Gemeenteblad van Zaanstad
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zaanstad | Gemeenteblad 2021, 192659 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zaanstad | Gemeenteblad 2021, 192659 | Beleidsregels |
Wijzigingsbesluit 2021 op de beleidsregels gemeentelijke werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2019
De Beleidsregels gemeentelijke werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2019 worden als volgt gewijzigd:
Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd.
Bij punt 1 wordt de url vervangen door de tekst met url: Algemene Subsidieverordening (ASV) Zaanstad 2018
In afwijking van artikel 31, eerste lid, van de wet, wordt het liquide vermogen van belanghebbende tot een bedrag gelijk aan de van toepassing zijnde bijstandsnorm, zoals bedoeld in artikel 5, onderdeel c van de wet inclusief vakantiegeld, niet meegeteld voor de vaststelling van het vermogen zoals bedoeld in artikel 34 van de wet.
Na artikel 2.2.5 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat gaat luiden:
Artikel 2.2.6 Hertaxatie waarde eigen woning
In afwijking van het eerste lid wordt, als opnieuw recht op bijstand ontstaat, wel een nieuwe krediethypotheek gevestigd, als uit de taxatiewaarde op grond van de Onroerendezaakbelasting blijkt dat de waarde van de woning met € 50.000 of meer is toegenomen ten opzichte van de laatst gevestigde krediethypotheek.
Het huidige “artikel 3.1.4 Liquide middelen” komt te vervallen onder gelijktijdige vernummering van de artikelen 3.1.5 tot en met 3.1.9 in: artikel 3.1.4 tot en met artikel 3.1.8.
In artikel 3.4.2 Overbruggingsuitkering voor vergunninghouders, wordt in het eerste lid, onderdeel 2, na “maximum van 2 maanden” ingevoegd: bruto.
Artikel 3.5.1 Bijzondere bijstand voor medische kosten wordt als volgt gewijzigd:
Na het derde lid worden twee nieuwe leden ingevoegd, die gaan luiden:
Voor verzekerden bij Zilveren Kruis gelden de volgende bedragen:
a. Voor de onder 3a genoemde maandelijkse premiebijdrage:
Optimaal aanvullend 1 en de Optimaal Tand Extra 1 tezamen: € 13,12;
Optimaal aanvullend 2 en de Optimaal Tand Extra 2 tezamen: € 16,50;
Optimaal aanvullend 3 en de Optimaal Tand Extra 2 tezamen: € 19,95.
b. Voor de onder 3b genoemde bijdrage geldt dat het door bijstandsgerechtigde feitelijk verschuldigd eigen risico, maandelijks achteraf wordt uitgekeerd op diens rekening na opgaaf hiervan door de verzekeraar.
Artikel 3.5.3 Bijzondere bijstand voor reiskosten en eigen bijdrage kinderopvang vergunninghouders in een inburgeringstraject wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 3.5.3 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat gaat luiden:
Artikel 3.5.4. Gehandicaptenparkeerkaart
In de kosten voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart, zoals bedoeld in artikel 49, eerste lid van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), wordt een tegemoetkoming in de vorm van bijzondere bijstand verstrekt.
De kosten van bijstand, genoemd in dit artikel, kunnen met terugwerkende kracht voor de verlening van bijzondere bijstand in aanmerking gebracht, als belanghebbende of diens vertegenwoordiger de aanvraag binnen een termijn van een maand heeft ingediend gerekend vanaf de datum afgifte van de beschikking.
Artikel 3.7.1 Terugwerkende kracht geldend voor aanvragen van bewindvoerders, mentoren, advocaten en mediators wordt als volgt gewijzigd. In het eerste lid wordt tussen “bewindvoering of mentorschap” en “worden met terugwerkende kracht” de volgende zinsnede ingevoegd: en het daarop van toepassing zijnde griffierecht.
In artikel 3.8.2 Draagkrachtbepalingen voor de verlening van maatwerk wordt in het tweede lid, onderdeel 1 “artikel 3.1.4” gewijzigd in: artikel 2.2.2.
De artikelen 8.1.1, 8.1.2 en 8.1.5 in Paragraaf 8.1 Matiging worden vervangen door de volgende artikelen:
Het college ziet af van brutering van de vordering als bedoeld in het tweede lid en beperkt de vordering tot een netto bedrag, als sprake is van een vordering die is ontstaan buiten toedoen van belanghebbende en belanghebbende niet kan worden verweten dat de betaling van de schuld niet reeds is voldaan in het kalenderjaar waarop de vordering betrekking heeft.
Artikel 8.1.2 Kwijtschelding in verband met schuldsanering
Er wordt geen kwijtschelding verleend in verband met schuldsanering als de terugvordering van bijstand het gevolg is van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 17, eerste lid en artikel 58, eerste lid van de wet, artikel 17, eerste lid en artikel 25, eerste lid van de IOAZ, artikel 17, eerste lid en artikel 25, eerste lid van de IOAW of de verplichtingen, bedoeld in artikel 30c, tweede en derde lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, en hiervoor een bestuurlijke boete is opgelegd, dan wel met betrekking tot het niet of niet behoorlijk nakomen van die verplichtingen aangifte is gedaan op grond van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 8.1.5 Afzien van kwijtschelding
Van kwijtschelding wordt afgezien als:
Artikel 8.2.2 Hoogte aflossingsbedrag in “Paragraaf 8.2 Invordering van teruggevorderde bijstand” wordt vervangen door een nieuw artikelen dat gaat luiden:
Artikel 8.2.2 Hoogte aflossingsbedrag
Als een betalingsregeling wordt vastgesteld, wordt de maandelijkse betalingsverplichting bepaald in overleg met belanghebbende. De beslagvrije voet van artikel 475d, vijfde lid, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt in acht genomen waarbij geldt dat:
De nummering van paragraaf 8.3 Overige bepalingen wordt gewijzigd in 8.4, waarna een nieuwe paragraaf 8.3 wordt ingevoegd die gaat luiden:
Paragraaf 8.3. Terugvorderingsbepalingen Bbz 2004
Artikel 8.3.1 Aanvullende bepalingen terugvordering
In aanvulling op de algemene terugvorderingsbepalingen, geldt voor de uitvoering van de Bbz de aanvullende bepalingen genoemd in deze paragraaf.
Artikel 8.3.2 Bevoegdheden op grond van de Bbz
Het college maakt in volle omvang van haar bevoegdheden gebruik om besluiten te herzien of in te trekken, een uitkering terug te vorderen en teruggevorderde bedragen in te vorderen of door verrekening te innen.
Artikel 8.3.3 Moment van terugvordering verstrekt bedrijfskapitaal
Het college vordert toegekend bedrijfskapitaal terug als belanghebbende na een herinnering en een aanmaning niet aan zijn rente- en/of aflossingsverplichtingen voldoet.
Artikel 8.3.4 Verwijtbare bedrijfsbeëindiging
Artikel 12.4 Begrenzing naar evenredigheid komt geheel te vervallen.
De artikelnummers van de artikelen 12.5 tot en met 12.7 worden gewijzigd in 12.4 tot en met 12.6.
Hoofdstuk 13 wordt vernummerd in hoofdstuk 14, waarna een nieuw hoofdstuk 13 wordt ingevoegd, dat gaat luiden:
Hoofdstuk 13 Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz)
Paragraaf 13.1 Reikwijdte van de bepalingen in dit hoofdstuk
Aanvullend op de algemene bepalingen opgenomen in deze beleidsregels gelden de in dit hoofdstuk opgenomen bepalingen voor de verlening van bijstand op grond van de Bbz.
Paragraaf 13.2 Onderzoek resultaat
Artikel 13.2.1 Juistheid en volledigheid van verstrekte gegevens
Het college maakt gebruik van haar bevoegdheid om onderzoek in te stellen naar de juistheid en volledigheid van de verstrekte gegevens en zo nodig naar andere gegevens die noodzakelijk zijn voor de verlening dan wel de voortzetting van de bijstand, zoals bedoeld in artikel 53a, zesde lid van de wet.
Voor het vaststellen van de juistheid en volledigheid van de verstrekte gegevens controleert het college ten minste elke zes maanden de inkomsten van de zelfstandige. Als uit deze controle blijkt dat de inkomsten boven de bijstandsnorm liggen, wordt met belanghebbende besproken of de gerealiseerde resultaten maatgevend zijn voor het resterende deel van het jaar. Met dit onderzoek wordt beoogd te voorkomen dat de zelfstandig na afloop van het boekjaar geconfronteerd wordt met terug te betalen bijstand.
Artikel 13.3.1 (her) Onderzoek beginnende en gevestigde zelfstandige
Het college onderzoekt ten minste elke 6 maanden of het bedrijf of de werkzaamheden van de zelfstandige nog levensvatbaar zijn.
Artikel 13.3.2 Periodiek heronderzoek levensvatbaarheid
De gemeente stelt een (verkort) heronderzoek in naar de levensvatbaarheid van het bedrijf als:
Artikel 13.3.3 (her)Onderzoek debiteuren
Artikel 13.3.4 Beëindigingsonderzoek i.v.m. renteloos stellen rentedragende geldlening
Als een zelfstandige zijn bedrijf beëindigt terwijl er nog een rentedragende geldlening openstaat, stelt de gemeente uiterlijk binnen zes maanden nadat bekend is geworden dat het bedrijf is beëindigd een beëindigingsonderzoek in. Als uit dit onderzoek blijkt dat er sprake is van een verwijtbare beëindiging blijven de bestaande aflossingsafspraken en het rentepercentage gelijk. De gemeente beschouwt een beëindiging in ieder geval als verwijtbaar als er sprake is van een situatie, zoals bedoeld in artikel 8.3.1. Is de beëindiging niet verwijtbaar dan zet de gemeente de lening om in een renteloze lening.
Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking in het gemeenteblad. Artikel 3.5.1 treedt in werking met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-192659.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.