Gemeenteblad van Vlaardingen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vlaardingen | Gemeenteblad 2021, 170491 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vlaardingen | Gemeenteblad 2021, 170491 | Verordeningen |
Gemeente Vlaardingen - Wijzigingsverordening van de Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019
Besluit van de gemeenteraad van Vlaardingen
Vierde wijzigingsverordening van de Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019
De gemeenteraad van Vlaardingen,
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 april 2021;
de wens is om de artikelen lachgasverbod ook onder de sanctiebepalingen van artikel 6.1 lid 2 APV op te nemen zodat overtreding van het bij of krachtens het artikel lachgasverbod bepaalde en de daarbij op grond van artikel 1.4 APV gegeven voorschriften en beperkingen kan worden gestraft met een geldboete van de eerste categorie;
Artikel I Wijziging Algemene Plaatselijke verordening Vlaardingen 2019
De Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019 wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 2.89 wordt een nieuw artikel toegevoegd:
Het is verboden op een openbare plaats of openbaar water distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben, indien dit gepaard gaat met overlast of andere gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- of leefklimaat nadelig beïnvloeden of anderszins hinder veroorzaken.
Het is verboden op een openbare plaats die of openbaar water dat deel uitmaakt van een door het college ter bescherming van de openbare orde of het woon- en leefklimaat aangewezen gebied distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben.
In de rangschikking van artikel 6.1, tweede lid APV worden toegevoegd de artikelen 2.45b en 2.89a.
Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de daarbij op grond van artikel 1.4 gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie:
Artikel II Wijziging Toelichting op de Algemene Plaatselijke verordening Vlaardingen 2019
Na artikel 2.45a in de Toelichting wordt de toelichting op artikel 2.45b ingevoegd:
Toelichting artikel 2.45b Lachgasverbod openbare inrichting
Ter bescherming van het milieu, de openbare orde en veiligheid en om overlast en hinder tegen te gaan, is het noodzakelijk om het gebruik van lachgas op openbare plaatsen of op openbaar water te verbieden.
De verkoop van lachgas valt mogelijk onder het verbod op kleinhandel in artikel 14 van de Drank- en Horecawet, maar dat verbod geldt alleen voor openbare inrichtingen waar alcoholhoudende dranken tegen betaling worden verstrekt en niet voor horecabedrijven waar alcoholvrije dranken worden verstrekt. In het kader van rechtsgelijkheid en in het belang van de openbare orde en ter bescherming van het milieu is het onwenselijk dat de verkoop van lachgas in slechts een deel van de horeca, namelijk in de alcoholhoudende horeca, is verboden. Daarom is in artikel 2.45b van de APV een verbod op de verkoop, het aanwezig hebben en het gebruik van lachgas in openbare inrichtingen opgenomen.
Toelichting artikel 2.89a Lachgasverbod
Lachgas is de gangbare naam voor distikstofmonoxide (N2O) en wordt steeds vaker oneigenlijk als recreatief roesmiddel gebruikt. Het inhaleren van lachgas zorgt voor een korte en soms sterke roes. Het gebruik van lachgas leidt tot ongewenst en onberekenbaar gedrag: omvallen, bewusteloosheid, slechte concentratie en onoplettendheid, hallucineren. In het verkeer en op straat kan dit tot gevaar leiden en kunnen er ongelukken gebeuren. Doordat lachgas vooral in groepsverband in de openbare ruimte wordt gebruikt, gaat hiervan een dreigende houding uit waardoor omstanders zich onveilig voelen. Het gebruik van lachgas wordt dan als overlast gevend ervaren. Omvallen, duwen en afwijkend gedrag vormt in een menigte of op openbare plaatsen waar publiek aanwezig is een risico voor de openbare orde. Lachgas levert gezondheidsrisico’s en overlast op, zoals gevoelens van onveiligheid onder inwoners, vervuiling, (geluids-) overlast en openbare ordeproblemen op straat.
Landelijke wet- en regelgeving omtrent het verbieden van lachgas blijft nog uit. De VNG heeft inmiddels een specifieke bepaling met een verbod op het gebruik van lachgas als roesmiddel opgenomen in de model-APV: ter bescherming van het milieu, de openbare orde en veiligheid en om overlast en hinder tegen te gaan, is het noodzakelijk om de verkoop, het aanwezig hebben en het gebruik van lachgas op openbare plaatsen te verbieden. Tevens is met dit artikel aansluiting gezocht bij diverse gemeenten, waaronder Rotterdam en Schiedam.
Naast het openbare orde en veiligheidsaspect heeft het gebruik van overmatig lachgas gevolgen voor de volksgezondheid. Dit blijkt uit het rapport: CAM-rapport Risicobeoordeling lachgas (november 2019). Het gebruik van lachgas is de laatste jaren toegenomen en ook het aantal meldingen van ernstige gezondheidsincidenten in relatie tot lachgasgebruik neemt toe, zoals brandwonden en verlammingsverschijnselen (dwarslaesie).
Dit besluit wordt aangehaald als: Vierde wijzigingsverordening van de Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Vlaardingen, gehouden op 20 mei 2021.
Besluit van de gemeenteraad van Vlaardingen
Vijfde wijzigingsverordening van de Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019
De gemeenteraad van Vlaardingen,
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 april 2021;
de wens is om artikel 2.67b APV ook onder de sanctiebepalingen van artikel 6.1 lid 1 APV op te nemen zodat overtreding van het bij of krachtens het artikel ‘‘Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties’ bepaalde en de daarbij op grond van artikel 1.4 gegeven voorschriften en beperkingen kan worden gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie;
Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
Vijfde wijzigingsverordening Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019
Artikel I Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019
In artikel 2.32c lid 3 APV wordt een nieuw onderdeel toegevoegd:
Het is voor bezoekers van een evenement tijdens en na het evenement verboden: zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een doel of werkzaamheid in strijd met de openbare orde.
Na artikel 2.67a APV wordt een nieuw artikel toegevoegd:
Het is verboden op openbare plaatsen of in voor het publiek toegankelijke openstaande gebouwen en daarbij behorende erven zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een werkzaamheid of doel in strijd met de openbare orde.
Artikel II Wijziging Toelichting op de Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019
Na artikel 2.67a APV in de Toelichting wordt de toelichting op artikel 2.67b APV ingevoegd:
Het Openbaar Ministerie heeft bij de rechter civiele verboden gevraagd en gekregen tegen enkele motorclubs. Een groot aantal leden is gedurende een reeks van jaren betrokken bij tal van verboden en grotendeels ook ernstig verwijtbare criminele gedragingen. Deze veelvuldige en voortdurende inbreuken op de openbare orde ontwrichten de samenleving of kunnen deze ontwrichten. Ze vormen een wezenlijke aantasting van de veiligheid van de samenleving en de vrijheid van burgers om naar eigen inzicht deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Door de frequentie van de (criminele) gedragingen van een groot aantal leden van deze organisaties, en als gevolg van de intimidatie die van het optreden door leden van een duidelijk herkenbare groep als deze uitgaat, is sprake van uitstraling van deze gedragingen naar een wijdere kring van niet-betrokken burgers. Het is vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid niet acceptabel dat in de publieke ruimte nog uiterlijk vertoon plaatsvindt dat verband houdt met dergelijke verboden en ontbonden organisaties, gelet op de intimidatie die daarvan uitgaat of uit kan gaan. Deelneming aan de voortzetting van dergelijke organisaties, waaronder uiterlijk vertoon kan worden begrepen, is strafbaar gesteld in artikel 140, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht. Deze strafbaarstelling geldt echter pas op het moment dat de uitspraak van de rechter onherroepelijk (definitief) is geworden. Zolang de mogelijkheden van hoger beroep en cassatie nog openstaan en niet zijn afgewikkeld, kan tegen dergelijk uiterlijk vertoon dus niet op grond van het Wetboek van Strafrecht handhavend worden opgetreden. Om hiertegen toch te kunnen optreden is deze verbodsbepaling opgenomen in de APV. Op grond van dit artikel is het verboden om op openbare plaatsen en voor het publiek openstaande gebouwen zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of ontbonden is vanwege strijd met de openbare orde. Het kan bijvoorbeeld gaan om de naam, logo’s, spreuken, kleding en andere aanduidingen op motoren. Voor het geval van samenloop met de strafbaarstelling in het Wetboek van Strafrecht (met name relevant na het onherroepelijk worden van een rechterlijke uitspraak) is voorzien in een anti-samenloopbepaling (tweede lid).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-170491.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.