Artikel I
Afdeling 3 van de Algemene plaatselijke verordening komt als volgt te luiden:
Afdeling 3 Bewaren van houtopstanden
Artikel 4:10 Begripsbepalingen
1. In deze afdeling wordt verstaan onder:
a. houtopstand: hakhout, een houtwal of een of meer bomen;
b. hakhout: een of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen.
2. In deze afdeling wordt onder vellen mede verstaan: rooien, met inbegrip van verplanten, alsmede het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand ten gevolge kunnen hebben.
Artikel 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden
1. Het college stelt een Bomenlijst en een kaart met uitsluitingen vast waarop de monumentale en andere beschermingswaardige bomen in de gemeente worden vermeld.
2. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag de houtopstanden te vellen of te doen vellen die:
a. staan vermeld op de in het eerste lid genoemde Bomenlijst;
b. staan vermeld op de in het eerste lid genoemde kaart met uitsluitingen;
c. voorkomt op de lijst van Monumentale Bomen van Nederland van de Bomenstichting.
3. In afwijking van artikel 1:8 kan de vergunning, voor het vellen of doen vellen van de houtopstanden genoemd onder lid 2 sub b, worden geweigerd op grond van:
a. de natuurwaarde van de houtopstand;
b. de landschappelijke waarde van de houtopstand;
c. de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon;
d. de beeldbepalende waarde van de houtopstand;
e. de cultuurhistorische waarde van de houtopstand; of
f. de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand.
4. In afwijking van artikel 1:8 weigert het bevoegd gezag de vergunning voor het vellen of doen vellen van de houtopstanden genoemd onder lid 2 sub a en c tenzij:
a. er sprake is van een onveilige situatie;
b. de houtopstand door ziekte is aangetast;
c. er sprake is van een zwaarwegend algemeen belang;
5. Het tweede lid is niet van toepassing als de burgemeester toestemming verleent voor het vellen van een houtopstand in verband met een spoedeisend belang voor de openbare orde of een direct gevaar voor personen of goederen.
6. Het bevoegd gezag verbindt aan de vergunning een herplantplicht onder nader te stellen voorschriften.
7. Indien herplant op grond van het vorige lid redelijkerwijs niet mogelijk is, legt het bevoegd gezag in plaats van een herplantplicht de verplichting op tot een financiële bijdrage aan het gemeentelijk bomenfonds, onder nader te stellen voorschriften.
8. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
Artikel 4:11a Herplantplicht bij vellen zonder benodigde vergunning
1. Indien de houtopstand waarop het verbod tot vellen of doen vellen als bedoeld in artikel 4.11 lid 2 van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, legt het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond, dan wel aan de feitelijke overtreder van dat verbod, de verplichting op te herbeplanten overeenkomstig de door het bevoegd gezag te geven aanwijzingen binnen een door het bevoegd gezag te stellen termijn.
2. Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan wordt daarbij tevens bepaald op welke wijze en binnen welke termijn een eventueel niet aangeslagen boom moet worden vervangen.
3. Indien herplant op grond van lid 1 van dit artikel redelijkerwijs niet mogelijk is, legt het bevoegd gezag in plaats van een herplantplicht de verplichting op tot een financiële bijdrage aan het gemeentelijk bomenfonds.
Artikel 4:12 Vergunning van rechtswege
(Vervallen)