Gemeenteblad van Amsterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2021, 178037 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2021, 178037 | Verordeningen |
Eerste verordening tot wijziging van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2019; in die zin dat nu een ieder verplicht is zich te houden aan het geldende plan van aanpak voor het omgaan met zeeschepen die lading aan boord hebben, die in het buitenland met fosfine is behandeld. Ook zijn een aantal technische, niet inhoudelijk wijzigingen doorgevoerd (Eerste verordening tot wijziging van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2019)
De raad van de gemeente Amsterdam,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 april 2021;
gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;
overwegende dat het naar aanleiding van recente ontwikkelingen wenselijk is de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2019 (gmb 03-01-2020, nr 49),op enkele punten aan te passen,
vast te stellen de Eerste verordening tot wijziging van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2019.
‘Hierbij wordt onder een organische verbinding, een verbinding verstaan die ten minste het element koolstof bevat en daarnaast nog één of meer van de volgende elementen: waterstof, halogenen, zuurstof, zwavel, fosfor, silicium of stikstof, met uitzondering van koolstofoxiden, anorganische carbonaten en bicarbonaten’
‘De eisen voor de schepen die worden gebruikt voor het vast- en losmaken van zeeschepen zijn in nationaal verband gemoderniseerd en ondergebracht in de norm NEN 8431-cat. B. In NEN 8431-cat. B. In deze normen zijn zoveel mogelijk internationale eisen opgenomen: de belangrijkste internationale bronnen zijn de EU-pleziervaartuigenrichtlijn, de EU-binnenvaartrichtlijn en de door ISO opgestelde eisen die gelden voor “small craft” (pleziervaart). Deze normen zijn actueel en internationaal geaccepteerd; daarom is het ten behoeve van het veilig met vastmakersboten kunnen varen én opereren belangrijk dat vastmakersboten daarbij aansluiten. Voor de (bestaande) vastmakersboten geldt een overgangstermijn: vanaf 1 januari 2028 moeten alle vastmakersboten aan de nieuwe standaard voldoen. Tevens is nieuw dat ook een (digitale) kopie van de verklaring van deugdelijkheid mag worden getoond, in plaats van de papieren versie ervan’.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 27 mei 2021.
De plaatsvervangend voorzitter
Rik Torn
De raadsgriffier
Jolien Houtman
Het gebruik van ankers en spudpalen is slechts toegestaan als het gebruik geen schade toebrengt aan de infrastructuur, in de onderwaterbodem aangebrachte ondergrondse infrastructuur of oever- of kadeverdedigingswerken. Met de voorgestelde aanpassing is het ook mogelijk vroegtijdig te interveniëren als ankers of spudpalen worden gebruikt waar mogelijk schade kan worden toegebracht.
Toelichting artikel 3.11. Wat in het tweede lid onder nautisch gebruik wordt verstaan is verduidelijkt. Het misverstand zou kunnen ontstaan dat gebruik als overslag, bunkeren e,d. in het besluit aanwijzing operationele ruimte zou kunnen worden geregeld. Met het toevoegen van de zinsnede is een en ander verduidelijkt.
Bootliedenorganisaties moeten worden erkend om in het havengebied hun diensten te mogen aanbieden. Internationaal is erkend dat deze organisaties zijn gebonden aan NEN-normen. In de toelichting bij artikel 3.15 een passage toegevoegd over eisen (NEN-normen) waar bootlieden (vastmakers) aan moeten voldoen.
In het plan van aanpak ligt een grote verantwoordelijkheid bij de gassingsleider. Door in het tweede lid van art 4.7. de verantwoordelijkheid voor de naleving van het plan aanpak bij “een ieder” neer te leggen is het mogelijk om de persoon aan te spreken die de werkzaamheden op basis van het plan van aanpak ook daadwerkelijk uitvoert of laat uitvoeren.
In het (nieuwe) tweede lid sub a onder 2. worden de woorden ‘ín het geval van zeetankschepen’ geschrapt. Tankschepen mogen, als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen, ook buiten oliehavengebieden ligplaats nemen. In het geval de schepen inert zijn geldt dat ook voor binnenvaartschepen en niet alleen voor zeetankschepen, zoals nu in het artikel is bepaald.
Artikel 5.5. Onderdeel a onder 2, wordt ‘vaste locatie’ vervangen door ‘inrichting’. Met het woord ‘vaste locatie’ is bedoeld een inrichting, dat wil zeggen een inrichting als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Het begrip ‘inrichting’ is gedefinieerd in artikel 1. Door het gebruik van het begrip inrichting in onderdeel 2 is duidelijker de intentie van het voorschrift tot uitdrukking gebracht.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-178037.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.