weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 8 van de SVR 2014 kan subsidieverlening worden geweigerd indien:
In aanvulling op de artikelen 12 en 12a van de SVR 2014 zijn de onderstaande verplichtingen verbonden:
Aldus vastgesteld in de vergadering van 29 juni 2021.
De secretaris,
V.J.M. Roozen
De burgemeester,
A. Aboutaleb
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 1juli 2021 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Subsidieregeling stimulering ritbesparing in de bouwlogistiek 2021-2023
Deze subsidieregeling is een stimuleringsregeling voor aannemers die bouwwerken uitvoeren binnen de Rotterdamse ruit. Deze regeling heeft tot doel dat aannemers hun bouwlogistiek voor projecten in Rotterdam aanpassen, zodat deze minder emissies veroorzaakt. Dat kunnen aannemers doen door minder ritten te (laten) maken en ritten uit te voeren met emissieloze voertuigen. Het gaat hierbij om zowel bouwmaterialen, bouwmaterieel als om het vervoer van mensen naar en van de bouwplaats.
Het aantal ritten is het aantal afleveringen van vracht met voertuigen naar de bouwplaats en van mensen vanaf de woning naar de bouwplaats.
Een rit van een voertuig dat naar de bouwplaats rijdt en weer terugrijdt, geldt als één rit en telt één keer mee voor subsidie.
Het gaat in deze regeling alleen om bouwwerken zoals kantoren, scholen, zorginstellingen, winkels, woningen, sporthallen, horeca, etc. en niet om bouwwerken voor GWW- of infraprojecten.
De indeling in voertuigcategorieën P en E1 t/m E6 is een indeling die door TNO wordt gehanteerd en is maatgevend voor de gemiddelde NOx uitstoot van een voertuig en wordt gehanteerd onafhankelijk van bouwjaar van het voertuig en soort brandstof.
Het aantal bespaarde – niet gereden en emissieloze – ritten is een maat voor de bespaarde uitstoot en luchtvervuiling. Minder ritten heeft een positief effect op de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en wegverkeerslawaai.
Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet de aanvrager ten minste 50 ritten met vracht (bouwmateriaal of -materieel) besparen. Daarnaast geldt dat ten minste de helft van het subsidiebedrag voor bespaarde ritten met vracht moet zijn.
Ritbesparingen die onvoldoende aantoonbaar zijn of door het college onvoldoende te controleren, zoals carpool (het deelgebruik van een auto voor woon-werkverkeer met meer dan twee personen per rit) worden nadrukkelijk uitgesloten.
De subsidie wordt verstrekt voor het realiseren van minder ritten en emissieloze ritten met bouwmaterialen, bouwmaterieel en personeel. Uitgangspunt voor het subsidiebedrag is de mogelijke besparing op het aantal ritten over de weg waarvoor bijvoorbeeld bouwhubs – locaties waar leveranties worden gesorteerd en worden samengevoegd op basis van hun bestemming voor een gezamenlijk transport – kunnen worden ingezet en mensen in georganiseerd groepsvervoer naar de bouwplaats kunnen worden gebracht, plus het aantal ritten met bouwmaterialen en bouwmaterieel dat wordt vervangen door ritten met emissieloze voertuigen.
Alleen ritten die worden bespaard in de periode vanaf de subsidieaanvraag tot 1 januari 2024 komen voor subsidie in aanmerking.
De subsidie wordt alleen verstrekt aan een aannemer die de opdracht heeft tot het realiseren of renoveren van het bouwwerk. Zie ook de voorwaarden bij de aanvraag in Artikel 8. De aannemer is de feitelijke uitvoerder van het bouwwerk of de renovatie daarvan en de partij die personen, materialen en materieel van en naar de bouwplaats rijdt of laat rijden.
Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Alleen meerkosten komen in aanmerking voor subsidie. De meerkosten zijn bijvoorbeeld de kosten die de aannemer maakt om een zogenaamde bouwhub in te richten of te huren, of de inzet van emissieloze voertuigen.
Emissieloze ritten en ritbesparingen die al onderdeel zijn van een gegund contract voor het bouwwerk worden gezien als onderdeel van de prijs en worden derhalve niet beschouwd als meerkosten en zijn niet subsidiabel.
Artikel 6 Hoogte van de subsidie
De aanvrager kan een schatting maken of hij de drempel haalt van 50 ritbesparingen met vracht. Op basis daarvan kan hij besluiten om bij TNO een berekening te laten doen ten behoeve van een aanvraag voor subsidie. Deze berekening moet onderdeel uitmaken van de subsidieaanvraag.
De aanvraag wordt vervolgens door de gemeente in detail bekeken en doorgerekend en daaruit volgt een besparingspotentieel per voertuigcategorie en een subsidiebedrag.
De meerkosten die de aannemer maakt voor ritbesparing vormen de basis voor de subsidie. De subsidie mag nooit meer zijn dan 50% van deze meerkosten.
Het subsidiebedrag per bespaarde rit per voertuigcategorie is afhankelijk van de gemiddelde uitstoot van de voertuigcategorie. Er zijn zeven voertuigcategorieën gedefinieerd volgens de indeling P, E1 t/m E6.
De subsidie voor emissieloze ritten wordt bepaald op basis van het aantal ritten met een brandstof aangedreven voertuigen (ritten P, E1 t/m E6 met vracht) dat wordt vervangen door ritten met een emissieloos voertuig.
De subsidie wordt niet berekend op basis van het aantal emissieloze ritten.
Voor het bepalen van de potentiële ritbesparing per voertuigcategorie en het daarmee aan te vragen subsidiebedrag voert TNO een berekening uit en stelt het toetsingsdocument op.
Als de aannemer inschat dat hij meer dan 50 ritten met materiaal en materieel kan besparen, kan hij een gesprek met de gemeente aanvragen. Vervolgens laat de gemeente door TNO, eventueel na een gesprek van TNO met de aannemer, de ritbesparing per voertuigcategorie P, E1 t/m E6 vaststellen. Daar komt vervolgens een potentieel subsidiebedrag uit dat de aannemer kan invullen op het aanvraagformulier. Op grond van deze berekening wordt de hoogte van de subsidie vastgesteld, tot een maximum van € 150.000 per bouwwerk. Dit subsidiebedrag vult de aanvrager in op het aanvraagformulier.
De subsidieverstrekker wil een bewijs dat de aanvrager een aannemer is door een recent uittreksel uit het KvK register en dat de aannemer werkt in opdracht van de eigenaar van het bouwwerk, bijvoorbeeld met een opdrachtbrief.
Het college heeft het toetsingsdocument nodig om te weten hoeveel ritten de aannemer van plan is te gaan besparen en hoe hoog het subsidiebedrag is dat de aannemer kan aanvragen.
Om er zeker van te zijn dat de aannemer de maatregelen voor ritbesparing gaat nemen, verlangt het college een ondertekende brief waarin is opgenomen dat de directie verantwoordelijkheid neemt om de maatregelen voor ritbesparing te nemen en toeziet op de uitvoering ervan.
De gegevens van de aanvraag zoals samengevat in het toetsingsdocument, worden uitsluitend gebruikt voor het vaststellen van het besparingspotentieel. Deze gegevens worden niet verder verspreid.
Wel publiceert het college na subsidieverlening de locatie van het bouwwerk, de naam van de aanvrager, de hoogte van het subsidiebedrag en de maatregelen voor ritbesparing.
Subsidie is een stimuleringsmaatregel waarmee alleen activiteiten worden ondersteund die zonder subsidie niet zouden worden uitgevoerd. Als voor een project reeds initiatieven zijn genomen om ritten te besparen, zal worden berekend wat het extra besparingspotentieel is van initiatieven zoals een andere of extra bouwhub of extra emissieloze ritten. Hiertoe is een gesprek tussen aanvrager, TNO en subsidieverstrekker nodig om vast te stellen wat de gevolgen van de extra initiatieven voor de ritbesparing zijn.
Artikel 9 Aanvullende weigeringsgronden
Het college kan subsidie weigeren als de aanvrager eerder voor hetzelfde bouwwerk een subsidie heeft verkregen op grond van deze regeling of op grond van de Subsidieregeling stimulering ritbesparing in de bouwlogistiek 2019-2021.
Tijdens de intake door TNO moet de aanvrager aangeven hoe hij voor bewijslast gaat zorgen voor de maatregelen voor ritbesparingen.
De bewijslast moet zodanig zijn dat het college eenvoudig en ondubbelzinnig kan nagaan of de maatregel is genomen en dat de maatregel het aantal ritbesparingen oplevert waarvoor subsidie is verleend.
Subsidie kan worden geweigerd indien voor een vergelijkbaar project of voor een vergelijkbare activiteit subsidie is verkregen of kan worden verkregen vanuit de subsidieregeling Lab ZES 2020-2024.
Direct na de subsidieverlening publiceert het college de gegevens van de subsidie.
De subsidieontvanger is verplicht om inzicht te geven in de maatregelen die hij neemt om ritten te besparen, zoals het gebruik van een bouwhub, prefab materialen, groepsvervoer en maatregelen voor het gebruik van bijvoorbeeld openbaar vervoer of de fiets, zodanig dat het college kan toetsen of het aantal gesubsidieerde ritten daadwerkelijk is bespaard.
Tevens moet de subsidieontvanger aangeven of ritten zijn uitgevoerd met emissieloze voertuigen die ritten besparen in de categorie E1 t/m E6, bijvoorbeeld door facturen van het emissieloze transport te overleggen of ritregistraties te overhandigen indien het een emissieloos voertuig van de aannemer betreft. Deze emissieloze ritten worden namelijk ook als besparing aangemerkt.
De subsidieontvanger werkt mee aan het door het college kunnen uitvoeren van controles bij de maatregelen voor ritbesparing, zowel administratief als fysiek, bijvoorbeeld door het verzorgen van stroom voor camera’s en het kunnen plaatsen van meetapparatuur.
Het college verplicht de subsidieverkrijger om de resultaten te delen met de branche en ten minste de algemene gegevens over het bouwwerk, het aantal bespaarde ritten per voertuigcategorie en de wijze waarop de besparing is gerealiseerd, bijvoorbeeld doordat hij gebruik heeft gemaakt van een bouwhub en emissieloze voertuigen heeft ingezet.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-217674.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.