Gemeenteblad van Barendrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Barendrecht | Gemeenteblad 2021, 191314 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Barendrecht | Gemeenteblad 2021, 191314 | Beleidsregels |
Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Barendrecht houdende regels omtrent het herstel van de openbare orde en veiligheid door het weren en terugdringen van criminaliteit in en vanuit een voor publiek openstaand gebouw, inrichting of ruimte
De burgemeester van de gemeente Barendrecht,
Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht, artikel 174 Gemeentewet en artikel 2:79a Algemene plaatselijke verordening Barendrecht 2020;
Overwegende dat artikel 2:79a van de Algemene plaatselijke verordening Barendrecht (verder: APV) de burgemeester de bevoegdheid geeft om in het belang van de openbare orde en ter voorkoming of beperking van overlast of nadelige beïnvloeding van het woon- of leefklimaat de gehele of gedeeltelijke sluiting te bevelen van een voor het publiek openstaand gebouw, inrichting of ruimte.
Besluit vast te stellen de volgende beleidsregel: “Beleidsregel sluiting van voor publiek openstaande gebouwen Barendrecht”.
Veiligheid is een basisrecht en een levensbehoefte voor iedereen. Voor gemeenten is het waarborgen van de veiligheid één van de kerntaken. Ondermijning en georganiseerde criminaliteit is een van de hoofdthema’s uit het Integraal Veiligheidsbeleid 2020 – 2024 van de gemeente Barendrecht. Samen met inwoners, ondernemers en met veiligheidspartners zoals de politie, het Openbaar Ministerie, de Belastingdienst, de Douane en het RIEC spannen wij ons in om ondermijnende criminaliteit te signaleren, te voorkomen en aan te pakken.
Ter versterking van genoemde aanpak is de Algemene plaatselijke verordening gemeente Barendrecht in 2020 uitgebreid met artikel 2:79a, een sluitingsbepaling van toepassing op voor publiek openstaande gebouwen. Deze bepaling is bedoeld om de openbare orde, de veiligheid, zedelijkheid of gezondheid te herstellen door de (ernstige) verstoringen van de openbare orde (o.a. criminele activiteiten en geweldsdelicten), strafbare handelingen en ontoelaatbare overlastsituaties (o.a. aanhoudende overlast vanuit een inrichting) te bestrijden.
Artikel 2:79a van de APV is niet bedoeld voor de aanpak van lichte vormen van overlast zoals geluidsoverlast, vandalisme en vervuiling. Ook is deze bepaling niet bedoeld voor de aanpak van drugshandel en prostitutie. Daarvoor kan gebruik worden gemaakt van respectievelijk het Damoclesbeleid ex artikel 13b Opiumwet en hoofdstuk 3 van de APV.
De volgende in artikel 2:79a van de APV en in deze beleidsregel gebruikte begrippen worden als volgt omschreven:
Het doel van deze sluitingsbevoegdheid is het herstel van de openbare orde en veiligheid door het weren en terugdringen van criminaliteit in en vanuit een voor publiek openstaand gebouw, inrichting of ruimte, alsmede het beëindigen van aanhoudende en ontoelaatbare overlast die niet met andere middelen afdoende kan worden bestreden.
Daarnaast wordt met de sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen beoogd om de loop naar een pand voor criminele activiteiten (en het faciliteren daarvan) eruit te halen. De naamsbekendheid van een pand voor dergelijke activiteiten moet worden doorbroken. De activiteiten kunnen dan ook niet door een rechtsopvolger worden voortgezet. Door middel van een sluiting kan dit worden bereikt.
De beleidsregel is opgebouwd aan de hand van de volgende principes:
De burgemeester heeft bij de besluitvorming over de te treffen maatregelen te allen tijde een inherente afwijkingsbevoegdheid (hardheidsclausule, 4:84 Awb). In bijzondere gevallen, afhankelijk van de ernst en aard van de feiten, kan de burgemeester besluiten van een maatregel af te zien en bijvoorbeeld te volstaan met een waarschuwing. Verzwarende omstandigheden kunnen echter ook leiden tot het opleggen van een zwaardere maatregel. De burgemeester zal dit in het besluit expliciet motiveren.
5. Relatie met andere bevoegdheden tot sluiting
In situaties van ordeverstoring, die concreet voorzienbaar is en een actuele dreiging vormt voor de ordelijke gang van zaken, biedt artikel 174 van de Gemeentewet in eerste instantie uitkomst. Sluiting op grond van de Gemeentewet kan echter slechts voor een beperkte periode en bij (een dreiging van) ernstige verstoring van de openbare orde. Als langere sluiting noodzakelijk is om het beoogde doel te kunnen bereiken of wanneer sluiting op grond van de Gemeentewet niet mogelijk is, biedt artikel 2:79a van de APV in samenhang met deze beleidsregel hiertoe de bevoegdheid.
Sluiting van woningen of lokalen alsmede daarbij behorende erven van waaruit de openbare orde wordt verstoord, vindt plaats op grond van artikel 174a van de Gemeentewet. Artikel 2:79a van de APV ziet niet op de sluiting van woningen en daarbij behorende erven.
Een bestuursrechtelijke handhavingsmaatregel moet, zoals aangegeven, voldoen aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit. Dat betekent dat een maatregel niet verder mag strekken dan noodzakelijk en dat het bestuursorgaan bij de keuze uit verschillende bevoegdheden geen zwaardere bevoegdheid gebruikt dan de concrete situatie vereist. Deze beginselen vereisen dat bij het toepassen van de sluitingsbevoegdheid onderscheid wordt gemaakt in de aard van de gedragingen die aanleiding zijn voor de sluiting. Welke maatregel wordt getroffen, hangt af van de specifieke omstandigheden. Er zijn twee categorieën te onderscheiden.
Categorie 1 – Criminaliteit en ernstige verstoringen van de openbare orde
Criminele activiteiten en ernstige incidenten in en rondom openbare inrichtingen en voor publiek openstaande gebouwen vormen een gevaar voor de openbare orde en veiligheid waardoor handhavend optreden noodzakelijk is. Hierbij hoeft de burgemeester niet te wachten op het daadwerkelijk plaatsvinden van overtredingen, maar kan de burgemeester ook ter voorkoming van nadelige beïnvloeding van het woon- of leefklimaat handhavend optreden. Hieronder is een aantal activiteiten en incidenten opgenomen die in ieder geval aangemerkt worden als een gevaar voor de openbare orde en veiligheid. Hierbij wordt opgemerkt dat deze opsomming niet limitatief is.
Categorie 2 – Ontoelaatbare overlast
In en bij voor publiek openstaande gebouwen en openbare inrichtingen wordt niet getolereerd dat er
strafbare handelingen worden gepleegd of dat er aanhoudende ontoelaatbare overlast wordt veroorzaakt, anders dan in categorie 1 genoemd. Van rechthebbenden wordt verwacht dat zij ervoor zorgen dat in en bij hun bedrijf geen illegale activiteiten plaatsvinden en dat zij het bedrijf op een bonafide en ordelijke manier exploiteren.
Ontoelaatbare overlast moet los worden gezien van de effecten die redelijkerwijs van een voor publiek openstaand gebouw(en) mag worden verwacht, zoals het geluid van het op normale wijze komen en gaan van bezoekers, al dan niet gebruik makend van (gemotoriseerde) vervoermiddelen.
Om te kunnen spreken van ontoelaatbare overlast dient in ieder geval voldaan te zijn aan de volgende voorwaarden:
Hieronder is een aantal activiteiten en incidenten opgenomen die in ieder geval aangemerkt worden als ontoelaatbaar overlast gevend en een gevaar voor de openbare orde. Hierbij wordt opgemerkt dat deze opsomming niet limitatief is.
Voor beide categorieën dient op grond van politie-informatie voldoende aannemelijk te worden gemaakt dat de openbare orde en veiligheid in gevaar is of dat er andere misstanden hebben plaatsgevonden die leiden tot ontoelaatbare overlast, waarbij bestuurlijk optreden noodzakelijk is. De politie-informatie kan hierbij bestaan uit een rapportage en/of proces-verbaal.
Een sluiting van het gebouw kan niet worden voorkomen of opgeheven door verkoop van het bedrijf of overschrijving in de Kamer van Koophandel. Als de burgemeester heeft besloten tot het sluiten van een gebouw, dan gaat dit besluit ook gelden voor een nieuwe rechthebbende(n), tot het moment dat de sluitingstermijn is verstreken.
De sluiting van het gebouw moet op grond van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen binnen vier dagen worden ingeschreven in de landelijke voorziening.
Artikel 2. Duur van de sluiting en handelswijze
Maatregelen die bij overtredingen in de categorie 1 worden opgelegd zijn, in volgorde van zwaarte van de maatregel, in beginsel:
Maatregelen die bij overtredingen in de categorie 2 worden opgelegd zijn, in volgorde van zwaarte van de maatregel:
In uitzonderingssituaties kan worden afgeweken van de handhavingsmatrix. Er kan dan een andere vorm van bestuursdwang opgelegd worden, waaronder een last onder dwangsom. Hierbij moet een onderbouwing worden gevoegd waarom het gekozen middel beter tot het beoogde doel zal leiden dan sluiting van het gebouw, inrichting of ruimte.
Onverminderd hetgeen in artikel 5:24 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald omtrent de bekendmaking, wordt de sluiting tevens bekend gemaakt door een schrijven aan te brengen op of nabij de toegang(en) van het gebouw of het erf.
Artikel 6. Rechten en plichten van rechthebbende in de procedure
een waarschuwing geeft, heeft rechthebbende van het gebouw geen mogelijkheid om hiertegen in bezwaar te gaan, nu deze waarschuwing voor de burgemeester geen voorwaarde is voor de toepassing van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 2:79a van de APV. De rechthebbende van het gebouw heeft gedurende de periode dat deze waarschuwing geldt de mogelijkheid om te komen tot een gewenste situatie, waarbij er geen grond meer is om artikel 2:79a van de APV toe te passen;
De burgemeester kan ambtshalve, of op verzoek van belanghebbenden, het sluitingsbevel opheffen. Uit feiten en omstandigheden moet dan blijken dat er geen sprake is van (dreiging van) herhaling van de gedragingen die tot de sluiting hebben geleid.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-191314.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.