Gemeenteblad van Utrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Gemeenteblad 2021, 206372 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Gemeenteblad 2021, 206372 | Verordeningen |
Nadere regel subsidie onderwijs gemeente Utrecht
Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1.2 Beleidsdoelstelling Goed onderwijs voor de Utrechtse jeugd
In Utrecht willen we dat alle kinderen en jongeren gezond en veilig kunnen opgroeien en de ruimte krijgen om hun talenten te ontwikkelen. Voor de meeste kinderen en jongeren verloopt dit zonder grote problemen, maar voor sommigen is hier ondersteuning bij nodig. De partners in de Utrechtse OnderwijsAgenda werken met elkaar samen aan goed onderwijs voor de Utrechtse jeugd.
We willen voortdurend leren, mét onze partners, omdat we beseffen dat we elkaar nodig hebben, voor contact maken met de mensen, en voor ervaring, kennis en expertise. De gemeente werkt daarbij vanuit een eigen rol en taak in het overstijgend algemeen belang van inwoners van Utrecht, en van kwetsbare inwoners in het bijzonder. Daarom wil de gemeente voor het onderwijsbeleid werken aan de volgende opgaven:
Een van de manieren waarop de gemeente werkt aan deze opgaven is het beschikbaar stellen van subsidie. De manier en de mate waarin we subsidie verstrekken is voor elke opgave verschillend. We sluiten aan bij wat voor elke opgave de optimale werkwijze is.
We werken samen met de onderwijspartners volgens het Utrechts Sturingsmodel dat bestaat uit de vier pijlers: waarden, kaders, dialoog, en monitorinformatie.
De gemeente Utrecht werkt aan het onderwijsbeleid vanuit de volgende waarden:
We investeren in een stevige basis, goed onderwijs voor alle kinderen. Sommige leerlingen hebben iets extra’s nodig. Door een tijdige en gerichte inzet kunnen alle leerlingen de kans krijgen om hun talenten te ontdekken en ontwikkelen. We laten ons leiden door wat leerlingen nodig hebben, daarbij leveren we maatwerk, zoeken we naar creatieve oplossingen en treden we soms buiten de kaders.
Met de partners wordt de ondersteuning geboden om jongeren hun schoolloopbaan zo goed mogelijk te laten doorlopen. Er is aandacht voor ieders rol en verantwoordelijkheid. Er is sprake van transparantie in de inzet en de effecten die worden nagestreefd. Als duidelijk is dat een interventie niet werkt wordt ermee gestopt. De gemeente Utrecht is ambitieus en realistisch.
De kaders voor subsidie worden gesteld door het budgetplafond en deze nadere regel.
Bij de dialoog met onze onderwijspartners gaat het gesprek naast waarden en kaders ook over het samen ontwikkelen en delen van kennis en ervaring, en over effectiviteit.
De monitorinformatie die samen met de onderwijspartners wordt ontwikkeld is van belang om de effectiviteit van verschillende vormen van inzet te evalueren en daarvan te leren voor het vervolg.
Artikel 2.1.3 Eisen aan de subsidieaanvrager
De subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid. De aanvrager is een bestuur van een onderwijsinstelling, een samenwerkingsverband van onderwijsinstellingen, of een stichting zonder winstoogmerk die aantoonbaar samenwerkt met het Utrechtse onderwijs- of taalnetwerk.
In de paragrafen 3.1, 3.2, 3.3 en 3.4 staat aangegeven welke rechtspersonen kunnen aanvragen en welke aanvullende eisen er worden gesteld.
Het is toegestaan dat één schoolbestuur als penvoerder mede namens een andere organisatie(s) subsidie aanvraagt voor een activiteit waarin de betreffende organisaties samenwerken.
Artikel 2.1.4 Vaststelling subsidieplafond
Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks de subsidieplafonds per doelstelling vast door middel van de subsidiestaat. Deze is te vinden op www.utrecht.nl/subsidie.
Artikel 2.1.5 Eisen aan de subsidieaanvraag
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager in ieder geval een bijdrage te leveren aan de doelstellingen van de Programmabegroting van de gemeente Utrecht en het behalen van de doelstellingen zoals beschreven in deze nadere regel.
De aanvrager dient een integrale aanvraag in voor alle activiteiten met een jaarsubsidie, uitgezonderd de activiteiten waarin meerdere schoolbesturen samenwerken. Voor eenmalige activiteiten en voor activiteiten waarin meerdere organisaties met elkaar samenwerken, kunnen afzonderlijke aanvragen worden ingediend.
De aanvraag wordt ter attentie van burgemeester en wethouders ingediend en bevat in elk geval:
Aantal leerlingen en achterstandsscore
Bij sommige subsidiabele activiteiten wordt de hoogte van de subsidie per kalenderjaar bepaald door middel van een verdeelsleutel. De werking van de verdeelsleutel wordt nader toegelicht bij de subsidies waarin deze van kracht is.
Artikel 2.1.6 Indieningstermijn subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen dienen uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd te worden ingediend door middel van e-herkenning.
Voor Utrecht Leert! (artikel 3.4.1) kunnen aanvragen gedurende het hele jaar worden ingediend.
Voor de aanvragen voor Onderwijsimpuls (artikel 3.4.3) is er een tweede indieningstermijn, uiterlijk de eerste vrijdag na de meivakantie zoals vastgesteld door het Rijk, van het lopende kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
Artikel 2.1.7 Beoordeling subsidieaanvraag
Bij de inhoudelijke beoordeling van de subsidieaanvraag wordt naar een aantal aspecten gekeken.
De volgende criteria worden gehanteerd bij de beoordeling van de aanvraag:
In de paragrafen 3.1, 3.2, 3.3 en 3.4 kunnen aanvullende dan wel afwijkende criteria voor de beoordeling staan.
Hoofdstuk 3 Aanvullende bepalingen
Paragraaf 3.1. Taal- en talentontwikkeling
In deze paragraaf staan de subsidies die tot doel hebben het verminderen van taal- en onderwijsachterstanden. Daar vallen ook onder brede talentontwikkeling en cultuureducatie, en de inzet van personeel dat hierbij kan ondersteunen.
Artikel 3.1.1. Versterken van taal
Versterken van taal maakt in Utrecht deel uit van het onderwijsachterstandenbeleid. De aanvrager kan deze subsidie inzetten op de manier die past bij de taalachterstandenproblematiek van elke afzonderlijke school. De middelen voor taalachterstandenbestrijding dienen te worden ingezet in die groepen en voor die leerlingen die deze intensievere/extra inzet het hardst nodig hebben. Vanwege de doorgaande lijn met de voorschoolse educatie, wordt er verwacht dat een deel van deze middelen in ieder geval worden ingezet in de kleutergroepen.
Leerlingen met (een risico op) een taalachterstand optimaal toerusten om hun schoolloopbaan goed te kunnen vervolgen.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie kan worden aangevraagd door Utrechtse schoolbesturen primair onderwijs met een of meer scholen die volgens het CBS een achterstandsscore van minimaal 1,25 hebben.
Activiteiten ter verbetering van de taalprestaties van leerlingen met (een risico op) een taalachterstand.
4. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
In de aanvraag geeft de aanvrager zijn algemene visie op het bestrijden van taal/onderwijsachterstanden en welke scholen voor welke activiteiten subsidie ontvangen en hoeveel leerlingen met (een risico op) een taalachterstand met deze activiteiten worden bereikt. Er wordt een beschrijving op hoofdlijnen verwacht.
5. Verdeelsleutel subsidiebedrag
Het voor deze activiteiten beschikbare subsidiebedrag wordt naar rato verdeeld onder de aanvragers op basis van de optelsom van alle achterstandsscores van alle scholen per bestuur die volgens het CBS een minimale gemiddelde achterstandsscore van 1,25 hebben.
De gemiddelde achterstandsscore wordt berekend door de achterstandsscore [zonder drempel] te delen door het aantal leerlingen.
Artikel 3.1.2. Transformatie Brede School Academie
De Brede School Academie maakt onderdeel uit van het onderwijsachterstandenbeleid in Utrecht.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie kan worden aangevraagd door één Utrechts schoolbestuur primair onderwijs met een of meer scholen die volgens het CBS een achterstandsscore van minimaal 1,25 hebben, dat mede namens ander(e) schoolbestuur/schoolbesturen aanvraagt.
4. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
Artikel 3.1.3. Taal en onderwijs voor nieuwkomers Primair Onderwijs
Nieuwkomers (leerlingen in het PO) leren de Nederlandse taal zodat zij na ca. 1½ jaar Taalschool bij uitstroom naar het reguliere onderwijs Nederlands spreken, lezen en schrijven – passend bij het vastgestelde uitstroomniveau.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door één schoolbestuur Primair Onderwijs dat namens de andere schoolbesturen de voorziening Taalschool in Utrecht in stand houdt.
Het aanbieden van (taal)onderwijs en adequate begeleiding aan nieuwkomers gericht op het leren van de Nederlandse taal, met als doel Nederlands kunnen spreken, lezen en schrijven – passend bij het vastgestelde uitstroomniveau.
Artikel 3.1.4. Taal en onderwijs voor nieuwkomers Voortgezet Onderwijs
Nieuwkomers (leerlingen in het VO) leren de Nederlandse taal zodat zij na ca. 1½ jaar bij uitstroom naar het reguliere onderwijs Nederlands spreken, lezen en schrijven – passend bij het vastgestelde uitstroomniveau.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Eén schoolbestuur Voortgezet Onderwijs, dat namens de ander schoolbesturen de Internationale schakelklassen in Utrecht verzorgt.
Het aanbieden van (taal)onderwijs) en adequate begeleiding) aan nieuwkomers gericht op het leren van de Nederlandse taal, met als doel Nederlands kunnen spreken, lezen en schrijven. Leerlingen stromen succesvol door naar voortgezet onderwijs of vervolgonderwijs dat past bij het vastgestelde uitstroomniveau.
Artikel 3.1.5. NT2-onderwijs voor volwassenen HBO+ zonder inburgeringsplicht
Voor nieuwkomers zonder inburgeringsplicht en een opleiding op tenminste hbo-niveau bestaat geen landelijk beleid dat hen in staat stelt de Nederlandse taal te leren. Zij krijgen met deze subsidie de mogelijkheid om de Nederlandse taal te leren en waar mogelijk een Staatsexamen NT2 te behalen. Zo wordt hen de mogelijkheid geboden om hun talenten te ontwikkelen, zodat zij zelfstandig kunnen deelnemen aan de Utrechtse samenleving, op de arbeidsmarkt, in de buurt en in hun rol als ouder van hun kinderen op en rond de school.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie wordt verleend aan één aanvrager, met aantoonbare ervaring in de organisatie van NT2 cursussen voor volwassenen. Bij meerdere aanvragers, zullen de aanvragen worden beoordeeld volgens de criteria in paragraaf 2.7.
De uitvoering van taalmodules, als stappen die gericht zijn op het niveau van het Staatsexamen NT2. Het gaat om kosten die noodzakelijk zijn voor werving en intake van deelnemers, organisatie, materialen, deskundige docenten en noodzakelijke registratie en administratie.
De aanvrager geeft tevens aan welke eigen bijdrage deelnemers betalen.
De organisatie voldoet aan de kwaliteitseisen die door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn gesteld aan het non-formeel onderwijs gefinancierd uit de WEB, het keurmerk Blik op Werk of een vergelijkbaar keurmerk dat is goedgekeurd door het ministerie van SZW.
De organisatie rapporteert ieder kwartaal over in-, uit- en doorstroom van deelnemers, redenen van uitval en behaalde resultaten. Op grond van nieuwe eisen van het ministerie van SZW kunnen nieuwe eisen worden gesteld aan aard en inhoud van de rapportage.
De organisatie is in staat en bereid om actief deel uit te maken van het Utrechtse taalnetwerk voor volwassenen
Artikel 3.1.6. Talentontwikkeling Primair Onderwijs
Een samenhangend aanbod van talentontwikkeling, ouderbetrokkenheid en pedagogische aanpak/burgerschap.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie kan worden aangevraagd door schoolbesturen Primair Onderwijs, die een of meer scholen hebben met een achterstandsscore van 1,25 of hoger.
Minimaal 50% van de leerlingen van de scholen met een achterstandsscore van 1,25 of hoger maakt kennis met activiteiten voor sport, kunst, cultuur en techniek die aanvullend zijn op het verplichte curriculum. Deze activiteiten vinden bij voorkeur plaats binnen het netwerk van de Brede School. De Brede School stimuleert actief de deelname van leerlingen die dat nodig hebben om gelijke kansen te krijgen.
De school werkt hierin samen met externe partners vanuit een gedeelde pedagogische werkwijze.
Het activiteitenbudget is alleen in te zetten ten behoeve van activiteiten
4. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
Een activiteitenplan per jaar waarin de activiteiten, beoogde doelen, verwachte resultaten en bereik zijn opgenomen.
5. Verdeelsleutel subsidiebedrag
Het beschikbare subsidiebedrag wordt verdeeld onder de aanvragers op basis van de leerlingenaantallen op de scholen die volgens het CBS een gemiddelde achterstandsscore van 1,25 of hoger hebben. Schoolbesturen zijn vrij het bedrag naar eigen inzicht over de scholen binnen het bestuur te verdelen, zolang ze de scholen die een achterstandsscore van meer dan1,25 hebben hierbij betrekken.
Voor Brede Scholen is in totaal 11,8 fte combinatiefuncties beschikbaar. De combinatiefunctionaris Brede School zorgt voor coördinatie en samenhang van het activiteitenaanbod, voor deskundigheidsbevordering van de medewerkers en een gezamenlijke pedagogische aanpak van de samenwerkende partners. Ook zorgen zij voor samenhang binnen het netwerk in de wijk.
De aanvraag is gebaseerd op het meerjarenplan Brede School waarin de activiteiten, beoogde doelen, verwachte resultaten en bereik zijn opgenomen.
De combinatiefunctionaris is inzetbaar op meerdere Brede Scholen. Het schoolbestuur kan de inzet flexibel verdelen naar eigen inzicht en in overleg met de andere betrokken schoolbesturen.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie kan worden aangevraagd door schoolbesturen Primair Onderwijs die fungeren als penvoerders voor de Brede school.
3. Verdeelsleutel subsidiebedrag
Het beschikbare subsidiebedrag wordt verdeeld onder de aanvragers op basis van het aantal fte combinatiefunctionarissen dat bij het betreffende bestuur in dienst is. De hoogte van de subsidie voor de salariskosten van de combinatiefunctionaris per fte bedraagt maximaal een 11,8ste deel van het beschikbare subsidiebedrag.
Inzet voor FTE-combinatiefuncties kan niet worden ingezet voor activiteiten.
Artikel 3.1.7. Talentontwikkeling Voortgezet Onderwijs
Leerlingen maken kennis met een breed palet aan activiteiten, ontdekken waar ze goed in zijn en ontwikkelen hun talenten.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie kan worden aangevraagd door Schoolbesturen Voortgezet Onderwijs voor scholen met een VMBO-afdeling.
Minimaal 50% van de leerlingen van het VMBO maakt kennis met activiteiten voor sport, kunst, cultuur en techniek die aanvullend zijn op het verplichte curriculum. De Brede School stimuleert actief de deelname van leerlingen die daarmee een meer gelijke kans krijgen om hun talenten te ontwikkelen.
De school werkt hierin samen met externe partners vanuit een gedeelde pedagogische werkwijze.
De school maakt hiervoor per jaar een activiteitenplan waarin de activiteiten, beoogde doelen, verwachte resultaten en bereik zijn opgenomen.
Het beschikbare bedrag per schoolbestuur is gebaseerd op het aantal leerlingen op de deelnemende scholen dat afkomstig is uit een postcode-cumulatiegebied. Het schoolbestuur kan de beschikbare middelen naar eigen inzicht verdelen over de deelnemende scholen.
Het activiteitenbudget is alleen in te zetten ten behoeve van activiteiten.
De combinatiefunctionaris zorgt voor coördinatie en samenhang van het activiteitenaanbod, voor deskundigheidsbevordering van de medewerkers en een gezamenlijke pedagogische aanpak van de samenwerkende partners.
Voor de scholen die subsidiabele activiteiten voor talentontwikkeling aanbieden is per school tenminste 0,6 fte combinatiefunctie beschikbaar. In totaal is voor 7,4 fte subsidie beschikbaar. Het schoolbestuur kan de beschikbare inzet naar eigen inzicht verdelen over de deelnemende scholen binnen hun bestuur.
2. Verdeelsleutel subsidiebedrag
De hoogte van de subsidie voor de salariskosten van de combinatiefunctionaris per fte is gelijk aan de hoogte van het totaal beschikbare subsidiebedrag voor de combinatiefunctie, gedeeld door het aantal fte. Inzet voor FTE-combinatiefuncties kan niet worden ingezet voor activiteiten
Artikel 3.1.8. Cultuureducatie, cultuur voor ieder kind
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Voor deze subsidie komen uitsluitend in aanmerking:
Deze subsidie kan worden aangevraagd voor activiteiten die bijdragen aan het cultuuronderwijs of aan cultuureducatie op de school, in samenhang met de in het schoolplan vastgestelde visie op cultuureducatie.
Materialen zijn alleen subsidiabel als cultuureducatie het hoofddoel is. Kosten van ICT komen niet in aanmerking voor subsidie.
4. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
Uit de aanvraag en de begroting dient te blijken:
Artikel 3.1.9. Onderwijsondersteunende activiteiten
Kinderen en jongeren kunnen gebruik maken van een samenhangend aanbod van talentontwikkeling, ouderbetrokkenheid en pedagogische aanpak/burgerschap dat door een derde partij in samenwerking met de school wordt aangeboden.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Voor deze subsidie komen uitsluitend organisaties zonder winstoogmerk in aanmerking, niet zijnde schoolbesturen die in aanvulling op en in samenwerking met de (Brede) school activiteiten organiseren op het gebied van talentontwikkeling, ouderbetrokkenheid en/of burgerschap.
Activiteiten zijn alleen subsidiabel als er sprake is van aangetoonde en door de betreffende school/scholen onderschreven samenwerking met één of meerdere scholen.
4. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
Uit de aanvraag en de begroting dient te blijken:
5. Verdeelsleutel subsidiebedrag
Paragraaf 3.2. Een passende plek
In deze paragraaf staan subsidies die tot doel hebben activiteiten ter ondersteuning van leerlingen die iets extra’s nodig hebben on te kunnen aansluiten in het onderwijs, en waarin het samenwerkingsverband of de jeugdhulp geen eigen opdracht heeft.
Artikel 3.2.1. Ondersteuning peuter bij overgang naar (speciaal) Primair Onderwijs
De gezamenlijke ambitie is dat kinderen veilig en gezond opgroeien en de mogelijkheid krijgen zich maximaal te ontwikkelen. Er wordt gestreefd naar duurzame verbetering van het welzijn van jonge kinderen, ouders en hun omgeving. Er wordt ingezet in op preventie, vroeg signalering, een doorgaande lijn (van voorschoolse voorziening naar het primair (speciaal) onderwijs) en duurzame oplossingen. Hierbij staat de vraag van ouders centraal en wordt passende voorlichting en ondersteuning geboden. Ondersteuning vindt plaats in de leefomgeving van het kind/gezin.
De notitie Kernpartneraanpak Voorschoolse Educatie vormt het kader voor de gezamenlijke opdracht van de kernpartners (Jeugdgezondheidszorg, Buurtteam Jeugd & Gezin, aanbieders Voorschoolse Educatie, Samenwerkingsverband Utrecht PO) om goede en passende ondersteuning te bieden aan jonge kinderen en hun ouders in de stad Utrecht, ieder vanuit zijn eigen expertise en rol.
Het betreft hier kinderen in de leeftijd van 0-6 jaar met specifieke ontwikkelings- en/of gedragsproblemen en/of een verhoogd risico op leerproblemen en/of achterstanden in de schoolvaardigheden.
Het vergroten van de handelingsbekwaamheid van pedagogisch medewerkers en leerkrachten en ouders van deze kinderen.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie is bedoeld voor de uitvoering van de rol van het Samenwerkingsverband Primair Onderwijs. Voor deze subsidie komen uitsluitend in aanmerking: Samenwerkingsverbanden Primair Onderwijs zoals gesteld in paragraaf 2.3.
Artikel 3.2.2. Orthopedagogisch Didactisch Centrum (OPDC) Utrecht
Ondersteunen en versterken van overbelaste jongeren met meervoudige problematiek die dreigen uit te vallen op school. Zij worden met ondersteuning teruggeleid naar de school van herkomst of doorgeleid naar een andere passende plek.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie kan worden aangevraagd door het samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs.
De school van inschrijving draagt 95% van de reguliere bekostiging over aan de OPDC bij plaatsing.
Artikel 3.2.3. Psychosociale pedagogische interventie in het Voortgezet Onderwijs
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
De subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door rechtspersonen die samenwerken met Samenwerkingsverbanden Voortgezet Onderwijs zoals gesteld in paragraaf 2.3.
Deelname van leerlingen aan PPI gebeurt:
4. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
In aanvulling op artikel 2.1.5 geeft de aanvrager in de aanvraag een beschrijving van zijn visie op de hulp en ondersteuning aan jongeren met psychosociale problemen in het voortgezet onderwijs. De aanvrager geeft tevens aan welke rol hij voor zichzelf ziet in het Utrechts zorglandschap en hoe hij samenwerkt met andere Utrechtse partijen rondom de jongeren in het voortgezet onderwijs.
Artikel 3.2.4. Regionale aanpak voorkomen voortijdig schoolverlaten, SchoolWerkt-agenda
Jongeren in RMC-regio 19 Utrecht die de aansluiting met school en werk dreigen te verliezen worden begeleid op hun unieke pad naar kansrijke deelname aan de samenleving door het voorkomen van (tijdelijke) schooluitval en door in te zetten op het behalen van een startkwalificatie om een goede aansluiting te vinden op de arbeidsmarkt. De aanvrager zet de subsidie in conform de afspraken in de regionale SchoolWerkt-agenda.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Voor deze subsidie komen in aanmerking de deelnemende partners in de regionale aanpak VSV-regio 19:
De subsidiabele activiteiten en subsidiecyclus zijn opgenomen in het regionale programma VSV zoals vastgesteld door de regionale Stuurgroep SchoolWerkt. Voor meer informatie zie de website www.schoolwerkt.nl.
De wijze van verdeling van beschikbare Rijksmiddelen voor de regionale aanpak VSV wordt vastgesteld door de regionale Stuurgroep SchoolWerkt en vastgelegd in het Regionaal Programma VSV, de SchoolWerkt-agenda.
De beoordeling en toetsing van de aanvraag vindt plaats door de centrumgemeente in RMC-regio 19 Utrecht. Uitvoering vindt plaats binnen de kaders die zijn afgesproken met de partners in RMC-regio 19 Utrecht en zijn vastgelegd in het regionale programma VSV.
Paragraaf 3.3. Soepele overgangen
In deze paragraaf staan de subsidies die tot doel hebben om de oriëntatie en de overgangsmomenten in de schoolloopbaan van leerlingen zo te structureren dat leerlingen zich breed kunnen oriënteren en een bewuste keuze kunnen maken voor hun opleiding met het oog op de toekomst.
Artikel 3.3.1. Overgang primair onderwijs (PO) naar voortgezet onderwijs (VO)
Alle Utrechtse leerlingen vinden een plek op het voortgezet onderwijs die aansluit bij hun niveau.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie kan worden aangevraagd door het samenwerkingsverband Sterk VO.
De subsidie Overgang primair onderwijs (PO) naar voortgezet onderwijs (VO) (ook wel POVO) kan worden aangevraagd voor structurele stedelijke coördinatie POVO. Er is één stedelijk coördinatiepunt POVO ingericht. Het stedelijk coördinatiepunt POVO heeft als taken:
Artikel 3.3.2. Loopbaanoriëntatie in een doorgaande leerlijn in PO en VO
Het stimuleren van jongeren om díe ervaringen op te doen die helpen een realistisch toekomstbeeld te ontwikkelen leidend tot:
• een bewuste(re) keuze voor een vervolgopleiding: waarbij in de keuze aandacht is voor de kans op een baan na afronding van de vervolgopleiding (kiezen met het hart én het hoofd);
• gelijke kansen op een succesvolle toekomst.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Voor deze subsidie komen uitsluitend in aanmerking organisaties met minimaal drie jaar aantoonbare ervaring met het organiseren van onder meer snuffelstages, sollicitatietrainingen en loopbaanoriëntatie voor po en vo en met een aantoonbaar relevant netwerk van scholen en werkgevers.
De subsidie kan worden aangevraagd voor:
4. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
Aanvullend op artikel 2.1.5 geeft de aanvrager in de aanvraag een overzicht van de afspraken per school bestaande uit de geplande activiteiten en het verwachte aantal te bereiken leerlingen.
Artikel 3.3.3. Stedelijke coördinatie loopbaanoriëntatie Voortgezet Onderwijs (VO) naar Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO)
Alle scholen voor voortgezet onderwijs bieden leerlingen die de overstap maken van voortgezet onderwijs naar MBO, loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) aan volgens de Utrechtse LOB-standaard van het samenwerkingsverband Sterk VO. Leerlingen weten wat voor hen kansrijke keuzes zijn.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Voor deze subsidie komt/komen uitsluitend in aanmerking: samenwerkingsverbanden Voortgezet Onderwijs, zoals gesteld in artikel 2.1.3.
De subsidie kan worden aangevraagd voor:
Paragraaf 3.4. Voldoende (goede) leraren
In deze paragraaf staan subsidies die betrekking hebben op het terugdringen van het lerarentekort en het stimuleren van de ontwikkelmogelijkheden voor scholen en hun onderwijspersoneel, in het belang van onderwijskansen voor de Utrechtse jeugd.
Onderwijsbestuurders kunnen subsidie aanvragen voor activiteiten die bijdragen aan de doelstellingen van het plan van aanpak voor het terugdringen van het lerarentekort, Utrecht Leert!.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Subsidie kan worden aangevraagd door onderwijsbestuurders die zijn aangesloten bij Utrecht Leert! ten behoeve van primair onderwijs, voortgezet (speciaal) onderwijs, MBO en onderwijsinstellingen die personeel opleiden voor deze onderwijssectoren.
3. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
De aanvraag kan gedurende het hele jaar worden ingediend. De aanvraag is vooraf getoetst door het bestuurlijk overleg Utrecht Leert! op de bijdrage aan de gezamenlijke doelstellingen van Utrecht Leert!.
De hoogte en looptijd van de subsidie wordt bepaald door het bestuurlijk overleg Utrecht Leert!.
Artikel 3.4.2. Tegemoetkoming loonkosten onderwijsondersteunend personeel in vaste dienst Primair Onderwijs
Leraren en schoolleiders worden op school ondersteund in hun dagelijkse taken.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
De subsidie kan worden aangevraagd door schoolbesturen voor scholen voor Primair Onderwijs in de gemeente Utrecht.
De subsidie is een tegemoetkoming voor de loonkosten van een onderwijsondersteunend medewerker in vaste dienst.
Per PO-locatie kan er voor maximaal 1 medewerker ondersteunend personeel in vaste dienst subsidie worden aangevraagd.
4. Afwijkende eisen aan de aanvraag
In afwijking van artikel 2.1.5 hoeft bij de aanvraag geen begroting te worden ingediend.
5. Verdeelsleutel subsidiebedrag
De verdeelsleutel van de subsidie is als volgt: subsidieplafond per fte 6.468/ aantal aangevraagde fte’s (maximaal 0,8 fte per locatie) = bedrag per locatie op basis van 0,8 fte.
Artikel 3.4.3. Onderwijsimpuls voor toekomstbestendig onderwijs
Scholen en schoolbesturen in het funderend onderwijs kunnen met een incidentele subsidie een professionele lerende cultuur op school stimuleren en onderwijsontwikkeling versnellen.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Subsidie kan worden aangevraagd door Utrechtse besturen voor primair onderwijs, voortgezet onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs als:
Activiteiten richten zich op tenminste een van de onderstaande thema’s:
4. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
De aanvragen kunnen worden ingediend in twee tijdvakken:
De looptijd van de subsidie is maximaal 18 maanden. Het subsidiebedrag onderwijsimpuls is maximaal € 150.000 per aanvraag. Een school mag deelnemen aan meerdere aanvragen. Het subsidiebedrag onderwijsimpuls per school is maximaal € 100.000 per twaalf maanden.
Bij de inhoudelijke beoordeling van de subsidieaanvraag wordt de aanvraag eerst getoetst of voldoende wordt gescoord op de volgende criteria:
Uitsluitend aanvragen die voldoende scoren op deze criteria, komen in aanmerking voor subsidie.
Als de totale aangevraagde subsidie van aanvragen die voldoende scoren op voorgaande criteria hoger is dan het subsidiebedrag voor de subsidieperiode, wordt aan deze aanvragen een score toegekend op basis van de mate waarin wordt voldaan aan onderstaande aanvullende criteria:
De score op deze criteria bepaalt de onderlinge weging en prioriteit van de aanvragen. Op basis daarvan worden de aanvragen geheel of gedeeltelijk verleend.
Bij de beoordeling van de aanvragen kan het college zich laten adviseren door (externe) deskundigen.
Paragraaf 4.1 besluitvorming, monitoring en evaluatie
De aanvragen worden door het college op basis van de genoemde criteria beoordeeld.
Het college besluit binnen 13 weken na de indieningstermijn over alle aanvragen die tijdig volledig zijn ontvangen. Bij aanvragen die later pas volledig zijn besluit het college binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvragen.
Artikel 4.1.2 Monitoring en evaluatie
Om de ambities zoals benoemd in artikel 2.1.2 te realiseren wordt de subsidie vanuit de gemeente ingezet voor goed onderwijs en gelijke kansen voor alle Utrechtse leerlingen. Door voor alle leerlingen de mogelijkheid te creëren om een goede start te maken en een goede schoolloopbaan te doorlopen. De inzet van de subsidie is voornamelijk bedoeld om achterstanden in het onderwijs te voorkomen en te bestrijden.
De monitoring vindt plaats op zowel inspanning als effect.
1. Inspanning: De inspanning die de aanvrager levert om doelstellingen te bereiken. Er wordt op meetbare inspanning gemonitord. De evaluatie van de inspanning kan gevolgen hebben voor de hoogte van de verleende subsidie.
2. Effect: Het effect dat de aanvrager bereikt op de doelstellingen. Gebaseerd op de ambities in paragraaf 2.2 worden over een termijn van 4 jaar de effectiviteit geëvalueerd. De evaluatie van effectiviteit heeft geen gevolgen voor de hoogte van de verleende subsidie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-206372.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.