Gemeenteblad van Haarlemmermeer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2021, 199636 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2021, 199636 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Haarlemmermeer houdende regels omtrent de openbare orde en veiligheid (Algemene Plaatselijke Verordening 2021)
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Afdeling 1 Bestrijding van ongeregeldheden
Afdeling 3 Verspreiden van gedrukte stukken
Afdeling 4 Vertoningen e.d. op de weg
Afdeling 5 Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Afdeling 6 Veiligheid op de weg
Afdeling 8 Toezicht op openbare inrichtingen en terrassen
Afdeling 8A Bijzondere bepalingen over horecabedrijven als bedoeld in de Drank- en Horecawet
Afdeling 9 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
Afdeling 10 Toezicht op speelgelegenheden
Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Afdeling 12 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen
Afdeling 16 Voor publiek openstaande gebouwen
Hoofdstuk 3 Regulering prostitutie, seksbranche en aanverwante onderwerpen
Afdeling 1 Algemene bepalingen
Afdeling 2 Vergunning seksbedrijf
Afdeling 3 Uitoefenen seksbedrijf
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en natuurschoon en zorg voor het uiterlijk
Afdeling 1 Geluidshinder en verlichting
Afdeling 2 Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden
Afdeling 4 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterreinen
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Afdeling 3 Goederen en diensten
Afdeling 7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Afdeling 8 Verbod vuur te stoken
Afdeling 9 Verstrooiing van as
Afdeling 10 Overige bepalingen
Hoofdstuk 6 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
In de Algemene Plaatselijke Verordening is een aantal afdelingen/artikelnummers vervallen of gereserveerd. Deze trefwoorden worden niet in dit register benoemd.
Afvalstoffen verbanden (verbod) 5:34
Beperkingen vergunning of ontheffing 1:4
Binnentreden (woningen) 2:41, 6:3
Intrekking vergunning of ontheffing 1:6
Inwerkingtreding verordening 6:4
Inzameling (geld of goederen) 5:13
Motorvoertuigen (onbeheerd achterlaten) 2:1B
Parkeren anders dan op de rijbaan 5:10
Persoonlijk karakter vergunning 1:5
Rookverbod (in bossen en natuurterreinen) 2:18
Taxidiensten - het aanbieden van 2:1G
Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat 2:81
Veiligheidsrisicogebieden 2:76
Verontreiniging (van de weg) 2:23A
Verspreiding gedrukte stukken 2:6
Verstoring openbare orde e.d. 2:1C
Voertuigen aantasten groenvoorziening 5:11
Voorschriften vergunning of ontheffing 1:4
Weigeringsgronden (algemeen) 1:8
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van een vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonlijk, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd als:
AFDELING 1 BESTRIJDING VAN ONGEREGELDHEDEN
Artikel 2:1C Verstoring van de openbare orde en dergelijke
Onverminderd het bepaalde in artikel 424, 426bis en 431 van het Wetboek van Strafrecht is het verboden op of aan de weg of in een voor het publiek toegankelijk gebouw op enigerlei wijze de orde te verstoren, zich hinderlijk te gedragen, personen lastig te vallen, te vechten, deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te dringen of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden.
AFDELING 5 BRUIKBAARHEID EN AANZIEN VAN DE WEG OF OPENBARE PLAATS
AFDELING 6 VEILIGHEID OP DE WEG
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of voor het wegverkeer hinder of gevaar ontstaat.
Artikel 2:16 Openen straatkolken en dergelijke
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
Artikel 2:23A Verontreiniging van de weg
Als bij het laden of lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen dan wel bij andere werkzaamheden of een calamiteit een openbare plaats wordt verontreinigd, is degene die genoemde werkzaamheden verricht of anderszins verantwoordelijk is voor de stoffen of voorwerpen die de verontreiniging veroorzaken, alsmede als dezen in opdracht handelen hun opdrachtgever verplicht:
als de verontreiniging geen (direct) gevaar voor de veiligheid van het verkeer of voor beschadiging van het wegdek oplevert, de weg terstond na het beëindigen van de werkzaamheden of, als deze langer dan een dag duren, elke dag terstond na beëindiging van de werkzaamheden op die dag te reinigen of te doen reinigen.
In deze afdeling worden de volgende evenementen onderscheiden:
A-evenement: regulier evenement waarbij het (zeer) onwaarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en dat maatregelen of voorzieningen vergt van het bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken;
C-evenement: risicovol evenement waarbij het (zeer) waarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en dat maatregelen of voorzieningen vergt van het bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.
AFDELING 8 TOEZICHT OP OPENBARE INRICHTINGEN EN TERRASSEN
Voor openbare inrichtingen gelden de volgende openings- en sluitingstijden:
Paracommerciële rechtspersonen die zich richten op het organiseren van activiteiten op de terreinen kunst, cultuur en informatie en daarmee een educatieve, ondersteunende en faciliterende functie hebben met een breed pakket mogelijkheden voor cultuurdeelname voor alle leeftijdscategorieën (bijvoorbeeld een centrum voor kunst en cultuur of een poppodium) mogen geopend blijven zolang de activiteit voortduurt, maar niet later dan 05.00 uur. Na 02.00 uur mogen geen bezoekers meer worden toegelaten.
AFDELING 8A BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANK- EN HORECAWET
AFDELING 11 MAATREGELEN TEGEN OVERLAST EN BALDADIGHEID
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik
Het is voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt verboden alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied of elders wanneer hierdoor overlast ontstaat of kan ontstaan voor de omgeving of wanneer er sprake is van drinken in groepsverband en de groep bestaat uit twee of meer personen.
Artikel 2:48A Verboden lachgasgebruik
Het is verboden op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied distikstofoxide (lachgas) te gebruiken.
Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen
Het is aan anderen dan bewoners of gebruikers van een flatgebouw, appartementsgebouw of een soortgelijke meergezinswoning of van een gebouw dat voor publiek toegankelijk is, verboden zich zonder redelijk doel te bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte van een dergelijk gebouw.
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte, dan wel deze te verontreinigen of te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor deze ruimte is bestemd. Onder deze ruimten wordt in elk geval verstaan: portalen, wachtlokalen voor het openbaar vervoer, parkeergarages en rijwielstallingen.
Artikel 2:50A Liggen of slapen op of aan de weg
Het is verboden, al dan niet met gebruikmaking van enige vorm van beschutting, waaronder in ieder geval begrepen het gebruik van een auto, op of aan de weg:
Artikel 2:50B Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties
Het is verboden op openbare plaatsen of in voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven zichtbaar kleding en goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken vertonen - of daarmee sterke gelijkenis hebben - van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een werkzaamheid of doel in strijd met de openbare orde.
AFDELING 12 BEPALINGEN TER BESTRIJDING VAN HELING VAN GOEDEREN
In deze afdeling wordt onder handelaar verstaan de handelaar als bedoeld in artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 2:73 Gebruik van consumentenvuurwerk of professioneel vuurwerk tijdens de jaarwisseling
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden met het kennelijke doel om, al dan niet tegen betaling, middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Artikel 2:74A Openlijk drugsgebruik
Het is verboden op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.
AFDELING 15 BESTUURLIJKE OPHOUDING, VEILIGHEIDSRISICOGEBIEDEN EN CAMERATOEZICHT OP OPENBARE PLAATSEN
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats als deze personen het bepaalde in de volgende artikelen groepsgewijs niet naleven: artikel 2:1A, 2:1C, 2:47, 2:48, 2:49, 2:50, 2:73 alsmede artikel 6.1, 6.2 en 6.21 van de Verordening fysiek domein.
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
Artikel 2:78 Gebiedsontzeggingen
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, of het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht een bevel geven zich gedurende ten hoogste 7 dagen niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden. Er is ieder geval sprake van openbare orde verstorende handelingen in het geval van:
Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie ten minste eenmaal een bevel als bedoeld in dat lid is gegeven en die opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht een bevel geven zich gedurende ten hoogste 6 maanden niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
Artikel 2:79 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet
Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige of herhaalde hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.
AFDELING 16 VOOR PUBLIEK OPENSTAANDE GEBOUWEN
Artikel 2:81 Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat
Het college kan gebieden, gebouwen en bedrijfsmatige activiteiten aanwijzen waarop het verbod uit het derde lid van toepassing is. Een gebied wordt uitsluitend aangewezen als in dat gebied de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid onder druk staat. Een gebouw wordt uitsluitend aangewezen als in of rondom dat gebouw de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid onder druk staat. Een aanwijzing van een gebied of een gebouw kan zich tot een of meer bedrijfsmatige activiteiten beperken. Een bedrijfsmatige activiteit wordt uitsluitend aangewezen als de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid door de bedrijfsmatige activiteit onder druk staat.
De burgemeester kan een vergunning als bedoeld in het derde lid weigeren:
indien een of meer beheerders van het bedrijf binnen 3 jaar vóór de indiening van de vergunningaanvraag een bedrijf heeft geëxploiteerd of daar leiding aan heeft gegeven, dat wegens het aantasten van de openbare orde, de aantasting van het woon- en leefklimaat daaronder begrepen, gesloten is geweest dan wel waarvoor de vergunning om die reden is ingetrokken.
Indien er een verandering van omstandigheden optreedt, waardoor er een wijziging van de vergunning dient te komen, moet de exploitant onverwijld een wijzigingsaanvraag indienen. Indien deze aanvraag niet binnen een maand is ingediend na de verandering van omstandigheden, kan de burgemeester de verleende vergunning intrekken. Een vergunning vervalt, wanneer de verlening van een vergunning, strekkende tot vervanging van eerstbedoelde vergunning, van kracht is geworden.
In afwijking van het derde lid geldt dit verbod voor de exploitant die op het moment van inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit reeds onder het aanwijzingsbesluit vallende bedrijfsmatige activiteiten verricht, voor die bestaande activiteiten op bestaande locaties eerst drie maanden na inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit of met ingang van inwerkingtreding van het besluit tot weigering of intrekking van een door hem aangevraagde vergunning, voor zover dat eerder is.
HOOFDSTUK 3 REGULERING PROSTITUTIE, SEKSBRANCHE EN AANVERWANTE ONDERWERPEN
AFDELING 1 ALGEMENE BEPALINGEN
De artikelen 1:2 en 1:5 tot en met 1:8 zijn niet van toepassing op het bij of krachtens dit hoofdstuk bepaalde.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksbedrijf: de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie, waaronder begrepen thuisprostitutie, of tot het verrichten van seksuele handelingen voor een ander tegen betaling of uit het bedrijfsmatig aanbieden van vertoningen van erotisch-pornografische aard in een seksinrichting tegen betaling;
AFDELING 2 VERGUNNING SEKSBEDRIJF
Een vergunning wordt geweigerd als:
er aanwijzingen zijn dat voor of bij het seksbedrijf personen tewerkgesteld zijn of zullen zijn die, als het prostituees betreft, nog niet de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt, als het overige personen betreft, nog niet de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, slachtoffer zijn van mensenhandel of verblijven of werken in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen;
de exploitant of de beheerder minder dan vijf jaar voorafgaand aan de dag dat de vergunning wordt aangevraagd, bij meer dan één rechterlijke uitspraak of strafbeschikking onherroepelijk veroordeeld is tot een onvoorwaardelijke geldboete van € 500 of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
bepalingen, gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet 2000, de Wet arbeid vreemdelingen en hoofdstuk 3 van deze verordening; 2°. de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 416, 417, 417bis, 420bis tot en met 420quinquies, 426 en 429quater van het Wetboek van Strafrecht;
Een vergunning kan in ieder geval worden geweigerd:
voor een seksbedrijf waarvoor de vergunning op grond van artikel 3:9, eerste lid, aanhef en onder a tot en met f, of tweede lid, aanhef onder a tot en met g, of in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur is ingetrokken, gedurende een periode van vijf jaar na de intrekking;
Artikel 3:10 Melding gewijzigde omstandigheden
De vergunninghouder meldt elke verandering waardoor zijn seksbedrijf niet langer in overeenstemming is met de op grond van artikel 3:8, eerste lid, in de vergunning opgenomen gegevens, zo spoedig mogelijk aan het bevoegde bestuursorgaan. Dit bestuursorgaan verleent een gewijzigde vergunning, als het seksbedrijf aan de vereisten voldoet.
Paragraaf 3.2 Regels voor alle prostitutiebedrijven en prostituees
Artikel 3:14 Leeftijd en verblijfstitel prostituees; verbod werken voor onvergund prostitutiebedrijf
De exploitant meldt een voorgenomen wijziging van het bedrijfsplan onverwijld aan het bevoegde bestuursorgaan. De wijziging wordt na goedkeuring van het bevoegde bestuursorgaan als onderdeel van het bedrijfsplan aangemerkt, als deze voldoet aan de eisen die overeenkomstig het eerste en tweede lid aan een bedrijfsplan worden gesteld.
Paragraaf 3.3 Raam- en straatprostitutie
Artikel 3:19 Straatprostitutie
Het is verboden op of aan de weg of op, aan of in een andere vanaf de weg zichtbare plaats, niet zijnde een seksinrichting waarvoor een vergunning is verleend, zich op te houden met het kennelijke doel prostitutie of het verrichten van seksuele handelingen in het kader van prostitutie.
HOOFDSTUK 4 BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE
HOOFDSTUK 5 ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING DER GEMEENTE
Artikel 5:12 Overlast van fietsen of bromfietsen
Het is in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente en/of ter voorkoming van overlast dan wel hinder of gevaarzetting verboden in de openbare ruimte (brom-)fietsen of vergelijkbaar vervoermiddelen al of niet voor onmiddellijk gebruik geschikt, buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan, als daardoor:
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen of leden- of donateurwerving
Het is verboden een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden, dan wel in het openbaar leden of donateurs te werven als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Onder een inzameling als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan het aanvaarden van geld of goederen bij het aanbieden van diensten of goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Artikel 5:25A Ligplaats voor woonschepen
(Artikel komt niet meer voor in Verordening fysiek domein Haarlemmermeer 2018)
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen die bij de gemeente in beheer zijn.
AFDELING 8 VERBOD VUUR TE STOKEN
Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
Het verbod is niet van toepassing op de verbranding van een beperkte hoeveelheid schoon hout dat afkomstig is van een huttendorp behorende bij een kindervakantieweek of -spel als het college een ontheffing als bedoeld in artikel 10.63, eerste lid, van de Wet milieubeheer heeft verleend. De burgemeester kan de verbranding altijd in het belang van de openbare orde verbieden.
HOOFDSTUK 6 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde, met uitzondering van artikel 2:78, en de daarbij op grond van artikel 1:4 gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of met een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften die strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
In afwijking van lid 1 en 2 geldt voor afdeling 10 Toezicht op speelgelegenheden dat als voor 1 januari 2014 op een adres reeds een legale automatenhal gevestigd was, deze daar gevestigd mag blijven zolang aan de overige wet- en regelgeving wordt voldaan. Er dient een vergunning als bedoeld in artikel 2:39A te worden aangevraagd.
Beleidsregels, nadere regels en aanwijzingsbesluiten die zijn vastgesteld onder de werking van voorgaande Algemene Plaatselijke Verordeningen worden geacht beleidsregels, nadere regels en aanwijzingsbesluiten te zijn als bedoeld in deze verordening totdat het bevoegde bestuursorgaan op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening 2021 nieuwe beleidsregels, nadere regels of aanwijsbesluiten heeft vastgesteld.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-199636.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.