Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot het technisch wijzigen van de Subsidieregeling sociale basis Amsterdam 2021 in verband met het invoegen van de mogelijkheid tot het vaststellen van separate subsidieplafonds éénmalige subsidies voor besteding van Rijksmiddelen of Provinciale middelen binnen de sociale basis (Tweede wijzigingsbesluit Subsidieregeling sociale basis Amsterdam 2021)

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

gelet op Gemeentewet, art 160 eerste lid , Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013, artikel 3,

besluit:

Artikel I

De Subsidieregeling sociale basis Amsterdam 2021 als volgt te wijzigen:

• a. Artikel 1.5, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. Het college kan gedurende het boekjaar per stadsdeel een subsidieplafond vaststellen ten behoeve van eenmalige subsidie voor één of meer activiteiten genoemd in artikel 1.4, lid 1., indien lopende het boekjaar rijksmiddelen of provinciale middelen beschikbaar komen voor deze activiteiten.

• b. Artikel 1.9, derde lid, komt te luiden:

  • 3. In afwijking van het eerste lid worden aanvragen om een éénmalige subsidie voor activiteiten die worden aangevraagd op een subsidieplafond zoals bedoeld in artikel 1.5, 4e lid, aangevraagd na bekendmaking van dit plafond.

Artikel II

De toelichting op artikel 1.5, vierde lid, komt te luiden:

Het college kan gedurende het boekjaar per stadsdeel een subsidieplafond vaststellen ten behoeve van eenmalige subsidie voor een of meer activiteiten genoemd in artikel 1.4, lid 1., indien lopende het boekjaar rijksmiddelen of provinciale middelen beschikbaar komen voor deze activiteiten.

Met enige regelmaat komen er vanuit het Rijk of de Provincie middelen beschikbaar met een specifiek doel of voor specifieke activiteiten. Denk bijvoorbeeld aan de huidige coronapandemie, die relatief snel vraagt om extra ondersteuning van bepaalde groepen Amsterdammers, en waarvoor door het kabinet lopende het jaar extra geoormerkte middelen beschikbaar stelt aan de gemeente. Voor zover deze subsidiemiddelen betrekking hebben op activiteiten binnen de sociale basis, kunnen deze door het college worden ondergebracht in separate éénmalige subsidieplafonds per stadsdeel. Deze middelen worden gebruikt voor benodigde intensivering op onderdelen binnen de sociale basis, en kunnen door het college nader worden afgebakend in bijvoorbeeld bestedingstermijn (activiteiten in een bepaalde periode), doelgroep en stadsdeel waarin ze plaatsvinden (een of meerdere stadsdelen).

Artikel III

Deze regeling treedt in werking een dag na publicatie in het Gemeenteblad.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 11 mei 2021

De voorzitter

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

Algemeen deel

Lopende het boekjaar worden zowel vanuit het Rijk als bijvoorbeeld vanuit de Provincie met regelmaat middelen beschikbaar gesteld voor een specifiek doel of activiteiten. Met deze aanpassing wordt het mogelijk om voor zover deze middelen betrekking hebben op activiteiten binnen de sociale basis, daarvoor separate subsidieplafonds vast te stellen, in lijn met de het oormerk van besteding zoals door Rijk of Provincie is meegegeven. Zo wordt kenbaar gemaakt dat er middelen beschikbaar zijn en kan de Subsidieregeling sociale basis worden aangewend om subsidie voor betreffende activiteiten te verlenen.

Artikelsgewijze toelichting:

Artikel I, onderdeel c.

De reguliere middelen binnen de sociale basis worden deels ook ondergebracht in subsidieplafonds voor éénmalige subsidie. Aanvragen op deze plafonds kunnen vanaf 1 november voorafgaand aan het subsidiejaar waarop ze betrekking hebben, worden ingediend.

De middelen die vanuit het Rijk of de Provincie beschikbaar worden gesteld, landen in separate plafonds voor éénmalige activiteiten. Omdat deze middelen lopende het boekjaar beschikbaar worden gesteld kunnen er pas aanvragen worden gedaan nadat plafonds op deze middelen bekend zijn gemaakt. Het tijdstip waarop plafonds vastgesteld zullen worden is niet vooraf kenbaar te maken.