Verordening van de raad van de gemeente Edam-Volendam houdende de tweede wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Edam-Volendam 2016 (Tweede wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Edam-Volendam 2016)

 

De raad van de gemeente Edam-Volendam;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 mei 2021, nummer D-RVS-21116911;

 

gelet op de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet;

 

B E S L U I T :

 

vast te stellen de volgende tweede wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Edam-Volendam 2016.

Artikel I  

Artikel 5:25, luidende:

Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen

  • 1.

    Het is verboden met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen op door het college aangewezen gedeelten van openbaar water.

  • 2.

    Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op niet krachtens het eerste lid aangewezen gedeelten van openbaar water:

    • a.

      nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente;

    • b.

      beperkingen stellen naar soort en aantal vaartuigen.

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Provinciale vaarwegenverordening of de Provinciale landschapsverordening en de Verordening op het gebruik van de havens en binnenwateren in de gemeente Edam-Volendam (havenverordening).

te wijzigen als volgt:

Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen

  • 1.

    Het is verboden met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen op door het college aangewezen gedeelten van openbaar water.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is het verboden zonder vergunning van het college met een woonschip een ligplaats in te nemen.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 wordt de in het tweede lid bedoelde vergunning geweigerd, indien sprake is van strijd met het bestemmingsplan, het bepaalde in het eerste lid of indien de betreffende ligplaats reeds is vergund.

  • 4.

    Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op niet krachtens het eerste lid aangewezen gedeelten van openbaar water:

    • a.

      nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente;

    • b.

      beperkingen stellen naar soort en aantal vaartuigen.

  • 5.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, een verordening van de provincie Noord-Holland of de Havenbeheerverordening Edam-Volendam.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

 

Aldus besloten door de gemeenteraad van

Edam-Volendam in zijn openbare vergadering

d.d. 1 juli 2021,

de griffier,

mr. M. van Essen.

de voorzitter,

L.J. Sievers.

Naar boven