Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Wassenaar

De gemeenteraad van Wassenaar,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 maart 2021;

 

overwegende het advies van de Commissie Bestuur en Middelen;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t:

Artikel I

De Algemene Plaatselijke Verordening Wassenaar 2014 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

In artikel 1:1 wordt in de definitie van ‘voertuig’ de zinsnede ‘met uitzondering van kleine wagens zoals kruiwagens, kinderwagens en rolstoelen’ vervangen door ’met uitzondering van kleine wagens, zoals kruiwagens en kinderwagens, en rolstoelen’.

 

B

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

 

Het vierde lid komt te luiden:

 

  • 4.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a.

      evenementen als bedoeld in artikel 2:24;

    • b.

      standplaatsen als bedoeld in artikel 5:17;

    • c.

      vlaggen, wimpels en vlaggenstokken indien ze geen gevaar of hinder kunnen opleveren voor personen of goederen en niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt;

    • d.

      zonneschermen, mits ze zijn aangebracht boven het voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg en mits:

      • -

        geen onderdeel zich minder dan 2,2 meter boven dat gedeelte bevindt; en

      • -

        geen onderdeel van het scherm, in welke stand dat ook staat, zich op minder dan 0,5 meter van het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de weg bevindt;

      • -

        geen onderdeel verder dan 1,5 meter buiten de opgaande gevel reikt;

    • e.

      de voorwerpen of stoffen, die noodzakelijkerwijze kortstondig op de weg gebracht worden in verband met laden of lossen ervan en mits degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten ervoor zorgt, dat onmiddellijk na het beëindigen daarvan, in elk geval voor zonsondergang, de voorwerpen of stoffen van de weg verwijderd zijn en de weg daarvan gereinigd is;

    • f.

      voertuigen;

    • g.

      afvalstoffen, voor zover de inzameling en aanbieding geschieden overeenkomstig het bepaalde in de Afvalstoffenverordening Wassenaar;

    • h.

      uitstallingen die vallen onder de door het college vastgestelde nadere regels.

    • i.

      terrassen als bedoeld in artikel 2:27, tweede lid;

C

In de artikelen 2:24, eerste lid, onder b, 5:14, tweede lid, onder b, en 5:17, tweede lid, onder a wordt ‘artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet’ vervangen door ‘artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet’.

 

D

Artikel 2:25 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het zevende lid, wordt ‘slecht levensgedrag’ vervangen door ‘in enig opzicht van slecht levensgedrag’.

E

Artikel 2:28 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het derde lid komt te luiden:

 

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning slechts geheel of gedeeltelijk weigeren als naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat:

    • a.

      de woon- of leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed; of

    • b.

      de exploitant of de leidinggevende in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

2. Het vijfde lid komt te luiden:

 

  • 5.

    Er wordt geen vrijstelling verleent van het verbod genoemd in het eerste lid.

 

3. Het zesde lid komt te luiden:

 

  • 6.

    In het verleden verleende vrijstellingen van het eerste lid worden ingetrokken indien:

    • a.

      de exploitatie van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet wijzigt;

    • b.

      er zich in of bij de inrichting een incident gepaard gaande met geweld, overlast op straat of drugsgebruik en -handel heeft voorgedaan.

4. Het achtste lid komt te luiden:

 

  • 8.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de aanvraag om vergunning en op de vrijstelling.

F

Artikel 2:29 wordt als volgt gewijzigd:

 

Het eerste lid komt te luiden:

  • 1.

    Openbare inrichtingen zijn gesloten:

    • a.

      van 24.00 tot 05.00 uur voor zover het de bestemming “lichte horeca” betreft;

    • b.

      van zondag tot donderdag van 00.30 tot 05.00 uur, en vrijdag en zaterdag van 3.00 tot 05.00 uur ingeval van de bestemming “middelzware horeca” en “zware horeca”.

G

In artikel 2:57, eerste lid, onder b, wordt ‘de weg’ vervangen door ‘een openbare plaats’.

 

H

In artikel 2:65 wordt ‘op of aan de weg of in een voor het publiek toegankelijk gebouw’ vervangen door ‘op een openbare plaats’.

 

I

Na artikel 2:65 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 2:65a. Voederen van dieren

Het is verboden om, op door het college aan te wijzen locaties en perioden, dieren te voeren indien:

  • a.

    er door het voeren verkeersonveilige situaties ontstaan;

  • b.

    er door de frequente aanwezigheid van dieren problemen ontstaan door de uitwerpselen;

  • c.

    dieren ook ’s nachts op of bij voerplaatsen aanwezig blijven en dan geluidsoverlast veroorzaken;

  • d.

    er door de aanwezigheid van voer ook dieren aangetrokken worden die minder gewenst zijn;

  • e.

    er door een overdaad aan voer, gezondheidsproblemen voor de gevoerde dieren ontstaan.

J

In artikel 2:74 , tweede lid, wordt ‘doenen’ vervangen door ‘dienen’.

 

K

Na artikel 2:79 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 2:80 Sluiting van voor publiek toegankelijke gebouwen

 

  • 1.

    De burgemeester kan de sluiting bevelen van een voor publiek toegankelijk gebouw, inrichting of ruimte als daar:

    • a.

      is gehandeld in strijd met artikel 1 van de Wet op de kansspelen;

    • b.

      door misdrijf verkregen zaken voorhanden, bewaard of verborgen zijn dan wel zijn verworven of overgedragen;

    • c.

      discriminatie heeft plaatsgevonden op grond van ras, geslacht, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook;

    • d.

      wapens als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie aanwezig zijn waarvoor geen ontheffing, vergunning of verlof is verleend of

    • e.

      zich andere feiten of omstandigheden hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het geopend blijven van het gebouw, de inrichting of de ruimte ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde.

  • 2.

    De burgemeester trekt het sluitingsbevel in als naar zijn oordeel de in het eerste lid genoemde belangen voortzetting van de sluiting niet langer vereisen.

  • 3.

    De burgemeester draagt zorg voor het aanbrengen van het bevel tot sluiting bij de toegang van het gebouw, de inrichting of de ruimte, of in de directe nabijheid daarvan.

  • 4.

    De rechthebbende laat toe dat een afschrift van het sluitingsbevel wordt aangebracht.

  • 5.

    Het is verboden een gebouw, inrichting of ruimte te betreden waarvan de sluiting is bevolen.

  • 6.

    Het is de rechthebbende verboden zonder toestemming van de burgemeester bezoekers toe te laten of zelf het gebouw, de inrichting of de ruimte te betreden.

  • 7.

    Het derde, vierde, vijfde en zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing als de burgemeester krachtens artikel 174a van de Gemeentewet of artikel 13b van de Opiumwet heeft besloten tot sluiting van een woning, een lokaal of een bij de woning of dat lokaal behorend erf.

L

In artikel 3:5, eerste lid, onder a, vervalt ‘en zijn niet ontzet uit de ouderlijke macht of de voogdij’.

 

M

Na artikel 4:8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 4:8a Verbod oplaten ballonnen

  • 1.

    Het is verboden één of meerdere ballonnen, van welk materiaal dan ook, door middel van hete lucht afkomstig van vuur, dan wel door middel van helium of andere gassen, op te laten stijgen.

  • 2.

    Onder ballon wordt mede verstaan: herdenkingsballon, vuurballon, gelukslampion, Thaise wensballon, papierballon, geluksballon, etc.

  • 3.

    Het verbod uit het eerste lid is niet van toepassing op vaartuigen als bedoeld in de Wet luchtvaart.

  • 4.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid genoemde verbod.

N

Na artikel 4:19 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 4:20 Schuilmiddelen ten behoeve van nachtsportvisserij

  • 1.

    Artikel 4:19, eerste lid, is niet van toepassing op door het college aangewezen plaatsen.

  • 2.

    Het college kan daarbij nadere regels stellen ter bescherming van de belangen genoemd in artikel 4:19, vierde lid.

  • 3.

    Het verbod van artikel 4:19, eerste lid, geldt niet voor nachtvissen, wanneer wordt voldaan aan de navolgende voorwaarden:

    • a.

      De visser en het gezelschap mogen geen nachtelijk lawaai veroorzaken en mogen geen rommel achterlaten bij de visplek. Muziek en open vuur zijn niet toegestaan.

    • b.

      Het is verboden om de oever en de oevervegetatie aan te tasten.

    • c.

      Het gebruik van een schuilmiddel is toegestaan.

    • d.

      Het schuilmiddel mag geen grotere afmetingen hebben dan 3 bij 3 meter en moet een neutrale groene, bruine of camouflagekleur hebben.

    • e.

      De afstand tussen het schuilmiddel en de waterkant mag niet groter zijn dan 3 meter. Als waterkant wordt gerekend daar waar het water de oever raakt.

    • f.

      Het schuilmiddel mag niet langer worden gebruikt dan maximaal 48 uur achtereen.

    • g.

      Er moet een voorziening zijn getroffen om de natuurlijke behoefte te kunnen doen.

    • h.

      De sportvisser dient in het bezit te zijn van een geldige landelijke Vispas.

  • 4.

    Het college is bevoegd om nadere regels te stellen omtrent het schuilmiddel en de locaties waarbinnen het is toegestaan om te nachtvissen.

O

In de artikelen 5:17, tweede lid, onder a, en 5:22, tweede lid, onder a, wordt ‘artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet’ vervangen door ‘artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet’.

 

P

Na artikel 5:31a, wordt een artikel ingevoerd, luidende:

 

Artikel 5:31b Detectorverbod

  • 1.

    Het college kan gebieden aanwijzen waarop het verboden is zich met een metaaldetector te bevinden.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het in lid 1 bedoelde verbod.

Q

In artikel 5:32, eerste lid, wordt na ‘met een motorvoertuig of een bromfiets’ ingevoegd ‘te crossen buiten wedstrijdverband,’.

 

R

In artikel 7:7 wordt ‘2014’ vervangen door ‘2021’.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de gemeenteraad van Wassenaar

gehouden op dinsdag 18 mei 2021.

de griffier,

drs. J. Kleinhesselink

de voorzitter,

drs. L.A. de Lange

Naar boven