Beleidsplan openbaar groen

DOCUMENT 4: BELEIDSPLAN OPENBAAR GROEN VERSIE 2019

 

Dit document is een onderdeel van het Groeidocument Groen! De andere documenten die hierbij horen vindt u op onze website via de link www.terneuzen.nl/Inwoners_Terneuzen/Wonen/Groen

Inleiding

 

Het groenbeheerplan is sterk verouderd. Het dateert van 2004 en is in 2006 en 2008 op enkel punten aangepast. Na die tijd zijn er veel ontwikkelingen geweest die de beeldkwaliteit van het openbaar groen geen goed deden. Veel gebruikte chemische middelen tegen onkruid zijn in de tussentijd verboden en de recessie dwong ons tot bezuinigingen. Een update van het groenbeheerplan is dan ook niet voor zijn tijd. In het beheerplan van 2004 staat zowel beleid als beheer beschreven. Nu kiezen wij ervoor om op een andere manier te werken en een apart beleidsplan voor het openbaar groen te schrijven met daarnaast voor elke kern een apart groenbeheerplan. Al deze plannen nemen wij op in ons groeidocument Groen!

 

Waarde van openbaar groen

 

Het openbaar groen is een belangrijk thema binnen onze openbare ruimte. Het heeft een grote invloed op de totale beleving van de leefomgeving. De staat van het openbaar groen bepaald in grote mate de ruimtelijke kwaliteit. Op dit moment is de kwaliteit van ons openbaar groen aan de magere kant. In de jaren van recessie hebben wij veel bezuinigd op het gemeentelijk groen. Ook het verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen heeft gevolgen gehad voor onze groenvoorzieningen. Er is meer onkruid en minder beplanting aanwezig in de leefomgeving. Inwoners beoordelen de staat van ons groen met een zesje. Ze geven aan dat ze een betere uitstraling van het groen, meer kleurrijke beplantingen en hogere natuurwaarden in de directe leefomgeving willen. De onkruidgroei zorgt voor enige natuurwaarden maar niet op de manier zoals de meeste inwoners dat willen. Over het algemeen zullen we moeten leren om de (on)kruiden die om ons heen aanwezig zijn meer te waarderen. Dit zal voor (on)kruid in beplantingen makkelijker zijn dan op de verhardingen

 

In stedelijke gebieden is de groene ruimte vaak een schaars goed. In onze gemeente valt dat nog mee. Met circa 185 m2 openbaar groen per woning kunnen we best zeggen dat we een groene gemeente zijn. De moeilijkheid is om groen te blijven. Groen in de stad verdwijnt, bijvoorbeeld door nieuwe woningen, het verharden van pleinen met steen of het bouwen van bedrijventerreinen. Maar ook steeds meer mensen betegelen hun tuinen. Groen in de stad is heel belangrijk voor de klimaatbestendigheid van de stad en de leefbaarheid voor de inwoners. Het is tijd om het tij te keren en te zorgen voor kwalitatief goede vergroening.

 

De kansen voor het openbaar groen liggen in de positieve invloed die het heeft op de vele andere onderdelen van de samenleving. Een tijd lang was het openbaar groen er alleen voor sier. Nu is het besef gekomen dat groen een grote invloed kan hebben op zo veel andere onderdelen. We zien dat groen vaak een oplossing kan zijn voor vraagstukken die geen directe link lijken te hebben.

 

 

 

 

 

 

Uit onderzoek blijkt dat kwalitatief goed groen de volgende voordelen kan geven:

  • 1.

    Groen draagt bij aan een betere gezondheid en een hoger welzijn.

  • Vele onderzoeken hebben aangetoond dat de aanwezigheid van groen een positief effect heeft op de gezondheid van inwoners. Niet alleen de aanwezigheid maar ook de kwaliteit van het groen is hierbij van belang. In wijken waar de kwaliteit van het groen door onafhankelijke beoordelaars beter werd beoordeeld, voelden de bewoners zich duidelijk gezonder. Mensen die beter in hun vel zitten en minder last van stress hebben zijn niet alleen gezonder maar ook productiever.

  • Een aantrekkelijke buitenruimte nodigt meer uit om buiten te spelen en sporten. Hierdoor hebben kinderen in groene wijken 15% minder vaak last van overgewicht. In de gezondheidszorg wordt steeds meer de nadruk gelegd op preventie van ziekte. Een goede conditie is hierin een basis. Het groen in de leefomgeving speelt hierin een grote rol. Dit geldt het sterkst voor kansarme groepen. Het verhogen van de kwaliteit van het groen in gebieden waar de leefbaarheid onder druk staat kan zo dubbel resultaat opleveren.

  •  

  • 2.

    Groen draagt bij aan de sociale cohesie:

  • Kleinschalig buurtgroen zoals speeltuintjes, parkjes, groenstroken, buurt- en volkstuinen draagt bij aan de sociale cohesie in een wijk. Het zijn de ontmoetingsplaatsen in een wijk waar mensen met elkaar in contact komen. Contact leggen in een buurttuin is erg laagdrempelig en is de opstap naar het vormen van relaties in de buurt. Wijken waar bewoners meer contact met elkaar hebben, hebben vaak minder last van verloedering, overlast en criminaliteit. De bijdrage van groen aan de sociale cohesie neemt toe met de mate van verstedelijking van de buurt.

  •  

  • 3.

    Groen zorgt voor biodiversiteit

  • De biodiversiteit in onze kernen staat onder druk. De verstening van de leefomgeving is hier de hoofdoorzaak van. De inrichting van een kern is bepalend voor de soorten die er voorkomen. In stenige gebieden komen voornamelijk soorten als duiven, kraaiachtigen en meeuwen voor. Dit zijn soorten die zich aangepast hebben aan het leven in de stad. Het zijn opruimers die veelal leven van ons afval. Het zijn ook de soorten die als overlast gevend ervaren worden.

  •  

  •  

  • In groenere stedelijke gebieden komen vele malen meer kleine vogelsoorten voor. Vogels als mezen, mussen en merels worden juist gewaardeerd door inwoners. Deze vogels vragen om beplantingen die voedsel en schuilplaatsen bieden. Deze beplantingen trekken ook andere welkome diersoorten aan zoals vlinders, bijen en egels. Dit zijn diersoorten die niet als overlast gevend ervaren worden maar juist op enthousiasme kunnen rekenen van zowel kinderen als volwassenen.

  •  

  • 4.

    Groen vermindert de kans op wateroverlast

  • In stenige gebieden is er een steeds grotere kans op wateroverlast. Dit komt omdat we door de klimaatveranderingen steeds hoosbuien krijgen. Door verhardingen krijgt het water nauwelijks de kans om in de bodem te zakken. Hierdoor wordt het riool overbelast en kan wateroverlast ontstaan.

  •  

  • De beste aanpak om wateroverlast te voorkomen bestaat uit drie stappen: vasthouden, bergen en afvoeren. In groene gebieden kan water vrij in de bodem infiltreren. Beplanting kan het water opnemen en weer verdampen en het grondwater wordt aangevuld. Stedelijke gebieden zijn nu vooral ingericht op het afvoeren van water. Meer groen in het stedelijk gebied zorgt ervoor dat het water vastgehouden en geborgen wordt op de plaats waar het gevallen is. Het belast het riool minder.

  • 5.

    Groen vermindert hittestress

  • Door de klimaatverandering krijgen we ook steeds vaker te maken met hitte. Steen neemt veel warmte op en blijft ook langere tijd uitstralen. Hierdoor is het in een stenige omgeving ’s nachts soms wel 5 tot 10 graden warmer dan in een landelijke omgeving. Dit is niet alleen zo in steden maar ook in de kleinere dorpen. Een dergelijke temperatuurverhoging bedreigt de gezondheid van kwetsbare groepen als ouderen en kinderen. Daarnaast daalt de arbeidsproductiviteit tijdens warme perioden, zijn er negatieve gevolgen voor de infrastructuur en de waterkwaliteit.

  •  

  • Bomen struiken en ander groen helpen de temperatuur in de stad te verlagen door water te verdampen. Bomen geven schaduw. In de schaduw van bomen loopt de temperatuur zoals mensen die ervaren veel minder hoog op dan in de schaduw van een parasol of zonnescherm. Dit komt omdat er onder bomen een natuurlijke luchtstroom is. Net zoals steen warmte uitstraalt na een warme dag, straalt groen koelte uit.

  •  

  • 6.

    Groen verhoogt de waarde van huizen en kantoren

  • De huizenprijzen in een groene wijk liggen hoger dan de prijzen van vergelijkbare huizen in een wijk zonder groen. Uit diverse onderzoeken blijkt dat de waarde van onroerend goed tot 15% hoger kan liggen bij uitzicht op water en 10% bij uitzicht op groen. De aanleg van groen kan dus bijdragen aan het verhogen van de vastgoedwaarde.

  •  

  •  

  • 7.

    Groen trekt bedrijven

  • Groen verfraait de omgeving, kleedt gebouwen aan en verhoogt de aantrekkelijkheid van het gebied. Hierdoor ontstaat een beter vestigingsklimaat voor bedrijven. Met groene bedrijventerreinen ontstaat een werklandschap waar klanten graag naar toe komen. Bij een combinatie van een groene werk- en woonomgeving met voldoende voorzieningen zijn forensen ook eerder geneigd om zich dichterbij te vestigen.

We willen dat onze inwoners, ondernemers en bezoekers deze voordelen meer gaan ervaren. Daar gaan wij het volgende voor doen:

  • 1.

    De beeldkwaliteit van het openbaar groen stellen we vast op minimaal beeldkwaliteit C. Daarnaast streven we naar beeldkwaliteit B. Dit geeft voor veel inwoners een acceptabel beeld. In een wijk waar de leefbaarheid onder druk staat werken onze afdelingen samen om in te kunnen zetten op een hogere beeldkwaliteit. Hierin zoeken we de combinaties die elkaar versterken. Zo kunnen we hier een link leggen met het programma Gezond in de Stad (GIDS) en het initiatief ‘cluster leefbaarheid kernen’.

  •  

  •  

  • 2.

    In gebieden als de binnenstad van Terneuzen zien wij kansen om met vergroening van het gebied de sociale cohesie te vergroten. Projecten als het guerrillatuinieren en de voortuintjeswedstrijd in de wijk Lievenspolder en Triniteit zijn hier een voorbeeld in.

  •  

  •  

  • 3.

    Om de biodiversiteit in onze gemeente te verhogen planten we waar mogelijk en gewenst bloeiende beplantingen of bosplantsoen aan. Het assortiment van beplantingen breiden we uit. Voor de natuurlijke beplantingen zoals bosplantsoen en bloemrijk gras gebruiken we inheemse soorten die hier van nature voorkomen. Voor de kleinere plantvakken gebruiken we meer bloeiende vaste planten of sierheesters die we niet strak scheren maar uit laten groeien zodat ze in bloei komen.

  •  

  •  

  • Voor de biodiversiteit is het soms beter om juist geen beplantingen aan te brengen maar in te zetten op bloemrijk gras. Door onze (stikstof)rijke kleigronden is het realiseren van bloemrijk grasland moeilijk. Toch willen we doen wat we kunnen hiervoor. Met vegetatiebeheer verschralen we onze grotere graslanden zo veel als mogelijk. Hierdoor krijgen meer kruiden de kans om zich te vestigen. We willen proeven uitvoeren met het sinusmaaibeheer. Dit is een insectvriendelijke maaimethode voor bloemrijk gras.

  • 4.

    Bij de renovatie of ontwikkeling van nieuwe woonwijken houden we vanaf de planfase al rekening met natuurlijker groenbeheer. Snippergroen moeten we zien te voorkomen, we zetten in op grotere groenvoorzieningen waarin beplantingen volledig kunnen uitgroeien zonder dat ze overlast geven.

  •  

  •  

  • 5.

    In de toekomst willen we dat het regenwater zo veel mogelijk wordt vastgehouden in het groen (zie ook ons Water- en Rioleringsplan 2019-2023). Het gebruik van hoogteverschillen in het groen is zowel voor het zicht als voor wateropvang een pluspunt. Bij herinrichtingen houden we hier dan ook rekening mee. Daarnaast kiezen we op de plaatsen waar wateropvang tot de mogelijkheden behoort voor beplanting die daar geschikt voor is.

  •  

  •  

  • 6.

    Daar waar mogelijk maken we gebruik van groen om hittestress te verminderen. Zeker op plaatsen waar kwetsbare groepen verblijven. In stenige gebieden waar geen ruimte is voor de traditionele groenvoorzieningen kunnen dak- en gevelgroen een belangrijke rol spelen.

  •  

  • 7.

    We streven er naar om ons openbaar groen zodanig te onderhouden dat het een meerwaarde heeft voor de omgeving.

  •  

  • 8.

    Met als voorbeeld van ‘De Groene Koegors’ willen wij ons inzetten om meer bedrijventerreinen te vergroenen. Voor nieuwe bedrijventerreinen nemen we groen al mee in de planvorming. In de visie voor de Kanaalzone is hier al op ingezet.

  •  

  •  

  •  

  •  

  •  

  •  

  •  

  •  

Uitgangspunten

 

Naast dat wij willen dat inwoners de eerder genoemde voordelen meer gaan ervaren willen we de visie van het gemeentebestuur naar de praktijk vertalen. Hiervoor hebben wij de volgende uitgangspunten bij de uitvoering van het groenbeheer:

  •  

  • 1.

    We staan middenin de samenleving

  • Als groenbeheerders staan we letterlijk middenin de samenleving. We zijn aanwezig in de wijken en zijn daardoor een makkelijk aanspreekpunt. We weten wat er leeft omdat we vast in een wijk werken. We zoeken regelmatig het contact met onze inwoners. Hiervoor sluiten we jaarlijks aan bij de wijk- en kernraadvergaderingen.

  •  

  • 2.

    We werken servicegericht.

  • We zijn er voor onze inwoners. Vragen, opmerkingen of MOR-meldingen pakken we zo snel mogelijk op. De positieve reacties die we daardoor krijgen maakt het werk leuk.

  •  

  • 3.

    We brengen meer kleur in de openbare ruimte.

  • Iedereen wordt vrolijk van bloemen. Alleen om deze reden zouden we al meer bloeiende beplantingen toe moeten passen. Naast de sierwaarde voor de inwoners en bezoekers zijn de bloeiende en besdragende beplantingen belangrijk voor onder andere vogels, vlinders en insecten. Herfstverkleuringen brengen meer kleur in de periode dat er minder bloemen zijn.

  •  

  •  

  • 4.

    We bereiken meer door minder te doen.

  • Op plaatsen waar dat mogelijk is willen we extensiever beheer toepassen. Groenvoorzieningen van geschikte grootte willen we weer vaker aanplanten met bosplantsoen of bloeiende heesters die we niet klein houden. Dit komt niet alleen de werkdruk maar ook de biodiversiteit ten goede.

  •  

  • 5.

    We houden het werk aantrekkelijk.

  • Het versoberen van het openbaar groen heeft zijn tol geëist in de aantrekkelijkheid van het vak voor onze medewerkers. Zij willen hun kennis veel meer inzetten en een hogere kwaliteit leveren dan wat het werk nu toelaat. De groenvoorzieningen van vroeger bestonden uit veel verschillende sierbeplantingen met specialistische werkwijzen. Tegenwoordig beheren wij onze beplantingen zo veel mogelijk machinaal.

  •  

  • 6.

    We behouden variatie in het werk door zoveel mogelijk verschillende werkzaamheden in eigen beheer uit te voeren. Ook werken we team overstijgend. Zwaar werk of werk waar specialistisch materiaal voor nodig is besteden wij wel uit. We stimuleren medewerkers om zichzelf te blijven ontwikkelen. Het is ook een eigen verantwoordelijkheid van de medewerkers om gemotiveerd blijven. Eigen inzet om in een team een goede werksfeer en uitdaging te hebben is daarin belangrijk

  •  

  • 7.

    We verkennen de mogelijkheden voor een Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR).

    Eén beheerplan voor de hele openbare ruimte. Dat is waar we naartoe willen. Het op elkaar afstemmen van cycli is hierin nog een grote uitdaging maar het voordeel om werk met werk te kunnen maken en zodanig ook grondig aan te kunnen pakken is groot. Waar mogelijk combineren wij renovatiewerkzaamheden in het groen met de werkzaamheden aan riolering of wegen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wettelijke kaders

 

De Grondwet en de Wet natuurbescherming zijn onze wettelijke kaders voor het groenbeheer.Binnen het groenbeheer hebben wij te maken met twee vormen van de wettelijke zorgplicht.

De eerste is de zorgplicht met betrekking tot de veiligheid voor de leefomgeving (grondwet). Binnen dit kader controleren, snoeien en/of rooien wij onze bomen zodat het risico op schade voor de omgeving zo beperkt mogelijk is. Over onze boomcontroles leest u meer in het bomenbeleidsplan.

De tweede vorm van zorgplicht hebben wij ten opzichte van de bescherming en instandhouding van wilde planten en dieren (Wet natuurbescherming). Om aan deze zorgplicht te voldoen werken wij volgens gedragscodes.

Gedragscodes

Het onderhouden of rooien van groenvoorzieningen kan nadelige effecten hebben voor aanwezige planten en dieren. In het kader van de Wet natuurbescherming moeten wij aantoonbaar zorgvuldig te werk gaan om te voldoen aan onze zorgplicht. Hiervoor werken wij bij renovaties van groenvoorzieningen volgens de gedragscode Ruimtelijke Ontwikkeling en Inrichting van Stadswerk. Bij het onderhoud aan onze groenvoorzieningen werken wij volgens de Gedragscode Bestendig beheer en onderhoud groenvoorzieningen, eveneens van Stadswerk. Onze werkomschrijvingen voor het uitvoeren van onderhoud zijn aangepast op deze gedragscode. Ook van aannemers eisen wij dat zij werken volgens een goedgekeurde gedragscode. Op onze natuurwaardenkaart is te vinden waar welke soorten op welke plaatsen te verwachten of aangetroffen zijn. In de groenbeheerplannen nemen wij per kern een inventarisatie van belangrijke natuurwaarden op. Zo weten we waar het beheer aangepast moet worden.

 

Ontwerp

Groenstructuur

Waar mogelijk breiden we onze groenstructuren uit. Bomenstructuren die invalswegen begeleiden zijn in voorgaande jaren al aangeplant. Nu willen we aandacht besteden aan het groen wat vanuit de randen van de kern naar binnen toe sijpelt. Dit willen wij versterken. Waar wijken een nieuwe indeling krijgen zetten wij in op ruimte voor groen en water, Hierbij houden we er rekening mee dat we het meeste groen zo extensief mogelijk willen beheren. De grootte van de groenvoorzieningen moet hierop ingericht zijn. We hebben liever 1 groot plantvak dan 10 kleintjes. Ook willen we inzetten op groene routes door en tussen kernen. Dit maakt buiten bewegen aantrekkelijker.

In wijken waar na herinrichting minder woningen terugkomen is het vrij eenvoudig meer ruimte voor groen te creëren. Op plaatsen waar juist minder openbare ruimte terugkomt spreken we van functieverdichting. Functieverdichting vraagt vaak om creatieve oplossingen om toch alle benodigde functies in een ruimte te krijgen. We zoeken hier naar slimme combinaties zoals wateropvang in het groen waarin bomen aangeplant zijn om hittestress tegen te gaan en waar het ook nog eens prettig is om te spelen, sporten en ontmoeten. Niet alleen de traditionele groenvoorzieningen kunnen hiervoor zorgen maar ook groene gevels en daken dragen bij aan een groenere en prettigere leefomgeving.

 

 

 

Aanleg

De bodem is de basis!

De kwaliteit van beplantingen is zeer afhankelijk van de grond waar ze in geplant zijn. Voordat we planten onderzoeken we de kwaliteit van de grond. Dit is een investering die we doen voor aanplant maar waar we veel tijd en kosten in het beheer mee kunnen besparen. Door bij nieuwe aanplant met goede en schone grond te beginnen sparen we veel werk uit. Met grondverbetering bereiken we en goede waterdoorlatendheid en met de juiste meststoffen slaan beplantingen beter aan en is er minder kans op uitval en onkruidvorming.

 

Assortimentslijst beplantingen en zaadmengsels

We werken met beplantingen die tegen een stootje kunnen. Planten en zadenmengsels die hun geschiktheid bewezen hebben nemen wij op in onze assortimentslijst. Dit is een dynamische lijst die wij jaarlijks aanpassen.

In natuurlijke beplantingen als bosplantsoen gebruiken we bij voorkeur inheems en autochtoon plantmateriaal om een hoge natuurwaarde te bereiken.

In de meer stedelijke gebieden passen we meer opvallend bloeiende beplantingen toe. Om de invloed van ziekten en plagen te beperken en risico’s te spreiden willen we monoculturen voorkomen. De voorkeur gaat hierbij uit naar gevarieerde beplantingen met bij-, vlinder- en vogelvriendelijke soorten. Bij het inzaaien van gras voegen we daar waar dit kans van slagen heeft bloemzaad toe.

Technische eisen bij aanleg

Voor de aanleg van groenvoorzieningen is een aparte paragraaf in ons document technische omschrijvingen voor civiele werken opgenomen. Hierin staan die eisen die wij stellen aan aannemers bij de aanleg van groenvoorzieningen. Een update van deze technische omschrijvingen staat gepland voor najaar 2019. De technische eisen met betrekking tot groenvoorzieningen nemen wij hierna op in een apart document binnen het groeidocument Groen!

Procedure renovaties

Bij renovaties doorlopen wij de volgende stappen voordat wij tot uitvoering overgaan:

  • In de winterperiode geven wij in een bijeenkomst van de kern- of wijkraad aan welke renovaties wij in gedachte hebben voor het volgende jaar. Dit kunnen locaties zijn die inwoners in het jaar daarvoor aangedragen hebben. Geïnteresseerden kunnen dan aangeven of en hoe zij betrokken willen worden.

  • In de periode tot september werken wij, eventueel met participanten, de plannen uit. Interne afstemming met andere teams mag hierbij niet vergeten worden.

  • Omstreeks september communiceren wij met direct omwonenden wat de definitieve plannen zijn en wanneer wij de plannen denken uit te voeren. We wijzen inwoners via de gebruikelijke communicatiekanalen er op dat informatie over renovaties online beschikbaar is. Zo kan iedereen onze plannen zien. Zienswijzen kunnen tot 6 weken na de aankondiging ingediend worden.

  • Indien er een zienswijze ingediend wordt zoeken wij hiervoor met de belanghebbenden naar een zo breed als mogelijk gedragen oplossing. Hierbij zijn we ons ervan bewust dat we niet altijd iedereen 100% tevreden kunnen stellen

  • Wanneer geen zienswijzen ingediend zijn of er een compromis gevonden is plannen wij de werkzaamheden in.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Onderhoud

Wat hebben we in beheer?

In onze gemeente hebben we op dit moment ongeveer 4,2 km2 aan openbaar groen.

Dit is op te delen in:

1,6 km2 gazon

0,4 km2 beplantingen (heesters, (blok)hagen, vaste planten, rozen)

1.3 km2 extensief beheerd gras

0,9 km2 bos en bosplantsoen

 

Daarnaast beheren wij circa 27.000 bomen. Dit zijn onze geregistreerde bomen die wij vanuit onze zorgplicht controleren (zie ook het Bomenbeleidsplan). Het werkelijke aantal bomen ligt hoger. Dit komt omdat wij bomen in bosplantsoen en bos die niet langs paden staan niet meegeteld hebben. Deze bomen leveren geen gevaar op voor de omgeving.

 

Soorten beheer

De 2,2 km2 extensief beheerd gras en bos(plantsoen) vallen onder meer natuurlijk beheer. Het gras mag hier langer doorgroeien. Hier zijn noemen we alleen invasieve exoten onkruid. De inheemse kruiden die vanzelf opkomen zijn hier juist gewenst als voedselbron voor insecten.

De 2 km2 aan gazon en beplantingen beheren wij intensief. Dat wil zeggen dat we regelmatig maaien, snoeien en onkruid verwijderen.

 

Groenbeheerplan per kern

De 4,2 km2 aan openbaar groen is verdeeld over onze diverse kernen. Kernen met elk een eigen identiteit, kwaliteit, voorkeur en prioriteit. Met een algemeen beheerplan voor alle kernen denken we de wensen van de inwoners van de verschillende kernen niet voldoende in beeld te kunnen krijgen. We betrekken inwoners door voor elke kern een apart beheerplan op te stellen. Op die manier kunnen we de wensen van die kern beter inpassen in ons beheer. Terneuzen is misschien te groot om in één beheerplan te vatten. Wij zoeken hiervoor nog voor een goede verdeling in wijken of soorten gebieden.

Beeldkwaliteit

Wij meten de beeldkwaliteit van onze groenvoorzieningen volgens de normen en de beeldmeetlatten van het kennisplatform CROW.

Sinds november 2017 beheren wij de openbare ruimte chemievrij. In 2018 hebben wij de gevolgen hiervan gemonitord. Die leken beperkt te zijn. De extreem droge en hete zomer van 2018 en de residuen van de bestrijdingsmiddelen die nog niet volledig uitgewerkt waren hebben gezorgd voor een situatie waarin de groei van de beplanting achterbleef. We konden met het begrote budget beeldkwaliteit B behalen.

2018 was geen representatief jaar om cijfers voor de toekomst op te baseren. Dat blijkt uit de huidige situatie. Op moment van het schrijven van dit plan groeit het groen ons boven het hoofd. Met de huidige inzet kunnen wij niet continu de gewenste beeldkwaliteit B behalen. Het groeizame weer van 2019 staat garant voor een sterke onkruidgroei. Onkruid remmende effecten door resten van chemische middelen blijken uitgewerkt te zijn. Hierbij is het goed op te merken dat we dit jaar nog geen werkzaamheden niet uit konden voeren in verband met een te natte ondergrond door extreme regenval. Iets wat in andere jaren mogelijk niet ondenkbaar is.

Acceptatie

Ondanks dat wij nu al zien dat we niet continu beeldkwaliteit B behalen breiden we niet bij voorbaat ons benodigde budget uit. Gezien de huidige financiële toestand van de gemeente zien wij ons genoodzaakt om in te zetten op een hogere efficiëntie in onze werkwijzen, samenwerking met meerdere partijen en acceptatie van meer (on)kruid. Zoals al eerder genoemd is, is het de kunst om extensiever beheer er toch verzorgd uit te laten zien.

Werkwijzen

De manier waarop wij ons werk uitvoeren beschrijven wij in de werkomschrijvingen die als bijlage bij de groenbeheerplannen per kern gevoegd worden. Deze werkomschrijvingen zijn opgezet om voor zowel inwoners als medewerkers duidelijkheid te scheppen welke werkzaamheden we hoe vaak en in welke periode uitvoeren bij de verschillende beheergroepen. Ze zorgen er bij naleving voor dat wij voldoen aan de Wet natuurbescherming.

Eigen personeel

Wij werken als een van de weinige gemeenten met veel eigen personeel. We zien dat als voordeel. We houden onze kennis over ons groen en de omgeving in huis. Gemeenten die overgestapt zijn naar het grotendeels of volledig uitbesteden van het groenbeheer komen hier steeds meer van terug. Een van de redenen daarvan is dat eigen personeel gemotiveerder en meer betrokken is. Daarnaast is eigen personeel altijd beschikbaar. In piekperioden kan een aannemer niet altijd voldoen aan de vraag om mensen. 68% van het werk wordt uitgevoerd door eigen mensen. Daarnaast huren we voor 29% van het werk Dethon in. Slechts 3% van het werk besteden wij uit aan andere partijen. Hierbij gaat het voornamelijk om specialistische werkzaamheden of machines die wij niet zelf hebben.

Bedreigingen

Een van de grootste bedreigingen voor het groenbeheer zien wij in de beschikbaarheid van vakbekwaam personeel en inhuurkrachten. Wij voorzien de situatie dat wij in piekperioden niet voldoende mensen in kunnen zetten om de gewenste beeldkwaliteit te behalen. Vooralsnog huren wij ploegen van Dethon in om ons bij te staan. Hierbij zien wij dat Dethon moeite heeft om voldoende inhuurkracht te leveren, zeker in piekperioden. Bij onvoldoende inhuurmogelijkheden vanuit Dethon werken we volgens een raamcontract met externe aannemers.

 

Ziekten en plagen

Ziekten en plagen zijn van alle tijden. De laatste tijd is er een toename van met name exotische ziekteverwekkers. We merken dat ziekten en plagen een grote invloed kunnen hebben op onze beplantingen. Wij kunnen onze beplantingen helpen in de strijd tegen ziekten door ervoor te zorgen dat zij in voldoende conditie zijn. Een goede groeiplaats is hierin van essentieel belang.

 

We kunnen de effecten van ziekten en plagen verminderen door geen monoculturen aan te planten. De (be)handelwijze verschilt per ziekte en plaag. Soms moet er zo snel mogelijk ingegrepen worden, soms is niets doen juist de beste optie of is er nog geen ander optie bekend. Op momenten dat zich een nieuwe plaag ontwikkelt ontstaat er veelal vanuit de universiteit Wageningen (met participanten) een werkgroep die aan de slag gaat om behandelingen of andere handvatten te ontwikkelen. Dit kan een proces zijn van jaren. Wij doen zelf geen onderzoek maar werken soms mee aan proeven of pilots. Zo blijven we op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.

 

 

 

Participatie

 

Wij willen inwoners, ondernemers en verenigingen actief betrekken bij beheer van het openbaar groen. Alle inwoners in onze gemeente hebben een belang bij het groenbeheerplan. Het gaat namelijk over de directe leefomgeving van onze inwoners. Maar niet iedereen wil hierin meedenken of -werken. Daarom gaan wij op zoek naar de inwoners die dat wel willen. Partijen die we in elk geval willen betrekken zijn de dorps-, wijk- en stadsraden en de (natuur)verenigingen. Daarnaast zijn ook geïnteresseerde inwoners welkom om mee te doen in het participatieproces.

Kaders

Bij het opzetten van een groenbeheerplan voor een kern zijn er verschillende rollen. De gemeente geeft de kaders aan waarbinnen we samen met de inwoners die dat willen een groenbeheerplan opstellen. Dit zijn zowel wettelijke kaders vanuit de Wet natuurbescherming als beleidskaders afkomstig uit het groeidocument Groen! en financiële kaders. Het Basis Groenbeheerplan geeft de kaders en de benodigde inhoud om tot een goed plan te komen aan. Door de verschillende beheerplannen van kernen in een zelfde format te voegen blijft het voor onze medewerkers overzichtelijk.

Evaluatie

Jaarlijks evalueren wij tussen november en maart de groenbeheerplannen met de stakeholders. Zo blijven onze plannen actueel en houden we elkaar scherp.

Medewerkers

Deze vorm van participatie is een nieuwe manier van werken voor onze medewerkers. Wij stellen hen in staat om trainingen te volgen om zich hierin te ontwikkelen. Naast dat het nieuwe competenties vraagt van onze medewerkers, vraagt het ook tijd. Het is een extra taak voor de medewerkers van wijkcontacten en de uitvoerders groen.

 

 

 

 

 

 

Financiën

 

Voor onderhoud en renovatie van het openbaar groen is voor 2020 € 3.500.000 geraamd (afgerond). Hiermee beheren wij 4,2 km2 aan groenvoorzieningen. De beschikbare onderhoudsbudgetten zijn toereikend om de komende jaren aan onze zorgplichten te voldoen. Ze zijn echter niet toereikend om bij zeer groeizame of extreme weersomstandigheden te voldoen aan onze ambitie om het openbaar groen om continu beeldkwaliteit B te behalen. We blijven streven naar beeldkwaliteit B maar er bestaat een grote kans dat wij dit niet halen en/of dat we prioriteiten moeten stellen in het nastreven van onze ambities.

 

Communicatie

 

De aanwezigheid van groen is veelal geliefd maar soms ook niet. Er gaan vaak veel uiteenlopende emoties gepaard met het al dan niet verwijderen van beplantingen. Voor het rooien van bomen volgen wij de procedure zoals wij beschreven hebben in het bomenbeleidsplan.

In de jaarlijkse gesprekken met de wijk- en kernraden bespreken we waar we de kern het volgende jaar aandacht aan wil geven en waar wij een noodzaak tot aanpassing zien.

Het voornemen om beplantingen te vervangen of verwijderen communiceren wij tijdig per brief aan omwonenden en de wijk- of kernraad. Daarnaast plaatsen we de informatie op onze gemeentelijke website.

 

 

 

 

 

 

 

 

Duurzaamheid

 

Groen zou het gezicht van duurzaamheid moeten zijn maar toch is dat het niet. De slag die gemaakt is in het chemievrij beheer van de openbare ruimte is met de vele machines met bijbehorende uitstoot nog verre van duurzaam. Wij zien wel mogelijkheden om in de toekomst te verduurzamen door groenafval als biomassa aan te bieden en door te kiezen voor machines die minder uitstoot leveren. Op dit moment zijn de ontwikkeling daarin nog niet ver genoeg om te spreken van goede prijs/kwaliteit verhoudingen om te verduurzamen.

Een andere mogelijkheid is om binnen de natuurlijkere beplantingen het snoeihout vaker (op houtrillen) in de beplanting achter te laten in plaats van te versnipperen en afvoeren. Hierin vinden dieren als egels en insecten schuilplaatsen.

 

Vervolgstappen

 

We gaan per kern met inwoners om de tafel over wat zij belangrijk vinden voor het groen in hun kern. Per jaar stellen we circa 4 à 5 nieuwe groenbeheerplannen op zodat in 2022 elke kern zijn eigen groenbeheerplan heeft.

 

 

De gemeenteraad van Terneuzen,

 

griffier

burgemeester

 

J.H.P. (Joost) de Jong

J.A.H. (Jan) Lonink

 

Naar boven