Gemeenteblad van Arnhem
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Arnhem | Gemeenteblad 2021, 152536 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Arnhem | Gemeenteblad 2021, 152536 | Overige besluiten van algemene strekking |
Subsidieregeling Transitie Cultuur Arnhem
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ARNHEM;
- de gemeente Arnhem uitvoering geeft aan het Arnhems steunpakket kunst en cultuur 2021, waarbij zij middelen op een rechtmatige en transparante wijze wil verstrekken via een subsidieregeling, door onderstaande nadere regels vast te stellen;
Artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4, eerste en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Arnhem 2016;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Deze subsidieregeling heeft als doel bij te dragen aan de transitie van de culturele en creatieve sector naar een flexibele, wendbare en weerbare sector. Opdrachtgeverschap richting makers, duurzame innovatie en structurele bedrijfsmatige samenwerking staan centraal. De directe aanleiding zijn de gevolgen van de coronacrisis voor de culturele en creatieve sector. Bestaande werkwijzen en verdienmodellen staan hierdoor onder druk en vragen om duurzame innovatie en bedrijfsmatige samenwerking. Ook de verbinding met andere domeinen dan de kunst- en cultuursector zijn hiervoor van belang.
Categorie A Stimuleren van opdrachtgeverschap creatieve makers: opdrachten die specifiek dienen om de kennis en expertise van creatieve makers in te zetten ten behoeve van (innovatieve) oplossingen voor organisatorische, maatschappelijke of ruimtelijke vraagstukken.
Categorie B Experiment - Verdienmodellen - Publieksbenadering: activiteiten die gericht zijn op of bijdragen aan de duurzame innovatie van de productie of presentatie van cultuur, waarbij andere vormen van publieksbenadering, nieuwe verdienmodellen en afzetmarkten in de praktijk worden onderzocht, ook buiten de culturele sector zelf.
Categorie C Samenwerkingsverbanden en professionalisering: activiteiten die erop gericht zijn om in gezamenlijkheid de organisatie, faciliteiten en middelen efficiënter en effectiever in te zetten of in te richten, en zo een gezamenlijke professionaliseringslag te realiseren.
Een subsidieaanvraag wordt ingediend volgens onderstaand schema:
Uitsluitend aanvragen die binnen de in het eerste lid genoemde termijnen worden ingediend en compleet zijn worden door het college in behandeling genomen. Indien een aanvraag niet compleet is, dan zal aanvrager in de gelegenheid worden gesteld de aanvraag te completeren, binnen zeven werkdagen na de indieningstermijn.
b. een projectplan met een beschrijving van wie men is, wat men wil doen, waarom, met wie men samenwerkt en welke afspraken gemaakt zijn, welk collectief belang gediend wordt, wat de reden is dat men subsidie nodig heeft, welke resultaten gerealiseerd gaan worden en waarom die aansluiten bij het doel van de subsidieregeling en hoe men de resultaten van het project gaat delen;
De subsidieverstrekking kan naast de in artikel 4:25 en 4:35 van de Awb genoemde gevallen in ieder geval geweigerd worden indien:
Op basis van een verleende subsidie kan door het college een voorschot van 100% op de subsidie worden verstrekt.
Hoofdstuk 2 Specifieke bepalingen
In aanvulling op hoofdstuk 1 gelden de volgende specifieke bepalingen ten behoeve van aanvragen voor subsidie op grond van de categorieën.
Artikel 12 Categorie A - Stimuleren van opdrachtgeverschap creatieve makers
De hoogte van een subsidie is maximaal 70% van de subsidiabele kosten tot een maximum van €7.500. Alleen de kosten die direct terug te voeren zijn op het werk van de creatieve maker zijn subsidiabel. Dit zijn in beginsel uren, maar ook andere direct gerelateerde projectkosten van de creatieve maker, zoals bijvoorbeeld materialen en huur werkruimte.
Artikel 15 Afwijkingsmogelijkheid
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een aanvrager afwijken van een of meerdere bepalingen van deze regeling.
Artikel 16 Evaluatie en monitoring
Deze regeling en het functioneren ervan zullen in 2022 worden geëvalueerd.
De 'Subsidieregeling Transitie Cultuur Arnhem', van het college van burgemeester en wethouders, treft een kader voor de volgende soorten activiteiten:
Categorie A: Stimuleren van opdrachtgeverschap creatieve makers;
Categorie B: Experiment - Verdienmodellen – Publieksbenadering;
Categorie C: Samenwerkingsverbanden en professionalisering
Het college heeft per Categorie een subsidieplafond vastgesteld.
Categorie B en C hanteren voor de verdeling van het beschikbare budget (subsidieplafond) een zogenaamd tendersysteem. Hierbij wordt het beschikbare budget verdeeld op basis van een onderlinge vergelijking. Aanvragen met de hoogste scores komen in aanmerking, totdat het subsidieplafond bereikt is. Het is van belang dat er van tevoren duidelijk is aan welke criteria wordt getoetst. In de regeling zijn deze criteria daarom expliciet vermeld, met de maximale puntenscore daarbij. In hoofdstuk 2 zijn de criteria met maximale puntenscore, beschreven.
Per aanvraagronde is er een ondergrens qua score (minimaal de helft van de maximale score) waaraan een organisatie minimaal moet voldoen om in aanmerking te komen voor subsidie. Wordt de ondergrens behaald, dan is toekenning van een subsidie nog afhankelijk van de plaats in de rangorde én het beschikbare gemeentelijke subsidiebudget.
Subsidieaanvragen binnen deelregeling A en C worden beoordeeld door één ambtelijke commissie. Deelregeling B wordt beoordeeld door de commissie Transitie Cultuur Arnhem.
De ambtelijke commissie bij categorie A bestaat uit minimaal twee medewerkers werkzaam voor de gemeente. Bij categorie C gaat het hier om minimaal drie medewerkers eventueel aangevuld met experts vanuit het werkveld.
a. per aanvraag. Iedere aanvraag wordt afzonderlijk beoordeeld aan de hand van de genoemde criteria en bij Categorie B en C het bijbehorende puntensysteem. De commissie kan zodoende in de beoordeling specifieke aspecten van de aanvraag meewegen, bijvoorbeeld of het een beginnende aanvrager is. De commissie kan een aanvrager uitnodigen om onduidelijkheden mondeling toe te lichten aan de commissie.
b. over het geheel aan aanvragen. Dit is een beleidsmatig advies vanuit het totale aanbod in de subsidieperiode, specifiek de variatie, pluriformiteit en spreiding van het aanbod.
Het advies van de commissies aan het college betreft alle in de regeling genoemde criteria en is, voor zover van toepassing, gebaseerd op een puntentelling. Het advies geeft voor zover van toepassing een rangorde van de aanvragen aan. De commissies geven ook een advies inzake de hoogte van het toe te kennen subsidiebedrag, waarbij rekening wordt gehouden met het subsidieplafond. Aanvragen die naar het oordeel van het college voor subsidiëring in aanmerking komen, worden in rangorde toegekend tot en voor zover het subsidieplafond is bereikt.
Onder innovatie wordt verstaan voor de aanvrager zijnde nieuwe, experimentele wijze van produceren of programmeren, of het organiseren daarvan (procesmatig, bedrijfsvoering, etc.), of een combinatie daarvan. Onder duurzaam verstaan we iets dat lang meegaat of permanent kan worden toegepast en dat overdraagbaar is. Het is aan de aanvrager om goed te onderbouwen wat er innovatief is aan zijn aanvraag en dat er echt sprake is van een beoogd duurzaam resultaat. Activiteiten die leiden tot aanvullend of vervangend aanbod op bestaand aanbod zonder dat de subsidiebehoefte van de organisatie structureel stijgt, sluiten goed aan bij deze regeling. Activiteiten die leiden tot een structurele verhoging van de subsidiebehoefte van de organisatie / aanvrager worden binnen deze regeling niet als duurzaam beschouwd.
• Mate van efficiënte en effectieve bedrijfsmatige samenwerking
De bedrijfsmatige samenwerking moet voordelen opleveren voor de betrokken organisaties (zoals vrijspelen van middelen, professionalisering van de organisatie) en het brede culturele werkveld moet profiteren van de samenwerking. Er wordt gekeken in hoeverre het project bijdraagt aan een efficiënte en effectieve bedrijfsmatige samenwerking en of resultaten overdraagbaar zijn naar derden. Belangrijk daarbij is dat de aanvrager helder haar beoogde resultaten op zowel de korte-, middellange- als lange termijn laat zien en onderbouwt. Kortstondige, niet-structurele bedrijfsmatige samenwerking valt buiten deze regeling.
Onder collectief belang wordt verstaan dat de activiteit ten goede komt aan meerdere creatieve makers / culturele organisaties en niet aan één enkele organisatie of instelling. De subsidieregeling is erop gericht om de culturele sector als geheel te versterken. Plannen die daar aantoonbaar aan bijdragen kunnen voor subsidie in aanmerking komen. Plannen die meer gericht zijn op de eigen organisatie of een beperkte groep, worden binnen deze regeling niet als bijdragend aan een collectief belang beschouwd. Daarbij wordt bekeken hoe resultaten gedeeld worden, ook buiten de partners van het samenwerkingsverband, en wat dat concreet oplevert voor derden.
• Meerwaarde van het samenwerkingsverband
Onder samenwerkingsverband wordt verstaan afspraken over de manier waarop twee of meerdere partijen samenwerken. Dit kunnen culturele partijen zijn, maar ook partners uit het bedrijfsleven, onderwijs of sociale domein. Een samenwerkingsverband bevat afspraken over de manier waarop twee of meerdere partijen samenwerken: rolverdeling en hoe ieder bijdraagt (zowel financieel als inhoudelijk) aan het project. Een gewenst samenwerkingsverband bestaat uit partijen die op basis van heldere afspraken elkaar echt aanvullen, nodig hebben en versterken om de projectresultaten te realiseren. Ook dient er sprake te zijn van een gelijkwaardige samenwerking. Dat betekent niet dat elke organisaties evenveel (financieel en/of inhoudelijk) moet bijdragen, maar wel dat er zeggenschap binnen het project is. Door helderheid te geven over de rolverdeling tussen alle samenwerkingspartijen en hoe zij bijdragen (zowel financieel als inhoudelijk) aan het project, het behalen en verspreiden van de projectresultaten kan de meerwaarde van de samenwerking worden beoordeeld.
Samenwerking buiten de eigen sector of eigen gemeente, met een aantoonbare meerwaarde, wordt zeer gewaardeerd.
Er wordt hier gekeken naar de professionaliteit van de aanvrager en de kwaliteit en capaciteit van de aanvrager in relatie tot de activiteiten die zij wil uitvoeren. Geeft de aanvrager het vertrouwen dat zij de beschreven activiteiten professioneel, realistisch en geloofwaardig kan organiseren en toont zij hierin voldoende ambitie? Hoe is de kwaliteit van het totale plan, inclusief dekkingsplan en de mate waarin het plan als geheel bijdraagt aan de doelstelling van de subsidieregeling? Bij alle categorieën is de eerlijke beloning van kunstenaars en mensen werkzaam in de culturele sector het uitgangspunt. Dat betekent dat aanvragers zich moeten houden aan afspraken die in de sector zijn gemaakt over een eerlijk loon (door bijvoorbeeld de CAO te volgen of honorering richtlijnen zoals het kunstenaarshonorarium). Ook wordt er verwacht bij verenigingen en stichtingen dat er geen vermenging is tussen bestuur en (betaalde) uitvoering. Tot slot wordt gekeken of de aanvraag consistent is in visie, doel, opzet en uitvoering en daarmee in zijn geheel voldoende overtuigt.
Toelichting begeleidingstraject
Een begeleidingstraject kan nodig zijn om aanvragen met voldoende potentie net die extra begeleiding te geven waardoor projectresultaten naar verwachting beter gerealiseerd worden. Onder begeleiding wordt verstaan iemand gericht mee laten kijken en laten adviseren tijdens de uitvoering van het project. De commissie adviseert per aanvraag waar zij een positief advies over geeft of zij van mening is dat een begeleidingstraject in haar optiek nodig is om betere projectresultaten te realiseren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-152536.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.