Verordening tot eerste wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2019 gemeente Hollands Kroon

Artikel I

 

Artikel 32 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2019 gemeente Hollands Kroon wordt als volgt gewijzigd:

 

Artikel 32 - Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en pgb’s en bij verordening aangewezen algemene voorzieningen

  • 1.

    Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening of pgb, zolang de cliënt van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt.

  • 2.

    De bijdragen voor maatwerkvoorzieningen of pgb zijn gelijk aan de kostprijs, tot aan ten hoogste € 19,00 per maand voor de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënten tezamen, tenzij overeenkomstig artikel 2.1.4a, vijfde lid, van de wet, of hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 of het volgende lid geen of een lagere bijdrage is verschuldigd.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid is geen bijdrage verschuldigd voor de volgende maatwerkvoorziening:

    • a.

      Individuele begeleiding door het wijkteam.

  • 4.

    Een client is geen eigen bijdrage verschuldigd over een algemene voorziening.

  • 5.

    Een client is geen eigen bijdrage verschuldigd over collectief vervoer.

  • 6.

    De kostprijs van een:

    • a.

      maatwerkvoorziening wordt bepaald door een aanbesteding, na consultatie in de markt of na overleg met de aanbieder;

    • b.

      pgb is gelijk aan de hoogte van het pgb.

  • 7.

    In de gevallen, bedoeld in artikel 2.1.4, zevende lid, van de wet, worden de bijdragen voor een maatwerkvoorziening of pgb door het CAK vastgesteld en geïnd.

  • 8.

    De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.

  • 9.

    De eigen bijdrage start de maand volgend op de start van de zorg of de maatwerkvoorziening is geleverd.

  • 10.

    De eigen bijdrage wordt (tijdelijk) gestopt als de zorg en ondersteuning meer dan een maand niet wordt afgenomen.

  • 11.

    Voor hulpmiddelen en woningaanpassingen geldt dat de eigen bijdrage niet gepauzeerd wordt als deze voorzieningen beschikbaar blijven.

 

 

Artikel II

De verordening treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van donderdag 19 december 2019.

De raad voornoemd,

Griffier Voorzitter

Naar boven