Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel tot vaststelling van nadere regels over de huisvesting van arbeidsmigranten (Regeling huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2021)

Het college van burgemeester en wethouders van Boxtel;

 

gelet op artikelen 2, 3, 4 en 6 van de Verordening huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2021;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende regeling:

 

Regeling huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2021

 

Hoofdstuk 1

Artikel 1 Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel;

  • beheerplan: een plan/protocol als bedoeld in artikel 4 vierde lid sub c van de verordening, artikel 6 eerste lid sub a van de verordening en artikel 11 van deze regeling, waarin het beheer van de huisvestingsvoorziening wordt omgeschreven en waarin de wijze van communicatie tussen een vergunninghouder en derden wordt omgeschreven;

  • feitelijke ingebruikname: feitelijk gebruik als bedoeld in de rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de inwerkingtreding van voorbereidingsbesluiten op grond van de Wet ruimtelijke ordening (bijv. ABRvS 18 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3196);

  • onzelfstandige verblijfsruimte: een ruimte, binnen een huisvestingsvoorziening als bedoeld in artikel 1 van de verordening, zonder eigen keuken of sanitair, geschikt voor het verblijven van maximaal 1 persoon;

  • regeling: deze Regeling huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2021;

  • reguliere register SNF: het door Stichting Normering Flexwonen beheerde register van ondernemingen die aan de normen van Stichting Normering Flexwonen voor huisvesting van arbeidsmigranten voldoen;

  • VCA-certificaat: het certificaat ‘Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers’ van de Stichting Samenwerken voor Veiligheid;

  • verblijfseenheid: het geheel van meerdere onzelfstandige verblijfsruimten rondom één keuken en sanitair binnen een huisvestingsvoorziening als bedoeld in artikel 1 van de verordening;

  • verordening: Verordening huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2021;

  • zelfstandige verblijfsruimte: een ruimte, binnen een huisvestingsvoorziening als bedoeld in artikel 1 van de verordening, met eigen keuken en sanitair, geschikt voor het verblijven van maximaal 2 personen.

Hoofdstuk 2 Arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning

Artikel 2 Systeem van schaarse vergunningen

  • 1.

    Het college verleent ten hoogste drie arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunningen voor een huisvestingsvoorziening voor arbeidsmigranten.

  • 2.

    Het college verleent:

    • a.

      één arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning voor de categorie huisvesting van 150 personen;

    • b.

      één arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning voor de categorie huisvesting van 250 personen;

    • c.

      één arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning voor de categorie huisvesting van 400 personen.

  • 3.

    De arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunningen worden verdeeld in één verdelingsronde als bedoeld in artikel 4.

  • 4.

    Een aanvraag ziet op één huisvestingsvoorziening. Een aanvrager kan niet meer dan één aanvraag voor één huisvestingsvoorziening indienen voor elk van de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunningen als bedoeld in het tweede lid. Een aanvrager kan dus voor elke categorie als bedoeld in het tweede lid maximaal één afzonderlijk te beoordelen aanvraag indienen.

  • 5.

    Voor de toepassing van het vierde lid worden twee of meer aanvragers beschouwd als één aanvrager indien dezelfde rechtspersoon of natuurlijke persoon daarin feitelijke zeggenschap of een overwegend belang heeft of een aanvrager feitelijke zeggenschap of een overwegend belang in een andere aanvrager heeft.

  • 6.

    Een rechtspersoon of een natuurlijk persoon wordt geacht feitelijke zeggenschap te hebben in een aanvrager wanneer hij gerechtigd is direct of indirect 50% of meer van de stemmen uit te brengen in één of meer van de besluitvormende organen, dan wel op andere wijze in staat is de besluitvorming te bepalen, respectievelijk de feitelijke zeggenschap heeft.

  • 7.

    Een rechtspersoon of een natuurlijk persoon wordt geacht een overwegend belang te hebben in de onderneming van een aanvrager wanneer hij een rechtstreeks of middellijk belang heeft van 50% of meer van het geplaatste kapitaal, 50% of meer eigenaar is, of de feitelijke zeggenschap heeft.

  • 8.

    Voor de toepassing van het vierde lid worden twee of meer aanvragers beschouwd als één aanvrager indien de aanvragers deel uitmaken van een concern of een groep van (rechts)personen.

 

Artikel 3 Vragen en inlichtingen

  • 1.

    Potentiële aanvragers worden van 22 juni 2021 vanaf 08:00 uur tot en met 20 juli 2021 tot 17:00 uur in de gelegenheid gesteld uitsluitend digitaal vragen te stellen over de regeling en de verdelingsronde via arbeidsmigranten@mijngemeentedichtbij.nl.

  • 2.

    Het college beantwoordt de vragen als bedoeld in het eerste lid schriftelijk in één inlichtingenronde en publiceert de vragen en antwoorden geanonimiseerd uiterlijk op 27 augustus 2021 via de gemeentelijke website www.mijngemeentedichtbij.nl.

  • 3.

    Indien het college de regeling wijzigt naar aanleiding van de vragen als bedoeld in het eerste lid, dan maakt het college de wijzigingen bekend uiterlijk twee weken vóór aanvang van de aanvraagperiode als bedoeld in artikel 4 eerste lid.

  • 4.

    Indien sprake is van een geval als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht stelt het college de aanvrager eenmaal in de gelegenheid om binnen 14 dagen de aanvraag aan te vullen.

 

Artikel 4 Verdelingsronde 2021

  • 1.

    Een aanvraag voor een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning kan uitsluitend worden ingediend vanaf 20 september 2021 om 08:00 uur tot 21 september 2021 om 17:00 uur.

  • 2.

    Indien één of meerdere van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 6 van de verordening of als één of meerdere van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 7 van deze regeling, van toepassing zijn, wordt een aanvraag niet inhoudelijk beoordeeld als bedoeld in het vierde lid.

  • 3.

    Indien een aanvraag ziet op een huisvestingsvoorziening voor meer of minder personen als bedoeld in artikel 2 tweede lid, dan wordt deze aanvraag niet inhoudelijk beoordeeld als bedoeld in het vierde lid.

  • 4.

    De inhoudelijke beoordeling van de aanvraag geschiedt door de aanvraag te toetsen aan elk subcriterium als bedoeld in artikel 8.

  • 5.

    Het college verleent de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning aan de aanvrager die op basis van de inhoudelijke beoordeling de meeste punten krijgt toegekend, per categorie arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 2 tweede lid.

  • 6.

    Indien twee of meer aanvragers die de meeste punten toegekend krijgen dezelfde totaalscore behalen op basis van de inhoudelijke beoordeling als bedoeld in het vierde lid, voor dezelfde arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 2 tweede lid, dan wordt de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning verleend aan de aanvrager aan wie de hoogste score is toegekend op ‘Subcriterium 3: het plan het plan inzake de bijdrage aan leefbaarheid en woningvoorraad’.

  • 7.

    Indien aanvragers als bedoeld in het zesde lid ook dezelfde score behalen op basis van de inhoudelijke beoordeling als bedoeld in het vierde lid op ‘Subcriterium 3: het plan inzake de bijdrage aan leefbaarheid en woningvoorraad’ en het bepaalde in het zesde lid dus geen oplossing biedt, dan wordt geloot tussen die aanvragers.

  • 8.

    De loting als bedoeld in het zevende lid is openbaar en wordt voltrokken door een notaris.

 

Artikel 5 Eisen aan een aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag als bedoeld in artikel 2 gaat in het geval van een aanvraag van een rechtspersoon vergezeld van:

    • a.

      een bewijs van inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel dat niet ouder is dan drie maanden;

    • b.

      een handtekening of handtekeningen van de statutair bestuurder of de statutaire bestuurders die bevoegd zijn de rechtspersoon te vertegenwoordigen. Verlening van een volmacht is niet toegestaan.

  • 2.

    Een aanvraag als bedoeld in artikel 2 gaat in het geval van een aanvraag van een natuurlijk persoon vergezeld van:

    • a.

      de BSN-gegevens van die natuurlijke persoon;

    • b.

      een handtekening van die natuurlijke persoon.

  • 3.

    Een aanvraag als bedoeld in artikel 2 gaat vergezeld van:

    • a.

      het volledige, naar waarheid ingevulde formulier in bijlage 1. In het geval van een aanvraag van een natuurlijk persoon dient het formulier als bedoeld in bijlage 1, te zijn ondertekend door die natuurlijk persoon. In het geval van een aanvraag van een rechtspersoon dient het formulier als bedoeld in bijlage 1, ondertekend te zijn door een vertegenwoordigingsbevoegd bestuurder of vertegenwoordigingsbevoegde bestuurders.

    • b.

      het ingevulde Bibob-formulier in bijlage 2.

Artikel 6 Indieningswijze aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag wordt schriftelijk of digitaal ingediend.

  • 2.

    Een schriftelijke aanvraag geschiedt door middel van deponering van de aanvraag in een afgesloten container gesitueerd bij de receptie in het gemeentehuis van Boxtel. De afgesloten container is toegankelijk gedurende kantoortijden tijdens de aanvraagperiode als bedoeld in artikel 4 eerste lid. De aanvraag, waaronder formulieren en bijlagen, mag ook op een USB-stick worden aangeleverd door deze in de betreffende container te deponeren.

  • 3.

    Een digitale aanvraag geschiedt door middel van het uploaden van de aanvraag via https://delen.mijngemeentedichtbij.nl naar arbeidsmigranten@mijngemeentedichtbij.nl. Als moment van indiening van de aanvraag wordt beschouwd het moment dat een aanvraag digitaal is ontvangen.

 

Artikel 7 Weigeringsgronden

  • 1.

    Het college weigert een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning indien één of meerdere van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 6 eerste lid van de verordening van toepassing is.

  • 2.

    Het college weigert een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning indien:

    • a.

      de aanvraag niet voldoet aan artikel 2;

    • b.

      de aanvraag ziet op een huisvestingsvoorziening voor de huisvesting van meer of minder personen dan bedoeld in artikel 2 tweede lid;

    • c.

      de aanvraag is ingediend buiten de aanvraagperiode als bedoeld in artikel 4 eerste lid;

    • d.

      het college bij de inhoudelijke beoordeling als bedoeld in artikel 4 vierde lid, op het ‘Subcriterium 2: het beheerplan’ minder dan 25% van de te behalen punten toekent aan het bij de aanvraag ingediende beheerplan als bedoeld in artikel 11 tweede lid;

    • e.

      de aanvraag niet voldoet aan artikel 5.

  • 3.

    Het college weigert een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning indien de aanvrager niet voldoet aan de vereisten van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob).

  • 4.

    Het college weigert een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning indien:

    • a.

      de aanvraag ziet op een voorziene locatie voor een huisvestingsvoorziening die zich niet bevindt binnen het zoekgebied als bedoeld in bijlage 4a; of

    • b.

      de aanvraag ziet op een voorziene locatie voor een huisvestingsvoorziening die zich niet bevindt binnen het zoekgebied als bedoeld in bijlage 4b.

  • 5.

    Het college kan een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning weigeren indien de aanvraag ziet op een voorziene locatie voor een huisvestingsvoorziening die zich bevindt binnen het zoekgebied als bedoeld in bijlage 4b en het college heeft beoordeeld dat de voorziene locatie voor een huisvestingsvoorziening geen bijzondere meerwaarde biedt als bedoeld in bijlage 4b.

  • 6.

    Het college weigert een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning indien een aanvrager minder dan 25% van het maximaal aantal te behalen punten krijgt toegekend bij één of meerdere van de subcriteria als bedoeld in artikel 8.

  • 7.

    Het college weigert een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning indien de voorziene huisvestingsvoorziening zoals beschreven in de desbetreffende aanvraag niet voldoet aan de verplichtingen gesteld aan de huisvestingsvoorziening als bedoeld in artikelen 10, 11, 12 en 13.

  • 8.

    Het college weigert een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning indien een aanvrager op het moment van indiening van de aanvraag niet staat ingeschreven in het reguliere register SNF.

  • 9.

    Het college weigert een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning indien een aanvrager op het moment van indiening van de aanvraag niet beschikt over een VCA-certificaat. Indien een aanvrager de beschikking over een VCA-certificaat aantoont door middel van een derde partij, dient de aanvrager bij de aanvraag aan te tonen dat deze derde partij betrokken is bij de daadwerkelijke realisatie en/of uitvoering van de huisvestingsvoorziening, bijvoorbeeld door middel van een overeenkomst, en dat die derde partij op het moment van indiening van de aanvraag beschikt over een VCA-certificaat.

  • 10.

    Het college wijst alle aanvragen van één aanvrager af indien de aanvrager meer dan één aanvraag indient voor dezelfde categorie arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 2 tweede lid. Artikel 2 vijfde lid, zesde lid, zevende lid en achtste lid zijn hierop eveneens van toepassing.

 

Artikel 8 Inhoudelijke beoordelingscriteria

  • 1.

    De inhoudelijke beoordeling door het college als bedoeld in artikel 4 vierde lid, geschiedt op basis van de volgende subcriteria:

    • -

      Subcriterium 1: het ontwikkelplan;

    • -

      Subcriterium 2: het beheerplan;

    • -

      Subcriterium 3: het plan inzake de bijdrage aan leefbaarheid en woningvoorraad;

    • -

      Subcriterium 4: het stedenbouwkundig plan;

    • -

      Subcriterium 5: het plan voor de omgevingsdialoog.

  • 2.

    Het college kan maximaal:

    • -

      250 punten toekennen voor Subcriterium 1: het ontwikkelplan;

    • -

      250 punten toekennen voor Subcriterium 2: het beheerplan;

    • -

      250 punten toekennen voor Subcriterium 3: het plan inzake de bijdrage aan leefbaarheid en woningvoorraad;

    • -

      100 punten toekennen voor Subcriterium 4: het stedenbouwkundig plan;

    • -

      150 punten toekennen voor Subcriterium 5: het plan voor de omgevingsdialoog.

  • 3.

    Het college beoordeelt de subcriteria als bedoeld in het eerste lid op de wijze beschreven in bijlage 5.

 

Artikel 9 Looptijd arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning

  • 1.

    Een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning wordt verleend voor een periode van 10 jaar.

  • 2.

    De termijn als bedoeld in het eerste lid, kan niet worden verlengd.

  • 3.

    De termijn als bedoeld in het eerste lid, vangt aan op het moment van de feitelijke ingebruikname van de huisvestingsvoorziening.

 

Hoofdstuk 3 Verplichtingen voor huisvestingsvoorzieningen

Artikel 10 Algemene verplichtingen

  • 1.

    De huisvestingsvoorziening bestaat uit zelfstandige verblijfsruimten en onzelfstandige verblijfsruimten.

  • 2.

    Een verblijfseenheid bestaat uit maximaal vier onzelfstandige verblijfsruimten. In één verblijfseenheid moeten een toilet en een badkamer in afzonderlijk afsluitbare ruimten aanwezig zijn.

 

Artikel 11 Beheerder(s), beheerplan en klachtenregistratie

  • 1.

    In elke huisvestingsvoorziening is tenminste één beheerder 24 uur per dag en 7 dagen in de week aanwezig.

  • 2.

    Voor elke huisvestingsvoorziening is een beheerplan als bedoeld in artikel 4 vierde lid sub c en 6 eerste lid sub a van de verordening, opgesteld.

  • 3.

    Het beheerplan bevat tenminste:

    • a.

      een omschrijving van de manier waarop de verplichting uit het eerste lid wordt vervuld;

    • b.

      een meertalig huisreglement;

    • c.

      een omschrijving van de wijze waarop klachten worden geregistreerd en behandeld;

    • d.

      een communicatieplan als bedoeld in artikel 6 eerste lid sub a van de verordening waarin de wijze van communicatie tussen de vergunninghouder en derden wordt omschreven.

Artikel 12 Huisreglement

  • 1.

    Het huisreglement wordt tenminste in het Nederlands en Engels opgesteld.

  • 2.

    Het huisreglement wordt verstrekt aan in een huisvestingsvoorziening verblijvende personen bij aanvang van hun verblijf.

 

Artikel 13 Gemeenschappelijke ruimte

  • 1.

    Een huisvestingsvoorziening heeft minimaal 200 vierkante meter aan gemeenschappelijke ruimte.

  • 2.

    Een huisvestingsvoorziening voor meer dan 150 personen heeft per persoon 1 extra vierkante meter beschikbaar aan gemeenschappelijke ruimte, bovenop de 200 verplichte vierkante meter genoemd in het eerste lid.

  • 3.

    Ruimte kwalificeert als gemeenschappelijke ruimte als bedoeld in het eerste lid, indien:

    • -

      de ruimte buiten een verblijfseenheid of verblijfsruimte is gelegen;

    • -

      de ruimte gericht is op sport, recreatie, ontspanning of is ingericht voor algemene voorzieningen; en

    • -

      de ruimte geen expliciete verkeersfunctie heeft (zoals gangen en (lift)hallen).

  • 4.

    Ruimte buiten kwalificeert als gemeenschappelijke ruimte als bedoeld in het eerste lid, indien:

    • -

      de ruimte gericht is op sport, recreatie, ontspanning of is ingericht voor algemene voorzieningen; en

    • -

      de ruimte is gelegen op het terrein van de huisvestingsvoorziening.

Hoofdstuk 4 Voorschriften arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning

Artikel 14 Voorschriften

  • 1.

    Aan een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning worden in ieder geval de voorschriften in bijlage 6 verbonden.

  • 2.

    Aan een arbeidsmigrantenhuisvestingvergunning worden de verplichtingen als bedoeld in artikelen 10, 11, 12 en 13 verbonden als voorschrift.

  • 3.

    Aan een arbeidsmigrantenhuisvestingvergunning wordt het voorschrift verbonden dat de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning integraal wordt nageleefd en uitgevoerd, en dat de integrale aanvraag onlosmakelijk onderdeel is van een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning.

 

Hoofdstuk 5 Intrekking of wijziging van de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning

Artikel 15 Intrekking

  • 1.

    Het college is bevoegd dan wel verplicht een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning in te trekken in de gevallen als bedoeld in artikel 9 van de verordening.

  • 2.

    Het college kan de termijn als bedoeld in artikel 9 eerste lid sub a van de verordening verlengen. Het college kan in ieder geval gebruikmaken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 9 tweede lid van de verordening indien:

    • a.

      andere publiekrechtelijke vergunningen, ontheffingen of toestemmingen vereist zijn voor de feitelijke ingebruikname van de huisvestingsvoorziening en die publiekrechtelijke vergunningen, ontheffingen of toestemmingen niet onherroepelijk zijn; of

    • b.

      andere zwaarwegende belangen daartoe aanleiding geven.

  • 3.

    Het college betrekt bij de toepassing van de intrekkingsbevoegdheden als bedoeld in artikel 9 derde lid van de verordening de aard, de frequentie en de ernst van de grond voor de intrekkingsbevoegdheid.

  • 4.

    Het college kan een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning intrekken indien sprake is van slecht levensgedrag als bedoeld in artikel 9 derde lid sub f van de verordening. Bij de beoordeling of sprake is van slecht levensgedrag wordt in ieder geval in aanmerking genomen of:

    • a.

      een vergunninghouder of een bij de vergunninghouder werkzaam persoon of werkzame personen veroordeeld is of zijn voor een strafbaar feit;

    • b.

      uit concrete feiten en omstandigheden volgt dat de frequentie, de aard en de ernst van gedragingen de vrees rechtvaardigen dat de vergunninghouder of een bij de vergunninghouder werkzaam persoon of werkzame personen een bedreiging vormt of vormen voor de bescherming van de belangen als bedoeld in artikel 6 tweede lid van de verordening.

  • 5.

    Bij de beoordeling of sprake is van slecht levensgedrag als bedoeld in artikel 9 derde lid sub f en vierde lid van de verordening kan ook rekening worden gehouden met gedragingen die op zichzelf niet als ernstig kunnen worden beschouwd, maar die in samenhang met andere gedragingen een gedragspatroon opleveren dat van slecht levensgedrag getuigt.

  • 6.

    Het college kan een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning intrekken in het geval van overgang van de huisvestingsvoorziening of de onderneming van de vergunninghouder op een derde partij, bijvoorbeeld door middel van een aandelentransactie of een activa passiva transactie als bedoeld in artikel 9 derde lid sub l van de verordening. In dat geval kan het college de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning intrekken, indien:

    • a.

      de derde partij van slecht levensgedrag is;

    • b.

      bij de derde partij personen werkzaam zijn van slecht levensgedrag;

    • c.

      de belangen als bedoeld in artikel 6 tweede lid van de verordening niet meer of onvoldoende beschermd kunnen worden; of

    • d.

      de derde partij niet voldoet aan de vereisten van de Wet Bibob.

Artikel 16 Ondergeschikte wijzigingen

Het college kan een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning op ondergeschikte onderdelen wijzigen, gedurende de termijn als bedoeld in artikel 9 eerste lid.

 

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

 

Artikel 18 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als de Regeling huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2021.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 15 juni 2021.

De burgemeester,

R.S. van Meygaarden

De secretaris,

A.E. Kraal

Bijlage 1: Aanvraagformulier

 

Naam (van de persoon of onderneming)

Adres

Voorziene locatie huisvestingsvoorziening (kadastrale percelen en adres)

KvK-nummer (indien onderneming)

 

 

 

 

 

De aanvrager verklaart door ondertekening van dit formulier dat deze aanvraag wordt gedaan overeenkomstig de eisen, bepalingen en gegevens zoals deze zijn omschreven in de Verordening huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2021, de Regeling huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2021 en de daarbij behorende bijlagen. De aanvrager verklaart door ondertekening van dit formulier dat de aanvraag en de overige daarbij in te dienen documenten als bedoeld in artikel 2 van de Regeling huisvesting arbeidsmigranten 2021 volledig en juist zijn ingediend.

 

De aanvrager verklaart dat zij geregistreerd staat in het reguliere SNF-register.

 

Ja O Nee O

 

De aanvrager verklaart dat zij beschikt over een geldig VCA-certificaat.

 

Ja O Nee O

 

Indien een aanvrager de beschikking over een VCA-certificaat aantoont door middel van een derde partij, dan dient de aanvrager bij de aanvraag aan te tonen dat deze derde partij betrokken is bij de daadwerkelijke realisatie en/of uitvoering van de huisvestingsvoorziening, bijvoorbeeld door middel van een overeenkomst.

 

Ondertekening indien aanvrager een natuurlijke persoon is:

 

Naam

Datum en plaats

 

 

 

Ondertekening indien aanvrager een onderneming is:

 

Naam van de onderneming

Naam ondertekenaar(s)

Functie ondertekenaar(s)

Datum en plaats

 

 

 

 

Bijlage 2: Bibob-formulier

 

BIBOB VRAGENFORMULIER

Dit formulier is in overeenstemming met de ministeriële Regeling Bibob-formulieren (4 juni 2013 nr. 389136)

 

Let op: U dient van alle gevraagde bewijsstukken te allen tijde de originele exemplaren te tonen en een kopie in te leveren.

 

1. Algemeen

 

Wat is het (voorlopige) adres van de huisvestingsvoorziening?

 

Adres huisvestingsvoorziening: …………………………………………………………………….

 

2. Vergunning

 

Welke vergunning vraagt u aan?: ……….………………………………………………………….

 

3. Aanvrager vergunning

 

Vraagt u de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning aan als natuurlijk persoon of als rechtspersoon?

 

  • o

    Als natuurlijk persoon (Ga door naar vraag 3a.)

  • o

    Als bedrijf/rechtspersoon (Ga door naar vraag 3b.)

3a. Gegevens aanvrager (natuurlijk persoon)

 

Achternaam: ………………………………………………………………………

 

Voornaam: ………………………………………………………………………

 

Geboortedatum: ………………………………………………………………………

 

Burgerservicenummer (BSN): ………………………………………………………………………

 

Bijvoegen:

  • Een kopie van een geldig legitimatiebewijs

  • Indien van toepassing een kopie verblijfsvergunning (origineel tonen)

3b. Gegevens aanvrager (bedrijf/rechtspersoon)

 

Ondernemingsvorm

 

  • o

    Vennootschap onder Firma (V.O.F.)

  • o

    Commanditaire vennootschap (C.V.)

  • o

    Maatschap

  • o

    Coöperatie

  • o

    Buitenlandse rechtspersoon

  • o

    Besloten vennootschap (B.V.)

  • o

    Naamloze vennootschap (N.V.)

  • o

    Vereniging

  • o

    Stichting

  • o

    Onderlinge waarborgmaatschappij

  • o

    Anders, namelijk:……………………………..

Bijvoegen:

  • Aandeelhoudersregister indien de aanvrager/aandeelhouder een besloten vennootschap is, zodat blijkt wie de betrokken natuurlijke personen zijn.

  • De gegevens van de commanditair vennoot indien aanvrager een commanditaire vennootschap is.

  • Een kopie van een geldig legitimatiebewijs van bestuurders indien sprake is van een B.V., een stichting, een maatschap of vereniging, of van de vennoten indien sprake is van een V.O.F. of C.V.

  • Indien van toepassing een kopie verblijfsvergunning (origineel tonen).

Statutaire naam en statutaire vestigingsplaats (zoals op de akte van oprichting), handelsnaam, nummer inschrijving KvK.

 

Vestigingsplaats: ………………………………………………………………………

 

Handelsnaam: ………………………………………………………………………

 

KvK-nummer: ………………………………………………………………………

 

4. Gegevens opdrachtgever

 

Bent u ook de opdrachtgever van de activiteit waarop de aangevraagde arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning ziet?

 

  • o

    Ja (ga direct naar vraag 5)

  • o

    Nee (vul bij vraag 4a of 4b de gegevens in van de opdrachtgever)

4a. Gegevens opdrachtgever (natuurlijk persoon)

 

Achternaam : ………………………………………………………………………

 

Voornaam : ………………………………………………………………………

 

Geboortedatum : ………………………………………………………………………

 

Burgerservicenummer (BSN) : ………………………………………………………………………

 

Bijvoegen:

  • Een kopie van een geldig legitimatiebewijs

  • Indien van toepassing een kopie verblijfsvergunning (origineel tonen)

4b. Gegevens opdrachtgever (bedrijf/rechtspersoon)

 

Ondernemingsvorm

 

  • o

    Eenmanszaak

  • o

    Vennootschap onder Firma (V.O.F.)

  • o

    Commanditaire vennootschap (C.V.)

  • o

    Maatschap

  • o

    Coöperatie

  • o

    Buitenlandse rechtspersoon

  • o

    Besloten vennootschap (B.V.)

  • o

    Naamloze vennootschap (N.V.)

  • o

    Vereniging

  • o

    Stichting

  • o

    Onderlinge waarborgmaatschappij

  • o

    Anders, namelijk:……………………………..

Bijvoegen:

  • Aandeelhoudersregister indien de aanvrager/aandeelhouder een besloten vennootschap is zodat blijkt wie de betrokken natuurlijke personen zijn.

  • De gegevens van de commanditair vennoot indien aanvrager een commanditaire vennootschap is.

Statutaire naam en statutaire vestigingsplaats (zoals op de akte van oprichting), handelsnaam, nummer inschrijving KvK.

 

Vestigingsplaats : ………………………………………………………………………

 

Handelsnaam : ………………………………………………………………………

 

KvK-nummer : ………………………………………………………………………

 

5. Gegevens betrokkenen bij de opdrachtgever

 

Is of zijn de aanvrager(s), opdrachtgevers, aandeelhouders, gevolmachtigden of vennoten in de afgelopen vijf jaar voor strafbare feiten vervolgd?

 

  • o

    Nee

  • o

    Ja, namelijk

Veroordeeld (d.w.z. een uitspraak naar aanleiding van een terechtzitting gedaan door een rechter)

 

1. Naam………………………………………………………………………Datum……………………

 

(strafbaar) feit……………………………..

 

Een schikking aangegaan met het Openbaar Ministerie (d.w.z. dat er geen terechtzitting, geen bemoeienis van een rechter en ook geen veroordeling heeft plaatsgevonden)

 

2. Naam………………………………………………………………………Datum……………………

 

(strafbaar) feit……………………………..

 

Bijvoegen:

  • De betreffende beschikking

Als verdachte aangemerkt

 

3. Naam………………………………………………………………………Datum……………………

 

(strafbaar) feit……………………………..

 

Heeft deze persoon een bestuurlijke of fiscale boete gekregen?

 

4. Naam………………………………………………………………………Datum……………………

 

(strafbaar) feit……………………………..

 

Bijvoegen:

  • De betreffende beschikking

6. Betrokkenheid bij andere ondernemingen

 

Zijn de huidige ondernemers, bestuurders, aandeelhouders of vennoten in de afgelopen vijf jaar betrokken (geweest) bij andere Nederlandse of buitenlandse ondernemingen?

 

  • o

    Nee

  • o

    Ja, namelijk

Naam betrokkene……………………………………..

 

Onderneming…………………………………………. KvK-nummer……………………………………….

 

Naam betrokkene……………………………………..

 

Onderneming…………………………………………. KvK-nummer……………………………………….

 

Naam betrokkene……………………………………..

 

Onderneming…………………………………………. KvK-nummer……………………………………….

 

Naam betrokkene……………………………………..

 

Onderneming…………………………………………. KvK-nummer……………………………………….

 

Naam betrokkene…………………………………….

 

Onderneming…………………………………………. KvK-nummer……………………………………….

 

7. Financiering van het bouwplan

 

Geef aan hoe de huisvestingsvoorziening gefinancierd wordt.

 

Bedrag financiering (totaal) €……………………..

 

  • 1.

    Financiering met eigen vermogen

Eigen vermogen: Bedrag: €…………………………

 

Geef aan hoe dit eigen vermogen is verkregen:

 

……………………………………………………………………..

 

……………………………………………………………………..

 

……………………………………………………………………..

 

……………………………………………………………………..

 

Bijvoegen:

  • Bescheiden waaruit dit vermogen blijkt (bijvoorbeeld bankafschriften).

  • Jaarrekeningen of balansen en winst- en verliesrekeningen van de laatste drie jaar.

  • 2.

    Financiering met vreemd vermogen (vreemd vermogen is al het vermogen dat in de onderneming zit behalve het eigen vermogen. Bijvoorbeeld: leningen, schulden en kredieten).

1. Naam financier…………………………………………….. Bedrag: € ……………………..

 

BSN (indien financier een natuurlijk persoon betreft) ……………………………………..

 

2. Naam financier…………………………………………….. Bedrag: € ……………………..

 

BSN (indien financier een natuurlijk persoon betreft) ……………………………………..

 

3. Naam financier…………………………………………….. Bedrag: € ……………………..

 

BSN (indien financier een natuurlijk persoon betreft) ……………………………………..

 

4. Naam financier…………………………………………….. Bedrag: € ……………………..

 

BSN (indien financier een natuurlijk persoon betreft) ……………………………………..

 

Bijvoegen:

  • Financieringsovereenkomst(en)

  • 3.

    Overig

Bijvoegen:

  • Door beide of meerdere partijen getekende overeenkomst van financiering en de aflossingsafspraken

8. Relatie pand/terrein waarvoor arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning wordt aangevraagd

 

Geef aan wat uw relatie is met het pand en/of het terrein waarvoor de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning wordt aangevraagd.

 

  • A.

    Wordt het pand/terrein gehuurd?

  • o

    Nee

  • o

    Ja, geef het volgende aan:

Naam eigenaar: ………………………………………………………

 

Huur per maand: € ……………………

 

Bijvoegen:

  • Huurovereenkomst

  • B.

    Is het pand/terrein waarvoor de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning wordt aangevraagd (deels) uw eigendom?

  • o

    Nee

  • o

    Ja, geef aan

Aankoopbedrag €………………………………….

 

  • C.

    Is er een andere relatie?

  • o

    Eigendom van de aanvrager of de opdrachtgever:

Bijvoegen:

  • Eigendomsbewijs

Indien u het eigendom binnen een periode van twee jaar, voorafgaande aan de datum van deze aanvraag, hebt verkregen dan tevens bijvoegen:

  • Eindafrekening van de notaris inzake de aankoop van het pand

  • Documenten waaruit de wijze van financiering van de aankoop blijkt

  • o

    Eigendom van een van de vennoten of een of meerdere bestuurders binnen de door aanvrager en/of opdrachtgever gevoerde rechtspersoon:

Bijvoegen:

  • Eigendomsbewijs

  • o

    Geef aan wat voor overeenkomst is gesloten met betrekking tot het pand en/of terrein:

Bijvoegen:

  • Overeenkomst waaruit de lasten en betalingsafspraken blijken.

9. Gegevens van de onderneming(en) die de huisvestingsvoorziening gaan realiseren

 

Wie gaat de huisvestingsvoorziening realiseren?

 

  • o

    Aanvrager

  • o

    Anders, namelijk

Naam …………………………………………………………………………………………

 

Adres…………………………………………………………………………………………

 

KvK-nummer…………………………………………………………………………………………

 

Naam …………………………………………………………………………………………

 

Adres…………………………………………………………………………………………

 

KvK-nummer…………………………………………………………………………………

 

10. Andere besluiten

 

  • A.

    Is in de afgelopen vijf jaar een vergunning voor een onderneming in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, voor de horeca, prostitutie- en/of speelautomaten-, hallenbranche en/of bouwactiviteiten aan de bestuurders, aandeelhouders of vennoten van de onderneming geweigerd of ingetrokken?

  • o

    Nee

  • o

    Ja, namelijk

1. Gemeente……………………………..Onderneming……………………………………..

 

KvK-nummer……………………………………….

 

2. Gemeente……………………………..Onderneming……………………………………..

 

KvK-nummer……………………………………….

 

3. Gemeente……………………………..Onderneming……………………………………..

 

KvK-nummer……………………………………….

 

Bijvoegen:

  • De betreffende beschikking(en)

  • B.

    Is de afgelopen vijf jaar een door de bestuurders, aandeelhouders of vennoten geëxploiteerde onderneming en/of een pand en/of erf in hun eigendom op last van de burgermeester gesloten of is ten aanzien daarvan overige bestuursdwang toegepast?

  • o

    Nee

  • o

    Ja, namelijk

 

1. Gemeente……………………………..Onderneming……………………………………..

 

KvK-nummer……………………………………….

 

2. Gemeente……………………………..Onderneming……………………………………..

 

KvK-nummer……………………………………….

 

3. Gemeente……………………………..Onderneming……………………………………..

 

KvK-nummer……………………………………….

 

Bijvoegen:

  • De betreffende beschikking(en)

11. Ondertekening door aanvrager

 

Naam………………………………………………………………………

 

Datum………………………………………………………………………

 

Handtekening………………………………………………………………………

 

NB: U dient dit formulier volledig ingevuld in te leveren.

 

Opzettelijk verschaffen van onjuiste informatie is strafbaar, net als het opzettelijk weglaten van informatie (artikel 227a en 227b, Wetboek van Strafrecht).

De gemeente kan uw vergunning in dat geval weigeren of intrekken (artikel 3, zesde lid Wet Bibob).

 

Checklist Bibob-formulier

Afhankelijk van het gegeven antwoord kan het zijn dat bij bepaalde vragen niet alle bescheiden ingeleverd behoeven te worden. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan deze checklist.

 

Vraag 3a

  • Een kopie van een geldig legitimatiebewijs (origineel tonen).

  • Indien van toepassing een kopie verblijfsvergunning als aanvrager natuurlijk persoon betreft (origineel tonen).

Vraag 3b

  • Van toepassing zijnde aandeelhoudersregisters.

  • De gegevens van de commanditair vennoot indien aanvrager een commanditaire vennootschap is.

  • Vraag 4a

  • Een kopie van een geldig legitimatiebewijs (origineel tonen).

  • Indien van toepassing een kopie verblijfsvergunning als opdrachtgever natuurlijk persoon betreft (origineel tonen).

Vraag 4b

  • Van toepassing zijnde aandeelhoudersregisters.

  • De gegevens van de commanditair vennoot als opdrachtgever een commanditaire vennootschap is.

  • Vraag 5

  • De betreffende beschikking(en).

Vraag 7

  • Bescheiden waaruit dit vermogen blijkt.

  • Jaarrekeningen of balansen en winst- en verliesrekeningen van de laatste drie jaar.

  • Financieringsovereenkomst(en).

  • Door beide partijen getekende overeenkomst van financiering en de aflossingsafspraken.

Vraag 8

  • Huurovereenkomst.

  • Eigendomsbewijs. Indien u het eigendom binnen een periode van twee jaar, voorafgaande aan de datum van deze aanvraag, hebt verkregen dan tevens bijvoegen:

  • Eindafrekening van de notaris inzake de aankoop van het pand.

  • Documenten waaruit de wijze van financiering van de aankoop blijkt.

  • Overeenkomst waaruit de lasten en betalingsafspraken blijken.

Vraag 10

  • De betreffende beschikking(en).

Bijlage 4a: Zoekgebied voor huisvestingsvoorzieningen

 

In deze bijlage worden de volgende definities gehanteerd:

  • bedrijventerrein: perceel waarop volgens de hoofdbestemming van het geldende bestemmingsplan is toegestaan een bedrijf te vestigen of uit te oefenen. Daaronder wordt in ieder geval verstaan percelen met de bestemming, bedrijf, bedrijventerrein of bedrijfsdoeleinden. Een aan huis verbonden beroep of bedrijf valt hier niet onder.

Zoekgebieden

Locaties komen in aanmerking als ze in de directe nabijheid van de bedrijventerreinen liggen.

 

Uitgesloten Zoekgebieden

De volgende zoekgebieden worden in ieder geval uitgesloten:

  • 1.

    Woonwijken;

  • 2.

    Bedrijventerreinen;

  • 3.

    Recreatieparken

  • 4.

    Locaties die van belang zijn voor het maatregelenpakket van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer;

  • 5.

    Locaties die belemmeringen opleveren voor omliggende bedrijven op het gebied van milieu;

  • 6.

    Locaties die geen goede ontsluiting kennen ter plaatse en richting Boxtelse werklocaties en bedrijventerreinen.

NB: aanvrager kan in het geval van een locatie als punt 6 gemotiveerd aangeven hoe de ontsluiting van het gebied is.

 

Bijlage 4b: Zoekgebied voor huisvestingsvoorzieningen bij bijzondere meerwaarde

 

In deze bijlage worden de volgende definities gehanteerd:

  • bedrijventerrein: perceel waarop volgens de hoofdbestemming van het geldende bestemmingsplan is toegestaan een bedrijf te vestigen of uit te oefenen. Daaronder wordt in ieder geval verstaan percelen met de bestemming, bedrijf, bedrijventerrein of bedrijfsdoeleinden. Een aan huis verbonden beroep of bedrijf valt hier niet onder;

  • buitengebied: gebieden die in de Verordening ruimte van de provincie zijn aangeduid als gemengd landelijk gebied.

Zoekgebieden die afweegbaar zijn indien een bijzondere meerwaarde blijkt

Daarbij is verblijven in het buitengebied slechts bij uitzondering toegestaan. Eventuele vrijgekomen agrarische bedrijfsbebouwing (VAB) als gevolg van bedrijfsbeëindiging komt daarom niet in aanmerking, tenzij er sprake is van een bijzondere meerwaarde. Denk daarbij aan een ligging in de directe nabijheid van bedrijventerreinen en als de huisvesting van arbeidsmigranten daarbij geen nadelig effect heeft op omliggende (agrarische) bedrijven.

 

Bijlage 5: Beoordelingscriteria kwalitatieve vereisten

 

De kwaliteit van een aanvraag wordt beoordeeld op basis van kwaliteitscriteria. Deze criteria, inclusief de te behalen punten per subcriterium zijn hieronder opgenomen in tabel 1.

 

Tabel 1

Subcriterium

Onderwerp

 

Maximaal te behalen punten per subcriterium

1

Het ontwikkelplan

a) Ontwikkelplan (150 punten)

b) (Onderbouwing) huurprijs per bewoner (100 punten)

250 punten

2

Het beheerplan

 

250 punten

3

Het plan bijdrage aan leefbaarheid en woningvoorraad

 

250 punten

4

Het stedenbouwkundig plan

 

100 punten

5

Het plan voor de omgevingsdialoog

 

150 punten

Totaal

 

 

1000 punten

 

Per subcriterium is vermeld wat in ieder geval aangeleverd en beschreven moet worden. Het onderdeel kwaliteit wordt per subcriterium beoordeeld. Per subcriterium wordt er een score toegekend tussen de 0 en de 4. Een subcriterium waarbij geen enkele meerwaarde wordt geconstateerd, wordt beoordeeld met de score 0. Bij een uitmuntende beoordeling wordt een maximale score van 4 toegekend aan het betreffende subcriterium. Een verdere toelichting op de scores 0 tot en met 4 is in tabel 2 weergegeven.

 

De score bepaalt vervolgens het totaal aantal te behalen punten. Indien een aanvrager bijvoorbeeld een score van 3 behaalt op het ‘Subcriterium 2: beheerplan’ dan levert dat 187,5 punten op (0,75 x 250).

 

Tabel 2

Score

Toekenning punten

0

0% van de maximaal te behalen punten.

Een (volledige) toelichting op de minimale te beschrijven aspecten ontbreekt en/of er wordt geen enkele meerwaarde geboden.

1

25% van de maximaal te behalen punten.

Het aanbod komt tegemoet aan de minimaal te beschrijven aspecten. Er wordt naar oordeel van de gemeente nauwelijks meerwaarde geboden ten aanzien van de minimaal te beschrijven aspecten en/of extra aangeboden aspecten die bijdragen aan de wens/ doelstelling.

2

50% van de maximaal te behalen punten.

Het aanbod komt tegemoet aan de minimaal te beschrijven aspecten. Er wordt naar oordeel van de gemeente enige meerwaarde geboden ten aanzien van de minimaal te beschrijven aspecten en/of extra aangeboden aspecten die bijdragen aan de wens/ doelstelling.

3

75% van de maximaal te behalen punten.

Het aanbod komt tegemoet aan de minimaal te beschrijven punten. Er wordt naar oordeel van de gemeente extra meerwaarde geboden ten aanzien van de minimaal te beschrijven aspecten en/of extra aangeboden aspecten die bijdragen aan de wens/ doelstelling.

4

100 % van de maximaal te behalen punten.

Het aanbod komt tegemoet aan de minimaal te beschrijven aspecten. Er wordt naar oordeel van de gemeente veel extra meerwaarde geboden ten aanzien van de minimaal te beschrijven aspecten en/of extra aangeboden aspecten die bijdragen aan de wens/ doelstelling.

 

Subcriterium 1: het ontwikkelplan

 

Doelstelling

Kwaliteit van huisvesting is een speerpunt in het beleid. Meer gemeenschappelijke voorzieningen en ruimte voor de huisvesting dragen hieraan bij. De aanvrager levert een adequate kwalitatieve en kwantitatieve beschrijving van het huisvestingsconcept aan. Onderdeel hiervan is een programma van de ontwikkeling, zowel van de verblijfsruimten als aanvullende voorzieningen. Er wordt tenminste ingegaan op hoe aanvrager voldoende mogelijkheid biedt voor wassen en drogen van kleding, persoonlijke verzorging en parkeergelegenheid voor auto’s en fietsen. Tevens wordt ingegaan op de indeling van de huisvestingsvoorziening, compleet met het benoemen van oppervlakten en functieaanduidingen en of en zo ja op welke wijze aan duurzaamheid voor klimaat en milieu wordt voldaan.

 

Daarnaast is betaalbaarheid voor de doelgroep van belang. De huisvesting, zoals die wordt omschreven in het ontwikkelplan, moet worden aangeboden tegen een passende en acceptabele huurprijs voor de gemiddelde arbeidsmigrant.

 

Om dit te beoordelen maakt de huurprijs per persoon én de daarbij behorende prijsonderbouwing onderdeel uit van de aan te leveren gegevens. Deze prijs dient all-in te zijn. De onderbouwing moet transparant en volledig zijn. De gemeente wil in deze onderbouwing ook duidelijkheid over eventuele aparte toeslagen, servicekosten en dergelijke, zodat een volledig beeld van de kosten voor de arbeidsmigrant ontstaat.

 

Ook heeft de arbeidsmigrant bij voorkeur een huurovereenkomst met een andere partij dan bij zijn arbeidsrelatie.

 

In te dienen documenten

Een ontwikkelplan waarin minimaal het gevraagde wordt beschreven en waarin aangetoond wordt dat het plan voldoet aan de eisen en wensen van de gemeente. Een onderbouwing van de huurprijs all in welke voor dit ontwikkelplan zal worden gehanteerd.

 

Aan de in te dienen documenten worden geen aanvullende (vorm- en hoeveelheids)eisen gesteld.

 

Beoordeling

Beoordeeld wordt in hoeverre tegemoet is gekomen aan de optimale invulling van subcriterium 1. Ten aanzien van de huurprijs wordt gesteld dat een betere betaalbaarheid van de huurprijs door de arbeidsmigrant leidt tot een betere beoordeling.

 

Subcriterium 2: het beheerplan

 

Doelstelling

De gemeente wenst met het beheerplan inzicht te krijgen in de wijze waarop het beheer, en het toezicht in de huisvestingsvoorziening wordt georganiseerd. Daarnaast wenst de gemeente inzicht te krijgen in de manier waarop de omwonenden de beheerder van de huisvestingsvoorziening kunnen benaderen/bereiken. Ook wenst de gemeente dat de aanvrager omschrijft wanneer en hoe de beheerder een inspectierapport opstelt en hoe de beheerder toezicht houdt op:

  • brandveiligheid;

  • hygiëne;

  • de naleving van het huisreglement.

Verder wenst de gemeente inzicht te krijgen in de wijze waarop aanvrager na oplevering van de huisvestingsvoorziening zal communiceren met de gemeente en omwonenden.

 

Tevens wil de gemeente inzicht in de wijze van begeleiding van de arbeidsmigrant in bijvoorbeeld:

  • het proces van verkrijgen van verblijfsruimte;

  • het zich, al dan niet voor langere tijd, vestigen in de gemeente Boxtel;

  • het leren van de Nederlandse taal;

  • de wijze van verblijven in de huisvestingsvoorziening;

  • de inschrijving in het BRP.

In te dienen documenten

De aanvrager levert hiertoe het beheerplan aan voor de betreffende huisvestingsvoorziening. Hierin wordt het bovengenoemde, aangevuld met de onderwerpen die aanvrager belangrijk acht, op een zodanige manier beschreven dat voor de gemeente duidelijk is hoe aanvrager uitvoering gaat geven aan de eisen van de gemeente. Daarnaast wil de gemeente inzicht in het communicatieplan, het huisreglement en het klachtenprotocol. Ook zal van de communicatieparagraaf onderdeel uitmaken de communicatie met de gemeente en de media (pers). In deze paragraaf zal onder andere worden aangegeven op welk tijdstip en langs welke weg de aanvrager de gemeente op de hoogte stelt van eventuele communicatie met de pers en de inhoud daarvan.

 

Aan de in te dienen documenten worden geen aanvullende (vorm- en hoeveelheids)eisen gesteld.

 

Beoordeling

Het beheerplan wordt beoordeeld op zijn diepgang, consistentie, uitvoerbaarheid en passendheid bij de door de gemeente vastgelegde eisen en wensen.

 

Subcriterium 3: het plan inzake de bijdrage aan leefbaarheid en woningvoorraad

 

Doelstelling

Met het realiseren van huisvestingsvoorzieningen voor het huisvesten van arbeidsmigranten wil de gemeente de druk op de bestaande woningvoorraad verlichten en de leefbaarheidsproblemen in de Boxtelse woonwijken verminderen. Tevens moet de wijze van huisvesting een positief effect hebben op de huisvesting van de arbeidsmigranten zelf.

 

De gemeente streeft naar een bezetting van de huisvestingsvoorzieningen met arbeidsmigranten die bij voorkeur voor 75% werkzaam zijn bij bedrijven in de gemeente Boxtel. Dit kan bijvoorbeeld worden onderbouwd door een samenwerkingsovereenkomst met lokaal actieve uitzendbureaus en inleners (lokale bedrijven die arbeidsmigranten inhuren).

 

In te dienen documenten

De aanvrager beschrijft in een plan voor bijdrage aan leefbaarheid en woningvoorraad op welke wijze zijn initiatief bijdraagt aan bovengenoemde doelstellingen van de gemeente.

 

Aan het in te dienen document worden geen aanvullende (vorm- en hoeveelheids)eisen gesteld.

 

Beoordeling

In de beoordeling wordt gekeken naar de bijdrage van het initiatief aan het verminderen van de druk op de bestaande woningvoorraad. Daarbij is de leefbaarheid in de directe omgeving van de voorziene huisvestingsvoorziening een aandachtspunt. Een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor omwonenden en arbeidsmigranten is leidend. Daarbij dient te worden onderbouwd dat de omvang van de huisvestingslocatie is afgestemd op de draagkracht van de omgeving. Hoe concreter en duidelijker deze bijdrage is hoe hoger de puntenscore op dit criterium.

 

Subcriterium 4: het stedenbouwkundig plan

 

Doelstelling

De gemeente wil huisvestingsvoorzieningen realiseren die passen in de stedenbouwkundige context van de omgeving. De gemeente vraagt daarom om inzicht in de keuze voor locatie en de mogelijkheden tot inpassing van de huisvestingsvoorziening in de lokale omgeving.

 

In te dienen documenten

Aanvrager levert een locatieanalyse aan met onder andere aandacht voor de stedenbouwkundige context van de omgeving en de bereikbaarheid voor alle verkeersmodaliteiten. Aanvrager verstrekt een toelichting op de stedenbouwkundige en ruimtelijk-functionele randvoorwaarden op basis van de analyse voor de inpassing van de huisvestingsvoorziening en werkt dit uit in een massa/volume studie.

 

De stedenbouwkundige kaders en massa/volume studie dienen als input voor het verdere participatietraject. Om die reden wordt expliciet niet gevraagd om een uitgewerkt bouwkundig ontwerp of inrichtingsplan. Het is wel toegestaan om referentiebeelden voor de huisvestingsvoorziening toe te voegen aan de aanvraag.

 

Aan de in te dienen documenten worden geen aanvullende (vorm- en hoeveelheids)eisen gesteld.

 

Beoordeling

De waardering op dit criterium wordt bepaald door de mate van doorvertaling van de locatieanalyse naar de inpassing van de huisvestingsvoorziening in haar omgeving, de stedenbouwkundige opzet en de bereikbaarheid van de huisvestingsvoorziening.

 

NB: Het verkrijgen van een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning houdt geen verband met en geeft geen garantie dat andere voor de realisatie en exploitatie benodigde vergunningen zullen worden verleend (bijv. omgevingsvergunning).

 

Subcriterium 5: het plan voor de omgevingsdialoog

 

Doelstelling

De gemeente wil de huisvesting realiseren op een zodanige wijze dat deze door de omwonenden wordt gedragen en geaccepteerd. De gemeente verwacht dat aanvrager hiertoe haar bijdrage gaat leveren.

 

Gevraagd wordt daarom van aanvrager om aan te geven hoe aanvrager, tijdens het opstellen van de ontwerpaanvraag, en in de daarop volgende periode van de uitwerking ervan, heeft gecommuniceerd en blijft communiceren met omwonenden over de vestiging van een huisvestingsvoorziening met als doel draagvlak bij omwonenden te verwerven.

 

NB: Als onderdeel van verdelingsronde is het niet verplicht om een omgevingsdialoog te doorlopen. Een aanvrager kan zelf een keuze maken in de mate waarin het initiatief reeds in de verdelingsronde wordt getoetst bij omwonenden. Wanneer er een ontvankelijke aanvraag voor de omgevingsvergunning op grond van de Wabo wordt ingediend, dan dient deze omgevingsdialoog (zie bijlage 3 van de Beleidsnotitie huisvesting arbeidsmigranten gemeente Boxtel 2020 voor een toelichting) wel te zijn doorlopen.

 

In te dienen documenten

Gevraagd wordt inzicht te geven in de wijze van participatie en communicatie door en met de omwonenden tijdens het gehele proces van voorbereiding tot en met het moment van oplevering van de huisvestingsvoorziening.

 

Aan het in te dienen document worden geen aanvullende (vorm- en hoeveelheids)eisen gesteld.

 

Beoordeling

De waardering van dit criterium is afhankelijk van de wijze waarop en de mate waarin aanvrager open staat voor de dialoog met de omgeving en de omwonenden informeert over de uitvoering van het project.

Bijlage 6: Voorschriften arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning

 

  • 1.

    In een huisvestingsvoorziening mogen geen personen verblijven jonger dan 18 jaar.

  • 2.

    De vergunning heeft de looptijd van 10 jaar. De looptijd van de vergunning start op het moment dat de feitelijke ingebruikname aanvangt.

  • 3.

    De vergunninghouder meldt het college schriftelijk op het moment dat de feitelijke ingebruikname is aangevangen.

  • 4.

    Aan elke persoon die verblijft in de huisvestingsvoorziening wordt het meertalig huisreglement schriftelijk verstrekt voordat het verblijf aanvangt.

  • 5.

    Vergunninghouder houdt per huisvestingsvoorziening een nachtregister bij. Elk kwartaal overhandigt de vergunninghouder het nachtregister aan het college. Het college kan het nachtregister op elk moment schriftelijk opvragen. De vergunninghouder overhandigt het actuele nachtregister terstond.

  • 6.

    Vergunninghouder dient de verplichtingen uit de Verordening huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2021 en de Regeling huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2021 na te leven.

  • 7.

    Vergunninghouder dient schriftelijke melding te maken bij vervanging van beheerder(s).

  • 8.

    Vergunninghouder dient haar aanvraag voor de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning integraal na te leven en uit te voeren. De aanvraag maakt onlosmakelijk onderdeel uit van de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning.

Naar boven