Beleidsregel invulling term ‘slecht levensgedrag’

 

Zaaknummer 1850130

 

Het college van de gemeente Hoorn,

 

Gelet op artikel 2:25 lid 6, artikel 2:28 lid 1 sub c en artikel 3:5 lid 1 sub b van de Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn

 

Besluit tot het vaststellen van: Beleidsregel invulling term ‘slecht levensgedrag’

 

De beoordeling van de antecedenten vindt plaats aan de hand van de opgevraagde Justitiële documentatie en het politieadvies. De exploitatievergunning valt onder de Dienstenrichtlijn en dit betekent dat duidelijk moet zijn onder welke omstandigheden aan een bepaalde vergunningsvoorwaarde moet worden voldaan en waar de grens ligt in de beoordelingsbevoegdheid bij deze voorwaarden

 

Artikel 1  

Onder slecht levensgedrag van een exploitant of (beoogd) beheerder, te verstaan:

  • 1.

    Een of meerdere keren onherroepelijk veroordeeld te zijn dan wel niet onherroepelijk vrijgesproken te zijn bij vervolging voor:

  • a.

    Geweldsdelicten;

  • b.

    Witwaspraktijken;

  • c.

    Gebruik, handel en/of productie van drugs;

  • d.

    Discriminatie;

  • e.

    Fraude met sociale zekerheidswetgeving;

  • f.

    Mensenhandel;

  • g.

    Zedenmisdrijven;

  • h.

    Arbeidsuitbuiting;

  • i.

    Arbeidsmarktfraude;

  • j.

    Fraude met arbeidsgerelateerde subsidies;

  • k.

    Illegaal wapenbezit;

  • l.

    Alcoholgerelateerde feiten.

 

  • 2.

    Een of meer veroordelingen van een misdrijf voor de hiervoor genoemde strafbare feiten in de afgelopen vijf jaar, waarbij een exploitant of (beoogd) beheerder kan worden aangemerkt als een (voormalig) eigenaar, vennoot of bestuurder van dat bedrijf. Deze veroordelingen worden de exploitant en/of beheerder aangerekend en kunnen worden beschouwd als een onherroepelijke veroordeling van de persoon zelf.

 

  • 3.

    Het een of meer malen voorkomen in bestuurlijke rapportages van gemeente en politie inzake voornoemde strafbare feiten, waarbij een exploitant of (beoogd) beheerder verdachte is of is geweest, waarbij de verdenking niet is weggenomen en er nog nader onderzoek plaatsvindt naar betrokkenheid.

 

Artikel 2  

Het is mogelijk dat het college in een gemotiveerd advies door bijvoorbeeld de politie of het OM wordt gewezen op feiten die volgens deze beleidsregel niet zouden leiden tot een weigering. Een voorbeeld is de “zogenaamde criminele carrière”, waarbij een persoon gedurende een lange periode een mengeling van strafbare feiten pleegt, die op zich niet rechtstreeks tot een weigering leiden volgens het overzicht, maar toch een totaalbeeld geven van een persoon, die we niet wenselijk achten om een vergunning aan te verlenen. In dat geval kan worden overwogen dat er toch sprake is van ‘’slecht levensgedrag”.

 

Artikel 3  

Deze beleidsregels treden in werking op 1 mei 2021

 

Hoorn,

 

Aldus besloten in de collegevergadering van 26 april 2021

 

Burgemeester en wethouders van Hoorn,

 

de secretaris,                                                      de burgemeester,

 

Naar boven