Gemeente Apeldoorn - Tweede wijziging verordening parkeerbelastingen

De raad van de gemeente Apeldoorn;

 

 

gelezen het raadsvoorstel van 22 april 2021 en gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en artikel 225 van de Gemeentewet, de Parkeervisie 2019 en de Parkeerverordening;

 

 

besluit:

 

 

  • 1.

    Met terugwerkende kracht de tweede wijziging van de verordening en tarieventabel en bijlagen behorende bij de verordening parkeerbelasting 2021 vast te stellen.

Artikel II Wijziging van de verordening Parkeerbelastingen 2021

Artikel 1 De definities wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • -

    Autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen (autodelen) op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan een huishouden;

  • -

    Centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Apeldoorn een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel;

  • -

    houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • -

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • -

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • -

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • -

    Nationale Parkeerrechten Register: de landelijke database waarin parkeerrechten zijn opgenomen;

  • -

    camper: een motorvoertuig dat is ingericht om daarin te kunnen slapen en eten.

Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • -

    Autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen (autodelen) op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan een huishouden;

  • -

    Centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Apeldoorn een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel;

  • -

    houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • -

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • -

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • -

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • -

    Nationale Parkeerrechten Register: de landelijke database waarin parkeerrechten zijn opgenomen;

  • -

    camper: een motorvoertuig dat is ingericht om daarin te kunnen slapen en eten.

  • -

    Jaar: kalenderjaar

  • -

    Maand: kalendermaand

  • -

    Week: periode van 7 kalenderdagen

 

Artikel 2 Belastbaar feit wordt als volgt gewijzigd

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting terzake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze of een eerdere verordening en in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting terzake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze of een eerdere verordening de gebieden in de bijlage behorende bij deze verordening en in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

 

Artikel 5 Wijze van heffing wordt als volgt gewijzigd

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven door voldoening op aangifte.

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven door voldoening op aangifte of via een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waartoe ook wordt gerekend een nota of ander document.

 

Artikel 7 Termijnen van betaling wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, als bij de aanvang van het parkeren een parkeerrecht is geregistreerd in het Nationale Parkeer-rechten Register.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 4.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, als bij de aanvang van het parkeren een parkeerrecht is geregistreerd in het Nationale Parkeer-rechten Register.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, voor wat betreft de vergunningen, moet zijn betaald op het tijdstip waarop het abonnement is verleend, dan wel binnen de bij schriftelijke kennisgeving gestelde termijn.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 7 lid 4 kan ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,= maar minder dan € 10.000,= en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 6.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

  • 7.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

 

Artikel II Wijziging van de tarieventabel behorende bij de verordening Parkeerbelastingen 2021

Artikel 5 van de tarieventabel wijzigt als volgt

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

6. Het tarief voor een algemene parkeervergunning van tijdelijke duur, als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:

6. Het tarief voor een algemene parkeervergunning van tijdelijke duur, als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:

6.1 voor een maandkaart op een terrein of een weggedeelte in de binnenstad, met uitzondering van parkeren in een parkeergarage

6.1 voor een maandkaart op een terrein of een weggedeelte in de binnenstad, met uitzondering van parkeren in een parkeergarage

6.1.1 7 dagen per week gedurende de reguleringstijden

6.1.1 7 dagen per week gedurende de reguleringstijden

6.2 Voor een weekkaart op een terrein of een weggedeelte in de binnenstad, met uitzondering van parkeren in een parkeergarage

6.2 Voor een weekkaart op een terrein of een weggedeelte in de binnenstad, met uitzondering van parkeren in een parkeergarage

6.2.1 gedurende de reguleringstijden

6.2.1 gedurende de reguleringstijden

6.3 voor een maandkaart op alle terreinen en weggedeelten. Met uitzondering van parkeren in een parkeergarage

6.3 voor een maandkaart op alle terreinen en weggedeelten. Met uitzondering van parkeren in een parkeergarage

6.3.1 7 dagen per week gedurende de reguleringstijden

6.3.1 7 dagen per week gedurende de reguleringstijden

6.4 voor een maandkaart op terreinen en weggedeelten in de wijken. Met uitzondering van parkeren in een parkeergarage

6.4 voor een maandkaart op terreinen en weggedeelten in de wijken. Met uitzondering van parkeren in een parkeergarage

6.4.1 gedurende de reguleringstijden

6.4.1 gedurende de reguleringstijden

6.5 voor een weekkaart op terreinen en weggedeelten in de wijken. Met uitzondering van parkeren in een parkeergarage

6.5 voor een weekkaart op terreinen en weggedeelten in de wijken. Met uitzondering van parkeren in een parkeergarage

6.5.1 gedurende de reguleringstijden

6.5.1 gedurende de reguleringstijden

6.6 voor een dagkaart op terreinen en weggedeelten in de wijken

Met uitzondering van parkeren in een parkeergarage.

  • 1.

    6.6 voor een dagkaart op terreinen en weggedeelten in de wijken

  • 2.

    Met uitzondering van parkeren in een parkeergarage.

6.6.1 gedurende de reguleringstijden

6.6.1 gedurende de reguleringstijden

6.7 Indien het college een vergunning heeft verleend wordt voor de berekening van de tarieven uitgegaan van de geldigheidsduur van de verleende vergunning. Voor een vergunning aangevraagd voor de aanvang van het kalenderjaar wordt uitgegaan van een geldigheidsduur van een kalenderjaar.

 

Artikel III Inwerkintreding

  • 1.

    De tweede wijziging van de verordening treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking;

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 22 april 2021

De raad voornoemd,

drs. A. Oudbier

raadsgriffier

A.J.M. Heerts

voorzitter

Naar boven