TWEEDE WIJZIGINGSBESLUIT VERORDENING FINANCIEEL BELEID EN BEHEER

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ARNHEM;

 

Overwegende dat

- wijziging van de verordening noodzakelijk is om de verordening aan te laten sluiten bij de geactualiseerde nota's reserves en voorzieningen en investeren, waarderen en afschrijven;

- met de wijziging van de verordening deze tevens beter aansluit bij de terminologie zoals die in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) gehanteerd wordt;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 maart 2021, nummer: 552057;

 

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;

 

gezien het amendement "Bestedingsplannen bestemmingsreserves" (21A19);

 

B E S L U I T:

I. Wijzigingen

De verordening financieel beleid en beheer als volgt te wijzigen:

 

Was (artikel 1, begrippen q en r):

q. gebonden reserve: een reserve ter dekking van structurele lasten in de begroting (bijvoorbeeld kapitaallasten) of ter dekking van een specifiek risico;

r. ongebonden reserve: een reserve die ingesteld is om als buffer te dienen voor schommelingen in budgetten of projecten en waaraan een specifiek beleidsdoel ten grondslag ligt.

 

Wordt (artikel 1, begrippen q en r):

q. algemene reserve: een permanente reserve die dient als buffer voor het opvangen van exploitatietekorten en onvoorziene risico’s, of voor het uitvoeren van beleid.

r. bestemmingsreserve: een reserve met een tijdelijk karakter, waar de raad een specifiek doel aan heeft verbonden.

 

Was (artikel 12, lid 2 en 5):

2. Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals genoemd in het Besluit

begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden verstaan:

- bruggen en viaducten

- verkeersinfrastructuur, -voorzieningen en - regelingen

- parkeermaatregelen

- openbare verlichting

- lage kade

- invalidetoiletten

- inrichting openbare ruimte

 

5. De materiële vaste activa met economisch nut en de investeringen in de openbare

ruimte worden afgeschreven rekening houdend met actuele regelgeving en overigens

overeenkomstig de normen gangbaar in het maatschappelijke verkeer.

 

Wordt (artikel 12, lid 2 en 5):

Lid 2 en 5 van artikel 12 komen te vervallen. Het onderscheid tussen activa met een economisch nut en activa een maatschappelijk nut in de openbare ruimte is conform het BBV enkel nog van belang voor de presentatie op de balans. Voor het activerings- en afschrijvingsbeleid geldt dat beide categorieën activa hetzelfde dienen te worden behandeld. Dit gebeurt in de Arnhemse praktijk ook al; het onderscheid benoemen in de verordening schept onduidelijkheid.

Bij het komen te vervallen van lid 2 en lid 5 wordt de nummering van artikel 12 gecorrigeerd.

 

Was (artikel 14, lid 1, 2 en 4):

1. Met inachtneming van de voorschriften in het Besluit verantwoording en begroting provincies en gemeenten worden reserves door de raad gedefinieerd.

2. Reserves worden ingesteld bij expliciet raadsbesluit. Lopend het jaar kunnen worden ingesteld:

a. bestemmingsreserves;

b. egalisatiereserves die dienen om tariefschommelingen op te vangen.

In de begroting en de jaarstukken dient te worden verwezen naar het desbetreffende raadsbesluit.

4. Het aantal reserves wordt zo veel mogelijk beperkt. Hiertoe dient voor reserves bij het

instellingsvoorstel informatie te worden verstrekt over:

- doel van de reserve;

- motief voor de instelling;

- voeding ervan;

- maximale hoogte;

- maximale duur;

- bestedingsraming voor de komende jaren.

 

Wordt (artikel 14, lid 1, 2 en 4):

1. Bestemmingsreserves worden, met inachtneming van de voorschriften in het Besluit

Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten en met inachtneming van het beoordelingskader voor het instellen van nieuwe bestemmingsreserves in de nota reserves en voorzieningen, bij expliciet raadsbesluit ingesteld.

2. Bestemmingsreserves kunnen lopende het jaar worden ingesteld. In de begroting en de jaarstukken dient te worden verwezen naar het desbetreffende raadsbesluit.

4. Het aantal bestemmingsreserves wordt zo veel mogelijk beperkt. Hiertoe dient voor bestemmingsreserves bij het instellingsvoorstel informatie te worden verstrekt over:

- doel van de reserve;

- motief voor de instelling;

- voeding ervan;

- maximale hoogte (alleen voor bestemmingsreserves met een egalisatiefunctie);

- maximale duur (alleen voor bestemmingsreserves met een dekkingsfunctie);

- bestedingsraming voor de komende jaren (alleen voor bestemmingsreserves met een dekkingsfunctie).

Indien onttrekkingen het gevolg zijn van nog door het college nader uit te werken projecten, kan de raad bij instelling van bestemmingsreserves besluiten dat voor onttrekkingen conform de vastgestelde bestedingsraming maar boven een bepaalde drempel, een expliciet raadsbesluit vereist is. Voor enkele bestemmingsreserves kan als gevolg van het doel van de reserve, een uitzonderingspositie gelden waar het gaat om de bestedingsraming, de maximale hoogte of de maximale duur. De raad dient in die gevallen bij instelling van die reserve expliciet te besluiten dat aan deze randvoorwaarden niet wordt voldaan.

 

Was (artikel 14a, lid 2, 5 en 6):

2. Om ongewenste schommelingen op te vangen in budgetten waarvan de uitputting overwegend door derden wordt beïnvloed kunnen egalisatiereserves worden gevormd. (Egalisatie)reserves kunnen nooit negatief zijn.

5. Het opheffen van een ongebonden reserve (egalisatie, projecten en overig) is alleen mogelijk als het achterliggende beleidsdoel komt te vervallen of is gerealiseerd. Opheffen van een gebonden reserves is alleen mogelijk als tegenover dit tekort structurele dekking wordt aangewezen.

6. Vrijval van een bestemmingsreserve (door vervallen achterliggend beleidsdoel) komt ten gunste aan de algemene reserve. Indien een nieuwe bestemmingsreserve gewenst is, kan het college aan de raad voorstellen deze in te stellen met inachtneming van het gestelde in artikel 14.

 

Wordt (artikel 14a, lid 2, 5 en 6):

Lid 2 van artikel 14a komt te vervallen. Een egalisatiefunctie is een van de functies die door de raad aan een bestemmingsreserve kan worden toegekend. In de eerdergenoemde nota reserves en voorzieningen wordt aan de functies van bestemmingsreserves verder invulling gegeven.

 

Bij het komen te vervallen van lid 2 wordt de nummering van artikel 14a gecorrigeerd, waardoor de aangepaste leden 5 en 6 worden:

4. Een bestemmingsreserve wordt opgeheven:

a. indien het achterliggende beleidsdoel is komen te vervallen of is gerealiseerd;

b. na het verstrijken van de bij het instellen van de reserve bepaalde maximale looptijd, tenzij de raad vóór het einde van het opheffingsjaar besluit om de looptijd te verlengen;

c. indien de omvang daalt onder het vastgestelde minimumbedrag.

5. Vrijval van een bestemmingsreserve komt ten gunste aan de algemene reserve. Indien een nieuwe bestemmingsreserve gewenst is, kan het college aan de raad voorstellen deze in te stellen met inachtneming van het gestelde in artikel 14.

 

II. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021. Voor bestemmingsreserves waarvan de raad nog geen besluit heeft genomen dat voldoet aan de eisen van het nieuwe lid 4 van artikel 14, wordt uiterlijk bij de begroting 2022 een voorstel voor een dergelijk besluit aan de raad aangeboden. Tot besluitvorming daarover heeft plaatsgevonden, zijn onttrekkingen uit deze reserves bij expliciet raadsbesluit of op basis van eerdere raadsbesluiten mogelijk.

 

III. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Tweede wijzigingsbesluit verordening financieel beleid en beheer.

 

De griffier, De voorzitter,

Naar boven