Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over de wijziging van de Beleidsregel maatschappelijke ondersteuning gemeente Zutphen 2018 (Beleidsregel tot wijziging van de Beleidsregel maatschappelijke ondersteuning gemeente Zutphen 2018 (1e wijziging))

 

 

Ons kenmerk: 179326

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

 

gelezen het advies van [Brede Adviesraad Sociaal Domein van 4 maart 2021;

 

gelet op artikel 4.1, vierde lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zutphen 2020;

 

gelet op artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de

 

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over de wijziging van de Beleidsregel maatschappelijke ondersteuning gemeente Zutphen 2018 (Beleidsregel tot wijziging van de Beleidsregel maatschappelijke ondersteuning gemeente Zutphen 2018 (1e wijziging))

 

 

Artikel I Wijziging beleidsregel

De Beleidsregel maatschappelijke ondersteuning gemeente Zutphen 2018 wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    Bor: het Besluit omgevingsrecht;

  • b.

    CIZ: het Centrum Indicatiestelling Zorg;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    CRvB: de Centrale Raad van Beroep;

  • e.

    SVB: de Sociale verzekeringsbank;

  • f.

    Wlz: de Wet langdurige zorg;

  • g.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • h.

    Zvw: de Ziektekostenverzekeringswet.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    Bor: het Besluit omgevingsrecht;

  • b.

    CIZ: het Centrum Indicatiestelling Zorg;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    CRvB: de Centrale Raad van Beroep;

  • e.

    Participatieladder: een meetinstrument voor het bepalen van de mate van participatie in de samenleving van een betrokkene, en daarmee de afstand tot de arbeidsmarkt. Zie bijlage 1 voor uitleg over de werking van de Participatieladder;

  • f.

    SVB: de Sociale verzekeringsbank;

  • g.

    Werkt mee: het aanbod van passende werkzaamheden, inclusief de bijbehorende begeleiding, waardoor een cliënt een bijdrage kan leveren aan de samenleving. Als ontwikkeling naar een volgende trede op de participatieladder mogelijk is, omvat Werkt mee ook de begeleiding van het traject dat de cliënt hiervoor moet doorlopen, waarbij de mate van begeleiding afhankelijk is van de positie van de cliënt op de participatieladder; Zie bijlage 2 voor een toelichting op de productbeschrijving.

  • h.

    Wlz: de Wet langdurige zorg;

  • i.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • j.

    Zvw: de Ziektekostenverzekeringswet.

 

B. Artikel 4.2.2 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

De maatwerkvoorzieningen die kunnen worden verstrekt om het hiervoor omschreven resultaat te bereiken, worden aangeduid als ‘specialistische hulp’. Onder specialistische hulp zijn diverse voorzieningen te scharen zoals:

  • 1.

    Individuele begeleiding;

  • 2.

    Begeleiding in groepsverband (dagbesteding);

  • 3.

    Kortdurend verblijf;

  • 4.

    Beschermd wonen;

  • 5.

    Opvang.

De maatwerkvoorzieningen die kunnen worden verstrekt om het hiervoor omschreven resultaat te bereiken, worden aangeduid als ‘specialistische hulp’. Onder specialistische hulp zijn diverse voorzieningen te scharen zoals:

  • 1.

    Individuele begeleiding;

  • 2.

    Begeleiding in groepsverband (dagbesteding);

  • 3.

    Begeleiding in groepsverband in arbeidsmatige setting (Werkt mee);

  • 4.

    Kortdurend verblijf;

  • 5.

    Beschermd wonen;

  • 6.

    Opvang.

 

C. Artikel 4.2.2.2 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Dit houdt in een structurele tijdsbesteding met een welomschreven beoogd resultaat waarbij de cliënt actief wordt betrokken en die hem zingeving verleent. Onder dagbesteding wordt niet verstaan:

  • 1.

    een reguliere dagstructurering die niet in de woon-/ verblijfssituatie wordt geboden;

  • 2.

    een welzijnsactiviteit zoals zang, bingo, uitstapjes en dergelijke.

 

Het dagprogramma draagt bij aan verlichting van sociaal isolement van de cliënt of aan verlichting van de zorg thuis door mantelzorgers.

 

Criteria

Om in aanmerking te komen voor dagbesteding moet zijn vastgesteld dat de cliënt matige tot zware beperkingen heeft op één of meer van de volgende vijf terreinen:

  • a.

    de sociale redzaamheid;

  • b.

    het bewegen en verplaatsen;

  • c.

    het psychisch functioneren;

  • d.

    het geheugen en de oriëntatie;

  • e.

    matig of zwaar probleemgedrag.

 

Als de cliënt tijdens de dagbesteding ondersteuning nodig heeft bij de persoonlijke verzorging (bijvoorbeeld hulp bij toiletbezoek), dan moet de begeleider dit bieden.

Het vervoer van en naar de dagbesteding wordt verzorgd door PlusOV. Zijn er zwaarwegende argumenten van de zorgaanbieder waarom betrokkene niet door PlusOV vervoerd kan worden, dan kan het vervoer door de zorgaanbieder worden verzorgd.

 

Natura/ Pgb

Het college formuleert concrete resultaten die moeten worden bereikt. De cliënt en de aanbieder stellen een ondersteuningsplan op waarin is beschreven op welke wijze (en met welke vormen van specialistische hulp) de resultaten worden bereikt. De omvang en aard van de begeleiding in groepsverband (dagbesteding) wordt afgestemd op de situatie van de cliënt. De bepaling van de omvang van de begeleiding in groepsverband (dagbesteding) is de optelsom van de duur van de betreffende activiteiten. De omvang wordt uitgedrukt in een aantal dagdelen, waarbij ieder dagdeel 4 uur bedraagt. Er geldt een maximum van 9 dagdelen per week.

 

Afbakening individuele begeleiding en begeleiding in groepsverband (dagbesteding)

Of iemand is aangewezen op individuele begeleiding of dagbesteding, wordt bepaald door de afweging wat zorginhoudelijk het meest doelmatig is. Als hetzelfde doel beoogd wordt gaat begeleiding in groepsverband (dagbesteding) voor op individuele begeleiding. Wanneer de begeleiding gericht is op het daadwerkelijk bieden van dagstructuur is begeleiding in groepsverband (dagbesteding) de aangewezen vorm. Echter, wanneer de zorgbehoefte gelegen is in het bijvoorbeeld één of meerdere keren per week bieden van hulp bij het doornemen van de dag- of weekstructuur en de zorgbehoefte niet gelegen is in het daadwerkelijk bieden van die dagstructuur, dan is individuele begeleiding de aangewezen vorm om de zorgbehoefte van de cliënt in te vullen.

Ook als er medische contra-indicaties zijn voor begeleiding in groepsverband (dagbesteding), kunnen de activiteiten in de vorm van individuele begeleiding worden geïndiceerd. Eén dagdeel begeleiding in groepsverband (dagbesteding) staat hier niet gelijk aan vier uur individuele begeleiding, maar is afhankelijk van het zorgdoel. Het gaat dan om personen voor wie op medische gronden een contra-indicatie geldt voor deelname aan een groep, zoals infectiegevaar of ernstige energetische beperkingen.

Op basis van het zorgdoel voor de cliënt kunnen individuele begeleiding en begeleiding in groepsverband (dagbesteding) gecombineerd zijn aangewezen. Bij de indicatiestelling wordt er rekening mee gehouden dat deze vormen van zorg niet op hetzelfde moment van de dag kunnen plaatsvinden. Of iemand is aangewezen op individuele begeleiding of begeleiding in groepsverband (dagbesteding), wordt bepaald door wat inhoudelijk het meest doelmatig is.

Dit houdt in een structurele tijdsbesteding met een welomschreven beoogd resultaat waarbij de cliënt actief wordt betrokken en die hem zingeving verleent. Onder dagbesteding wordt niet verstaan:

  • 1.

    een reguliere dagstructurering die niet in de woon-/ verblijfssituatie wordt geboden;

  • 2.

    een welzijnsactiviteit zoals zang, bingo, uitstapjes en dergelijke;

  • 3.

    een arbeidsintegratietraject, regulier werk of vrijwilligerswerk.

 

Het dagprogramma draagt bij aan verlichting van sociaal isolement van de cliënt of aan verlichting van de zorg thuis door mantelzorgers.

 

Criteria

Om in aanmerking te komen voor dagbesteding moet zijn vastgesteld dat de cliënt matige tot zware beperkingen heeft op één of meer van de volgende vijf terreinen:

a. de sociale redzaamheid;

b. het bewegen en verplaatsen;

c. het psychisch functioneren;

d. het geheugen en de oriëntatie;

e. matig of zwaar probleemgedrag.

 

Om in aanmerking te komen voor Begeleiding in groepsverband geldt de voorwaarde dat de cliënt zich bevindt op trede 2 (Ontmoeten) van de participatieladder en zich naar verwachting niet kan ontwikkelen naar een hogere trede op de participatieladder.

 

Als de cliënt tijdens de dagbesteding ondersteuning nodig heeft bij de persoonlijke verzorging (bijvoorbeeld hulp bij toiletbezoek), dan moet de begeleider dit bieden.

Het vervoer van en naar de dagbesteding wordt verzorgd door PlusOV. Zijn er zwaarwegende argumenten van de zorgaanbieder waarom betrokkene niet door PlusOV vervoerd kan worden, dan kan het vervoer door de zorgaanbieder worden verzorgd.

 

Natura/ Pgb

Het college formuleert concrete resultaten die moeten worden bereikt. De cliënt en de aanbieder stellen een ondersteuningsplan op waarin is beschreven op welke wijze (en met welke vormen van specialistische hulp) de resultaten worden bereikt. De omvang en aard van de begeleiding in groepsverband (dagbesteding) wordt afgestemd op de situatie van de cliënt. De bepaling van de omvang van de begeleiding in groepsverband (dagbesteding) is de optelsom van de duur van de betreffende activiteiten. De omvang wordt uitgedrukt in een aantal dagdelen, waarbij ieder dagdeel 4 uur bedraagt. Er geldt een maximum van 9 dagdelen per week.

 

Afbakening individuele begeleiding en begeleiding in groepsverband (dagbesteding)

Of iemand is aangewezen op individuele begeleiding of dagbesteding, wordt bepaald door de afweging wat zorginhoudelijk het meest doelmatig is. Als hetzelfde doel beoogd wordt gaat begeleiding in groepsverband (dagbesteding) voor op individuele begeleiding. Wanneer de begeleiding gericht is op het daadwerkelijk bieden van dagstructuur is begeleiding in groepsverband (dagbesteding) de aangewezen vorm. Echter, wanneer de zorgbehoefte gelegen is in het bijvoorbeeld één of meerdere keren per week bieden van hulp bij het doornemen van de dag- of weekstructuur en de zorgbehoefte niet gelegen is in het daadwerkelijk bieden van die dagstructuur, dan is individuele begeleiding de aangewezen vorm om de zorgbehoefte van de cliënt in te vullen.

Ook als er medische contra-indicaties zijn voor begeleiding in groepsverband (dagbesteding), kunnen de activiteiten in de vorm van individuele begeleiding worden geïndiceerd. Eén dagdeel begeleiding in groepsverband (dagbesteding) staat hier niet gelijk aan vier uur individuele begeleiding, maar is afhankelijk van het zorgdoel. Het gaat dan om personen voor wie op medische gronden een contra-indicatie geldt voor deelname aan een groep, zoals infectiegevaar of ernstige energetische beperkingen.

Op basis van het zorgdoel voor de cliënt kunnen individuele begeleiding en begeleiding in groepsverband (dagbesteding) gecombineerd zijn aangewezen. Bij de indicatiestelling wordt er rekening mee gehouden dat deze vormen van zorg niet op hetzelfde moment van de dag kunnen plaatsvinden. Of iemand is aangewezen op individuele begeleiding of begeleiding in groepsverband (dagbesteding), wordt bepaald door wat inhoudelijk het meest doelmatig is.

 

D. Na artikel 4.2.2.2 wordt ingevoegd een artikel 4.2.2.3 onder vernummering van de daaropvolgende artikelen:

Nieuwe tekst

4.2.2.3 Begeleiding in groepsverband in arbeidsmatige setting (Werkt mee)

Het doel van ‘Werkt mee’ is talent aanboren van cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, die

  • -

    behoren tot de leeftijdscategorie van 18 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd en

  • -

    een bijdrage willen leveren aan de samenleving en hierbij ondersteuning nodig hebben.

We gaan uit van de kracht en de kwaliteiten van mensen en het werk dat daarbij past, in plaats van de belemmeringen en de zorg die nodig is. Door deze cliënten zoveel mogelijk in reguliere vormen van werk met ondersteuning te laten participeren wordt een bijdrage geleverd aan een inclusieve samenleving. Er wordt zoveel mogelijk ingezet op ontwikkeling en op doorstroom naar een volgende stap op de participatieladder.

 

Toelichting:

‘Werkt mee’ heeft als doel het ondersteunen van cliënten met beperkingen die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben, die actief een bijdrage willen leveren aan de samenleving c.q. willen werken en hierbij begeleiding nodig hebben.

 

Werkplek

Voor deze cliënten wordt een werkplek met passend werk georganiseerd, zo lokaal en regulier mogelijk en gericht op ontwikkeling.

 

Toelichting:

De werkplek is:

  • -

    zo passend mogelijk: de kracht, kwaliteiten, mogelijkheden en ondersteuningsvraag van de cliënt staan centraal in relatie tot de gestelde doelen;

  • -

    zo lokaal mogelijk: werkplekken worden zoveel mogelijk in de nabijheid van de cliënt georganiseerd;

  • -

    zo regulier mogelijk: bij voorkeur vindt het werk plaats op een reguliere werkplek;

  • -

    gericht op ontwikkeling: waar mogelijk vergroten of anders versterken of behouden van de mate van participatie (gekoppeld aan de participatieladder) én op persoonlijk vlak: groei van zelfvertrouwen en sociale vaardigheden en betere zelfbeheersing en gezondheid.

 

Toelatingsvoorwaarden

Een cliënt in de leeftijdscategorie van 18 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd kan in aanmerking komen voor ‘Werkt mee’ als hij een grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft en een arbeidsintegratietraject, regulier werk of vrijwilligerswerk niet voldoende passend is voor het bereiken van het beoogde resultaat.

‘Werkt mee’ bestaat uit een aanbod van werkzaamheden buitenshuis inclusief de bijbehorende begeleiding afgestemd op de persoonskenmerken, behoeften en mogelijkheden van de cliënt. Afhankelijk van de persoonskenmerken van de cliënt en het in te zetten product is ‘Werkt mee’ gericht op:

 

  • a.

    het opdoen van werknemers- en vakvaardigheden;

  • b.

    maatschappelijke (her)integratie, of

  • c.

    het naar vermogen leveren van een bijdrage aan de maatschappij.

 

Om in aanmerking te komen voor ‘Werkt mee’ gelden aanvullend de volgende voorwaarden:

  • a.

    de cliënt bevindt zich op trede 2 (ontmoeten) en kan zich ontwikkelen naar een hogere trede of bevindt zich op trede 3 (bijdrage leveren) of 4 (onbetaald werk) van de participatieladder;

  • b.

    de cliënt vraagt om ondersteuning bij het vergroten van de regie op het terrein van werk en opleiding, en

  • c.

    de cliënt wil een bijdrage leveren aan de maatschappij.

 

Toelichting

Weigeringsgronden

Het ‘Werkt mee’-product wordt ingezet in samenhang met uitvoering van de Participatiewet, waarbij voorzieningen uit de Participatiewet voorliggend zijn wanneer dat passend is. ‘Werkt Mee’ wordt niet ingezet als product als:

  • a.

    de cliënt zelfstandig in staat is om, al dan niet met ondersteuning, betaald werk uit te voeren, en/of;

  • b.

    de cliënt in staat is om zelfstandig vrijwilligerswerk te verrichten;

  • c.

    een traject naar betaald werk vanuit de Participatiewet of het UWV passend is voor de cliënt, en/ of;

  • d.

    het aanbod dat zich richt op cliënten die binnen 1 jaar zicht hebben op betaald werk, niet passend is en/of;

  • e.

    de cliënt in aanmerking komt voor zorg uit de Wlz.

 

Begeleiding

De benodigde ondersteuning is afhankelijk van de positie van de cliënt op de participatieladder. De ‘Werkt mee’-producten zijn gekoppeld aan de treden op de participatieladder.

De combinatie individuele Begeleiding en ‘Werkt mee’ is mogelijk als er in de thuissituatie begeleiding nodig is met een ander doel en/ of als er tijdelijk begeleiding nodig is gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid om naar de werkplek te gaan.

Aanbieder ondersteunt cliënt bij het ontwikkelen van talenten en mogelijkheden. Bij ‘Werkt mee’ gaat het specifiek om de werknemers- en vakvaardigheden en persoonlijke groei conform de afgesproken doelen (opgesteld door de lokale toegang samen met de cliënt en de aanbieder).

 

Aanbieder legt de regie waar mogelijk bij de cliënt.

Aanbieder ondersteunt de cliënt bij het opzetten en onderhouden van een portfolio, waarin de talenten, opgedane kennis en werkzaamheden en behaalde certificaten in beeld worden gebracht.

Aanbieder geeft wanneer nodig lichte ondersteuning op de algemene dagelijkse levensbehoefte tijdens de taken/ werkzaamheden.

 

Tarief

Er zijn aparte tarieven voor aanbieders voor:

  • -

    Werkt mee ontwikkeling naar trede 3, 4 of 5;

  • -

    Werkt mee op trede 3;

  • -

    Werkt mee op trede 4.

 

De tarieven zijn vastgelegd in de raamovereenkomst Zorgregio Midden-IJssel/Oost-Veluwe.

 

Het is een modulaire opbouw. Dit betekent dat er bij een ontwikkelingsperspectief van de cliënt vaak sprake is van een combinatie van ‘Werkt mee’ ontwikkeling en ‘Werkt mee’ op trede 3 of 4. Daardoor is er ook onderscheid te maken in de toewijzing voor de trajectbegeleiding (‘Werkt mee’ ontwikkeling) en de toewijzing voor de werkbegeleiding (‘Werkt mee’ op trede 3 of 4).

Bij ‘Werkt mee’ ontwikkeling is sprake van een vast tarief voor het volledige traject en wordt afgerekend op basis van de realisatie van het bij de start van het traject afgesproken doel (te behalen trede op de participatieladder) en niet op inzet van middelen of uren.

Bij ‘Werkt mee’ op trede 3 of 4 wordt uitgegaan van de verantwoording op basis van daadwerkelijk gemaakte uren.

 

Overig

  • -

    De cliënt kan participeren met behoud van uitkering (mits goedkeuring van uitkerende instantie).

  • -

    Waar mogelijk wordt een opleiding ingezet.

  • -

    Er is geen sprake van een eigen bijdrage voor de cliënt.

 

E. Aan de beleidsregel worden Bijlagen 1 en 2 toegevoegd:

Nieuwe tekst

Bijlage 1: De participatieladder

 

Toelichting: de participatieladder is onderverdeeld in zes treden, van sociaal geïsoleerd tot werkend zonder ondersteuning. Bij trede 2 en 3 ligt de nadruk op activering en bij trede 4 en 5 ligt de nadruk op werk.

 

Bijlage 2: productbeschrijving Werkt mee

De benodigde begeleiding heeft als primair doel een bijdrage leveren en zo mogelijk het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt van de cliënt. Het primaire doel is niet om de mentale en/of fysieke zelfredzaamheid van de cliënt te bevorderen of de achteruitgang hiervan te vertragen.

  • I.

    Werkt mee ontwikkeling naar trede 3, 4 of 5

    • Bij ‘Werkt mee ontwikkeling’ gaat het om de ontwikkeling naar een volgende trede op de participatieladder(resultaatgericht).

    • Het bevat de begeleiding van het traject dat de inwoner moet doorlopen om een volgende trede op de participatieladder te bereiken.

    • Het duurt maximaal zes maanden (en kan één keer worden verlengd).

    • Er geldt een vaste prijs. Er zijn binnen Werkt mee ontwikkeling 3 producten. Vaak vindt de toewijzing hiervan plaats in combinatie met een toewijzing ‘Werkt mee op trede 3’ of ‘Werkt mee op trede 4

  • a.

    Ontwikkeling naar trede 3 (een bijdrage leveren aan de samenleving)

  • Het traject is erop gericht dat de inwoner zich ontwikkelt naar trede 3 van de participatieladder. De inwoner voert aan het einde van het traject taken uit met lage werkdruk, weinig eigen verantwoordelijkheid en/of zelfstandigheid. Begeleider is op de werkplek en nabij; de begeleiding is gericht op het bieden van structuur en op eerste aanzetwerknemers-vaardigheden.

  • b.

    Ontwikkeling naar trede 4 (onbetaald werk)

  • Het traject is erop gericht dat de inwoner zich ontwikkelt naar trede 4 van de participatieladder. De inwoner voert aan het einde van het traject voor de aanbieder zelfstandig werkzaamheden of taken uit. Er is sprake van (enige mate van) verantwoordelijkheid en werkdruk en/of de opbrengst van de inwoner heeft economische waarde. Begeleider is meer op afstand; de begeleiding is gericht op verder ontwikkelen van werknemersvaardigheden en eerste aanzet vakvaardigheden.

  • c.

    Ontwikkeling naar trede 5 of trede 6 (betaald werk met of zonder ondersteuning)

  • Het traject is erop gericht dat de inwoner zich ontwikkelt naar trede 5 van de participatieladder. De inwoner heeft aan het einde van het traject betaald werk, eventueel met aanvullende uitkeringen/of instrumenten van UWV of Werk & Inkomen (gemeente) of is gestart met een beroepsopleiding met studiefinanciering. Begeleiding op afstand en gericht op ontwikkelen vakvaardigheden en voorbereiden op/vinden van betaald werk.

  • II.

    Werkt mee op trede 3 of trede 4

    • Bij Werkt mee stabiel gaat het om het behoud en of versterken van de mate van participatie binnen een trede van de participatieladder (inzetgericht).

    • Het omvat een aanbod van passende werkzaamheden inclusief de bijbehorende begeleiding.

    • Het duurt maximaal 2 jaar en kan worden verlengd.

    • Vergoeding vindt plaats op basis van aantal uren per week (maatwerk) met een vast uurtarief. Er zijn hierbinnen twee producten

  • a.

    Werkt mee op trede 3 (Het leveren van een bijdrage aan de samenleving)

  • Het traject is gericht op het behouden of versterken van de mate van participatie. De inwoner participeert op trede 3 van de participatieladder met lage werkdruk, weinig eigen verantwoordelijkheid en/ of zelfstandigheid en veel sturing. Begeleider is op de werkplek en nabij.

  • b.

    Werkt mee op trede 4 (Onbetaald werk)

  • Het traject is gericht op het behouden of versterken van de mate van participatie. De inwoner participeert op trede 4 van de participatieladder en voert zelfstandig werkzaamheden of taken uit. Er is sprake van (enige mate van) verantwoordelijkheid en werkdruk en/of de opbrengst van de inwoner heeft economische waarde. Begeleider is meer op afstand.

 

Artikel II Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.

 

Artikel III Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel tot wijziging van de Beleidsregel maatschappelijke ondersteuning gemeente Zutphen 2018 (1e wijziging).

 

 

Aldus besloten op 11 mei 2021.

Het college van burgemeester en wethouders,

De burgemeester, de secretaris,

Naar boven