Gemeenteblad van Stein
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Stein | Gemeenteblad 2021, 172287 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Stein | Gemeenteblad 2021, 172287 | Verordeningen |
Verordening commissie bezwaarschriften Stein 2021
HOOFDSTUK II DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN
Artikel 2 Instelling commissie
De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van het civiele recht, de waardering van onroerende zaken, de belastingwetgeving alsmede de daarop gebaseerde verordeningen en nadere regelingen. De commissie is evenmin bevoegd ten aanzien van de categorie of categorieën van bezwaarschriften waarvan de behandeling is of wordt overgedragen aan een intergemeentelijke of regionale commissie.
Artikel 4 Secretaris van de commissie
De gemeentesecretaris wijst een persoon aan die fungeert als secretaris van de commissie.
Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden
De hierna bedoelde bevoegdheden ingevolge de Algemene wet bestuursrecht worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door of namens de voorzitter van de commissie c.q. de betreffende kamer:
het opleggen van geheimhouding om gewichtige redenen op het -gedeelte van een- verslag van een hoorzitting waarbij belanghebbenden afzonderlijk zijn gehoord (artikel 7:6 Awb).
Het is de voorzitter toegestaan de bevoegdheden onder a tot en met d op te dragen aan de secretaris van de commissie. De voorzitter is en blijft verantwoordelijk voor de wijze waarop de bevoegdheden worden uitgeoefend.
Artikel 8 Voorbereiding en vooronderzoek
De voorzitter van de commissie c.q. de betreffende kamer is in verband met de voorbereiding van de behandeling van bezwaarschriften bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen. De voorzitter kan eveneens uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, dient vooraf door of namens het college toestemming verleend te worden.
Indien de secretaris van oordeel is dat een hoorzitting niet noodzakelijk is omdat een ingediend naar zijn mening kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk gegrond of kennelijk ongegrond is, informeert hij de voorzitter zo spoedig mogelijk hieromtrent en communiceert met hem over te ondernemen (vervolg)stappen.
De leden van de commissie dienen te goeder naam en faam bekend te staan. Alvorens hun werkzaamheden uit te oefenen, leggen zij ten overstaan van de burgemeester de eed (verklaring en belofte) af, zulks in analogie aan de eed (verklaring en belofte) welke raadsleden voor hun ambtsaanvaarding dienen af te leggen.
De leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij mogen direct noch indirect enig persoonlijk en/of zakelijk belang bij de uitkomst van een in behandeling zijnd bezwaar hebben en laten zich als hiervan sprake is, vervangen.
De leden van de commissie dragen er zorg voor dat met aan hen verstrekte privacygevoelige informatie zorgvuldig wordt omgegaan, zulks met het oog op de belangen van bezwaarmaker(s) en eventuele belanghebbenden. Zij dragen er zorg voor dat documenten welke persoonsgegevens bevatten niet in handen van derden terecht komen.
Indien tijdens het lidmaatschap blijkt van het ontbreken van een wederzijdse vertrouwensbasis, legt een lid van de commissie en/of een kamer zijn functie neer. Het ontbreken van een wederzijdse vertrouwensbasis kan blijken uit het plaatsen door het lid van berichten met een negatieve strekking in sociale media (openbare bronnen). In voorkomende gevallen bezit het college de bevoegdheid het betreffende lid te schorsen en/of te ontslaan.
Indien na afloop van de hoorzitting maar voordat het advies wordt opgesteld, blijkt dat nader onderzoek wenselijk is, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek (laten) houden. Indien daaraan kosten zijn verbonden, dient vooraf door of namens het college van burgemeester en wethouders toestemming te worden verleend.
De commissie verricht op grondslag van een ingediend ontvankelijk bezwaar een heroverweging van het bestreden besluit en brengt advies uit aan het verwerend orgaan. Voor zover de heroverweging daartoe aanleiding geeft, adviseert de commissie het bestuursorgaan over te gaan tot gehele of gedeeltelijke herroeping van het bestreden besluit.
De commissie brengt jaarlijks of tweejaarlijks vóór 1 juli aan het college schriftelijk verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar. De secretaris is belast met de redactie van het jaarverslag. Desgewenst wordt het jaarverslag met de burgemeester besproken.
Artikel 19 Bezoldigingsregeling
Het college stelt een vergoedingenregeling vast voor de werkzaamheden van de leden van de commissie. De secretaris draagt zorg voor tijdige en correcte betaalbaarstelling van de vergoedingen aan de leden van de commissie.
Het college is bevoegd nadere regels te stellen met betrekking tot de werkwijze van de commissie, haar leden en de secretaris van de commissie.
TOELICHTING GEWIJZIGDE ARTIKELEN
Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift (oud)
Los van het feit dat de hier beschreven werkwijze niet overeenkomt met de daadwerkelijke werkwijze, ligt het ook niet voor de hand om een interne werkwijze vast te leggen in een Verordening.
Artikel 8, tweede lid Voorbereiding en vooronderzoek (oud)
De secretaris draagt zorg voor aanlevering van een compleet dossier bij commissie kamer alsmede tijdige tervisielegging.
Is al geregeld in artikel 7:4, lid 2 van de Awb. Verder is het praktijk dat dossiers niet feitelijk ter visie worden gelegd, maar aan de bedoeling van dit artikel gevolg wordt gegeven door het verweerschrift en de op de zaak betrekking hebbende stukken per e-mail of per post toe te zenden aan belanghebbenden.
Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging (oud)
In meerdere gemeenten wordt in plaats van verslaglegging van de hoorzitting door middel van een (zakelijk) schriftelijk verslag er een digitale geluidsopname gemaakt van de hoorzitting en alleen indien nodig nog een (zakelijk) schriftelijk verslag opgesteld.
Het opstellen van een schriftelijk verslag van een hoorzitting kost in de praktijk namelijk (veel) tijd, terwijl het veelal weinig toegevoegde waarde heeft. Bovendien bevat een geluidsopname al hetgeen op de hoorzitting naar voren is gebracht, terwijl een schriftelijk verslag slechts een zakelijke weergave daarvan is. Als er discussie is over wat er al dan niet op de hoorzitting naar voren is gebracht, kan middels het afluisteren van de geluidsopname daarover zekerheid worden verkregen. Dat is niet het geval als er sprake is van een (zakelijk) schriftelijk verslag.
Het huidige artikel 14 (“Schriftelijke verslaglegging”) bepaalt dat van elke hoorzitting een schriftelijk verslag wordt opgesteld. Op grond van 7:7 Awb dient immers van het horen een verslag gemaakt te worden. Uit de wetsgeschiedenis blijkt, zo heeft ook de Afdeling van de Raad van State geoordeeld, dat een schriftelijk verslag wordt bedoeld. Dit kan op verschillende wijzen worden vormgegeven. Zo kan ook uit de beslissing op bezwaar blijken wat op de hoorzitting is verhandeld.
Het besluit is in strijd met artikel 7:7 Awb genomen als er geen schriftelijk verslag is gemaakt en uit de beslissing op bezwaar niet blijkt wat op de hoorzitting is verhandeld. Uit de rechtspraak, o.a. van de Afdeling van de Raad van State, blijkt echter dat deze strijd met artikel 7:7 Awb wordt hersteld als een belanghebbende (zoals bezwaarmaker) desgewenst de beschikking krijgt over de geluidsopname van de hoorzitting of als er alsnog een verslag van de hoorzitting wordt gemaakt als daartoe aanleiding is. Dit is het geval als een belanghebbende of het verwerend orgaan daarom verzoekt of als een gerechtelijke instantie daar om verzoekt in geval van een (hoger) beroepsprocedure.
De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de burgemeester schriftelijk verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar. De secretaris is belast met de redactie van het jaarverslag. Desgewenst wordt het jaarverslag met de burgemeester besproken.
Verslag wordt gedaan aan het college i.p.v. aan de burgemeester. Dit aangezien vrijwel alle adviezen van de commissie betrekking hebben op bezwaren ingediend tegen besluiten van het college. Als we bezwaren op grond van de Participatiewet niet meetellen is er in 2020 maar 12 keer advies uitgebracht. Door toevoegen of tweejaarlijks kan op het eind van een kalenderjaar worden beoordeeld of het aantal behandelde bezwaarschriften aanleiding geeft tot het niet opstellen van een jaarverslag voor dat kalenderjaar maar het jaar daarop een jaarverslag op te stellen over de twee voorafgaande jaren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-172287.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.