Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent subsidies (SVR2014-subsidiecontroleprotocol 2021)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelet op artikel 3, juncto 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

 

besluit:

Artikel 1  

Het SVR2014-Subsidiecontroleprotocol 2021 wordt vastgesteld overeenkomstige de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2  

Het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016 tot vaststelling van SVR 2014-SUBSIDIECONTROLE-PROTOCOL (Gemeenteblad 2016, nr. 180) wordt ingetrokken.

Artikel 3  

Dit besluit wordt aangehaald als: SVR2014-subsidiecontroleprotocol 2021.

Artikel 4  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 1 juni 2021.

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

A. Aboutaleb

 

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 2 juni 2021 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Bijlage als bedoeld in artikel 1 van het SVR2014-subsidiecontroleprotocol 2021.

SVR2014-SUBSIDIECONTROLEPROTOCOL 2021

 

INHOUDSOPGAVE

 

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

 

HOOFDSTUK 2: CONTROLE- OF BEOORDELINGSVERKLARING AANGAANDE DE FINANCIELE SUBSIDIEVERANTWOORDING BIJ SUBSIDIES ≥ € 50.000

2.1 Algemeen

2.2 Reikwijdte, diepgang, strekkingen verklaringen en modelverklaringen

 

HOOFDSTUK 3: ASSURANCE-RAPPORT AANGAANDE DE INHOUDELIJKE SUBSIDIE¬VERANTWOORDING BIJ SUBSIDIES ≥ € 50.000

3.1 Algemeen

3.2 Reikwijdte, diepgang, strekkingen assurance-rapporten en model assurance-rapporten

 

BIJLAGEN BIJ SVR2014-SUBSIDIECONTROLEPROTOCOL

  • 1

    Model goedkeurende controleverklaring aangaande de financiële subsidieverantwoording bij een subsidie vanaf € 200.000

  • 2

    Model goedkeurende beoordelingsverklaring aangaande de financiële subsidie-verantwoording bij een subsidie vanaf € 50.000 tot € 200.000

  • 3

    Model goedkeurend assurance-rapport met redelijke mate van zekerheid aangaande de inhoudelijke subsidieverantwoording bij een subsidie vanaf € 200.000

  • 4

    Model goedkeurend assurance-rapport met beperkte mate van zekerheid aangaandede inhoudelijke subsidieverantwoording bij een subsidie vanaf € 50.000 tot € 200.000

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

 

Voor de uitvoering van de bepalingen, die zijn opgesteld ten behoeve van het onderzoek naar de naleving van subsidievoorwaarden voor verleende subsidies op basis van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 (SVR2014) vanaf € 50.000, is het gewenst dat aan de onderzoekende openbaar accountant, zoals bedoeld in artikel 393 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, aanwijzingen worden verstrekt. De grondslag voor een zodanige aanwijzing wordt gevonden in artikel 3 lid 4 SVR2014 alsmede in de specifieke behoeften van de subsidieverstrekker, neergelegd in de subsidieverleningsbeschikking.

 

In dat kader wordt door het Rotterdamse college van burgemeester en wethouders, als onderdeel van de subsidievoorwaarden, een aanwijzing, in de vorm van dit ‘SVR2014-subsidiecontroleprotocol’ (verder aangeduid als: protocol), gegeven aan de subsidieontvanger, ten behoeve van diens met het subsidieonderzoek belaste openbaar accountant (verder aangeduid als: subsidieaccountant).

 

Met dit protocol wordt beoogd een efficiënte en effectieve uitvoering van het accountantsonderzoek te bevorderen naar de op basis van de SVR2014 te verantwoorden subsidies. Indien een subsidie wordt verleend uit hoofde van een specifieke subsidieregeling, zoals bedoeld onder lid 6 van artikel 14 SVR2014, dan gelden de specifieke vereisten van die desbetreffende regeling.

 

De vereiste reguliere totale subsidieverantwoording bestaat uit:

 

situatie 1:

  • een inhoudelijke subsidieverantwoording over de niet financiële prestaties en activiteiten (bedoeld in artikel 14 lid 2a SVR2014), en

  • een financiële subsidieverantwoording over de gerealiseerde kosten en opbrengsten (bedoeld in artikel 14 lid 2b SVR2014).

of

 

situatie 2:

  • alleen een inhoudelijke subsidieverantwoording die zowel de niet financiële prestaties en activiteiten als de financiële indicatoren bevat waarover in de beschikking verantwoording wordt gevraagd.

Voor subsidies vanaf € 50.000 is ook een accountantsproduct vereist. In de verleningsbeschikking is vastgelegd welk type accountantsproduct moet worden afgegeven. Zie tabel 1 voor de soorten accountantsproducten.

 

De bepalingen van artikel 14 SVR2014, waaronder de in lid 5 in bijzondere gevallen geboden ontheffingsmogelijkheid voor het vereiste accountantsproduct aangaande één of meerdere onderdelen van de reguliere totale subsidieverantwoording, vormen hiervoor de basis. Dit protocol is voor generieke doeleinden opgesteld en gaat niet verder in op bijzondere situaties waarbij van deze ontheffingsmogelijkheid gebruik is gemaakt. Het per onderdeel van de totale subsidieverantwoording gevraagde accountantsproduct, dat uit de subsidie-verleningsbeschikking blijkt, is leidend voor de uit te voeren werkzaamheden van de subsidieaccountant. Voor de reikwijdte, diepgang en strekkingen van het hierbij gevraagde accountantsproduct(en) geeft dit protocol aanwijzingen.

 

Op grond van lid 3 van hetzelfde artikel kunnen door de subsidieverstrekker, naast de vereiste reguliere totale subsidieverantwoording, aanvullend ook andere gegevens en bescheiden voor de subsidievaststelling worden opgevraagd. Conform hetzelfde lid dienen deze aanvullende gegevens en bescheiden vooraf in de verleningsbeschikking kenbaar te worden gemaakt. Wanneer in de subsidiebeschikking is aangegeven dat verantwoording over aanvullende gegevens relevant is voor de vaststelling van de subsidie, dienen deze te worden meegenomen in de accountantscontrole.

 

Hieronder wordt een overzicht van het regulier vereiste accountantsproduct per onderdeel van de reguliere totale subsidieverantwoording gegeven:

 

 

In hoofdstuk 2 van dit protocol wordt ingegaan op reikwijdte, diepgang en eindproduct van de:

  • controlewerkzaamheden die leiden tot een controleverklaring met redelijke mate van zekerheid; of

  • beoordelingswerkzaamheden die leiden tot een beoordelingsverklaring met beperkte mate van zekerheid;

die op basis van artikel 14 SVR2014 vereist wordt aangaande de gevraagde financiële subsidie¬verantwoording van een subsidie met een verleningsbedrag

≥ € 50.000.

 

In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op reikwijdte, diepgang en eindproduct van de:

  • assurance-werkzaamheden die leiden tot een assurance-rapport met redelijke mate van zekerheid; of

  • assurance-werkzaamheden die leiden tot een assurance-rapport met beperkte mate van zekerheid;

dat op basis van artikel 14 SVR2014 vereist wordt aangaande de gevraagde inhoudelijke subsidieverantwoording van een subsidie met een verleningsbedrag

≥ € 50.000.

 

Dit protocol is gebaseerd op de vigerende wet- en regelgeving ten tijde van het vaststellen van dit protocol. Als nieuwe ontwikkelingen dat noodzakelijk maken, wordt dit protocol geactualiseerd. Totdat het herziene protocol door het college van burgemeester en wethouders wordt vastgesteld bij een opgetreden wijziging in de hogere wet- en regelgeving, kan de uitvoerende subsidieaccountant reeds rekening houden met gewijzigde wet- en regelgeving.

 

De subsidieontvanger is verantwoordelijk voor het tijdig ter kennis stellen van dit protocol aan diens subsidieaccountant.

 

De gemeente heeft als subsidieverstrekker te allen tijde de mogelijkheid een review te laten uitvoeren bij de subsidieaccountant. Dat wil zeggen: naar aanleiding van de ingediende subsidieverantwoording en het daar over afgegeven accountantsproduct(en), kan de (externe of interne) accountant van de subsidieverstrekker een review uitvoeren bij de subsidieaccountant om vast te stellen in hoeverre van diens werkzaamheden gebruik gemaakt kan worden bij het eigen onderzoek naar de betreffende totale subsidieverantwoording.

 

HOOFDSTUK 2: CONTROLE- OF BEOORDELINGSVERKLARING AANGAANDE DE FINANCIELE SUBSIDIEVERANTWOORDING BIJ SUBSIDIES ≥ € 50.000

 

2.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de op basis van SVR2014 gevraagde beoordelingsverklaring respectievelijk controleverklaring aangaande de financiële subsidieverantwoording bij een verleningsbedrag vanaf € 50.000 tot € 200.000 respectievelijk vanaf € 200.000. Zie tabel 2 hieronder:

 

 

2.2 Reikwijdte, diepgang, strekkingen verklaringen en modelverklaringen

De in artikel 14, tweede lid, onderdeel b SVR2014 bedoelde financiële subsidieverantwoording vormt het onderzoeksobject van de in de verleningsbeschikking gevraagde controleverklaring respectievelijk beoordelings-verklaring aangaande deze financiële subsidieverantwoording.

De subsidieaccountant gaat hierbij na of de financiële subsidieverantwoording - als onderdeel van de gevraagde totale subsidieverantwoording - in alle van materieel belang zijnde aspecten is opgesteld in overeenstemming met de SVR2014 (artikel 14, tweede lid, onderdeel b) en de verleningsbeschikking.

Dit houdt in dat de subsidieaccountant bij de uitvoering van de accountantscontrole of -beoordeling ten minste vast dient te stellen respectievelijk te beoordelen dat de financiële subsidieverantwoording:

 

  • 1.

    de werkelijke subsidiabele lasten van de subsidiabele activiteit(en) over het gesubsidieerde tijdvak juist (en de daarmee gerelateerde baten volledig) weergeeft in overeenstemming met de SVR2014 (artikel 14, tweede lid, onderdeel b) en de verleningsbeschikking;

  • 2.

    geen verrekenbare en/of compensabele BTW als subsidiabele last bevat, tenzij in de verleningsbeschikking anders is bepaald;

  • 3.

    overeenkomstig de indeling en rubricering van de bij de subsidieverlening vastgestelde financiële begroting is opgesteld;

  • 4.

    per begrotingsonderdeel een vergelijking bevat van de financiële realisatiecijfers met de vastgestelde financiële begrotingscijfers, waarbij eventuele afwijkingen van meer dan 10% per begrotingsonderdeel zijn toegelicht; en

  • 5.

    met de inhoudelijke subsidieverantwoording (artikel 14, tweede lid, onderdeel a SVR2014) verenigbaar is.

Bij de accountantscontrole (resulterend in een controleverklaring) dient de subsidieaccountant een redelijke mate van zekerheid te geven, waarbij uitgegaan moet worden van een betrouwbaarheid van 95%. Bij de accountantsbeoordeling (resulterend in een beoordelingsverklaring) dient de subsidieaccountant een beperkte mate van zekerheid te geven. De exacte mate van betrouwbaarheid en de diepgang van de uit te voeren werkzaamheden hierbij worden overgelaten aan de vaktechnische oordeelsvorming van de subsidieaccountant.

 

Bij de accountantscontrole respectievelijk beoordeling van de financiële subsidieverantwoording dient de subsidieaccountant uit te gaan van de in tabel 3 hieronder opgenomen aanwijzingen voor de materialiteit en de gevolgen van afwijkingen (fouten) c.q. onzekerheden voor de strekking van de gevraagde controleverklaring respectievelijk beoordelingsverklaring. Het totaal van de in de financiële subsidieverantwoording opgenomen subsidiabele lasten vormt hierbij de omvangsbasis.

 

 

In bijlage 1 respectievelijk 2 van dit protocol is een model opgenomen voor een goedkeurende controleverklaring respectievelijk beoordelingsverklaring inzake de financiële subsidieverantwoording.

 

HOOFDSTUK 3: ASSURANCE-RAPPORT AANGAANDE DE INHOUDELIJKE SUBSIDIEVERANTWOORDING BIJ SUBSIDIES ≥ € 50.000

 

3.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het op basis van SVR2014 gevraagde assurance-rapport met beperkte respectievelijk redelijke mate van zekerheid aangaande de inhoudelijke subsidieverantwoording met alleen niet financiële prestaties en activiteiten of een inhoudelijke subsidieverantwoording aangevuld met financiële indicatoren waarover verantwoording wordt gevraagd in de beschikking bij een verlenings¬bedrag vanaf € 50.000 tot € 200.000 respectievelijk vanaf € 200.000. Zie tabel 4 hieronder:

 

 

3.2 Reikwijdte, diepgang, strekkingen assurance -rapporten en model assurance -rapporten

De in artikel 14, tweede lid, onderdeel a, SVR2014 bedoelde inhoudelijke subsidieverantwoording vormt het onderzoeks¬object van het in de verleningsbeschikking gevraagde assurance-rapport met redelijke respectievelijk beperkte mate van zekerheid aangaande deze inhoudelijke subsidieverantwoording.

De subsidieaccountant gaat hierbij na of de inhoudelijke subsidieverantwoording - als onderdeel van de gevraagde totale subsidieverantwoording - in alle van materieel belang zijnde aspecten is opgesteld in overeenstemming met de SVR2014 (artikel 14, tweede lid, onderdeel a) en de verleningsbeschikking.

Dit houdt in dat de subsidieaccountant bij de uitvoering van de assurance-opdracht ten minste vast dient te stellen dat de inhoudelijke subsidieverantwoording:

 

  • 1.

    de werkelijke realisatiegegevens van de subsidiabele meetbare prestatie(s) juist weergeeft in overeenstemming met de SVR2014 (artikel 14, tweede lid, onderdeel a) en de verleningsbeschikking, en

  • 2.

    per subsidiabele meetbare prestatie een vergelijking bevat van de realisatie ten opzichte van de bij de subsidieverlening overeengekomen meetbare prestatie, waarbij eventuele afwijkingen van meer dan 10% naar aard, omvang en beïnvloedbaarheid zijn toegelicht.

  • 3.

    in geval er sprake is van een verantwoording, in het assurance-rapport, dient te worden verklaard of de bij de subsidieverlening overeengekomen gerealiseerde niet financiële prestaties en activiteiten en de gerealiseerde financiële indicatoren juist zijn.

Bij de assurance-opdracht die resulteert in een assurance-rapport met redelijke mate van zekerheid, dient de subsidieaccountant een redelijke mate van zekerheid te geven waarbij uitgegaan moet worden van een betrouwbaarheid van 95%. Bij de assurance-opdracht die resulteert in een assurance-rapport met beperkte mate van zekerheid, dient de subsidieaccountant een beperkte mate van zekerheid te geven. De exacte mate van betrouwbaarheid en de diepgang van de uit te voeren werkzaamheden hierbij worden overgelaten aan de vaktechnische oordeelsvorming van de subsidieaccountant.

 

Bij de assurance-opdracht aangaande de inhoudelijke subsidieverantwoording dient de subsidieaccountant uit te gaan van de in tabel 5 opgenomen aanwijzingen voor de materialiteit en de gevolgen van afwijkingen (fouten) c.q. onzekerheden voor de strekking van het gevraagde assurance-rapport. Het totaal van het gerealiseerd aantal subsidiabele meetbare prestatie(s) opgenomen in de inhoudelijke subsidieverantwoording vormt hierbij de omvangsbasis. Tenzij in de verleningsbeschikking een andere prestatierelevantie weging is opgenomen, wegen de (soorten) prestaties evenredig mee in de bepaling van de omvangsbasis voor de te hanteren materialiteit.

 

 

In bijlage 3 respectievelijk 4 van dit protocol is een model opgenomen voor een goedkeurend assurance-rapport met redelijke respectievelijk beperkte mate van zekerheid inzake de inhoudelijke subsidieverantwoording. Deze kunnen worden gebruikt voor zowel de inhoudelijke subsidieverantwoording met alleen niet financiële prestaties en activiteiten als voor de inhoudelijke subsidieverantwoording aangevuld met financiële indicatoren waarover verantwoording wordt gevraagd in de beschikking.

 

Wanneer in de subsidiebeschikking een accountantscontrole is gevraagd over de bij de subsidieverlening overeengekomen gerealiseerde niet financiële prestaties en activiteiten en de gerealiseerde financiële indicatoren, kan de accountant het oordeel over beide afgeven in één accountantsproduct, namelijk het assurance-rapport.

 

BIJLAGE 1. Model goedkeurende controleverklaring aangaande de financiële subsidie-verantwoording bij een subsidie vanaf € 200.000

 

CONTROLEVERKLARING betreffende de financiële subsidieverantwoording

 

Aan: Opdrachtgever

 

Ons oordeel

Wij hebben bijgaande financiële subsidieverantwoording 1 ingevolge de Subsidieverordening Rotterdam 2014 van ... (naam subsidieontvanger) te ... (statutaire vestigingsplaats) over JJJJ inzake ... (naam project)2 gecontroleerd.

 

Naar ons oordeel is de financiële subsidieverantwoording ingevolge de Subsidieverordening Rotterdam 2014 van … (naam subsidieontvanger) over JJJJ inzake ... (naam project)3 in alle van materieel belang zijnde aspecten opgesteld in overeenstemming met Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking.

 

De basis voor ons oordeel

Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en het SVR2014-subsidiecontroleprotocol genoemd in artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de financiële subsidieverantwoording’.

 

Wij zijn onafhankelijk van ... (naam subsidieontvanger) zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).

 

Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

 

Benadrukking van de basis voor financiële verslaggeving en beperking in gebruik en verspreidingskring

Wij vestigen de aandacht op punt ... in de toelichting van de financiële subsidieverantwoording waarin de basis voor financiële verslaggeving uiteen is gezet. De financiële subsidieverantwoording is opgesteld voor ... (naam subsidieontvanger) en de gemeente Rotterdam met als doel ... (naam subsidieontvanger) in staat te stellen te voldoen aan ... (omschrijving vereisten, doel, contract, etc.). Hierdoor is de financiële subsidieverantwoording mogelijk niet geschikt voor andere doeleinden. Onze controleverklaring is derhalve uitsluitend bestemd voor ... (naam subsidieontvanger) en de gemeente Rotterdam en dient niet te worden verspreid aan of te worden gebruikt door anderen.

 

Ons oordeel is niet aangepast als gevolg van deze aangelegenheid.

 

Verantwoordelijkheden van het bestuur en het toezichthoudend orgaan 4 voor de financiële subsidieverantwoording

Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de financiële subsidieverantwoording in overeenstemming met Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opstellen van de financiële subsidieverantwoording mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

 

Het toezichthoudend orgaan is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de subsidieontvanger. 5

 

Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de financiële subsidieverantwoording

Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.

 

Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken.

 

Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze financiële subsidieverantwoording nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.

 

Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden en het SVR2014-subsidiecontroleprotocol genoemd in artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:

  • het identificeren en inschatten van de risico’s dat de financiële subsidieverantwoording afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;

  • het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de organisatie;

  • het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor het opstellen van de financiële subsidieverantwoording en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de financiële subsidieverantwoording staan;

  • het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de financiële subsidieverantwoording en de daarin opgenomen toelichtingen; en

  • het evalueren of de financiële subsidieverantwoording de onderliggende transacties en gebeurtenissen zonder materiële afwijkingen weergeeft.

Wij communiceren met het toezichthoudend orgaan6 onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.

 

Plaats en datum

 

... (naam accountantspraktijk)

 

... (naam accountant)

 

Bijlage 2 Model goedkeurende beoordelingsverklaring aangaande de financiële subsidieverantwoording bij een subsidie vanaf € 50.000 tot € 200.000

BEOORDELINGSVERKLARING betreffende de financiële subsidieverantwoording

 

Aan: Opdrachtgever

 

Onze conclusie

Wij hebben bijgaande financiële subsidieverantwoording ingevolge de Subsidieverordening Rotterdam 2014 van ... (naam subsidieontvanger) te ... (statutaire vestigingsplaats) over JJJJ inzake ... (naam project)7 beoordeeld.

 

Op grond van onze beoordeling hebben wij geen reden om te veronderstellen dat de Subsidieverordening Rotterdam 2014 van … (naam subsidieontvanger) over JJJJ inzake ... (naam project) niet in alle van materieel belang zijnde aspecten is opgesteld in overeenstemming met Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking.

 

De basis voor onze conclusie

Wij hebben onze beoordeling verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse Standaard 2400 'Opdrachten tot het beoordelen van financiële overzichten' en het SVR2014-subsidiecontroleprotocol genoemd in artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014. Deze beoordeling is gericht op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie 'Onze verantwoordelijkheden voor de beoordeling van de financiële subsidieverantwoording.’

 

Wij zijn onafhankelijk van ... (naam subsidieontvanger) zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Daarnaast hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).

 

Wij vinden dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie.

 

Benadrukking van de basis voor de financiële subsidieverantwoording en beperking in gebruik en verspreidingskring

Wij vestigen de aandacht op punt ... in de toelichting van de financiële subsidieverantwoording waarin de basis voor financiële verslaggeving uiteen is gezet. De financiële subsidieverantwoording is opgesteld voor ... (naam subsidieontvanger) en de gemeente Rotterdam met als doel ... (naam subsidieontvanger) in staat te stellen te voldoen aan ... de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking. Hierdoor is de financiële subsidieverantwoordingmogelijk niet geschikt voor andere doeleinden. Onze beoordelingsverklaring is derhalve uitsluitend bestemd voor ... (naam subsidieontvanger) en de gemeente Rotterdam en dient niet te worden verspreid aan of te worden gebruikt door anderen. Onze conclusie is niet aangepast als gevolg van deze aangelegenheid.

 

Verantwoordelijkheden van het bestuur en het toezichthoudend orgaan 8 voor de financiële subsidieverantwoording

Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de financiële subsidieverantwoording in overeenstemming met de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking. In dit kader is het bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de financiële subsidieverantwoording mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.

 

Het toezichthoudend orgaan is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de subsidieontvanger. 9

 

Onze verantwoordelijkheden voor de beoordeling van de financiële subsidieverantwoording

Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een beoordelingsopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte assurance-informatie verkrijgen voor de door ons af te geven conclusie.

 

De mate van zekerheid die wordt verkregen bij een beoordelingsopdracht is aanzienlijk lager dan de zekerheid die wordt verkregen bij een controleopdracht verricht in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden. Derhalve brengen wij geen controleoordeel tot uitdrukking.

 

Wij hebben deze beoordeling professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse Standaard 2400 en het SVR2014-subsidiecontroleprotocol genoemd in artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014.

 

Onze beoordeling bestond onder andere uit:

  • Het verwerven van inzicht in de subsidieontvanger en haar omgeving en in het van toepassing zijnde stelsel inzake de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking, om gebieden in de financiële subsidieverantwoording te kunnen identificeren waar het waarschijnlijk is dat zich risico’s op afwijkingen van materieel belang voor zullen doen als gevolg van fouten of fraude, het in reactie hierop opzetten en uitvoeren van werkzaamheden om op die gebieden in te spelen en het verkrijgen van assurance-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie;

  • Het verkrijgen van inzicht in de administratieve systemen en administratie van de subsidieontvanger en het overwegen of deze gegevens opleveren die adequaat zijn voor het doel van het uitvoeren van cijferanalyses;

  • Het inwinnen van inlichtingen bij het bestuur en andere functionarissen van de subsidieontvanger;

  • Het uitvoeren van cijferanalyses met betrekking tot de informatie opgenomen in de financiële subsidieverantwoording;

  • Het verkrijgen van assurance-informatie dat de financiële subsidieverantwoording overeenstemt met of aansluit op de onderliggende administratie van de subsidieontvanger;

  • Het evalueren van de verkregen assurance-informatie;

  • Het overwegen van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen uit de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking en het evalueren of de door het bestuur gemaakte schattingen redelijk lijken;

  • Het overwegen van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de financiële subsidieverantwoording en de daarin opgenomen toelichtingen; en

  • Het overwegen of de financiële subsidieverantwoording, inclusief de gerelateerde toelichtingen, de onderliggende transacties en gebeurtenissen zonder materiële afwijkingen weergeeft.

Plaats en datum

 

... (naam accountantspraktijk)

 

... (naam accountant)

 

Bijlage 3 Model goedkeurende assurance-rapport met redelijke mate van zekerheid aangaande de inhoudelijke subsidieverantwoording bij een subsidie vanaf € 200.000

 

ASSURANCE-RAPPORT betreffende de inhoudelijke subsidieverantwoording

 

Aan: Opdrachtgever

 

Ons oordeel

Wij hebben bijgaande inhoudelijke subsidieverantwoording 10 ingevolge de Subsidieverordening Rotterdam 2014 van ... (naam subsidieontvanger) te ... (statutaire vestigingsplaats) over JJJJ inzake ... (naam project) 11 onderzocht.

 

Naar ons oordeel is de inhoudelijke subsidieverantwoording ingevolge de Subsidieverordening Rotterdam 2014 van … (naam subsidieontvanger) inzake ... (naam project) 12 in alle van materieel belang zijnde aspecten opgesteld in overeenstemming met de van toepassing zijnde criteria.

 

De basis voor ons oordeel

Wij hebben ons onderzoek uitgevoerd volgens Nederlands recht, waaronder de Nederlandse Standaard 3000A ’Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie en het SVR2014-subsidiecontroleprotocol genoemd in artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014. Deze opdracht is gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie 'Onze verantwoordelijkheden voor het onderzoek over de inhoudelijke subsidieverantwoording’, zoals opgenomen in de paragraaf ‘Verantwoording en vaststelling’ van de subsidiebeschikking.

 

Wij zijn onafhankelijk van … (naam subsidieontvanger) zoals vereist in de ‘Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten’ (ViO), de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking. Daarnaast hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).

 

Wij vinden dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

 

Beperking in gebruik en verspreidingskring

De inhoudelijke subsidieverantwoording is opgesteld voor de gemeente Rotterdam met als doel … (naam subsidieontvanger) in staat te stellen te voldoen aan de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking. Hierdoor is de inhoudelijke subsidieverantwoording mogelijk niet geschikt voor andere doeleinden. Ons assurance-rapport is derhalve uitsluitend bestemd voor … (naam subsidieontvanger) en de gemeente Rotterdam en dient niet te worden verspreid aan of te worden gebruikt door anderen.

 

Verantwoordelijkheden van het bestuur en het toezichthoudend orgaan 13 voor de inhoudelijke subsidieverantwoording

Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de inhoudelijke subsidieverantwoording in overeenstemming met de van toepassing zijnde criteria zoals beschreven in de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking.

 

Het bestuur is ook verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opstellen, meten of evalueren van de inhoudelijke subsidieverantwoording mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

 

Het toezichthoudend orgaan is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de subsidieontvanger. 14

 

Onze verantwoordelijkheden voor het onderzoek over de inhoudelijke subsidieverantwoording

Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van ons onderzoek dat wij daarmee voldoende en geschikte assurance-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.

 

Ons onderzoek is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens ons onderzoek niet alle materiële fouten en fraude ontdekken.

 

Wij passen de ‘Nadere voorschriften kwaliteitssystemen’ (NVKS) en het SVR2014-subsidiecontroleprotocol genoemd in artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 toe. Op grond daarvan beschikken wij over een samenhangend stelsel van kwaliteitsbeheersing inclusief vastgelegde richtlijnen en procedures inzake de naleving van ethische voorschriften, professionele standaarden en andere relevante wet- en regelgeving.

 

Ons onderzoek bestond onder andere uit:

  • het identificeren en inschatten van de risico’s dat de inhoudelijke subsidieverantwoording afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van assurance-werkzaamheden en het verkrijgen van assurance-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;

  • het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor het onderzoek met als doel assurance-werkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de subsidieontvanger.

Plaats en datum

 

... (naam accountantspraktijk)

 

... (naam accountant)

 

Bijlage 4 Model goedkeurende assurance-rapport met beperkte mate van zekerheid aangaande de inhoudelijke subsidieverantwoording bij een subsidie vanaf € 50.000 tot € 200.000

 

ASSURANCE-RAPPORT betreffende de inhoudelijke subsidieverantwoording

 

Aan: Opdrachtgever

 

Onze conclusie

Wij hebben bijgaande inhoudelijke subsidieverantwoording 15 ingevolge de Subsidieverordening Rotterdam 2014 van ... (naam subsidieontvanger) te ... (statutaire vestigingsplaats) over JJJJ inzake ... (naam project) 16 onderzocht.

 

Op basis van de uitgevoerde werkzaamheden en de verkregen assurance-informatie hebben wij geen reden om te veronderstellen dat de inhoudelijke subsidieverantwoording ingevolge de Subsidieverordening Rotterdam 2014 van … (naam subsidieontvanger) inzake ... (naam project) 17 niet in alle van materieel belang zijnde aspecten is opgesteld in overeenstemming met de van toepassing zijnde criteria.

 

De basis voor onze conclusie

Wij hebben ons onderzoek uitgevoerd volgens Nederlands recht, waaronder de Nederlandse Standaard 3000A ’Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie en het SVR2014-subsidiecontroleprotocol genoemd in artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014’. Deze opdracht is gericht op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie 'Onze verantwoordelijkheden voor het onderzoek over de inhoudelijke subsidieverantwoording’, zoals opgenomen in de paragraaf ‘Verantwoording en vaststelling’ van de subsidiebeschikking.

 

Wij zijn onafhankelijk van … (naam subsidieontvanger) zoals vereist in de ‘Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten’ (ViO), de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking. Daarnaast hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).

 

Wij vinden dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie.

 

Beperking in gebruik en verspreidingskring

De inhoudelijke subsidieverantwoording is opgesteld voor de gemeente Rotterdam met als doel … (naam subsidieontvanger) in staat te stellen te voldoen aan de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking. Hierdoor is de inhoudelijke subsidieverantwoording mogelijk niet geschikt voor andere doeleinden. Ons assurance-rapport is derhalve uitsluitend bestemd voor …. (naam subsidieontvanger) en de gemeente Rotterdam en dient niet te worden verspreid aan of te worden gebruikt door anderen.

 

Verantwoordelijkheden van het bestuur en het toezichthoudend orgaan 18 voor de inhoudelijke subsidieverantwoording

Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de inhoudelijke subsidieverantwoording in overeenstemming met de van toepassing zijnde criteria zoals beschreven in de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking.

 

Het bestuur is ook verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opstellen, meten of evalueren van de inhoudelijke subsidieverantwoording mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. 19

 

Het toezichthoudend orgaan is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de subsidieontvanger. 20

 

Onze verantwoordelijkheden voor het onderzoek over de inhoudelijke subsidieverantwoording

Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van ons onderzoek dat wij daarmee voldoende en geschikte assurance-informatie verkrijgen voor de door ons af te geven conclusie.

 

De in dat kader uitgevoerde werkzaamheden zijn verschillend in aard en timing alsmede geringer in omvang dan voor assurance-opdrachten gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. De mate van zekerheid die wordt verkregen bij assurance-opdrachten gericht op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid is daarom ook aanzienlijk lager dan de zekerheid die wordt verkregen bij assurance-opdrachten gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid.

 

Wij passen de ‘Nadere voorschriften kwaliteitssystemen’ (NVKS) toe. Op grond daarvan beschikken wij over een samenhangend stelsel van kwaliteitsbeheersing inclusief vastgelegde richtlijnen en procedures inzake de naleving van ethische voorschriften, professionele standaarden en andere relevante wet- en regelgeving.

 

Ons onderzoek bestond onder andere uit:

  • het identificeren van gebieden in de inhoudelijke subsidieverantwoording waar waarschijnlijk een afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude zich zal voordoen, het bepalen en uitvoeren van assurance-werkzaamheden om in te spelen op deze gebieden en het verkrijgen van assurance-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie;

  • het in overweging nemen van de interne beheersing die relevant is voor het onderzoek met als doel assurance-werkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze overweging heeft niet als doel om een conclusie uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de subsidieontvanger;

  • het inwinnen van inlichtingen bij het bestuur en andere functionarissen van de subsidieontvanger;

  • het vaststellen van de plausibiliteit van de informatie in de inhoudelijke subsidieverantwoording.

Plaats en datum

 

... (naam accountantspraktijk)

 

... (naam accountant)

Naar boven