Beleidsregel leerwerkvoucher Vitaal Platteland

Burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Drenthe,

 

gelet op artikel 9 en 12 van de Re-integratieverordening Participatiewet juli 2015 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende dat

 

 

  • -

    de gemeenteraad in de Re-integratieverordening Participatiewet juli 2015 als re-integratieinstrument de voorzieningen scholing en leer-werktrajecten heeft ingericht,

     

Besluit

 

vast te stellen de beleidsregel leerwerkvouchers Vitaal Platteland

 

Beleidsregel leerwerkvouchers Vitaal Platteland

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      Leerwerkvoucher:

      • i.

        een eenmalige subsidie, ten behoeve van jongeren en uitkeringsgerechtigden zoals bedoeld in art. 1 lid 1 sub b-c van deze beleidsregel. De subsidie is een tegemoetkoming in de kosten voor scholing, begeleiding en aanpassingen aan de werkplek; of:

      • ii.

        een eenmalige subsidie voor jongeren die door middel van scholing, voorschakeltrajecten en werkervaring hun positie op de arbeidsmarkt kunnen versterken. De subsidie is een bijdrage in de kosten voor scholing, voorschakeltrajecten werkervaringsplaats of begeleiding.

  • b.

    Jongere: personen van 16-27 jaar die een opleiding in het kader van het Praktijkonderwijs (Pro), Voortgezet speciaal onderwijs (Vso), Entree-onderwijs volgen en zich in het laatste jaar van hun opleiding bevinden, of de opleiding maximaal een half jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag hebben verlaten;

  • c.

    Uitkeringsgerechtigde: persoon die langer dan 3 maanden een uitkering ontvangt op grond van de Participatiewet, de Werkloosheidswet of de Wajong én waarbij sprake is van een mismatch of multi-problematiek;

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Re-integratieverordening Participatiewet juli 2015 gemeente Midden-Drenthe.

Artikel 2 Doel en werkingssfeer

  • 1.

    Het doel van de leerwerkvoucher is het verbeteren van de arbeidsmarktpositie van jongeren en uitkeringsgerechtigden als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub b en c van deze beleidsregel. Door een leerwerkvoucher aan te bieden wordt beoogt een soepele overgang van onderwijs en/of uitkeringssituatie naar de arbeidsmarkt te stimuleren. De regeling heeft tot doel om werkgevers te stimuleren om deze groep (eerder) een arbeidsovereenkomst aan te bieden.

Artikel 3 Inzet voucher

  • 1.

    De voucher kan worden aangevraagd door de gemeenten en het UWV Werkbedrijf en kan slechts worden ingezet op de volgende trajecten:

    • a.

      Preventieve trajecten

    • b.

      Ontwikkeltrajecten

    • c.

      Werktrajecten

    • d.

      Mobiliteitstrajecten

Artikel 4 Aanspraak op subsidie

  • 1.

    Er bestaat slechts aanspraak op de leerwerkvoucher als:

    • a.

      Het college heeft vastgesteld dat de inzet van de voucher bijdraagt aan het versterken van de arbeidsmarktpositie van de jongere of de uitkeringsgerechtigde;

    • b.

      De aanvraag binnen 4 weken is ingediend nadat het traject wordt ingezet of de arbeidsovereenkomst wordt aangegaan en de leerwerkvoucher wordt toegekend;

    • c.

      De factuur van de gemaakte kosten uiterlijk 2 maanden nadat de factuur is ontvangen, is ingediend. Dit kan in de praktijk dus later zijn dan de ingediende aanvraag en toegekende voucher.

  • 2.

    Er is geen aanspraak op een voucher als er aanspraak kan worden gemaakt op een op subsidie op basis van een andere gemeentelijke regeling, bijvoorbeeld op grond van de re-integratieverordening Participatiewet juli 2015 gemeente Midden-Drenthe of een scholingsvoucher van het UWV, met uitzondering van de loonkostensubsidie op grond van artikel 10d van de Participatiewet of een andere voorliggende voorziening (b.v. WMO, zorgverzekering of de bijzondere bijstand).

  • 3.

    Er is geen aanspraak op de beschreven instrumenten als door verlening het subsidieplafond behorend bij deze nadere regel zou worden overschreden. Het subsidieplafond voor de arbeidsmarktregio Drenthe, bestaande uit de gemeenten Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen, Midden-Drenthe, de Wolden, Hoogeveen, Aa en Hunze, het UWV en de Provincie Drenthe, bedraagt € 600.000 voor de gehele looptijd van de regeling tot en met 2022, waarbij de aanvragen in volgorde van binnenkomst worden behandeld.

Artikel 5 Het aanvragen van een subsidie

De leerwerkvoucher kan, namens de uitkeringsgerechtigde of jongere, worden aangevraagd door gemeenten of het UWV werkbedrijf. Om de subsidie te kunnen aanvragen moeten de volgende bewijsstukken worden ingediend:

  • a.

    Volledig ingevuld aanvraagformulier voucherregeling;

  • b.

    Factuur van de gemaakte kosten, voor zover mogelijk bij de aanvraag, maar uiterlijk twee maanden na ontvangst van de factuur;

  • c.

    Toekenningsbeschikking voucher vitaal platteland;

  • d.

    Factuur van de betreffende gemeente.

Artikel 6 De hoogte van de subsidie

  • 1.

    De hoogte van de leerwerkvoucher is maximaal € 5.000,00 per persoon, uitsluitend ten behoeve van de jongere of uitkeringsgerechtigde. De betaling vindt plaats door het betalen van de facturen

Artikel 7 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    Het college stelt de subsidie vast binnen 4 weken na ontvangst van de aanvraag inclusief de gevraagde bewijsstukken

  • 2.

    Uitbetaling vindt plaats binnen 2 weken na indiening van de aanvraag inclusief de gevraagde bewijsstukken.

Artikel 8 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als “Beleidsregel leerwerkvouchers Vitaal Platteland”.

Artikel 9 Inwerkingtreding

De beleidsregel treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2020. De beleidsregel leerwerkvouchers en stap-naar-werk vouchers Vitaal Platteland 2017 wordt hiermee ingetrokken.

 

Aldus besloten in de vergadering van 22 september 2020

 

burgemeester en wethouders van Midden-Drenthe,

 

de secretaris

M. Hacking

 

de burgemeester

M. Damsma

 

Toelichting bij de beleidsregel leerwerkvoucher Vitaal Platteland

In het kader van de voucherregeling Vitaal platteland worden vouchers ingezet om de arbeidsmarktpositie van Pro, Vso, Entree jongeren en uitkeringsgerechtigden te verbeteren. Gemeenten en UWV hebben verschillende voorzieningen beschikbaar om te stimuleren dat deze groepen een baan vinden. In de praktijk blijken deze echter nog niet altijd toereikend en zouden aanvullende instrumenten deze groepen jongeren en laaggeschoolden een extra steun in de rug kunnen geven om een plek op de arbeidsmarkt te bemachtigen.

 

Eind 2019 is de voucherregeling Vitaal Platteland opnieuw tegen het licht gehouden. Er zijn nieuwe kaders afgesproken en de doelgroep is verder uitgebreid.

 

Kader

  • -

    De voucher kan worden ingezet voor Pro, Vso en Entree leerlingen en uitkeringsgerechtigden met een lange afstand tot de arbeidsmarkt. Er is sprake van een lange afstand tot de arbeidsmarkt wanneer de uitkeringsgerechtigde langer dan 3 maanden een uitkering ontvangt. Er is dan al sprake van een mismatch of multi-problematiek die een baan in de weg staat.

  • -

    We verbinden de nieuwe spelregels van de voucherregeling met de maatwerktrajecten uit Perspectief op Werk, met als doel het kunnen bieden van mogelijkheden voor een bredere sluitende aanpak voor de doelgroep;

  • -

    De voucher kan worden ingezet voor alle ontwikkel- of werktrajecten en trajecten met een preventief karakter. Daarbij wordt maatwerk geboden;

  • -

    De voucher kan alleen worden aangevraagd door gemeenten of het UWV. Hiermee wordt voorkomen dat werkgevers en scholen extra administratief belast worden.

  • -

    Aan het inzetten van de voucher voor mobiliteitsoplossingen worden spelregels verbonden. Deze voucher kan alleen worden ingezet als er sprake is van baangarantie of het kunnen behouden van werk;

  • -

    Voorliggende voorzieningen moeten eerst benut moeten worden, waaronder de zorgverzekering, Wmo en bijzondere bijstand.

     

Doelgroep

Op basis van de gestelde kaders wordt voorgesteld de doelgroep uit te breiden met de doelgroep uitkeringsgerechtigden met een lange afstand tot de arbeidsmarkt. Met dit voorstel komen dan de volgende doelgroepen in aanmerking voor de voucherregeling:

  • -

    Pro jongeren

  • -

    Vso jongeren

  • -

    Entree jongeren

  • -

    Uitkeringsgerechtigden die langer dan 3 maanden een uitkering ontvangen.

     

Voucher

Voor de in het bovenstaande genoemde doelgroepen kan een leerwerkvoucher worden ingezet tot een maximaal bedrag van € 5.000,00 per persoon.

 

Voorwaarden

  • -

    De voucher kan niet worden ingezet voor diagnose trajecten;

  • -

    De voucher regeling moet worden ingezet voor de extra inzet bovenop de reguliere inzet.

  • -

    De voucher moet een aanvulling zijn op het beschikbare instrumentarium en moet feitelijk een bijdrage leveren aan de kansen van een jongere of werkzoekende op werk;

  • -

    De voucher kan worden ingezet tot het subsidieplafond van de middelen van de provincie is bereikt;

  • -

    De voucher kan niet gecombineerd worden met andere vormen van vouchers of gemeentelijke subsidies (met uitzondering van loonkostensubsidies voor jongeren met een arbeidsbeperking);

  • -

    De middelen vanuit de Provincie worden als volgt verdeeld:

    • -

      50% van de middelen kunnen worden ingezet voor vouchers ten behoeve van de individuele gemeenten en UWV;

    • -

      40% van de middelen kunnen worden ingezet voor gezamenlijke projecten;

    • -

      10 % van de middelen kunnen worden ingezet voor mobiliteitsoplossingen.

       

Toelichting artikel 3

  • a.

    Denkrichting preventieve trajecten: 

    In het kader van preventieve trajecten kan de voucher onder andere in de volgende   situaties worden ingezet:

    • -

      Voor trajecten die voorkomen dat uitkeringsgerechtigden in de toekomst terugvallen in de bijstand of voorkomen dat zij in de toekomst bijstand moeten aanvragen door op te leiden via BOL of BBL of regulier onderwijs. Voorbeeld: Kanstraject (uitvallers op school terug begeleiden naar school, BBL, BOL of een baan).

       

  • b.

    Denkrichting ontwikkeltrajecten: 

    In het kader van ontwikkeltrajecten kan de voucher onder andere in de volgende   situaties worden ingezet:

    • -

      Voor een opleiding die ervoor zorgt dat iemand competenties en vaardigheden opdoet en daarmee aan de slag kan bij een werkgever, waaronder:

    • -

      Praktijkleren;

    • -

      (Interne) persoonlijke begeleiding op een werkontwikkelplek.

       

  • c.

    Denkrichting Werktrajecten: 

    In het kader van de werktrajecten kan de voucher onder andere in de volgende   situaties worden ingezet:

    • -

      Voor een jobcoach om ervoor te zorgen dat mensen die geplaatst worden ook de baan behouden. Doel is om ervoor te zorgen dat de persoon zijn plek vindt binnen het bedrijf;

    • -

      Voor een No riskpolis voor bepaalde doelgroepen;

    • -

      Voor leerwerktrajecten al dan niet met baangarantie;

    • -

      Voor loonkostensubsidie voor andere doelgroepen dan de BAB voor de inwerkperiode.  

       

  • d.

    Denkrichting Mobiliteitsoplossingen: 

    In het kader van de mobiliteitsoplossingen kan de voucher onder andere in de  volgende situaties worden ingezet:

    • -

      Alleen als er sprake is van baangarantie (er is op korte termijn zicht op een betaalde werkplek) of het kunnen behouden van werk (door de toekenning van de voucher kan de persoon aan het werk blijven).

    • -

      Er wordt gekozen voor de goedkoopst mogelijke adequate passende oplossing voor de persoon uit de doelgroep.

       

De voucher kan onder andere worden ingezet voor de kosten van:

  • -

    Een rijbewijs (b.v. voor een scooter, auto, tractor of heftruck);

  • -

    Een auto;

  • -

    Scooter;

  • -

    Electrische fiets;

  • -

    Gezamenlijk vervoer: bijvoorbeeld voor gezamenlijke opleidingen met einddatum.

     

  • e.

    Denkrichting projecten 

    In het kader van gezamenlijke projecten kan de voucher onder andere in de volgende  situaties worden ingezet:

    • -

      Gemeente of UWV overstijgende projecten, waarvoor iedere gemeente en het UWV kandidaten kan aandragen.

 

Naar boven