Gemeenteblad van Oegstgeest
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oegstgeest | Gemeenteblad 2021, 157099 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oegstgeest | Gemeenteblad 2021, 157099 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Oegstgeest houdende regels omtrent erfgoed
Oegstgeest staat al jaren in de top tien van beste woongemeentes van Nederland. Dat is mede te danken aan het feit dat Oegstgeest rijk is aan cultureel erfgoed. Op veel plekken in de gemeente is dit zichtbaar. Zo telt Oegstgeest een in de achtste eeuw gestichte kerk, twee kastelen, drie beschermde dorpsgezichten, 102 monumenten, een bijzonder historisch archief. Daarnaast zijn er historische wegen, restanten van landgoederen, opgravingen van drinkwatervoorzieningen vanaf de Bronstijd, een Keltische cultusplaats, een Merovingisch dorp en een Middeleeuws kasteel en de meer recente sporen van de bollenteelt en de psychiatrie. Ook zijn er gebieden met hoge archeologische verwachtingswaarden, groen erfgoed, funerair erfgoed en nog veel meer.
Cultureel erfgoed zorgt voor een unieke omgeving waar de historie van de omgeving nog vandaag zeer dichtbij komt. De zichtbare en onzichtbare sporen van het verleden maken een plek bijzonder en anders dan andere. Het erfgoed doet een plaats zich onderscheiden van omliggende steden en dorpen, het geeft een eigenheid aan een dorp of stad. De sporen zorgen bij bewoners en bezoekers voor verwondering, trots en bezinning. Het zijn de uitingen en bewijzen van een levende geschiedenis en bieden een basis voor inspiratie voor toekomstige ontwikkelingen. Zeker in Oegstgeest is dit het geval, de verschillende landgoederen, lanen, beeldbepalende boerderijen en nog veel meer, zorgen er mede voor dat ons dorp een gewilde plek is om te wonen, te werken en te bezoeken. Dagelijks wordt ons erfgoed gebruikt voor recreatie, sport, wonen, werken, religieuze doeleinden, economische en sociale activiteiten.
Dat het erfgoed in Oegstgeest talrijk en bijzonder is blijkt ook wel uit het feit dat de gemeente de enige gemeente in de Provincie Zuid-Holland is waar drie Provinciale erfgoedlijnen samenkomen. Vanaf 2021 bevindt zich, met de mogelijke vaststelling van de Limes als werelderfgoed, zelfs UNESCO-werelderfgoed binnen de gemeentegrens. Dat Oegstgeest een bijzonder en karakteristiek dorp is, bleef ook bij schrijvers niet onopgemerkt. Het erfgoed van Oegstgeest is veel in literatuur aanwezig, vaak als decor voor bijzondere verhalen. Het talrijke erfgoed en de bekendheid van Oegstgeest door schrijvers bieden grote kansen om de eigenheid en identiteit van Oegstgeest te versterken. Ons erfgoed dient daarom behouden te blijven. Voor onszelf én voor toekomstige generaties.
De erfgoednota gaat over de relatie tussen erfgoed en ruimtelijke ontwikkelingen. Hieronder vallen de domeinen archeologie, monumenten en cultuurhistorie. Dat betekent dat bij ruimtelijke ontwikkelingen nadrukkelijk de in deze nota beschreven beleidsdoeleinden met betrekking tot het cultureel erfgoed in de afwegingen worden betrokken.
Onder het motto “behoud door bescherming, benutting en beleving” worden in deze nota de speerpunten, uitgangspunten en ambities vastgelegd. In deze erfgoednota wordt aangegeven hoe we in de periode van 2021-2025 de ambities willen concretiseren. We realiseren ons dat dit de eerste gemeentelijke erfgoednota van Oegstgeest is. In 2025 zal deze erfgoednota herzien worden op basis van de kennis die de komende jaren wordt opgedaan. Indien deze kennis er aanleiding toe geeft zal de nota al eerder herzien worden.
1.2 Veranderend perspectief en beleid
Afgelopen jaren zijn er veel veranderingen geweest die het erfgoed raken, zoals nieuwe wetgeving en veranderd provinciaal en landelijk erfgoedbeleid. Daarbij ligt de nadruk op de relatie van erfgoed met actuele maatschappelijke thema’s zoals klimaatverandering, verduurzaming en burgerparticipatie. De Erfgoedwet die in 2016 van kracht werd en de Omgevingswet die (vooralsnog) op 1 januari 2022 van kracht wordt, vormen de directe aanleiding om een nieuwe visie te formuleren voor het erfgoed in de gemeente.
Vóór de Erfgoedwet 2016 werd bij monumenten en archeologie, die nu deel uitmaken van het bredere begrip ‘erfgoed’, voornamelijk ingezet op het behoud en op bescherming van materiële sporen uit het verleden. De wetgever introduceerde met de Erfgoedwet 2016 een brede definitie van het begrip ‘erfgoed’. Daarnaast wordt er meer ingezet op beleving en benutting. Samen met de nieuwe Omgevingswet maakt de Erfgoedwet een integrale bescherming van ons cultureel erfgoed mogelijk. De Erfgoedwet bundelt bestaande wet- en regelgeving voor behoud en beheer van het cultureel erfgoed in Nederland. De Omgevingswet zal leiden tot een meer integrale werkwijze met betrekking tot de beleidsvelden die het ruimtelijk beleid raken, waaronder ook erfgoed. Er worden nieuwe instrumenten geïntroduceerd die van belang zijn voor de omgeving en die op vele fronten tot een nieuwe manier van werken gaan leiden. Er is daarom de behoefte om in deze erfgoednota de visie van Oegstgeest over haar erfgoed vast te stellen en daarin een koppeling te maken met de veranderingen in het ruimtelijk beleid.
Het vigerende erfgoedbeleid en de erfgoedinstrumenten zijn geanalyseerd. Van de uitkomsten is een overzicht gemaakt dat in bijlage 2 te vinden is. Met deze erfgoednota worden verschillende leemtes in het erfgoedbeleid opgevuld en bestaande beleidsstukken en instrumenten geactualiseerd, waaronder het archeologiebeleid, het erfgoedregister en de cultuurhistorische waardenkaart.
De Provincie Zuid-Holland is zeer actief op het gebied van erfgoed en faciliteert gemeenten bij het uitvoeren van hun beleid. Zo is er een provinciaal erfgoedbeleid, een provinciaal uitvoeringsprogramma en zijn er mogelijkheden voor financiële bijdragen van de provincie aan de gemeenten voor het behoud en ontsluiting van erfgoed. Ook heeft de provincie een aantal wijzigingen vastgesteld ten aanzien van archeologie. Het provinciaal erfgoedbeleid is in deze nota geïmplementeerd.
Momenteel wordt in het erfgoedbeleid van het Rijk veel nadruk gelegd op de verbindende en maatschappelijke waarde van erfgoed. Zo wordt bijvoorbeeld gestimuleerd om erfgoed te gebruiken om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt een dagbesteding te geven, zoals het gezamenlijk onderhouden van een monument. Ook kan gekeken worden naar hoe erfgoed ingezet kan worden tegen problemen die ontstaan door onder andere klimaatverandering, zoals het herstellen en benutten van historische watergangen voor de afvoer van overtollig water door hevige regenbuien. De gemeente wenst het erfgoed meer te benutten voor toekomstige transities en de vertaling daarvan is in deze nota uitgewerkt.
Voor de totstandkoming van deze erfgoednota werden gesprekken gevoerd met personen en instanties die betrokken zijn bij het erfgoed van Oegstgeest. De gesprekken werden gevoerd door een door de gemeente ingehuurde architectuurhistoricus. In deze gesprekken stonden twee vragen centraal:
De uitkomsten van deze gesprekken hebben in belangrijke mate bijgedragen aan de inhoud van deze erfgoednota. Er zijn gesprekken gevoerd met de volgende organisaties:
Daarnaast hebben bijna alle afdelingen binnen de gemeente informatie aangeleverd en meegewerkt aan het onderzoeken van de relatie van het erfgoed met de andere beleidsvelden.
De erfgoednota is als volgt opgebouwd: in hoofdstuk 2 worden de ambitie en de visie op de omgang met het Oegstgeester erfgoed verwoord om zo een kader te scheppen voor de omgang met de verschillende vormen van erfgoed. In hoofdstuk 3 wordt geïnventariseerd welk bijzondere erfgoederen er zich in de gemeente bevinden en worden de provinciale erfgoedlijnen en gemeentelijke erfgoedthema’s gepresenteerd en toegelicht. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 de visie nader uitgewerkt tot speerpunten. Hoofdstuk 5 bevat de verschillende maatregelen die nodig zijn om de visie in praktijk te brengen.
Onze ambitie is het bijzondere erfgoed van Oegstgeest te behouden, vanwege het belang van dat erfgoed voor de identiteit en uniciteit van de gemeente. Oegstgeest kent een verscheidenheid aan gebouwen, objecten, zichtbare en onzichtbare structuren uit het verleden die zicht geven op de lange en unieke geschiedenis van ons dorp. Deze geven Oegstgeest een eigen identiteit waarop het dorp trots op kan zijn. Daarom is het van groot belang dat deze sporen zo goed mogelijk herkenbaar behouden blijven voor onze en volgende generaties.
Een belangrijk deel van ons erfgoed bepaalt de ruime groene ruimtelijke identiteit van Oegstgeest. Die identiteit vereist een zorgvuldige manier van omgaan met dit erfgoed. Hiervoor is het nodig dat er een duidelijk erfgoedbeleid wordt gevoerd dat een sterke koppeling heeft met ruimtelijk beleid. Door erfgoed te beschermen, benutten en te beleven kunnen we geschiedenis van Oegstgeest behouden en versterken. Zo kan Oegstgeest ook in de toekomst een hooggewaardeerde woon- en leefomgeving realiseren die kracht haalt uit de bijzondere geschiedenis van de gemeente en die voor iedereen te beleven is.
Ons erfgoed vertelt het verhaal van de rijke historie van Oegstgeest en geeft karakter en eigenheid aan de gemeente. In de ambitie is verwoord dat erfgoed het beste behouden blijft door het te beschermen, te benutten en te beleven. Beschermen duidt op het inzetten van (juridische) middelen tot het in stand houden van het erfgoed. Het benutten van erfgoed houdt in dat het erfgoed ook gebruikt wordt. Verantwoord gebruik is de beste voorwaarde voor de instandhouding. Om erfgoed te kunnen beleven is het noodzakelijk dat het toegankelijk en/of zichtbaar is en de informatie over het erfgoed ontsloten wordt door bijvoorbeeld het plaatsen van informatieborden.
De drie benaderingen van het erfgoed – beschermen, benutten en beleven - versterken elkaar en kunnen zo een blijvende betekenis van het erfgoed voor Oegstgeest waarborgen. Voor toekomstige ontwikkelingen die het erfgoed direct en indirect raken, zullen de drie invalshoeken van het erfgoedbeleid als referentiekader dienen.
Het is belangrijk dat beschermingsinstrumenten goed aansluiten op hetgeen beschermd dient te worden. Zo is het aanwijzen van een monument een goed instrument om een gebouw, een object of structuur te beschermen tegen sloop, te niet doen, beschadiging, verval of ontsiering. Het gaat om bouwkundige, architectuurhistorische, kunstzinnige waarden, waarbij zowel het exterieur als het interieur wordt beschermd. De aanwijzing van een beschermd dorpsgezicht is het instrument om de in de aanwijzing beschermde cultuurhistorische en landschappelijke waarden te beschermen. Het gaat daarbij vooral om ruimtelijke of stedenbouwkundige aspecten zoals het beschermen van bouwvormen en hoogten. De komende Omgevingswet verlangt dat in het kader van de ruimtelijke planning rekening moet worden gehouden met het erfgoed dat daardoor wordt geraakt. Om deze bescherming te waarborgen, voorziet deze nota in een actualisatie van verschillende beleidsstukken op het gebied van erfgoed.
Als erfgoed niet meer voor de bestaande functie kan worden benut, zal een nieuwe functie moeten worden gezocht of gefaciliteerd. Zonder functie gaat erfgoed achteruit of zelfs verloren. De nieuwe functie zal de essentie van het behoud moeten respecteren. Anders verliest het erfgoed de reden van haar behoud: het actueel houden van sporen uit het verleden. De essentie van het behoud behoeft niet strijdig te zijn met integratie in hedendaagse structuren. Om deze reden dient cultuurhistorisch- en archeologisch onderzoek niet beperkt te worden tot het beschrijven en waarderen van erfgoed, maar dient het te worden gerelateerd aan de ontwikkelwensen met betrekking tot de plek waar het erfgoed zich bevindt. Bij ruimtelijke ontwikkelingen zal de gemeente daarom steeds zorgvuldig de erfgoedwaarden in kaart brengen. Deze zullen met de andere relevante belangen zoals economie, verkeer, wonen, groen, water en duurzaamheid tot een integrale afweging leiden met betrekking tot de voorgenomen ontwikkeling. Daarbij zal het behoud van de essentie van het erfgoed leidend zijn.
Deze integrale benadering van ontwikkelingen waarbij erfgoed betrokken is, vraagt een andere manier van werken van de gemeente waarbij veel interactie plaatsvindt tussen de verschillende beleidsvelden en veel kennis wordt uitgewisseld. Het is hiervoor noodzakelijk dat kennis over erfgoed in de organisatie permanent aanwezig is. Ook is het van zeer groot belang dat de gemeentelijke organisatie meer samenwerking zoekt met de erfgoedorganisaties in Oegstgeest en bij de Provincie Zuid-Holland, omdat dan gebruik gemaakt kan worden van bestaande kennis, structuren en financiële mogelijkheden.
De beleving van het Oegstgeester erfgoed door een brede groep bewoners en bezoekers is belangrijk, omdat erfgoed vooral dan een bijdrage kan leveren aan waardering voor de omgeving, woongenot, educatie, maatschappelijke activiteiten, recreatie en toerisme. Daarom wordt er ingezet op het beter toegankelijk maken van erfgoed, zowel de fysieke toegankelijkheid van de verschillende erfgoederen als de toegankelijkheid van kennis van en informatie over het Oegstgeester erfgoed. Hierbij kan gedacht worden aan educatieprogramma’s, aansluiting op wandel- en fietsroutes, informatiepanelen en evenementen. Het erfgoedveld van Oegstgeest is bijzonder actief en betrokken en bestaat uit een aantal organisaties die geschiedkundige informatie publiceren en activiteiten organiseren rond het erfgoed (zie bijlage 4). Zij organiseren regelmatig activiteiten die de beleving van ons erfgoed bevorderen. Deze variëren van rondleidingen, lezingen tot de Open Monumentendag en het Osgerweekend. Deze activiteiten worden goed bezocht en er is veel belangstelling van binnen en buiten Oegstgeest. De gemeente gaat bevorderen dat de Oegstgeester scholen, cultuur- en erfgoedorganisaties, ouderenorganisaties en eigenaren van erfgoed zich actief voor de beleving van ons erfgoed gaan inzetten.
Er zijn verschillende soorten erfgoederen in verschillende vormen en functies. In Oegstgeest zijn er meerdere soorten erfgoed aanwezig, dit zijn in ieder geval:
Gebouwd erfgoed: waardevol onroerend goed met uiteenlopende functies zoals woningen, winkels, kerken, molens, publieke gebouwen en bruggen. Naast de twee kastelen is waardevol onroerend goed in Oegstgeest bijvoorbeeld de Pauluskerk, het cluster Schoutenburg, Toorenveld en het Oude Raadhuis aan de Wijttenbachweg, maar ook de Boogbrug bij kasteel Oud-Poelgeest en de daarbij gelegen Kwaakbrug over de Haarlemmertrekvaart.
Historische stedenbouwkundige structuren en landschap: de brede context van historische (water)wegen, dijken en omgevingsontwerp waarbinnen architectuur kan worden geplaatst en welke ontstaat door een wisselwerking tussen mens en de natuur. Voorbeelden hiervan zijn het Wilhelminapark, de Kerkbuurt en de Kwaak.
Oegstgeest is rijk aan erfgoed, maar wat rekenen we tot het erfgoed binnen de gemeente? Historische Vereniging Oegstgeest en het gemeentearchief hebben een behoorlijk compleet beeld van het erfgoed dat zich in de gemeente bevindt. Dit is vastgelegd in twee kernpublicaties:
Deze boeken vormen een zeer belangrijke en waardevolle input over de verschillende beschermde en niet beschermde erfgoederen in Oegstgeest. Door de koppeling van lokale verhalen en bestuurlijke veranderingen aan erfgoedgebouwen en structuren, wordt de cultuurhistorie van Oegstgeest via deze boeken en andere publicaties van vele kanten belicht. Zo vormen zij samen als het ware een biografie van het dorp.
Het erfgoed van Oegstgeest is geïnventariseerd. Op basis van deze inventarisatie is een erfgoedlijst gemaakt. In deze lijst is onder andere het erfgoed opgenomen dat door de gemeente formeel wordt beschermd door aanwijzing als monument of als beschermd dorpsgezicht, maar ook zijn in de lijst objecten opgenomen waarvan stakeholders aangeven dat het belangrijk erfgoed betreft, het gaat bijvoorbeeld om de ontwerpen van tuinarchitecten Mien Ruys en Louis G. le Roy, de blauwe tram, de Oegstgeester dakpannen en bakstenen, de Kwaakbrug en archeologisch erfgoed. De lijst heeft zijn waarde voor het erfgoedbeleid omdat door het vaststellen van de lijst erfgoed in beeld komt dat hoog gewaardeerd wordt en mogelijk nog bescherming behoeft. De volledige lijst is te vinden in bijlage 3. Bovendien helpt het maken van de lijst bij de focus op erfgoedthema’s.
Deze nota benadert het Oegstgeester erfgoedbeleid vanuit vier specifiek Oegstgeester thema’s en sluit daarbij aan op de erfgoedlijnen: van het Rijk de Limes en van de Provincie de landgoederenzone, de trekvaart en ook de Limes. Door deze thema’s en lijnen naar Oegstgeest te vertalen, stimuleert de gemeente de benutting en beleving van het bijzondere Oegstgeester erfgoed ook in de regionale context. Aan de hand van deze thema’s en lijnen schets deze nota de bijzondere ruimtelijke identiteit van Oegstgeest.
De Zuid-Hollandse strandwallen die van Hillegom tot Westland parallel aan de kust gelegen zijn, waren een aantrekkelijke ondergrond voor de adel en welvarende burgers om een kasteel, buitenplaats of landgoed op te vestigen. Vaak betrof het een buitenhuis voor welvarende burgers die het grootste gedeelte van het jaar in een Hollandse stad woonden. Zo ontstond in Zuid-Holland een strook van landgoederen aan de binnenzijde van de duinen: een landgoederenzone. De landgoederen zijn met hun vaak geometrische vormen, groene karakter en beeldbepalende landhuizen en kastelen zeer bepalend voor het uiterlijk van het landschap. Aan de kastelen, buitenplaatsen en landgoederen zijn veel verhalen verbonden over de adellijke bewoners en de welvarende burgers die hier woonden.
Door de ruimtelijke kenmerken van landgoederen en buitenplaatsen vormen zij groene parkachtige omgevingen met zeer waardevolle gebouwde en groene erfgoederen. Het gebouwde erfgoed bestaat onder meer uit kastelen, landhuizen, koetshuizen, stallen en oranjerieën.
Oegstgeest ligt midden in de landgoederenzone van Zuid-Holland. Binnen de gemeente waren een aantal kastelen, buitenplaatsen en landgoederen aanwezig. Een aantal is verdwenen of bestaat nog slechts gedeeltelijk. Aanwezig zijn de kastelen Oud-Poelgeest, Endegeest, het buiten Rhijngeest en de voormalige buitenplaats Duinzicht (thans genoemd Klein-Curium en Bos van Wijckerslooth). Deze landgoederen zorgen nog steeds voor het groene karakter van Oegstgeest. De landgoederen zijn opgenomen in de hoofdgroenstructuur van het vastgestelde Groenbeleidsplan en Groenvisie. Het behouden van het waardevolle groene erfgoed bepaalt in grote mate de ruimtelijke kwaliteit van Oegstgeest.
In de zeventiende eeuw floreerde in Holland de economie en werd veel geld verdiend met handel. Het ging goed met de Hollandse steden, waaronder Leiden. Zij besloten een systeem van gegraven kanalen aan te leggen waardoor boten van de ene naar de andere stad getrokken konden worden door paarden. Deze trekvaarten maakten het personen- en goederenvervoer tussen de Hollandse steden snel en gemakkelijk.
Een gedeelte van de trekvaart van Leiden naar Haarlem ligt in de gemeente Oegstgeest. Langs en over de trekvaart bevinden zich nog vele objecten en structuren die herinneren aan de functie van de Trekvaart zoals het Tolhuysch, het tolhek, het jaagpad en de scheepstimmerwerf Klaas Hennepoel. Ook de Kwaakbrug is een inmiddels unieke zichtbare getuige van de wijze waarop de trekvaart in gebruik was. De brug is uniek omdat zij in de route Leiden – Haarlem de enig overgebleven gemetselde 18de -eeuwse brug is. Op deze brug zijn de invalshoeken bescherming, benutting en beleving ten volle van toepassing.
In het huidige Nederland was de Limes de grens van het Romeinse Rijk. De grens viel samen met de rivier de Rijn. Deze grens werd versterkt met forten, zogeheten ‘castella’, en wachttorens. Naast militaire werken werden ook civiele werken aangelegd zoals kades, kanalen, waterwerken en een weg die de forten met elkaar verbond. De Limes is het grootste archeologische monument van Nederland en is voorgedragen voor de status van UNESCO-werelderfgoed. In 2021 wordt besloten op de aanvraag. Als gevolg van de verandering van de loop van de Rijn ná de Romeinse Tijd ligt een deel van het gebied dat vroeger ten zuiden van de Rijn lag en dus Romeins gebied was, nu ten noorden van de Rijn op Oegstgeests grondgebied. Oegstgeest is hierdoor medeverantwoordelijke voor dit bijzondere erfgoed.
Ook toen de grens van het Romeinse rijk ten zuiden van het huidige grondgebied van Oegstgeest liep, strekte de Romeinse invloed zich uit tot het huidige Oegstgeest. De Romeinen lieten ten noorden van de (toenmalige) Limes een bufferzone vrij van bewoning. Deze werd daarna geleidelijk aan Cananefaatse veteranen uit het Romeinse leger uitgegeven, die er bij wijze van pensioen een eigen boerderij mochten bouwen. Aan beide kanten van de Limes hadden de bewoners contact door het intensieve scheepvaartverkeer op de rivier. Onder meer bij Zwammerdam zijn schepen gevonden die kennelijk als veerpont dienden. De mensen die destijds in het huidige Oegstgeest woonden waren vrijwel allemaal veteranen met hun gezin en hun nakomelingen, gepensioneerde plaatselijk gerekruteerde soldaten van het Romeinse leger.
Door de hoge waterstand in Zuid-Holland kon ook organisch materiaal zoals hout en leer in de grond bewaard blijven. Veel archeologische resten uit de Romeinse tijd zijn hierdoor goed bewaard gebleven. Deze omstandigheden zijn zeer uniek. Bij diverse opgravingen, bijvoorbeeld op het terrein van De Boeg aan de Haarlemmerstraatweg, zijn sporen van deze bewoning gevonden. De gemeente zal de aandacht hiervoor inpassen in het thema ‘Schepen-limes’ van het door het Rijk ontwikkelde interpretatiekader.
3.2.4 Oegstgeest onder de grond
Een belangrijk deel van de Oegstgeester geschiedenis bevindt zich onder de grond. Langs de Haarlemmerstraatweg zijn 35 waterputten aangetroffen die in een periode van 2000 jaar, van de midden Bronstijd tot de vroege Middeleeuwen, hebben voorzien in drinkwater. Enkele putten uit de Romeinse Tijd hebben daarnaast een voor de historie belangrijke inhoud. Onder de Langenakker is een Keltische cultusplaats aangetroffen. In Nieuw-Rhijngeest is Overdorp ontdekt, het grootste opgegraven Merovingische dorp van Nederland, zo groot als de halve binnenstad van Leiden, met een enorm aantal bijzondere vondsten. En binnen de hoek van de Lijtweg en de Lange Voort is de Oudenhof aangetoond, een ronde dertiende-eeuwse burcht met drie concentrische grachten en een doorsnede van 150 meter. Daarnaast bestaat de kans dat er in Oegstgeest in de toekomst nog meer aangetroffen zal worden.
Alleen al de aanwezigheid van zoveel archeologisch erfgoed maakt Oegstgeest een bijzondere gemeente. Voor een deel moeten de opgravingen nog worden uitgewerkt; daarbij zal blijken dat er ook vele unieke vondsten zijn gedaan. Van de Schaal van Oegstgeest is dat al gebleken. De gemeente zal in de toekomst beter dan in het verleden waarborgen dat archeologische vondsten worden ingepast in nieuwe ontwikkelingen.
In de literatuur is Oegstgeest vaak het decor van verhalen. Dit kwam mede doordat veel schrijvers in het dorp woonden. Hierbij wordt in eerste plaats gedacht aan Jan Wolkers, Frédéric Bastet, F.B. Hotz en Descartes, maar er zijn ook vele andere. Oegstgeest is trots op de relatie van het dorp met haar schrijvers. Dorpsmarketing Oegstgeest en Cultuurfonds Oegstgeest zijn actief bezig om de beleving van het schrijverserfgoed te vergroten. Zij hebben in hun activiteiten onder andere de focus op schrijvers. Dit uit zich bijvoorbeeld door de het realiseren van muurgedichten.
Landgoed Oud-Poelgeest is van uitzonderlijke waarde. De biografie van dit landgoed is zeer rijk. Op deze plek komen de Provinciale erfgoedlijnen ‘landgoederenzone’ en ‘trekvaart’ samen. Het zeventiende-eeuwse kasteel is uit architectuurhistorisch oogpunt waardevol. Dat geldt ook voor de inrijpoort, de zestiende-eeuwse waterput, de voormalige 18de -eeuwse tuinmanswoning en de 19de -eeuwse koetshuis met paardenstal, bedekt met de Oegstgeester dakpan. Het cultuurhistorisch belang van het landgoed is ook gelegen in de verbondenheid met het middeleeuwse ambacht Poelgeest en de zeer rijke bewonersgeschiedenis.
Bekend werd en is Oud-Poelgeest onder andere door de beroemde bewoner, de arts, anatoom, botanicus, scheikundige en onderzoeker Herman Boerhaave (1668 – 1738) hoogleraar aan en rector magnificus van de Universiteit Leiden. Boerhaave deed, als directeur van de Hortus Botanicus in Leiden, aanpassingen aan de parkaanleg van het landgoed door het te gebruiken als dependance van de Hortus. Hij had zelfs een eigen aanlegsteiger aan de trekvaart.
De combinatie van de verschillende gebouwen, groene structuren en de ligging aan, en zicht op, de Haarlemmertrekvaart is van zodanige waarde dat deze behouden dient te blijven en versterkt dient te worden, zoals bijvoorbeeld door de aanlegsteiger welke is teruggebracht.
3.2.7 Endegeest, Rhijngeest, Wilhelminapark en omgeving
De Endegeesterstraatweg is een historische weg die de loop volgt van een duinpad dat zeer waarschijnlijk rond het begin van de jaartelling reeds aanwezig was. Later werd deze weg tot in de twintigste eeuw een belangrijke verbindingsweg tussen Haarlem en Den Haag.
Het markante kasteel Endegeest werd in de veertiende eeuw gebouwd op de zuidelijke uitloper van de strandwal van Oegstgeest. In 1573 werd het kasteel gesloopt vanwege de dreiging dat Leiden belegerd zou worden door de Spanjaarden. Rond 1600 werd het kasteel weer hersteld. In 1647 besluit de toenmalige eigenaar het kasteel te verbouwen tot een Hollands Classicistisch gebouw. Ook in de eeuwen daarna wordt het kasteel aangepast aan de dan populaire architectuurmodes. In de 18e eeuw ontstaat aan de overzijde van het kasteel aan de rand van het bos van Endegeest de buitenplaats Rhijngeest die in 1840 ingrijpend wordt verbouwd.
De bewonersgeschiedenis van beide buitenplaatsen in de negentiende eeuw wordt voor een groot deel bepaald door de familie Gevers van Endegeest. Deze familie was eigenaar van beide buitenplaatsen en verkocht ze in 1895 aan de gemeente Leiden die er een ziekenhuis voor psychiatrische patiënten vestigde. Volgens de toenmalige opvattingen dienden geesteszieken vanwege de frisse lucht op een plek behandeld te worden waar veel groen aanwezig was. Voor de functie psychiatrische kliniek werd in de parkachtige omgeving onder bijzondere architectuur een groot aantal paviljoens gebouwd. Van deze paviljoens zijn er maar een paar behouden gebleven. Een beeldbepalend gebouw in het gebied is de Jelgersmakliniek (1901), thans gemeentehuis, dat in Zwitserse chaletstijl. ontworpen werd door de architect Ir. G.J. Driessen, directeur gemeentewerken Leiden. Dit gebouw was bedoeld voor rijke psychiatrische patiënten.
Voor het gebied ten noorden van het bos Endegeest werd rond 1898 een plan gemaakt met de naam Wilhelminapark. Het stedenbouwkundig plan had lommerrijke lanen met herenhuizen en villa’s. Kenmerk van het plan was dat uitsluitend gebouwen in twee lagen met kap mochten worden gebouwd. Veel woningen werden gebouwd door architecten uit de omgeving van Oegstgeest voor welgestelden en de gegoede middenklasse. De Leidse architect H.J. Jesse (1860 – 1943) was één van hen.
Het gebied van Endegeest en omgeving is een cultuurhistorisch gelaagd gebied met uitzonderlijke waarden. Op hoofdlijnen zijn de volgende zes waardevolle structuren in het gebied aanwezig:
Deze samenhang van structuren bestaat uit historische lagen, verhalen, groen erfgoed, gebouwd erfgoed en objecten die belangrijk zijn om te behouden door het te beschermen. Zodat de invloed van de psychiatrische zorg op voornamelijk het zuidwestelijke deel van Oegstgeest goed behouden en te beleven kan blijven.
4. Behouden door Beschermen, Benutten en Beleven
De nieuwe gemeentelijke erfgoedvisie richt zich op het behoud door beschermen, benutten en beleven van erfgoed. Om dit te bereiken, gaat de gemeente:
Op basis van de analyses en inventarisaties van het erfgoed, het erfgoedveld en het vigerend beleid wordt in dit hoofdstuk de erfgoedvisie toegelicht hoe het beschermen, benutten en beleven van erfgoed wordt ingevuld. Voor de invulling van het erfgoedbeleid is het noodzakelijk dat de gemeente grondige erfgoedkennis in huis heeft.
De bescherming van gemeentelijk erfgoed kan op verschillende manieren gebeuren, onder andere door:
Het gaat hier om verschillende vormen van bescherming gericht op verschillende soorten erfgoed. De monumentenstatus wordt gebruikt voor gebouwd erfgoed, de aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht en archeologische vindplaats richt zich op het behouden van ruimtelijke structuren. Deze aanwijzingen worden via het bestemmingsplan (in de toekomst het Omgevingsplan) en vergunningen tot uiting gebracht.
Hoewel de gemeente Oegstgeest relatief veel monumenten heeft, is er nog behoorlijk wat gebouwd erfgoed onbeschermd. Veel gebouwd erfgoed dat geen monument-status heeft, bevindt zich in de beschermde dorpsgezichten. Dit betekent dat dit erfgoed op objectniveau onbeschermd is. De bescherming van het erfgoed in de beschermde dorpsgezichten is op objectniveau ontoereikend. Met name binnen het beschermde dorpsgezicht Wilhelminapark en Geesten en het beschermde dorpsgezicht Oranjepark zijn veel gebouwen niet aangewezen als monument terwijl ze een grote architectonische waarde hebben. Ook bevinden zich buiten de beschermde dorpsgezichten gebouwen en objecten met grote erfgoedwaarden die niet zijn aangewezen als monument en daardoor onbeschermd zijn.
4.1.2 Ruimtelijke Structuren en Landschap
Er zijn in Oegstgeest de volgende kenmerkende stedenbouwkundige structuren:
De bescherming van de beschermde dorpsgezichten en de archeologische structuren, landgoederen gebeurt op dit moment op een goede en effectieve wijze via de bestemmingsplannen. Maar de Provinciale erfgoedlijnen Trekvaarten, Landgoederenzone en de Limes kunnen sterker vertaald worden in de ruimtelijke plannen van Oegstgeest. Daarom is het belangrijk dat deze erfgoedlijnen duidelijk worden opgenomen in het Omgevingsplan en het erfgoedregister.
Veel landschappelijke elementen hebben een belangrijke cultuurhistorische achtergrond. Dit geldt bijvoorbeeld voor erf- en perceelscheidingen met sloten en wallen, houtsingels, aarden wallen, houtwallen en meidoornhagen. Dit deels groene erfgoed is lang beeldbepalend geweest voor het landschap van Oegstgeest. Voor zover nog aanwezig, is het op dit moment nog niet formeel beschermd. Deze erfgoederen zullen geïnventariseerd worden en opgenomen worden in de cultuurhistorische waardenkaart, welke haar uitwerking vindt in het Omgevingsplan en het erfgoedregister. In dezelfde trant zal in de openbare ruimte in Oegstgeest, in overleg met de betreffende afdelingen, waar mogelijk voorrang worden gegeven aan inheemse plant- en boomsoorten die aansluiten bij de oorspronkelijke lokale vegetatie. Inmiddels is in Nederland een kwart van de oorspronkelijke soorten uitgestorven. Bedreigde - ook voor Oegstgeest relevante - soorten zijn bijvoorbeeld de gewone es, de laurierwilg en de wintereik.
4.1.3 Cultuurgoederen en verzamelingen
De gemeente heeft de mogelijkheid via de erfgoedverordening om beschermde cultuurgoederen en beschermde verzamelingen vast te stellen. Het gaat hierbij om objecten of collecties die een bijzondere waarde hebben voor de historie van de gemeente zoals schilderijen, archiefstukken of inboedels van historische gebouwen of schrijvershuizen. Er is nog geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. De gemeente gaat van deze mogelijkheid gebruik maken en zal zich daarbij inspannen er voor te zorgen dat de betreffende cultuurgoederen en verzamelingen worden beschermd, benut en beleefd.
Het benutten van erfgoed kan op verschillende manieren ingevuld worden. Wanneer erfgoed niet meer geschikt is voor de huidige functie, dan biedt herbestemming een geschikt middel om het erfgoed te behouden en te benutten. Ook kan de kwaliteit van erfgoed beter benut worden in ruimtelijke plannen.
Om erfgoed te kunnen benutten en dit door het gebruik rendabel te maken, moet er verder gekeken worden dan de huidige functie of situatie. Zo kan bijvoorbeeld een schoolgebouw met grote erfgoedwaarde door veranderende eisen aan onderwijshuisvesting en veranderend onderwijs ongeschikt worden als schoolgebouw, maar wel voor ander gebruik geschikt zijn. In zo’n geval is het belangrijk om te kijken naar alternatieve gebruiksmogelijkheden in plaats van vast te houden aan de beperkende bestemming. Door het aanpassen van erfgoed aan hedendaagse eisen en gebruik, wordt het behouden voor de toekomst. Daarbij is het van belang dat het nieuwe gebruik geen afbreuk doet aan de essentiële erfgoedwaarden. Met andere woorden, het nieuwe gebruik of de nieuwe bestemming mag niet destructief zijn voor het erfgoed zelf. Het uitgangspunt is dat de gemeente er bij elk erfgoed object dat zijn oorspronkelijke functie verliest, eraan meewerkt dat het een herbestemming krijgt die de essentiële erfgoed waarde respecteert.
Kerken vragen in het bijzonder aandacht. Kerkgebouwen zijn beeldbepalend en belangrijk als betekenisdragers voor de plaatselijke geschiedenis. Door de ontkerkelijking is er steeds meer sprake van leegstaande kerken. De leegstand vertaalt zich in sloop / nieuwbouw van woningen, gebruik als woning(en), gebruik als gemeenschapshuis of cultuurgebouw dan wel een combinatie daarvan. In Oegstgeest zij het Dorpscentrum en de Pauluskerk goede voorbeelden van dubbelgebruik. Ook Oegstgeest ontkomt niet aan ontkerkelijking. Het is belangrijk om tijdig strategisch na te denken over de toekomst van de kerkgebouwen. Daarover zal met de kerkbesturen overlegd worden. In die overleggen zal de situatie van het leegkomen van kerken verkend worden. Op basis van de overleggen wordt mogelijk een kerkenvisie opgesteld. De erfgoeddeskundige van de gemeente zal hier initiërend en ondersteunend optreden.
4.2.2 Erfgoed in ruimtelijke ontwikkelingen
Erfgoed kan een belangrijke bijdrage leveren aan de ruimtelijke ontwikkelingen door als kernwaarde binnen de ontwikkeling het karakter, de identiteit, de eigenheid en de kwaliteit ervan te versterken. Erfgoed is daardoor niet een beperking maar juist een instrument om waarde aan een ontwikkeling toe te voegen. Zo kan bijvoorbeeld het erfgoed van Oegstgeest gebruikt worden als bron voor de naamgeving van ruimtelijke projecten en nieuwe straatnamen. De straatnamencommissie wordt hierover advies gevraagd. Daarnaast kan het erfgoed, zoals archeologie, bijdragen aan de vormgeving van de ontwikkeling. Het kan een belangrijke inspiratiebron zijn voor het ontwerp van de nieuwe ontwikkeling. Bij stedenbouwkundige ontwerpen en ruimtelijke projecten wordt onderzocht welk erfgoed aanwezig is en hoe de waarde van dat erfgoed in de nieuwe ontwikkelingen wordt beschermd en kan bijdragen aan de kwaliteit ervan.
Erfgoed kan bijvoorbeeld worden ingezet bij een thema als klimaatadaptatie. Historische waterlopen kunnen bijvoorbeeld ingezet voor afwatering bij hoge grondwaterstanden of om water vast te houden in droge tijden. Dit biedt ook mogelijkheden om landschappelijke elementen weer voor inwoners en bezoekers van Oegstgeest toegankelijk te maken. En hen te informeren wat deze elementen voor doel hadden en hoe ze beheerd worden.
Het Oegstgeester erfgoed dient beleefd te worden. Kennis over erfgoed draagt bij aan de waardering voor de omgeving en is daarom erg belangrijk. Een belangrijke voorwaarde om erfgoed te kunnen beleven is dat de kennis en het erfgoed zelf toegankelijk worden gemaakt. Aan de hand van de focuspunten erfgoedlijnen, educatie, informatievoorziening en evenementen zal de beleving van het erfgoed van Oegstgeest worden versterkt.
4.3.1 Erfgoedlijnen en Thema’s
De erfgoedlijnen en thema’s zoals opgesteld in hoofdstuk 3 bieden grote kansen om de beleving van erfgoed in een bredere context te zetten. Door verschillende erfgoederen aan elkaar te koppelen tot een lijn of thema ontstaan er ruimtelijke verhalen. Deze verhalen dragen bij aan de beleving van de ruimtelijke identiteit van Oegstgeest. Daarom zal er door Oegstgeest worden deelgenomen aan de Provinciale erfgoedtafels die raakvlakken hebben met de Oegstgeester erfgoedlijnen en thema’s. Bij de uitwerking van de gemeentelijke erfgoedlijnen en thema’s zullen de bewoners en maatschappelijke organisaties van de gemeente worden betrokken om zo de bekendheid ervan en hun betrokkenheid te waarborgen. Over de uitvoering ervan zal met het erfgoedveld in Oegstgeest worden overlegd.
Op de basisscholen van Oegstgeest wordt erfgoededucatie gefaciliteerd. Dit is een belangrijke manier om erfgoed te benutten en de beleving van erfgoed door kinderen te vergroten. Om de educatie echt te laten leven, zal in overleg met de scholen en de eigenaren / beheerders van erfgoed worden overlegd de educatie ook op erfgoedlocaties te geven. De focus kan daarbij liggen op de in hoofdstuk 3 genoemde historische thema’s en lijnen. Hier is al een start mee gemaakt in de vorm van de Klassendag. Daarnaast verkennen wij de mogelijkheden om erfgoedlocaties in te zetten in het reguliere onderwijs. Zo kan het groene erfgoed van Oegstgeest een bijdrage leveren aan het natuuronderwijs en de hoveniersopleiding, het gemeentehuis een bijdrage aan het geschiedenis en biologieonderwijs, waar het gaat om onderwijs over psychiatrie. De plekken die verbonden zijn met Boerhaave kunnen bijdragen aan de vakken scheikunde, biologie en natuuronderwijs. Door het erfgoed voor reguliere onderwijsvakken ontstaat er een verbinding met het verleden, waardering voor de omgeving en een verrijking van het reguliere programma.
Het plaatsen van informatieborden bij erfgoed, het ontwikkelen van de erfgoedkaart of het gebruik van andere digitale middelen waarmee een koppeling kan worden gemaakt met informatie over het erfgoed, leveren een goede bijdrage aan de kennis over het erfgoed van Oegstgeest en daarmee de beleving van dit erfgoed. De gemeente zal initiatieven vanuit bewoners, verenigingen en ondernemers om de beleving van erfgoed te versterken faciliteren.
Door middel van informatievoorziening over bijzonder erfgoed in de openbare ruimte, zoals de ontwerpen van Mien Ruys en Louis le Roy (aan bijvoorbeeld de Hofdijck), kan dat meer bekendheid krijgen. Deze bekende en vooruitstrevende tuinarchitecten werden door de gemeente Oegstgeest ingehuurd om ontwerpen te maken voor de openbare ruimte. Beiden werden binnen Nederland zeer gewaardeerde en beroemd. Op veel plekken in Nederland worden hun tuinontwerpen gekoesterd en als waardevol bestempeld. De onwetende bezoeker of omwonende zal de ontwerpen in Oegstgeest wellicht niet meteen herkennen als waardevol. Daarom is het belangrijk dat de gemeente het verhaal uitdraagt door de beleving van deze ontwerpen te vergroten door informatie hierover toegankelijk te maken.
Het voorgaande geldt evenzeer voor het archeologisch erfgoed dat in Oegstgeest onder de grond aanwezig is. Grosso modo is dit uniek te noemen. Het is uit educatief oogpunt en voor de ontwikkeling van het gemeenschapsgevoel belangrijk dat de inwoners hiervan uitgebreid kennis kunnen nemen.
Evenementen vormen een uitstekend middel om de beleving van materieel en immaterieel erfgoed te versterken. We kennen Open Monumentendag in september, een weekend waarin het erfgoed zeer toegankelijk is educatief gebruikt wordt om aandacht aan het erfgoed te geven. In Oegstgeest is de Open Monumentendag gekoppeld aan het Osgerweekend. Een mooie combinatie van aandacht voor het materieel en immaterieel erfgoed. Beide evenementen worden georganiseerd door Stichting Osger in samenwerking met de Historische Vereniging Oegstgeest. De gemeente zal deze evenementen blijven steunen.
Ook de 5 mei kindervrijmarkt, de PaasHaaswijkloop en de specifieke Oegstgeester invulling van Konings- /Koninginnedag worden beschouwd als een karakteristiek evenementen van Oegstgeest en staan als immaterieel erfgoed op de in bijlage 3 opgenomen erfgoedlijst van Oegstgeest. De gemeente zal zich blijvend inspannen om deze evenement te behouden door de organisatie van deze evenementen te faciliteren.
Om de visie in de praktijk te brengen worden de onderstaande maatregelen genomen. De gemeente gaat daarvoor inhoudelijke kennis in huis halen en verouderde instrumenten en beleidskaders te actualiseren.
Erfgoed kan door een monumenten-status juridisch beschermd worden doordat voor wijzigingen en sloopwerk aan het erfgoed een omgevingsvergunning is vereist. Daarnaast is de monumentstatus belangrijk als erkenning van de grote waarde van een object en is het belangrijk voor de bewustwording dat een object een buitengewone historische waarde heeft. Voor de bescherming van stedenbouwkundige en ruimtelijke structuren wordt gebruik gemaakt van het instrument beschermd dorpsgezicht. Deze beschermde erfgoederen moeten sinds de invoering van de Erfgoedwet in 2016 in een gemeentelijke erfgoedregister opgenomen worden. Dit bevat een monumentenlijst, inclusief de daarop betrekking hebbende redengevende beschrijvingen en anders dan nu het geval is, ruimte voor de opname van karakteristieke objecten.
Een gemeentelijk erfgoed register ontbreekt op dit moment. De gemeente gaat een publieksvriendelijk digitaal erfgoedregister bijhouden dat voor een ieder te raadplegen is. Hierin zal conform de erfgoedverordening de Rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en eventueel toekomstige gemeentelijke cultuurgoederen en beschermde gemeentelijke verzamelingen worden opgenomen.
Er wordt een landelijk format ontwikkeld voor gemeentelijke erfgoedregisters. Het betreft een format waarmee gemakkelijk een koppeling kan worden gemaakt met het Omgevingsplan. De gemeente maakt gebruik van dit format op het moment dat het ontwikkeld en beschikbaar is. Dit onderwerp wordt meegenomen bij de implementatie van de Omgevingswet.
Ook wordt er actief gekeken naar de uitbreiding van de gemeentelijke monumentenlijst met als doel om het thans onbeschermde gebouwde erfgoed te behouden voor de toekomst. Het proces voor het aanwijzen van een gemeentelijk monument is een intensief proces en daarom wordt het gefaseerd door jaarlijks onderzoek te doen naar vijf objecten ten einde die datzelfde jaar aan te wijzen als monument. In datzelfde jaar wordt ook telkens door het college vastgesteld welke gebouwen of objecten het daarop volgende jaar worden onderzocht. Zo worden in de periode 2021-2025 20 objecten onderzocht. In 2021 start de gemeente met het proces voor aanwijzing tot monument voor de thans onbeschermde objecten:
Op basis van de Omgevingswet en Besluit Kwaliteit Leefomgeving ligt er voor de gemeente een belangrijke opdracht waarin het erfgoed een grote rol speelt. Met de Omgevingswet worden op gemeentelijk niveau de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan de belangrijkste instrumenten. In de Omgevingsvisie dient de gemeente een beschrijving te geven van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving, voorgenomen ontwikkeling, gebruik, beheer, bescherming en behoud van het grondgebied en het te voeren integrale beleid. Vervolgens wordt dit geconcretiseerd in het Omgevingsplan waarin het erfgoed wordt opgenomen.
5.2.1 Input erfgoed Omgevingsvisie en Omgevingsplan
Voor het succesvol opstellen van de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan is, wordt er vanuit het beleidsveld Erfgoed input geleverd, zodat de erfgoedbelangen ook goed worden meegenomen in de nieuwe instrumenten. Als basis van de Oegstgeester omgevingsvisie zal gebruik gemaakt worden van:
Daarnaast dienen in de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan in ieder geval de volgende zaken opgenomen te worden:
Deze gegevens vormen ook de basis voor de te maken cultuurhistorische waardenkaart die noodzakelijk is voor het verankeren van het erfgoed in de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan. Deze kaart wordt in 2021 voorafgaand aan de invoering van de Omgevingswet gemaakt. Ten behoeven van de cultuurhistorische waardenkaart zullen ook verschillende inventarisaties gemaakt worden van onder andere de landschappelijke en groene erfgoederen in Oegstgeest. Daarnaast worden zo mogelijk de gegevens van de erfgoedinventarisatie (Bijlage 3) en de erfgoedkaart van Historische Vereniging Oegstgeest in de cultuurhistorische waardenkaart opgenomen.
Als basislagen voor deze cultuurhistorische waardenkaart worden de volgende twee kaarten gemaakt en gebruikt:
5.2.2 Commissie Omgevingskwaliteit
Het college van burgemeester en wethouders wordt op dit moment over welstand door de welstandscommissie van Dorp, Stad en Land, geadviseerd. Over de welstand én de monumentale waarden bij de vergunningverlening bij monumenten en panden die gelegen zijn in de beschermde dorpsgezichten wordt het college van Burgemeester en Wethouders geadviseerd door de Monumentencommissie. Deze Monumentencommissie is een commissie in de zin van artikel 8 van de Erfgoedverordening Oegstgeest 2017. De taken en verantwoordelijkheden van de Monumentencommissie zijn uitgezet in de Verordening op de monumentencommissie. Op grond van artikel 5 van de erfgoedverordening wordt de Monumentencommissie onder andere om advies gevraagd bij de aanwijzing van gemeentelijke monumenten.
Vanaf inwerkingtreding van de Omgevingswet dient de gemeente een vervangende gemeentelijke adviescommissie ingesteld te hebben (artikel 17.9 Omgevingswet). Uit de formulering van het artikel is op te maken dat het hier dient te gaan om een geïntegreerde commissie met een brede opdracht. Deze geïntegreerde commissie adviseert op basis van de Omgevingswet in ieder geval over vergunningverlening bij Rijksmonumenten en het ontwikkelen van beleid voor de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. De commissie krijgt de naam Commissie Omgevingskwaliteit. Uit het oogpunt van efficiëntie dient deze commissie tevens aangewezen te worden als een commissie in de zin van artikel 8 van de Erfgoedverordening Oegstgeest 2017 voor het aanwijzen van gemeentelijke monumenten. Uit het oogpunt van een goede bescherming van de rijks- en gemeentelijke monumenten en de beschermde rijks- en gemeentelijke dorpsgezichten dient de Commissie Omgevingskwaliteit ook aangewezen te worden als adviescommissie voor de verbouw en aantasting van gemeentelijke monumenten en de belangen van de beschermde dorpsgezichten.
Wanneer de nieuwe Commissie Omgevingskwaliteit wordt aangesteld, is het nodig om die commissie ook een heldere opdracht te verstrekken. In de nieuwe Verordening Commissie Omgevingskwaliteit wordt de opdracht over de advisering helder vastgesteld.
Om een integrale manier van werken te realiseren heeft de gemeente ervoor gezorgd dat erfgoed sterker gepositioneerd wordt binnen de ambtelijke organisatie. Dit gebeurt door een beleidsmedewerker Erfgoed aan te stellen. De beleidsmedewerker neemt deel aan de werkgroepen van ruimtelijke projecten, is projectleider van erfgoed-projecten, zorgt voor kennisdeling binnen de organisatie en is intern en extern het aanspreekpunt over erfgoed. Voor specialistische kennisvragen over archeologie en monumentenzorg wordt de samenwerking met Erfgoed Leiden en omgeving geïntensiveerd. Daarnaast zal er een jaarlijks gesprek tussen de wethouder verantwoordelijk voor de portefeuille erfgoed en de gemeentelijke adviescommissie worden gehouden, zodat de aandacht voor erfgoed in het bestuur van de gemeente op peil wordt gehouden.
Verzoeken voor herbestemming van erfgoed worden bij voorkeur in een vooroverleg, het ‘herbestemmingsoverleg’, in aanwezigheid van een gemeentelijke erfgoed medewerker en een bouwplantoetser besproken. Er wordt gekeken of het zinvol is om herbestemming te onderzoeken. Het is belangrijk dat eerst dit informeel vooroverleg plaatsvindt en dat het verzoek om herbestemming niet meteen als formele aanvraag voor omgevingsvergunning binnenkomt. Zo kan de gemeente met de verzoeker overleggen over wat in het specifieke geval de meest geschikte procedure is. Hieruit kan in sommige gevallen geconcludeerd worden dat er een advies van een externe erfgoeddeskundige nodig is op het gebied van de relatie tussen het herbestemmingsverzoek, de redengevende beschrijving van het erfgoed, de aanwezige erfgoedwaarden en de wenselijkheid van het meewerken aan het verzoek.
Het Oegstgeester erfgoed is deels lokaal en deels bovengemeentelijk georiënteerd. Dat betekent dat er meer samengewerkt zal gaan worden met het erfgoedveld binnen Oegstgeest en de Provincie Zuid-Holland. De erfgoedmedewerker kan hier in voorzien. Door meer samen te werken kan beter gebruik worden gemaakt van kennis, bestaande structuren en subsidiemogelijkheden. Zo kunnen initiatieven voor evenementen of informatievoorziening aan bewoners en ondernemers beter worden gefaciliteerd en gestimuleerd. Hierbij is het belangrijk dat steeds de gemeentelijke rol en die van de samenwerkingspartners scherp bewaakt worden. Zo is de Historische Vereniging Oegstgeest een actieve organisatie waar veel kennis aanwezig is over het erfgoed van Oegstgeest. De Vereniging biedt aan om deze kennis beschikbaar te stellen door mee te denken bij kennisvragen en de gemeente daar in te faciliteren. De vereniging heeft een Erfgoedkaart gemaakt die waardevol is omdat het overzichtelijk het erfgoed in de gemeente in beeld brengt. Deze kaart kan als input dienen voor de door de gemeente te maken cultuurhistorische waardenkaart in het kader van de implementatie van de Omgevingswet.
De samenwerking met de Provincie dient te worden geïntensiveerd omdat bij de Provincie op het gebied van erfgoed veel kennis en subsidiemogelijkheden aanwezig zijn. Ook heeft de Provincie beleidsstructuren waar de gemeente meer gebruik van kan maken, zoals de erfgoedtafels.
Om de situatie van leegstaande en potentieel leegkomende kerken in Oegstgeest te onderzoeken en om daaropvolgend een strategie te ontwikkelen, is het nodig om de noodzakelijkheid van een Kerkenvisie te onderzoeken. Daarom zal de gemeente het gesprek aangaan met de lokale kerkbesturen om de mogelijke uitdagingen in beeld te brengen.
Tot en met 2022 is het mogelijk om bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed jaarlijks projecten aan te melden voor uitkeringen van het Rijk met betrekking tot deze actuele ruimtelijke ontwikkelingen zoals energietransitie en klimaatadaptatie. De bijdrage dient gebruikt te worden voor deze actuele ruimtelijke opgave en staat bekend onder de naam ‘Erfgoed deal’. De gemeente wenst hier gebruik van te maken en onderzoekt bij de ruimtelijke projecten op welke wijze de Erfgoed deal daaraan kan bijdragen.
Door het erfgoed voor reguliere onderwijsvakken ontstaat er een verbinding met het verleden, waardering voor de omgeving en een verrijking van het reguliere programma. Het gebruik van erfgoedlocaties in het reguliere onderwijs en erfgoededucatie wordt gestimuleerd. Dit wordt gefaciliteerd door het erfgoed waar de gemeente eigenaar van is zoveel mogelijk beschikbaar te stellen en anderzijds door een verbinding te leggen tussen scholen en het verschillende maatschappelijke organisaties op het gebied van erfgoed en educatie. Hierbij kan gedacht worden aan organisaties als de Historische Vereniging Oegstgeest en het Milieu Educatief Centrum.
De gemeente werkt met een archeologische verwachtingen en waardenkaart die werd vastgesteld op 3 maart 2009. Op deze kaart worden met vijf verschillende kleuren de archeologische waarden en verwachtingen aangegeven. De kwalificaties zijn van ‘waardevol’ tot ‘geen archeologische verwachting’. De archeologische waarden hebben een vertaling gekregen in de bestemmingsplannen, waarin de archeologische verplichtingen zijn opgenomen in de voorschriften. Daarnaast is er een vigerend beleid vastgelegd in Beleidsnota archeologie 2008. De Beleidsnota archeologie 2008 had oorspronkelijk samenhang met de Erfgoedverordening 2008. De erfgoedverordening 2008 is inmiddels vervangen door de Erfgoedverordening 2017.
De gemeente laat de archeologische waarden- en verwachtingenkaart actualiseren. Bij deze actualisatie worden meegenomen: de gegevens van verricht archeologisch (voor)onderzoek, bodemverstoringen door bouwwerkzaamheden sinds 2009 en de meest actuele landschappelijke kennis. Tevens zal het nieuwe provinciale archeologische beleid dat in werking trad op 20 april 2019 met de Omgevingsverordening Zuid-Holland worden opgenomen in de gemeentelijke archeologische waarden- en verwachtingenkaart. In deze provinciale verordening zijn regels opgenomen voor het beschermen van gronden met een hoge of zeer hoge bekende archeologische waarde en voor gronden binnen de Romeinse Limes met een hoge of zeer hoge archeologische verwachtingswaarde. Voor deze gronden is het nieuwe provinciale beleid gericht op behoud van de archeologie in de grond (in situ). Ook als sprake blijkt van een wijziging van het bestemmingsplan, straks het Omgevingsplan, dan toetst de gemeente aan deze provinciale verordening. Bovendien is de huidige archeologische waarden- en verwachtingenkaart in pdf-format, maar met de actualisatie is het wenselijk om de gegevens te laten overzetten in een format die geschikt is voor gebruik in het Omgevingsplan vanaf 2021.
De gemeente maakt een nieuwe Beleidsnota archeologie. In de vigerende beleidsnota staat verouderde informatie, bovendien dient de nieuwe beleidsnota in overeenstemming te worden gebracht met de Erfgoedverordening 2017 en de situatie die vanaf 2022 ontstaat wanneer de Omgevingswet van kracht wordt. In het beleid wordt de te volgen vergunningsprocedure rond archeologie beschreven en de rol van de archeologisch adviseur Erfgoed Leiden e.o. Het is in het belang van de bescherming van het archeologisch erfgoed dat de aanvragers de mogelijkheid krijgen om vooruitlopend op een in te dienen aanvraag een vooroverleg te hebben.
5.8 Vergunnings-, toezicht- en handhavingsproces
Voor het vergunnings-, toezicht- en handhavingsproces rond monumenten, dorpsgezichten en archeologie is gespecialiseerde kennis vereist. Daarom wordt tijdens het vergunningsproces voor de beoordeling van archeologische onderzoeken gebruik gemaakt van de gespecialiseerde archeologische kennis van Erfgoed Leiden en omgeving. Ook op het gebied van monumenten is de advisering van Erfgoed Leiden en omgeving noodzakelijk.
Door bij Erfgoed Leiden en omgeving deze gespecialiseerde kennis in te huren voldoet de gemeente aan de verplichtingen waaraan zij zich gecommitteerd heeft met het Verbeterplan Bouwtaken Leidenregio 16 januari 2015. Dit plan werd vastgesteld door het college op 15 november 2016 en door de raad op 22 december 2016.
5.9 Uitwerking Erfgoedlijnen en thema’s
Vanwege het belang van de landgoederen voor het groene karakter van Oegstgeest beschermt de gemeente dit erfgoed primair met planologische instrumenten. De landgoederen dienen zo veel mogelijk toegankelijk te zijn zodat ze benut en beleefd kunnen worden. Om dit te bereiken waarborgt de gemeente de bestaande toegankelijkheid van de landgoederen, stimuleert zij openstelling waar die nog niet is en wordt, waar mogelijk, de toegankelijkheid tot de landgoederen vergroot.
Een zeer belangrijk element van de trekvaartenlijn in Oegstgeest is de Kwaakbrug. Op het moment bevindt de Kwaakbrug zich in een verwaarloosde staat. Vanwege de uniciteit onderzoekt de gemeente of de brug gerestaureerd kan worden, met behoud van de authentieke gemetselde landhoofden en middenpijler. Daarnaast is de brug juridisch onbeschermd. Daarom zal de gemeente de brug mogelijk aanwijzen als gemeentelijk monument. Om de beleving te vergroten zal er in het kader van de erfgoedlijn Trekvaarten gekeken worden naar mogelijke aansluiting op toeristische wandel- en fietsroutes.
De gemeente stimuleert en neemt initiatieven om langs de Limes bovengrondse verwijzingen te maken naar de ondergrondse megastructuur de Limes. De gemeente maakt gebruik van het interpretatiekader bij ontwikkelingen langs de Limes bij stedenbouwkundige plannen, ruimtelijke plannen, opdrachten voor kunst en de inrichting van de openbare ruimte. Bij deze verwijzingen wordt niet slechts het verhaal verteld van de Limes maar worden verhalen geconcretiseerd aan de hand van plaatselijk archeologisch vondstmateriaal, historische personages en de specifieke context van de site. De aanbeveling van het Rijk om als thema ‘Schepen Limes’ te gebruiken wordt hierbij overgenomen.
5.9.4 Oegstgeest onder de grond
De Oudenhof is op voorbeeldige wijze zichtbaar gemaakt; de kennis ervan bij de Oegstgeestenaar is echter beperkt. Om de bewustwording van dit en vooral het onzichtbaar gebleven archeologisch erfgoed te vergroten, dit voor iedereen bereikbaar te maken en het te kunnen beleven, faciliteert de gemeente publicaties hierover, in schriftelijke en digitale vorm. In het bijzonder zullen, na de verschijning van de wetenschappelijke analyse van de opgraving van Overdorp, stappen worden gezet voor het samenstellen van een ook digitaal te raadplegen publieksboek over dit dorp en de opgraving daarvan. Daarnaast zal de zichtbaarheid van de opgravingen worden bevorderd. Omdat dit in letterlijke zin niet mogelijk is, zullen, in overleg met partners, andere wegen moeten worden gezocht. Gedacht kan worden aan informatieborden, lesmappen voor het onderwijs en beeldende kunst. Wat dit laatste betreft kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het van stalen buizen vervaardigen van een Merovingisch woonstalhuis dat tevens dient als speelwerktuig voor kinderen.
Om de beleving het schrijverserfgoed van Oegstgeest te versterken, stimuleert en faciliteert de gemeente initiatieven van externe partners die zich richten op een verdergaande aandacht voor Oegstgeest als schrijversdorp. Er wordt bijvoorbeeld medewerking verleent waar nodig bij het realiseren van bebording bij schrijvershuizen, bebording met citaten bij plekken die beschreven worden in de literatuur en een programmering die relatie tussen Oegstgeest en schrijvers benadrukt. Ook kan de gemeente in natura bijdragen aan een programma door aan erfgoedpartners het tuinpaviljoen bij het gemeentehuis in de herfst en in de winter als werkruimte beschikbaar te stellen voor een ‘writers in residence’ programma.
Ondanks de inspanningen en de grote betrokkenheid van de Stichting Erfgoed Oud-Poelgeest en de activiteiten van Dorpsmarketing Oegstgeest is er nog veel onbenutte potentie van dit erfgoed. De gemeente zoekt samenwerking met de Stichting Erfgoed Oud-Poelgeest om de kansen tot het vergroten van de zichtbaarheid en toegankelijkheid van het landgoed te onderzoeken. Ook zal er worden onderzocht waar de kansen liggen om Oud-Poelgeest verder in te zetten voor maatschappelijke doelen en maatschappelijke organisaties in de nabije omgeving. Bovendien wordt onderzocht of een verdergaande benutting en beleving van het erfgoed mogelijk is door een meer structurele programmering rond de thema’s: bewonersgeschiedenis van Oud-Poelgeest, Herman Boerhaave, hortus botanicus, landgoederenzone en de trekvaart.
Mogelijke kansen voor fysieke ingrepen die het erfgoed kunnen versterken:
Mogelijke kansen voor activering van het erfgoed:
|
5.9.7 Endegeest, Rhijngeest, Wilhelminapark
Endegeest, Rhijngeest en het Wilhelminapark is gezamenlijk een Rijksbeschermd dorpsgezicht. Daarnaast zijn binnen het gebied een groot aantal gebouwen en objecten aangewezen als Rijksmonument of als gemeentelijk monument. Toch is er ook waardevol gebouwd erfgoed in het gebied juridisch onbeschermd, zoals het Entreegebouw en het Weidepaviljoen en een aantal gebouwen in Wilhelminapark. De intentie is om te onderzoeken of deze juridisch onbeschermde gebouwen op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst kunnen worden. Daarnaast is het belangrijk om het gebouwd erfgoed in het gebied goed te benutten waardoor het behouden wordt voor de toekomst. De benutting van de gebouwen kan vergroot worden door mee te werken aan een passende herbestemming. Herbestemming van gebouwd erfgoed heeft de voorkeur boven sloop of verval. Ook kan het gebied beter benut worden voor recreatieve en toeristische functies. Om deze benutting beter mogelijk te maken is het belangrijk dat er onderzocht wordt hoe de toegankelijkheid tot het gebied vergroot kan worden, rekening houdend met de landschappelijke kwaliteiten van het gebied.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van Oegstgeest op 29 april 2021.
de griffier
F. Kromhout
de voorzitter
E.R. Jaensch
Bijlage 1: Juridisch kader en ontwikkelingen
Sinds 1 juli 2016 geeft de Erfgoedwet 2016 een wettelijk basis voor de werkwijzen en beschermingsmaatregelen met betrekking tot cultureel erfgoed. Aanvullend geeft de Archiefwet 1995 regels met betrekking tot het archief en de omgang met het cultureel erfgoed dat zich daarin bevindt. Ten slotte komt vanaf 1 januari 2022 komt daar de Omgevingswet bij die onder andere regelt hoe met erfgoed in de fysieke leefomgeving dient te worden omgegaan. Deze drie wetten, met samenhangende en uitvoerende regelgeving, vormen gezamenlijk vanaf dat moment het wettelijk kader voor gemeentelijk erfgoed.
Tot dat de Omgevingswet van kracht wordt in 2022 is een overgangsregeling opgenomen in de Erfgoedwet 2016 voor het gedeelte, van de niet meer van kracht zijnde Monumentenwet 1988, dat de fysieke leefomgeving betrof. Het gaat hierbij om de volgende onderwerpen;
Alle wettelijke bepalingen die te maken hebben met deze onderwerpen, zoals bijvoorbeeld het verlenen van een vergunning voor een archeologisch Rijksmonument, zijn tijdelijk ondergebracht in de Erfgoedwet 2016. Wanneer de Omgevingswet van kracht is ontstaat er een scheiding waarbij de Omgevingswet over de onderwerpen van de fysieke leefomgeving gaat en de Erfgoedwet 2016 over overig cultureel erfgoed, met uitzondering van de onderwerpen die in de Archiefwet 1995 worden behandeld.
In de Erfgoedwet 2016 wordt een definitie van cultureel erfgoed gegeven, namelijk:
‘uit het verleden geërfde materiële en immateriële bronnen, in de loop van de tijd tot stand gebracht door de mens of ontstaan uit de wisselwerking tussen mens en omgeving, die mensen, onafhankelijk van het bezit ervan, identificeren als een weerspiegeling en uitdrukking van zich voortdurend ontwikkelende waarden, overtuigingen, kennis en tradities, en die aan hen en toekomstige generaties een referentiekader bieden’.
In de wet wordt hiermee expliciet onderscheid gemaakt tussen materieel en immaterieel erfgoed. De wetgever draagt aan de gemeente op om zorg te dragen voor het culturele erfgoed binnen de gemeentegrenzen. De kernbepaling uit de Erfgoedwet 2016 voor het gemeentelijk erfgoed is artikel 3.16. Daarin is bepaald dat de gemeenteraad een erfgoedverordening kan vaststellen, die betrekking heeft op het beheer en behoud van cultureel erfgoed gelegen binnen de desbetreffende gemeente, dat van bijzonder belang is voor die gemeente vanwege de cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis. Daarnaast is voorgeschreven dat het college van burgemeester en wethouders een gemeentelijk erfgoedregister van aangewezen cultureel erfgoed bijhoudt. De wijze waarop zo’n lijst wordt gemaakt is vormvrij en hierin kunnen alle gemeentelijke erfgoederen worden opgenomen zoals monumenten, gemeentelijke cultuurgoederen en beschermde gemeentelijke verzamelingen.
In 2017 is de Erfgoedverordening Oegstgeest 2017 vastgesteld. De wetgever geeft aan dat de verordening kan gaan over ‘het beheer en behoud van cultureel erfgoed gelegen binnen de desbetreffende gemeente, dat van bijzonder belang is voor die gemeente vanwege de cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis’. Waar voorheen de gemeente de mogelijkheid had om een gemeentelijk monument en een beschermd dorpsgezicht aan te wijzen werden met de Erfgoedwet 2016 en de Erfgoedverordening 2017 de mogelijkheden uitgebreid om erfgoed te beschermen. Zo werd in de verordening ook de mogelijk opgenomen dat het college van burgemeester en wethouders roerende zaken die in eigendom zijn bij de gemeente aan te wijzen als beschermd gemeentelijk cultuurgoed, en een verzameling als beschermde gemeentelijke verzameling. Zo kunnen objecten en collecties, zoals schilderijen, archiefstukken en inboedels die zeer waardevol zijn voor de historie van de gemeente worden aangewezen voor bescherming. Bescherming van erfgoed kan op de volgende wijzen toegepast worden door de verschillende overheidsinstanties:
In de Erfgoedwet werd in artikel 3.16 lid 3 de verplichting opgenomen dat de gemeente een erfgoedregister bijhoudt van aangewezen erfgoed. In de erfgoedverordening wordt vervolgens aangegeven dat in het Gemeentelijk erfgoedregister naast de gemeentelijke aanwijzingen ook de aanwijzing van de Rijksmonumenten worden opgenomen.
De Archiefwet 1995 geeft aan dat overheidsorganen verplicht zijn de onder hen berustende archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren, alsmede zorg te dragen voor de vernietiging van de daarvoor in aanmerking komende archiefbescheiden. In artikel 32 staat dat de gemeentelijke archiefbewaarplaats wordt beheerd door een gemeentearchivaris.
Op grond van de Omgevingswet zullen alle aspecten die te maken hebben met de fysieke leefomgeving geregeld gaan worden in een nieuw instrument: het omgevingsplan. Dit geldt ook voor erfgoed zoals beschermde dorpsgezichten, monumenten en archeologie. Daarnaast zal door de Omgevingswet veel meer nadruk komen op integraal werken en integraliteit van beleidsvelden. Andere nieuwe instrumenten in de Omgevingswet zijn de Omgevingsvisie en het Programma. In het Programma kan de gemeente aangeven op welke manier ze de ambities en de doelen van de Omgevingsvisie gaat realiseren.
Het Europese Verdrag van Faro van de Raad van Europa benadrukt de maatschappelijke en verbindende waarde van erfgoed, en het belang van deelname door de samenleving. Het erfgoed dient ingezet te worden om maatschappelijke doelen te realiseren.
Bijlage 2: Vigerend erfgoedbeleid en instrumenten gemeente Oegstgeest
Bijlage 3: Het geïnventariseerde erfgoed van Oegstgeest
Deze lijst geeft een overzicht van gewaardeerde objecten, landschappelijke elementen, ruimtelijke structuren, verhalen en gebruiken van Oegstgeest opgehaald uit werksessies en input van experts. De lijst geeft geen bescherming aan de genoemde onderwerpen.
Historische stedenbouwkundige structuren en landschap
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-157099.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.