Gemeenteblad van Zeist
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeist | Gemeenteblad 2021, 189739 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeist | Gemeenteblad 2021, 189739 | Verordeningen |
Gemeente Zeist - Wijzigingen Apv 2021 (21RV036)
Artikel 2:10 (Ontheffing plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg in strijd met de publieke functie ervan”, vijfde en zesde lid, komen te luiden als volgt:
Het college kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving en met het oog op de belangen genoemd in het vierde lid nadere regels stellen ten aanzien van het plaatsen van containers, terrassen, uitstallingen, aankondigingsborden, reclameborden, verwijsborden of andere borden, spandoeken, geveltuinen en ander gebruik van een weg of weggedeelte dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.
Het college kan in nadere regels bepalen dat voor containers, terrassen, uitstallingen, aankondigingsborden, reclameborden, verwijsborden of andere borden, spandoeken, geveltuinen en ander gebruik van een weg of weggedeelte dan overeenkomstig de publieke functie daarvan het in het eerste lid bedoelde verbod niet geldt als aan in de regels genoemde voorwaarden wordt voldaan.
III. Evenementen en Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen (Bgbop)
Artikel 2:25 (Evenement) komt te luiden als volgt:
Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2.1, eerste lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.
IV. Definitie openbare inrichting
Artikel 2:27 (Begripsbepalingen openbare inrichting), onderdeel a, komt te luiden als volgt:
openbare inrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een openbare inrichting wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, shishalounge, coffeeshop, afhaalpunt, fast- en foodbezorging, take away, maaltijdbezorging, discotheek, buurthuis en clubhuis. Onder openbare inrichting wordt tevens verstaan een bij deze inrichting behorend terras en andere aanhorigheden;
V. Nadere regels aantal inrichtingen per categorie
Aan artikel 2:28 (exploitatie openbare inrichting) wordt een lid toegevoegd luidende:
VI. Leidinggevenden exploitatievergunning paracommerciële rechtspersoon
Aan artikel 2:28b (Eisen aan leidinggevenden) wordt een nieuw lid toegevoegd luidende:
VII. Stoepkrijten is niet verboden
Artikel 2:42 (Plakken en kladden), tweede lid, onder b, komt te luiden als volgt:
met kalk, teer of een kleur- of verfstof een afbeelding, letter, cijfer of teken aan te brengen of te doen aanbrengen.
Na artikel 2:48 wordt een nieuw artikel ingevoegd luidende:
Het is verboden op een openbare plaats distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben, indien dit gepaard gaat met overlast of andere gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- of leefklimaat nadelig beïnvloeden of anderszins hinder veroorzaken.
Het is verboden op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college ter bescherming van de openbare orde of het woon- en leefklimaat aangewezen gebied distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben.
Artikel 2:74 (Drugshandel op straat en openlijk drugsgebruik) komt te luiden als volgt:
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan de weg of andere openbare plaats post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Het is verboden op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.
Na artikel 2:74 (Drugshandel op straat en openlijk drugsgebruik (nieuw)) wordt een nieuwe afdeling ingevoegd luidende:
Afdeling 14a. Toezicht op smart- en headshops
Artikel 2:74a Begripsomschrijvingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
inrichting: een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, handelingen en werkzaamheden worden verricht die verband houden met dan wel inherent zijn aan het exploiteren van hetgeen in het maatschappelijk verkeer vaak wordt aangeduid als een smartshop of headshop.
smartshop: een locatie waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet psychoactieve substanties, waaronder niet-traditionele genotmiddelen op natuurlijke basis en gerelateerde literatuur en accessoires worden bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervaardigd of voorhanden zijn.
headshop: een locatie waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet artikelen en hulpmiddelen voor het gebruik van drugs zoals jointvloeitjes, (water)pijpen, grinders, vaporizers en dergelijke te koop worden aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervaardigd of voorhanden zijn.
Artikel 2:74b Vergunningplicht
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een inrichting, zoals beschreven onder 2:74a, eerste lid, te exploiteren.
Artikel 2:74c Eisen leidinggevende
Een leidinggevende voldoet aan de volgende eisen:
Het college kan nadere regels vaststellen voor het aantal inrichtingen waarvoor vergunning kan worden verleend alsmede voor die inrichting(en) geldende nadere voorwaarden.
Artikel 2:74e Vergunningaanvraag
Artikel 2:74g Weigeringsgronden
De burgemeester weigert de vergunning indien de exploitatie van de inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit en hiervan niet bij of krachtens de Wet ruimtelijke ordening en/of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is afgeweken.
Artikel 2:74i Aanwezigheid leidinggevende
Het is verboden een inrichting voor het publiek geopend te houden indien in de inrichting geen leidinggevende aanwezig is die vermeld staat op een vergunning met betrekking tot die inrichting.
Artikel 2:74j Intrekkingsgronden
Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning intrekken, als:
aannemelijk is, dat een leidinggevende van de inrichting betrokken is, of hem ernstige nalatigheid kan worden verweten bij activiteiten in of vanuit de inrichting, die een gevaar opleveren voor de openbare orde en/of een bedreiging vormen voor het woon- of leefklimaat in de omgeving van de inrichting;
Artikel 2:74k Vervallen vergunning
De vergunning vervalt indien een vergunning, strekkende ter vervanging van een eerdere vergunning voor dezelfde inrichting, is verleend.
Artikel 2:74l Sluiting van inrichtingen
Een sluiting kan op aanvraag van belanghebbende(n) door de burgemeester worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en naar zijn oordeel voldoende garanties aanwezig zijn, dat geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.
Artikel 2:74m Toegang opsporingsambtenaren en toezichthouders
De leidinggevende van een inrichting is verplicht ervoor te zorgen dat opsporingsambtenaren, als bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering alsmede de ambtenaren die door burgemeester en wethouders of de burgemeester met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, vanaf de weg onmiddellijk en onbelemmerd toegang hebben tot zijn bedrijf:
Artikel 2:74n Overgangsbepaling
Op bestaande inrichtingen als bedoeld in artikel 2:74a, eerste lid, is het bepaalde in artikel 2:74b (vergunningplicht) niet van toepassing:
Artikel 5:12 “Overlast van fiets of bromfiets” komt te luiden als volgt:
Het college kan op de weg gelegen plaatsen aanwijzen waar het in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
XI. Wijziging Drank- en Horecawet naar Alcoholwet
Op het moment van inwerkingtreding van de Alcoholwet wordt de Apv gewijzigd als volgt:
Artikel 2:34f (Voorschriften slijterijen) komt te luiden als volgt:
De burgemeester kan aan een vergunning voor een slijtersbedrijf, verleend op grond van de Alcoholwet, voorschriften verbinden. Deze voorschriften kunnen alleen aan de vergunning worden verbonden in het kader van de volgende belangen:
Artikel 2:48 (Verboden drankgebruik), eerste en tweede lid, onderdelen a en b, komen te luiden als volgt:
In aanvulling op artikel 45, eerste lid, van de Alcoholwet is het voor personen van 18 jaar en ouder verboden op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-189739.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.