Gemeenteblad van Edam-Volendam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Edam-Volendam | Gemeenteblad 2021, 215713 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Edam-Volendam | Gemeenteblad 2021, 215713 | Verordeningen |
Verordening van de raad van de gemeente Edam-Volendam houdende regels omtrent het innemen van ligplaatsen en het gebruik van de haven (Havenbeheersverordening Edam-Volendam)
De raad van de gemeente Edam-Volendam;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 mei 2021 nummer D-RVS-21116911;
gelet op de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet;
overwegende dat het wenselijk is om kaders te creëren waarmee de gemeentelijke belangen in de havens worden beschermd en dat tegelijkertijd de rechten en plichten met betrekking tot het gebruik van de havens inzichtelijk worden gemaakt;
vast te stellen de volgende Havenbeheersverordening Edam-Volendam.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
gevaarlijke stoffen: stoffen die gevaar voor explosie, brand, corrosie, vergiftiging, bedwelming of straling kunnen opleveren, zoals vermeld in de IMO-code (het IMO-nummer is het scheepsidentificatienummer dat bestaat uit drie letters “IMO” (voor International Maritime Organisation) gevolgd door zevencijferig getal dat wordt uitgegeven door Lloyd’s Register bij de bouw van een zeeschip) voor het vervoer van verpakte gevaarlijke stoffen over zee (International Maritime Dangerous Goods Code), de Code voor de bouw en uitrusting van schepen die gevaarlijke chemicaliën in bulk vervoeren (International Bulk Chemical Code), de Internationale Code voor de bouw en uitrusting van schepen die vloeibaar gemaakte gassen in bulk vervoeren (International Gas Carrier Code) en het in de bijlage bij het Europees Verdrag inzake het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over binnenwateren opgenomen Reglement (ADN), met uitzondering van eetbare oliën;
schip: elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen, drijvende werktuigen zoals kranen, baggermolens, pontons of materieel van soortgelijke aard, alsmede woonschepen en woonarken;
Hoofdstuk 2 Orde in en gebruik van de haven
Artikel 2:1 Ligplaatsenoverzicht
Het college stelt een ligplaatsenoverzicht vast, bestaande uit een kaart van de haven met daarop aangegeven de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor bepaalde categorieën schepen.
De schipper is verplicht er voor zorg te dragen dat de vrije doorvaart in de haven altijd mogelijk is.
Artikel 2:10 Maatregelen bij ijsgang of dichtgevroren water
Bij ijsgang of dichtgevroren water in de haven is de schipper verplicht, als hij met zijn schip een ligplaats wenst in te nemen of te verlaten, dan wel een aanwijzing van de havenmeester daartoe ontvangt, voor zijn rekening en risico zo nodig het ijs te breken of een sleepboot te gebruiken.
Artikel 2:14 Verbod zeilplanken in de haven
Het is verboden met een zeilplank of soortgelijk vaartuig in de haven te varen.
Artikel 2:16 Gebruik reddingsmiddelen en brandbestrijdingsmiddelen
Het is verboden de zich op de wal bevindende reddingsmiddelen en brandbestrijdingsmiddelen te gebruiken anders dan bij onmiddellijk gevaar, dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken of te verwijderen.
Hoofdstuk 3 Veiligheid en bescherming milieu in en in de omgeving van de haven
Artikel 3:2 Verontreiniging van lucht; stank-, hinder- of risicoveroorzakende stoffen
Het is verboden stoffen uit een schip te laten ontsnappen, waardoor gevaar, schade of hinder ontstaat of kan ontstaan.
Artikel 3:3 (Huishoudelijk) afval
Onverminderd het bepaalde in de Afvalstoffenverordening gemeente Edam-Volendam is het verboden zich van huishoudelijke afvalstoffen afkomstig uit een in de haven liggend schip te ontdoen anders dan door gebruikmaking van de daartoe bij de haven geplaatste en als zodanig aangegeven afvalstoffencontainers. Grof huishoudelijk afval dient aangeboden te worden aan een erkend inzamelaar.
Het is verboden om in de haven aan boord van een schip enigerlei wijze open vuur, behoudens vaste kooktoestellen, te bezigen.
Artikel 3:7 Melding en verwijdering van te water geraakte stoffen of voorwerpen
Degene door wiens toedoen een voorwerp of stof vrijkomt of in het water terechtkomt, waardoor gevaar, schade of hinder wordt of kan worden veroorzaakt, draagt ervoor zorg dat:
Artikel 3:8 Verrichten van werkzaamheden
Het is eenieder verboden om aan, buiten boord of onder een schip of aan een voorwerp aan boord van een schip werkzaamheden te verrichten of doen verrichten, die verband houden met de bedrijfsgereedheid, de aanpassing, het herstel of de verbetering van het schip of het voorwerp, tenzij:
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 4:4 Betreden van woonruimten
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften die strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 4:5 Ontzegging toegang haven
Indien na overtreding van een verbod in deze verordening naar het oordeel van het college ernstige vrees bestaat dat de openbare orde of de veiligheid in de haven door de overtreder(s) opnieuw zal kunnen worden verstoord, kan het college het schip van deze overtreder(s) voor maximaal drie maanden de toegang tot de haven ontzeggen. Indien de overtreder(s) nadien de orde opnieuw verstoort, kan de ontzegging voor een langere periode worden opgelegd.
Aldus besloten door de gemeenteraad van
Edam-Volendam in zijn openbare vergadering
d.d. 1 juli 2021,
de griffier,
mr. M. van Essen.
de voorzitter,
L.J. Sievers.
Omdat het huidige en gewenste gebruik niet overeenstemt met de in 2017 vastgestelde Verordening havens en openbaar water gemeente Edam-Volendam is er voor gekozen deze te herzien.
De Havenbeheersverordening Edam-Volendam bevat de regels die van toepassing zijn op schepen wanneer deze de gemeentelijke haven aandoen. Hiermee worden de gemeentelijke belangen beschermd en tegelijkertijd worden de rechten en plichten van zowel de scheepvaart als de havenmeester inzichtelijk gemaakt. Daarbij heeft deze verordening voor ogen dit alles op een overzichtelijke, duidelijke manier te regelen, ontdaan van overbodige regels en administratieve lasten.
Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hieronder behandeld.
De bruine vloot is de professionele passagiersvaart (chartervaart) met traditionele zeilschepen in Nederland. De vloot bestaat uit meer dan 400 zeilschepen, waarmee in het verleden vracht werd vervoerd. Met deze schepen kunnen tegenwoordig vaarvakanties gemaakt worden variërend van één dag tot meer dan vier weken. De term verwijst naar de oorspronkelijke kleur van de zeilen op deze schepen. De kleur ontstond door het tanen van de zeilen met cachou. De meeste van deze schepen zijn van het type platbodem en rondbouw, maar ook andere types als de rivierklipper worden daarbij geteld. Vaak worden alle varende monumenten gezien als bruine vloot, maar zeker niet alle historische schepen worden nog beroepsmatig gebruikt. Schepen van de vloot varen voornamelijk op het Markermeer, het IJsselmeer en de Waddenzee.
Artikel 2:1 Ligplaatsenoverzicht
Door het vaststellen van een ligplaatsenoverzicht kan het college bepalen waar in de haven bepaalde plaatsen of gebieden bestemd zijn voor bepaalde categorieën schepen. Het college werkt dit uit op een kaart. Het aanwijzen van die gebieden is mede ingegeven door het feit dat van oudsher met verschillende partijen privaatrechtelijke overeenkomsten bestaan. Deze rechten moeten worden gerespecteerd in de publiekrechtelijke regeling (=deze verordening).
Artikel 2:2 Meldplicht bij de havenmeester
Het is om meerdere redenen wenselijk dat de havenmeester beschikt over de contactgegevens van de schipper of eigenaar van een schip. Indien tijdens diens afwezigheid een calamiteit in de haven of aan boord van het schip plaatsvindt, moet de havenmeester de mogelijkheid hebben snel met betrokkene(n) te communiceren. Gelet daarop de verplichting afwezigheid van langer dan 24 uur te melden bij de havenmeester.
Artikel 2:5 Verbod nemen ligplaats
Het is verboden ligplaats in te nemen op een plaats die daartoe niet bestemd is. Dit verbod is gerelateerd aan het ligplaatsenoverzicht (artikel 2:1). Gebieden/plaatsen aangewezen voor bepaalde categorieën schepen zijn dus ook voor die schepen bestemd. Afhankelijk van de bezetting in de haven kan de havenmeester al dan niet onder voorwaarden toestemming geven ligplaats in te nemen in een gebied/plaats aangewezen voor andere categorieën schepen. Is de ruimte weer nodig voor een schip, die wel behoort tot het voor dat gebied aangewezen categorie, dan zal het andere schip op aanwijzing van de havenmeester moeten verplaatsen. Deze bevoegdheid is voor de havenmeester opgenomen, omdat het niet wenselijk is bepaalde schepen te moeten weigeren vanwege de beschikbare ruimte in het overige deel van de haven, terwijl in de aangewezen gebieden (al dan niet tijdelijk) wel ruimte aanwezig is.
Artikel 2:6 Gebruik van een schip
Het toeristisch-recreatief gebruik van de haven als passantenhaven staat voorop. Door van oudsher met verschillende partijen bestaande privaatrechtelijke overeenkomsten, liggen er in de haven ook schepen met een bedrijfsmatig karakter. Dit geldt en gold sowieso ook voor de beroepsvisserij. Overigens passen de traditionele vissersschepen bij de uitstraling van een toeristisch-recreatieve haven. Dit geldt ook voor schepen, die behoren tot de bruine vloot en andere historische schepen. Omdat dergelijke schepen vaak ook bedrijfsmatig worden gebruikt, dient dit gebruik als uitzondering te worden toegestaan. De havenmeester heeft ook de bevoegdheid passanten met een bedrijfsmatig karakter toe te staan, indien dit naar zijn oordeel gelet op de bezetting van de haven mogelijk is.
Artikel 2:7 Duur verblijf in de haven
Zoals hiervoor al aangegeven, staat het gebruik van de haven als passantenhaven voorop. Gelet daarop wordt het innemen van een ligplaats beperkt tot maximaal 14 dagen. Vanwege bestaande privaatrechtelijke afspraken, de historisch-recreatieve toegevoegde waarde van het soort schip of de aard van het schip (woonschip/woonark) geldt dat uitgangspunt niet voor de genoemde categorieën schepen, die liggen in de daarvoor aangewezen gebieden (zie artikel 2:1).
Afhankelijk van de bezetting in de haven kan de havenmeester ook een langer verblijf van een schip toestaan.
Artikel 2:12 Zwem- en visverbod en 2:14 Verbod zeilplanken in de haven
Vissen, zwemmen, surfplanken, sup-boards en vergelijkbare vaartuigen is/zijn niet toegestaan in de haven met het oog op de veiligheid in de haven. Van het verbod te vissen in de haven kan het college ontheffing verlenen. Een ontheffing wordt alleen verleend aan degene aan wie de gemeente op grond van de Visserijwet 1963 het visrecht heeft verhuurd. In de haven is de gemeente namelijk als eigenaar van het water/de ondergrond ook rechthebbende om te vissen. Dit recht kan worden verhuurd.
Artikel 2:13 Woonschepen en woonarken
Door de gebieden/plaatsen aan te wijzen waar woonschepen/woonarken mogen liggen in het ligplaatsenoverzicht, zou afgezien kunnen worden van een vergunningenstelsel. Tenslotte is het beleid niet gericht op verdere uitbreiding van het aantal woonschepen/woonarken en worden de ligplaatsen voor woonschepen ook geregeld in het bestemmingsplan. Om financiering bij een financiële instelling te verkrijgen wordt echter aan eigenaren van woonschepen/woonarken veelal gevraagd een ligplaatsvergunning over te leggen. Om die reden is het vereiste van een vergunning voor woonschepen/woonarken gehandhaafd.
Artikel 3:8 Verrichten van werkzaamheden
Dit artikel geeft regels over het verrichten van werkzaamheden aan schepen. Hieronder vallen ook werkzaamheden die buiten boord of onderwater aan het schip plaatsvinden. Het verbod richt zich tot ‘eenieder’.
Grotere reparaties aan schepen vinden doorgaans plaats op of aan een werf. Kleine reparaties worden echter vaak aan boord verricht door de eigen bemanning of door buitenstaanders. Het verrichten van reparaties kan onder bepaalde omstandigheden gevaren met zich meebrengen.
Om te voorkomen dat een kleine scheepsreparatie buiten een werf tot een reparatie van grote omvang, met inherente veiligheidsrisico's en grote tijdsduur uitgroeit, kunnen dergelijke werkzaamheden alleen met toestemming van de havenmeester plaatsvinden.
Artikel 4:4 Betreden van woonruimten
In artikel 5:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), is bepaald dat een toezichthouder een woning niet mag betreden als de bewoner daar geen toestemming voor geeft. De bevoegdheid tot het binnentreden is gestoeld op artikel 149a van de Gemeentewet. Artikel 149a strekt ertoe dat de gemeenteraad in bepaalde gevallen de bevoegdheid kan verlenen tot het binnentreden in woningen zonder toestemming van de bewoner. Het gaat hier om binnentreden ter uitoefening van toezicht en opsporing in verband met de naleving van voorschriften inzake handhaving van de openbare orde of veiligheid en bescherming van het leven of de gezondheid van personen.
Het binnentreden in woningen behoort niet tot de bevoegdheden die afdeling 5.2 van de Awb aan iedere toezichthouder verleent. De bevoegdheid tot uitoefening van bestuursdwang is in de Gemeentewet voor alle gevallen geregeld in artikel 125. De Algemene wet op het binnentreden is ook hier van toepassing, zodat voor binnentreden zonder toestemming van de bewoner een machtiging noodzakelijk is.
De Algemene wet op het binnentreden maakt onderscheid tussen het bevoegd zijn tot binnentreden in een woning en het nodig hebben van een machtiging om tot binnentreden in een woning in een concreet geval over te mogen gaan. Artikel 149a attribueert aan de gemeenteraad de bevoegdheid om personen de bevoegdheid, en dus niet de machtiging, te verlenen tot binnentreden. Op grond van art. 5:27, tweede lid, van de Awb is het bestuursorgaan dat bestuursdwang toepast bevoegd tot het verlenen van deze machtiging.
De bevoegdheid tot binnentreden zal slechts uitgeoefend mogen worden voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van de taak waarvoor binnen wordt getreden, nodig is. Opgemerkt wordt dat onder het begrip ‘woning’ tevens een woning aan boord van een schip moet worden verstaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-215713.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.