Verordening burgerinitiatief Molenlanden 2021

 

De raad van de gemeente Molenlanden,

 

gelezen het raadsvoorstel over bovenstaand onderwerp;

 

besluit vast te stellen de Verordening burgerinitiatief Molenlanden 2021

 

 

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • 1.

    Raad: de gemeenteraad van de gemeente Molenlanden.

  • 2.

    Een burgerinitiatief: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp te agenderen voor de vergadering van de raad. Het burgerinitiatief in Molenlanden kent twee vormen:

    • a.

      Een concreet raadsvoorstel dat ter besluitvorming aan de raad wordt voorgelegd;

    • b.

      Een algemeen onderwerp of thema dat ter bespreking aan de raad wordt voorgelegd.

  • 3.

    Initiatiefgerechtigden:

    • a.

      Inwoners van de gemeente Molenlanden;

    • b.

      Een natuurlijke- of rechtspersoon die een bedrijf in de gemeente Molenlanden uitoefent of een maatschappelijke activiteit in de gemeente uitoefent;

    • c.

      Belanghebbenden – zoals beschreven in de Algemene wet bestuursrecht artikel 1:2 - die niet binnen de gemeentegrenzen wonen maar wel direct betrokken zijn bij of een belang hebben bij het thema waarover zij een burgerinitiatief indienen.

Artikel 2. (Al dan niet) In behandeling nemen

  • 1.

    Burgerinitiatieven worden gericht aan de voorzitter van de raad.

  • 2.

    Een burgerinitiatief wordt door de raad in behandeling genomen indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 3.

    Een verzoek wordt niet in behandeling genomen indien het:

    • a.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 3 bevat, of

    • b.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 4.

Artikel 3. Grenzen aan het burgerinitiatief

  • 1.

    Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:

    • a.

      een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van het gemeentebestuur;

    • b.

      een vraag over het gemeentelijk beleid;

    • c.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht ;

    • d.

      een bezwaar of beroep in de zin van hoofdstukken 6, 7 en 8 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

    • e.

      een onderwerp waarover in dezelfde raadsperiode door de raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden.

  • 2.

    Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, wordt door de raad doorgezonden naar het college of naar de burgemeester.

  • 3.

    Het college of de burgemeester zal een onderwerp of voorstel als bedoeld in lid 2 behandelen als ware het een burgerinitiatief. Het college/de burgemeester rapporteert aan de raad over het besluit dat genomen is over het burgerinitiatief en de eventuele vervolgstappen.

Artikel 4. Wijze van indiening

  • 1.

    Een burgerinitiatief wordt schriftelijk ingediend bij de griffie. Formulieren ten behoeve van de indiening zijn bij de griffie verkrijgbaar.

  • 2.

    Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      de vorm van het burgerinitiatief (zoals beschreven in artikel 1);

    • b.

      een heldere omschrijving van het burgerinitiatief;

    • c.

      een toelichting op het burgerinitiatief, en

    • d.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening(en) van de initiatiefnemer(s).

  • 3.

    De griffier biedt ondersteuning aan inwoners die kenbaar maken interesse hebben om een burgerinitiatief in te dienen. Hieronder valt advisering, begeleiding en ondersteuning bij de voorbereiding van het burgerinitiatief en gedurende de procedure naar indiening van het burgerinitiatief. De griffier kan grenzen stellen aan deze ondersteuning.

Artikel 5. Behandelwijze

  • 1.

    De griffie controleert of het voorstel voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikelen 2 tot en met 4.

  • 2.

    Het college heeft uiterlijk vier weken na indiening de gelegenheid om haar wensen en bedenkingen ten aanzien van het burgerinitiatief kenbaar te maken.

  • 3.

    De agendacommissie is verantwoordelijk voor het agenderen van het burgerinitiatief op de agenda van een commissievergadering en op de agenda van de besluitvormende raadsvergadering.

    • a.

      Het burgerinitiatief wordt uiterlijk tien weken na indiening op een besluitvormende raadsvergadering geagendeerd.

    • b.

      Op de termijn van tien weken kan een uitzondering gemaakt worden als de raad gedurende de tien weken na indiening niet in een besluitvormende raadsvergadering bijeenkomt.

  • 4.

    Het burgerinitiatief wordt als afzonderlijk agendapunt geagendeerd op de agenda van de commissievergadering en de besluitvormende raadsvergadering. Wanneer er tegelijkertijd meerdere burgerinitiatieven over hetzelfde onderwerp ingediend zijn heeft de agendacommissie de mogelijkheid deze gelijktijdig door de raad te laten behandelen.

  • 5.

    De voorzitter van de raad nodigt de initiatiefnemer per mail uit voor de vergadering(en) waarin het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefnemer of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten en vragen van de raad in eerste termijn te beantwoorden.

Artikel 6. Afwikkeling

  • 1.

    De initiatiefnemer wordt bij het indienen van zijn initiatief geïnformeerd over de vervolgstappen in de behandeling van zijn initiatief.

  • 2.

    De initiatiefnemer wordt over het raadsbesluit geïnformeerd en ingelicht over de eventuele vervolgstappen inzake de uitwerking van het burgerinitiatief.

  • 3.

    Het besluit over een burgerinitiatief geldt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep open staat.

Artikel 7. Evaluatie

Deze verordening wordt elke raadsperiode in het jaar voor de gemeenteraadsverkiezing geëvalueerd.

Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 september 2021.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening burgerinitiatief Molenlanden 2021’.

 

 

 

Vastgesteld tijdens de openbare raadsvergadering gemeente Molenlanden, gehouden op 1 juni 2021.

de griffier,

Marjolein Teunissen

de voorzitter,

Theo Segers

Toelichting

op de Verordening burgerinitiatief Molenlanden 2021

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Een voorbeeld van een concreet raadsvoorstel is om het afsteken van vuurwerk in de gemeente Molenlanden te verbieden. Over zo’n raadsvoorstel dient de raad een besluit te nemen. De raad kan ook besluiten om dit voorstel te amenderen voordat er over besloten wordt.

 

Een voorbeeld van een algemeen onderwerp is het ondernemersklimaat in de gemeente Molenlanden. Wanneer er een algemeen onderwerp wordt geagendeerd dragen de initiatiefnemers zelf nog geen oplossing aan. Er ligt geen concreet raadsvoorstel, het is aan de raad om eventueel door middel van een motie een besluit te nemen. De raadsleden kunnen op deze manier zelf met verschillende oplossingen voor het aangedragen probleem komen. Het is belangrijk dat de raad hierover in contact blijft staan en/of een terugkoppeling geeft aan de initiatiefnemers.

 

Bij belanghebbenden kan gedacht worden recreanten of mensen die langs de gemeentegrenzen wonen. Deze ruimte voor belanghebbenden om een burgerinitiatief in te dienen sluit aan bij hetgeen hierover in de Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Algemene wet bestuursrecht is opgenomen.

 

Artikel 2

Geen toelichting.

 

Artikel 3

Voor vragen, bezwaren of klachten bestaan andere procedures.

 

Een burgerinitiatief dat wordt doorgestuurd naar college of burgemeester als portefeuillehouder, is geen burgerinitiatief meer volgens de definitie van artikel 1 van deze verordening. Lid 3 is bedoeld om te voorkomen dat college of burgemeester een initiatief om die reden terzijde kan schuiven.

 

Artikel 4

De persoonsgegevens zoals genoemd in artikel 4.2 lid c moeten doorgegeven worden om te controleren om iemand initiatiefgerechtigd is. Van deze persoonsgegevens worden – in lijn met de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) – alleen de naam en woonplaats openbaar bekendgemaakt. De verwerking van deze persoonsgegevens is in lijn met de AVG, aangezien deze verwerking zorgt voor een transparant besluitvormingsproces van de raad.

 

Artikel 5

Geen toelichting.

 

Artikel 6

Het besluit zoals beschreven in artikel 2 om een voorstel al dan niet in behandeling te nemen is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaan.

 

Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatief zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht dat vatbaar is voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de raad, het college of de burgemeester naar aanleiding van het burgerinitiatief besluit een subsidie toe te kennen voor een bepaald project. Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staan geen bezwaar en beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Algemene wet bestuursrecht).

 

Artikelen 7 en 8

Geen toelichting.

Naar boven