Gemeenteblad van Oldebroek
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oldebroek | Gemeenteblad 2021, 203878 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oldebroek | Gemeenteblad 2021, 203878 | Beleidsregels |
Standplaatsenbeleid gemeente Oldebroek
Het bestaande beleid dateert van 2013. Nieuwe inzichten, maatschappelijke trends en veranderingen in de openbare ruimte rondom de standplaatsen vragen actualisering van het beleid. In deze beleidsnotitie worden de geldende uitgangspunten en spelregels geactualiseerd.
Het coronavirus roert zich nu al meer dan een jaar in ons land en zorgt voor ingrijpende gevolgen voor onder andere een deel van de winkels en middelzware en zwaardere horecabedrijven. Binnen de beperkte mogelijkheden die er zijn als gevolg van de lockdown proberen ondernemers te overleven. Dit geldt ook voor de ambulante handelaren, die in onze gemeente een standplaats hebben.
Ondernemers kunnen in meerdere vormen van ambulante handel actief zijn. Een goede afstemming met de lokale bestaande detailhandel is nodig, zodat zowel de bestaande winkels als marktkooplieden levensvatbaar blijven en met hun handel kunnen bloeien en inwoners kunnen bedienen.
Belangrijk uitgangspunt voor deze beleidsnota is dat de ambulante handel het voorzieningenniveau in de lokale detailhandel bevordert en bijdraagt aan de levendigheid en de aantrekkelijkheid van de kernen. Centraal staat uiteindelijk dat het resultaat een aantrekkelijk aanbod voor de consument betekent.
Deze beleidsnota is een praktische en functionele uitwerking van de regels en voorschriften die zijn opgenomen in de APV.
De ambulante handel draagt bij aan het voorzieningenniveau en de aantrekkelijkheid van de winkelcentra in de gemeente Oldebroek. In het kort bestaat de ambulante handel uit:
Ondernemers kunnen in meerdere vormen van ambulante handel actief zijn. Een goede afstemming met de lokale bestaande detailhandel is nodig, zodat zowel de bestaande winkels als marktkooplieden levensvatbaar blijven en met hun handel kunnen bloeien en inwoners kunnen bedienen.
De weekmarkten zijn met een raadsbesluit in handen gesteld van de stichting Markt van Morgen. Braderieën worden geregeld door middel van een evenementenvergunning. Deze beleidsnotitie heeft uitsluitend betrekking op standplaatsen.
Het bestaande beleid dateert van 2013. Nieuwe inzichten, maatschappelijke trends en veranderingen in de openbare ruimte rondom de standplaatsen vragen actualisering van het beleid. In deze beleidsnotitie worden de geldende uitgangspunten en spelregels geactualiseerd.
Belangrijk uitgangspunt is dat de ambulante handel het voorzieningenniveau in de lokale detailhandel bevordert en bijdraagt aan de levendigheid en de aantrekkelijkheid van de kernen. Centraal staat uiteindelijk dat het resultaat een aantrekkelijk aanbod voor de consument betekent.
In deze rapportage wordt een aantal stappen gezet die nodig zijn om te komen tot beleid. Het betreft geen grondige herziening, maar een actualisatie. In hoofdstuk 2 zijn de aandachtspunten voor deze actualisatie geïnventariseerd. In de daarop volgende hoofdstukken volgen de regels en de toelichting op de regels om vergunningaanvragen voor een standplaats op een goede wijze te kunnen afwikkelen.
2. Aandachtspunten voor de actualisering
Het huidige standplaatsenbeleid is van 2013 en niet meer op alle onderdelen passend. Om die reden wordt het standplaatsenbeleid geactualiseerd. Voor deze actualisatie wordt aangesloten bij de landelijke regelgeving, die wij vanuit de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) krijgen aangereikt.
Belangrijke aandachtspunten voor deze actualisering zijn verder:
Voor de actualisering is aandacht besteed aan de volgende aspecten:
De kaarten voor de standplaatslocaties zijn aangepast op de werkelijke situatie en vormen een bijlage bij dit beleidsdocument;
Als de standplaatslocatie door herinrichting van de omgeving of om andere reden moet worden gewijzigd, dan komt de bestaande kaart te vervallen en wordt de aangepaste kaart onderdeel van dit beleidskader.
Kwaliteit van de standplaatslocaties;
Een balans in gebruik (het gebruik van de openbare ruimte door standplaatsen moet rekening houden met de andere gebruiksfuncties van die ruimte) de straathandel voegt zich in omgeving en standplaatsen zijn te gast in de openbare ruimte. Voor de veiligheidsaspecten adviseert de VNOG aan de gemeente.
Het verruimen van de regeling voor incidentele standplaatsen;
Er zijn incidentele situaties denkbaar waarbij een standplaats buiten de vastgestelde standplaatsen nodig of gewenst is. In zo’n geval kan een incidentele standplaats worden toegestaan (bijvoorbeeld koek en zopie op het natuurijs, softijs bij een verzorgingshuis, et cetera).
Diversiteit van de standplaatsen;
Het standplaatsenbeleid richt zich op het faciliteren van ambulante handel naast de ter plaatse aanwezige detailhandel. Gezocht wordt naar optimale verdeling van locaties en branchering, zodat zowel de bestaande winkels als de marktkooplieden levensvatbaar blijven en met hun handel kunnen bloeien en inwoners kunnen bedienen.
De invloed van de standplaats op parkeercapaciteit;
In de toewijzing van de standplaatsen is rekening gehouden met de invloed die dit heeft op het parkeren in de directe omgeving. Een gevolg van toenemende activiteit is dat er parkeerruimte nodig is. Bij de bepaling van de standplaatslocaties is nadrukkelijk rekening gehouden met de mogelijkheid om te kunnen parkeren. De standplaatshouder wordt eveneens geacht te parkeren op de daarvoor aangewezen parkeerplaatsen in de directe omgeving.
Voor het maken van de standplaatsen en het aanbrengen van de benodigde faciliteiten (stroomaansluiting e.d.) is een investering gedaan. Ook het onderhouden van deze faciliteiten kost geld. Verder is tijdens het gebruik voor veel standplaatshouders een aansluiting op het elektriciteitsnet een noodzaak. Het gevolg hiervan zijn vaste kosten voor de aansluiting en de verbruikskosten voor stroom. Bij het jaarlijks doorberekenen van deze kosten wordt hiervoor een eerlijk tarief voor precariorechten vastgesteld.
In dit hoofdstuk wordt van de begrippen die in deze nota worden gebruikt een definitie gegeven. Verder is de werkingssfeer van de nota nader uitgelegd. Het standplaatsenbeleid richt zich op de standplaatsen die geen deel uitmaken van een reguliere markt of van een ander evenement waar standplaatsen een onderdeel van kunnen zijn. Tot slot wordt hier aangegeven welke kosten aan de aanvrager en standplaatshouder in rekening worden gebracht.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een reguliere- of incidentele standplaatsvergunning gelden de leges volgens de geldende Legesverordening met bijbehorende tarieventabel van de gemeente Oldebroek.
Voor het gebruiken van de standplaats geldt een precariobelasting conform de ‘Verordening precariobelasting standplaatsen'.
4. Juridische grondslag standplaatsenbeleid
4.2 Algemene Plaatselijke Verordening
De belangrijkste basis voor standplaatsenbeleid staat in de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Oldebroek. Het beleid in deze Nota standplaatsenbeleid 2021 geeft nadere uitwerking van de Grondslag standplaatsenbeleid: APV Hoofdstuk 4, afdeling 4:
Artikel 4:15 APV Standplaatsvergunning en weigeringsgronden
Artikel 4:16 APV Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 4:17 APV Afbakeningsbepalingen
De bij deze beleidsregels gevoegde set van situatietekeningen is als standplaatskaart onderdeel van het standplaatsenbeleid. Op de standplaatsenkaart is weergegeven welke locaties bestemd en ingericht zijn voor het gebruik als een standplaats. Op deze plaatsen is door de gemeente voorzien in een aansluiting op stroomvoorziening voor de kraam of verkoopwagen. Degene die gebruik wenst te maken van de stroomvoorziening betaalt hiervoor eenmalig per jaar een vergoeding, waarvan de hoogte afhankelijk is van de mate waarin gebruik wordt gemaakt van de standplaats.
Verlening van een standplaatsvergunning is alleen mogelijk voor een locatie die op de standplaatsenkaart is aangegeven. Het zorgt voor een efficiënt behandelingsproces omdat de standplaatslocatie niet meer door de verschillende adviseurs hoeft te worden getoetst. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning wordt jaarlijks bepaald bij de vaststelling van de Legesverordening. Voor het gebruik van de standplaats is precariobelasting verschuldigd. Het tarief voor deze belasting wordt jaarlijks bepaald bij de vaststelling van de Verordening precariobelasting standplaatsen.
Voor de situering van de standplaatsen op de standplaatskaarten zijn de uitgangspunten gehanteerd die bij beoordeling van de veiligheid een openbare orde belangrijk zijn. Door de betrokken specialisten te betrekken bij de totstandkoming van de kaarten voldoen de standplaatsen aan de te stellen voorwaarden. Bij de afhandeling van de vergunningaanvraag is daardoor een vlottere afhandeling mogelijk. Per aanvraag meerder adviezen vragen is nu namelijk niet meer nodig.
Voor de situering van de standplaatsen gelden de brandveiligheidseisen volgens het Besluit van 4 oktober 2017, houdende regels inzake het brandveilig gebruik van overige plaatsen en de basishulpverlening op die plaatsen (Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen). De voor de standplaatsen relevante maatregelen een aandachtspunten zijn samengevat in de bijlage ‘Voorschriften Bak- en Braadinrichting en verwarmingstoestellen’ van het Team Risicobeheersing van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland.
In dit kader mogen standplaatsen niet voor de toegang en (nood)uitgang van winkels, woningen en bedrijven staan. Dat betekent dus ook niet rechtstreeks voor een etalage.
Een standplaats op een parkeerplaats is alleen toegestaan als daarbuiten voldoende parkeergelegenheid is. Bij het aanleggen - of aanwijzen van een locatie voor standplaatsen worden groenvoorzieningen bij voorkeur in stand gehouden.
Binnen een afstand van honderd meter (hemelsbreed) van een school mogen geen standplaatsen met etenswaren staan.
5.2.4 Voorzieningenniveau detailhandel
Uitgangspunt van beleid is een aantrekkelijk aanbod in dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen. Een goede afstemming met de lokale bestaande detailhandel is nodig, zodat zowel de bestaande winkels als marktkooplieden levensvatbaar blijven en met hun handel kunnen bloeien en inwoners kunnen bedienen. Belangrijk uitgangspunt voor deze beleidsnota is dat de ambulante handel het voorzieningenniveau in de lokale detailhandel bevordert en bijdraagt aan de levendigheid en de aantrekkelijkheid van de kernen.
In het belang van het voorzieningenniveau voor de consumenten mag het college bij het standplaatsenbeleid bestaande winkelvoorzieningen beschermen. Om invloed uit te oefenen op de samenstelling van de standplaatsen, wordt gebruik gemaakt van de volgende instrumenten:
Bij het maximumstelsel (indirecte regulering) wordt het aantal verleende standplaatsvergunningen aan een maximum verbonden. Bij het vaststellen van een maximum aantal vergunningen moet er rekening worden gehouden met het aantal reeds afgegeven vergunningen. De houders van deze vergunningen kunnen zich namelijk beroepen op verworven rechten. Een gemeente kan tot op zekere hoogte invloed uitoefenen op de branchering van standplaatsen, om zo een bepaalde mate van diversiteit in het aanbod te garanderen. Branchering is daarbij gekoppeld aan de standplaatslocatie.
De gemeente maakt van beide instrumenten gebruik. Het aantal standplaatsen is vastgelegd middels de standplaatsenkaart. Voor de zondagen worden er geen standplaatsenvergunningen verleend. Voor de overige dagen van de week geldt dat er voor ieder dagdeel voor iedere standplaats een vergunning kan worden afgegeven. Wanneer de locaties zijn bezet, dan is het maximum bereikt.
Verder geldt dat voor iedere branche slechts één standplaatsvergunning per week wordt afgegeven om daarmee de diversiteit te bevorderen en de bestaande winkels te beschermen. Dit betekent dat er maximaal één vergunning per branche per week voor de verschillende kernen wordt afgegeven (één GFT-marktkoopman, maximaal één visboer, et cetera per week voor de verschillende kernen), tenzij hiervoor in de kern nog niet is voorzien in de vorm van een speciaalzaak. (Winkel met artikelen op een bepaald gebied, bijv. groenten en fruit, vis, dierenspeciaalzaak, rijwielhandel, schoenenzaak, enz.)
Van de reeds aanwezige ambulante handelaren waarbij sprake is van meerdere standplaatsvergunningen in dezelfde branche in dezelfde kern voor onbepaalde tijd, worden de bestaande rechten gerespecteerd en geldt er een uitsterfbeleid. Bij alle overige situaties is het nieuwe beleid van toepassing.
5.2.5 Redelijke eisen van welstand
Er zijn punten in de gemeente waar -met het oog op de aanwezigheid van monumenten of in verband met stads- of landschapsschoon- de aanwezigheid van een verkooppunt voor ambulante handel niet past. Bij de beoordeling van een verzoek om een standplaatsvergunning heeft in voorkomende gevallen het belang van de bescherming van stads- of landschapsschoon (monumenten) de doorslag.
Standplaatsen worden uitsluitend ingenomen op de volgende locaties:
Indien er na de vaststelling van deze beleidsnotitie nieuwe standplaatslocaties worden aangewezen, dan worden die aan deze kaartenset toegevoegd, zoals de standplaats van “Frites, snacks, frisdrank” in Oosterwolde (bij het voetbalveld); de standplaats van “Softijs” in Oldebroek (op het terrein van De Hullen).
*In deze kernen is er één standplaats die zowel op reguliere als incidentele basis kan worden ingenomen.
In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheid kan de standplaatshouder – op zijn verzoek – toestemming worden verleend zich op zijn standplaats te doen vervangen door een met name genoemde persoon, welke dient te beschikken over een geldig legitimatiebewijs en dient te voldoen aan paragraaf 3.3 van deze nota.
In dit hoofdstuk staan de regels voor het aanvragen van de vergunning, de beoordeling, de grondslag voor de beoordeling en voor motivatie van het besluit. De artikelen geven een beschrijving van de inhoud van de aanvraag, de procedure en de gronden van afweging voor besluiten. In dit artikel staan de regels voor het omgaan met de vergunning en de gronden waarop eventuele weigering of intrekken wordt gebaseerd. Deze regels zijn nodig om ‘slapende’ vergunningen te voorkomen. Zolang een standplaats op papier bezet is, kan er namelijk geen nieuwe standplaatshouder worden toegelaten.
Bij de weigeringsgronden is uitgewerkt in hoeverre het college sturing geeft in een eventuele branchering van de standplaatsen. Het uitgangspunt is hier dat er ruimte wordt gegeven aan de marktwerking maar ook een mogelijkheid bestaat om, bij bijzondere omstandigheden of nieuwe ontwikkelingen in een dorp, verantwoord om te gaan met de plaatselijk detailhandel.
6.3 Geldigheidsduur standplaatsvergunning
Een incidentele standplaatsvergunning wordt verleend voor maximaal 12 keer, een dag of deel van die dag, per jaar (uitgezonderd de branches oliebollen en kerstbomen waarvoor een standplaats vanaf 6 december tot het einde van het jaar is toegestaan) en indien dit niet past in het bestemmingsplan is hiervoor tevens een Omgevingsvergunning benodigd.
6.4 Opvolging of vervallen vergunning
Bij het overlijden van de vergunninghouder wordt de vergunning overgeschreven op de echtgenoot / geregistreerd partner / levenspartner of één van de meewerkende kinderen, als een daartoe strekkende aanvraag binnen 3 maanden na het overlijden bij het bestuursorgaan wordt ingediend.
De vergunning vervalt bij overlijden van de vergunninghouder als de rechtsopvolger de onder punt 1 genoemde aanvraag niet of niet op tijd heeft ingediend.
Als de rechtsopvolger bedoeld in 1 ook een vergunning heeft voor een andere standplaats binnen de gemeente, geeft de rechtsopvolger schriftelijk aan de gemeente door welke standplaats wordt ingetrokken.
6.10 Weigeren van de vergunning
De vergunning wordt geweigerd wanneer:
sprake is van strijdigheid met de regels van het ter plaatse geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 4:15 lid 2 APV; een standplaats op een terrein met een bestemming van “verblijfsdoeleinden”, “verkeersdoeleinden” of “groendoeleinden” is niet in strijd met het geldend bestemmingsplan, tenzij gemotiveerd kan worden aangetoond dat een parkeervak, waarvoor een standplaats wordt gevraagd, dringend nodig is om te voorzien in de parkeerbehoefte of er anderszins verkeersaspecten in het geding zijn (zie onder punt 8).
als door situering of gebruik van de standplaats of door uitstalling bij de standplaats:
de aanwezigheid van een standplaats op zich, maar ook de publiek aantrekkende werking, die ervan uit kan gaan, een verstoring van de openbare orde voor omwonenden kan opleveren.
Hierbij geldt de afweging in de mate van overlast dat In de praktijk onderscheid is tussen standplaatsen van waaruit ter plaatse bereide eetwaren voor directe consumptie worden verkocht en overige standplaatsen. Voor standplaatsen met bak- en braadactiviteiten geldt als uitgangspunt dat deze alleen worden toegestaan op locaties waar op basis van omgevingsaspecten en door ligging en afstand een beperkte kans is op het ervaren van overlast.
Door de vernieuwing van het standplaatsenbeleid is het mogelijk dat een standplaatshouder niet (meer) voldoet aan het huidig toetsingskader en daardoor niet op de locatie kan blijven staan. In overleg met deze standplaatshouder wordt een passende oplossing gezocht.
De standplaatshouder krijgt dan de keuze om:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-203878.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.