Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp houdende regels omtrent de tijdelijke ondersteuning voor noodzakelijke kosten (Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) Leiderdorp)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp,

 

gelet op:

  • -

    titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikelen 3, 4, 11, 13, 15, 32, 33, 34 en 35 Participatiewet;

overwegende dat:

  • -

    het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een burger in aanmerking kan komen voor een tegemoetkoming Tijdelijke ondersteuning noodzakelijk kosten (TONK);

  • -

    het daarom wenselijk is voor dit doel aparte, tijdelijke, beleidsregels vast te stellen;

besluit vast te stellen de navolgende beleidsregels:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    wet : Participatiewet;

  • b.

    college : college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp;

  • c.

    inkomensterugval : een onvoorzienbare, onvermijdelijke en substantiële terugval in het inkomen als gevolg van de coronacrisis;

  • d.

    zelfstandig ondernemer: zelfstandige die voldoet aan de definitie in artikel 1b van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004.

Artikel 2 Doelgroep TONK

  • 1.

    Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor de aanvrager die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken heeft met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in zijn of haar inkomen van minstens 25 procent en die daardoor de woonlasten niet meer kan voldoen.

  • 2.

    Niet tot de doelgroepen behoren belanghebbenden die op grond van artikel 13, eerste lid van de participatiewet geen recht hebben op bijstand.

Artikel 3 Huishouden

  • 1.

    Om het huishoudinkomen te bepalen zijn de artikelen 3 en 4 van de Participatiewet van toepassing.

  • 2.

    Uitsluitend voor de toepassing van deze beleidsregels wordt de bijstandsnorm van een alleenstaande ouder gesteld op 90% van de bijstandsnorm voor een gezin.

Artikel 4 Beschikbare middelen

  • 1.

    Het huishoudinkomen wordt berekend op basis van het bepaalde in artikel 32 en 33 van de Participatiewet.

  • 2.

    Er is sprake van een partnertoets.

  • 3.

    Er wordt een beperkte vermogenstoets uitgevoerd. Hierbij worden de beschikbare geldmiddelen in aanmerking genomen. Beschikbare middelen zijn geldmiddelen waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken. Onder beschikbare geldmiddelen wordt verstaan:

    • a.

      contant geld;

    • b.

      geld op betaal- en spaarrekeningen;

    • c.

      cryptovaluta (zoals bitcoins);

    • d.

      de waarde van effecten (hierbij gaat het om beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot).

  • 4.

    Het betreft de beschikbare geldmiddelen van de aanvrager en de partner van de aanvrager.

  • 5.

    Bij het bepalen van de hoogte van het vermogen worden de vermogensgrenzen uit de Wet op de Huurtoeslag gehanteerd. De vermogensgrenzen zoals voor 2021 van kracht zijn:

    • a.

      € 31.340,- voor alleenstaanden/alleenstaande ouders;

    • b.

      € 62.680,- voor gehuwden/samenwonenden.

  • 6.

    Voor huishoudens met ten minste één zelfstandig ondernemer zijn geen vermogensgrenzen van toepassing.

Artikel 5 Draagkracht

  • 1.

    Alle inkomsten boven 150% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm worden als draagkracht aangemerkt.

  • 2.

    Alle middelen boven de in artikel 4, vijfde lid, genoemde bedragen wordt als draagkracht aangemerkt.

  • 3.

    Voor huishoudens met ten minste één zelfstandig ondernemer is artikel 5 tweede lid niet van toepassing. Voor huishoudens met ten minste één zelfstandig ondernemer worden zowel het privévermogen als het zakelijk vermogen niet als draagkracht aangemerkt.

Artikel 6 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten

  • 1.

    Het college kan een tegemoetkoming TONK verstrekken aan de aanvrager die te maken heeft met een inkomensterugval van ten minste 25 procent, waardoor de betaling van noodzakelijke kosten niet mogelijk is uit de beschikbare geldmiddelen.

  • 2.

    Er kan volstaan worden met een verklaring van de aanvrager dat de substantiële terugval in inkomen het gevolg is van de maatregelen in verband met het coronavirus (Covid-19);

  • 3.

    Het college verstrekt geen tegemoetkoming indien de aanvrager woonkostentoeslag ontvangt.

  • 4.

    Er bestaat geen recht op TONK wanneer een beroep kan worden gedaan op en voorliggende voorziening als bedoeld in artikel 15, Participatiewet. Indien er aanspraak gemaakt kan worden op huurtoeslag, wordt dit geacht toereikend te zijn.

  • 5.

    De ‘Beleidsregels bijzonder bijstand 2020’ van de gemeente Leiderdorp zijn niet van toepassing op de aanvragen TONK.

Artikel 7 Noodzakelijke kosten

De tegemoetkoming TONK kan betrekking hebben op de volgende voor de aanvrager noodzakelijke woonkosten:

  • 1.

    Basis woonkosten

    • a.

      kosten van huur;

    • b.

      kosten van de hypotheek voor de woning; waarbij in het geval van een variabele hypotheek de gemiddelde maandelijkse hypotheek over 2020 gehanteerd wordt;

    • c.

      Voor het bepalen van de door aanvrager te betalen woonlast betreffende huur of hypotheek wordt aangesloten bij de huurtoeslagwet en wordt een vast bedrag van €430,- per maand aan hypotheeklasten of huur gehanteerd als zijnde het bedrag dat voor rekening blijft van de huurder of woningeigenaar. Indien sprake is van eigendom van de woning, dan wordt forfaitair € 100,- in mindering gebracht op de tegemoetkoming TONK in verband met belastingteruggave voor betaalde rente.

  • 2.

    Extra noodzakelijke kosten

    • a.

      Voor extra noodzakelijke kosten waaronder de kosten van elektriciteit, gas, water, opstalverzekering, servicekosten voor de woning, gemeentelijke belastingen, auto en verzekeringen wordt een forfaitaire tegemoetkoming van € 200,- verstrekt;

    • b.

      Voor de extra noodzakelijke kosten wordt een tegemoetkoming verstrekt indien er daarvoor op basis van artikel 7, eerste lid recht is op een tegemoetkoming.

Artikel 8 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag kan worden ingediend tot 1 augustus 2021.

  • 2.

    TONK kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 januari 2021.

  • 3.

    Steekproefsgewijze controle kan plaatsvinden.

Artikel 9 Duur

De tegemoetkoming wordt verstrekt voor ten hoogste de periode van 1 januari tot 1 juli 2021.

Artikel 10 Maximale hoogte tegemoetkoming

De maximale tegemoetkoming op basis van deze beleidsregel bedraagt € 1000,- per maand per huishouden.

Artikel 11 Afzien opleggen verhuisverplichting

Het college legt aan de aanvrager die op basis van deze beleidsregel in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK, geen verhuisverplichting op.

Artikel 12 Drempelbedrag

Geen tegemoetkoming TONK wordt verstrekt voor zover de kosten waarvoor de tegemoetkoming wordt gevraagd, een bedrag van € 69,- over zes maanden niet te boven gaan.

Artikel 13 Uitbetaling

De uitbetaling vindt maandelijks plaats.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, één of meer bepalingen van deze beleidsregels buiten toepassing laten of daarvan afwijken.

Artikel 15 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1.

    De beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 2.

    De beleidsregels vervallen op 1 augustus 2021.

  • 3.

    De beleidsregels vervangen de beleidsregels met dezelfde naam zoals vastgesteld op 2 maart 2021.

Artikel 16 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) Leiderdorp.

 

Aldus vastgesteld op 28 april 2021

Het college van burgemeester en wethouders,

H. Romeijn

Gemeentesecretaris

L. Driessen

Burgemeester

Naar boven