Gemeenteblad van Amsterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2021, 142927 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2021, 142927 | Verordeningen |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent projectstimulering (Subsidieregeling Projectstimulering Herstel –en Investeringsplan (SP-HIP))
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze beschrijving wordt verstaan onder:
Economisch herstel- en investeringsplan: plan voor 2021 – 2024 zoals vastgesteld door het College op 25 november 2020 en behandeld in de commissie Financiën en Economische Zaken op 10 december 2020 opgesteld met het oog op de gevolgen van de Covid pandemie, met als pijlers versterken van de economische veerkracht en aanjagen van vernieuwing en werkgelegenheid in duurzame groeisectoren;
kennisinstelling: openbare instelling voor hoger onderwijs of een daaraan verbonden ziekenhuis gelijkwaardig aan een instelling respectievelijk academisch ziekenhuis of een onderzoeksorganisatie zonder winstoogmerk die activiteiten verricht met als doel de algemene wetenschappelijke en technische kennis uit te breiden;
penvoerder: de door de deelnemers aan het samenwerkingsverband gemachtigde rechtspersoon die namens het samenwerkingsverband het Projectvoorstel indient, het project inhoudelijk aanstuurt, de ontvangen betalingen verdeelt onder de deelnemers, de deelnemers informeert over de voortgang van het project en de administratieve relatie met het college gedurende de termijn van het project verzorgt; kan zijn een bedrijf, overheidsinstelling, lokale of regionale overheid, kennisinstelling, etc., met een juridische entiteit (geen individuele personen of zzp-ers);
project: één activiteit of een samenhangend geheel van activiteiten met een aanvangsdatum en vermoedelijke einddatum, die/dat als oogmerk heeft een bijdrage te leveren aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente Amsterdam inzake economische ontwikkeling en innovatie en waarvoor krachtens deze regeling subsidie wordt aangevraagd;
samenwerkingsverband: een afspraak tussen één of meerdere rechtspersonen - niet zijnde een als in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk wetboek bedoelde groep verbonden rechtspersonen - die betrekking heeft op de gezamenlijke uitvoering van een project zonder dat hiervoor een aparte rechtspersoon is opgericht;
Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 3 Doel subsidieregeling
Het doel van deze subsidieregeling is het stimuleren van de ontwikkeling van projectvoorstellen voor nationale en Europese innovatie –en stimuleringsprogramma’s die bijdragen aan de doelen van het Economisch Herstel –en Investeringsplan Amsterdam 2021-2024.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Het college kan een eenmalige subsidie van maximaal € 25.000,- verstrekken ten behoeve van het initiëren, voorbereiden, opstellen en indienen van een Projectvoorstel voor de nationale en Europese subsidieprogramma’s gericht op het vergroten van investeringen ten behoeve van het aanjagen van vernieuwing en werkgelegenheid in duurzame groeisectoren met een minimale gevraagde subsidiebijdrage van tenminste € 2.000.000.
Het college stelt voor de activiteiten die volgens deze subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komen jaarlijks het subsidieplafond vast. Het subsidieplafond voor 2021 bedraagt € 400.000,-.
Artikel 6 Rangschikking aanvragen, verdeelsleutel subsidieplafond
De beoordeling wordt bepaald door de gemiddelde score, waarbij de minimumscore die moet worden behaald om de aanvraag voor de subsidie in aanmerking te laten komen 70 is op een schaal van 100, en wordt bepaald op basis van de volgende 4 criteria:
In hoeverre draagt het Projectvoorstel bij aan de doelstellingen van het college binnen het Economisch Herstelplan 2021-2024: vernieuwing binnen ecosystemen rond thema’s die als maatschappelijke uitdagingen benoemd zijn, te weten circulaire economie, de energietransitie, schone en slimme mobiliteit, digitalisering en gezondheid, en de Innovatieagenda’s Amsterdam (max. 40 punten);
Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een penvoerder. Per kalenderjaar kan per penvoerder maximaal driemaal subsidie worden aangevraagd op grond van deze regeling.
Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 12 Aanvullende verplichtingen
Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:
de subsidieontvanger stuurt het eindresultaat (het uiteindelijke definitief ingediende Projectvoorstel voor een Nederlandse of Europese subsidieregeling (niet zijnde een regeling van de gemeente Amsterdam) naar de gemeente Amsterdam binnen 1 week nadat het Projectvoorstel is ingediend, inclusief een bewijs van indiening;
Aldus vastgesteld in de vergadering van 20 april 2021.
De burgemeester
Femke Halsema
De gemeentesecretaris
Peter Teesink
Op 25 november 2020 heeft het college ingestemd met het Economisch herstel- en investeringsplan 2021-2024 als nadere uitwerking van de € 10 miljoen. Zie: https://amsterdam.raadsinformatie.nl/Economisch herstel- en investeringsplan
De impact van de COVID pandemie op de Amsterdamse economie is buitengewoon groot. Op dit moment is het alle hands aan dek om de economische schok op te vangen. De belangrijkste aanknopingspunten voor herstel liggen in het versnellen en (in de tijd) naar voren halen van investeringen die ten doel hebben de economische structuur in brede zin te versterken. Het college heeft hiervoor een economische investeringsruimte van € 21 miljoen beschikbaar gesteld.
Dit investeringsplan heeft als doel het versterken van de economische veerkracht van de stad, het aanjagen van vernieuwing in duurzame groeisectoren en het vergroten van waardevolle werkgelegenheid. Daarmee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het duurzaam economisch herstel. Dit wordt ingezet via 2 lijnen:
In het kader van dit economisch herstel- en investeringsplan kan de gemeente verder gebruik maken van diverse aanvullende landelijke en Europese budgetten die in reactie op de COVID-crisis zijn vrijgemaakt. Dit stimuleringsinstrument draagt bij aan deze doelstelling door de huidige inzet op deze aanvullende financieringsopties maximaal en meervoudig op te schalen.
Onder punt 1 Transitie naar een nieuwe economie is besloten om 1 miljoen te reserveren voor investeringen in duurzame groeimarkten. Het is meer dan ooit nodig om vernieuwende ideeën en projecten te combineren en optimaliseren, en meer samen te werken om tot projecten met impact voor de economie te komen. Het MKB heeft de tijd en middelen vaak niet om deel te nemen aan projecten, een businessplan te schrijven of partners te zoeken. Met deze regeling bieden we ondersteuning door professionalisering van projecten, en advies over funding strategies en de inzet van Amsterdamse (MRA) consortia van bedrijven, wetenschappers en maatschappelijke partners als cofinanciering voor nationale en Europese subsidieprogramma’s. Uitgangspunt daarbij is een versnelling en vergroting van de inzet op externe middelen. Niet alleen voor de projecten van de gemeente zelf, maar ook door consortia van bedrijven en kennisinstellingen aan te moedigen en te mobiliseren om goede projectvoorstellen met grote impact te ontwikkelen op onze prioritaire doelstellingen.
Er zijn twee argumenten om juist nu op de aanvullende externe programma’s in te zetten:
Met de regeling kan er meer (meer aanvragen) en effectiever (betere coördinatie en sturing) worden ingezet op benutting van de bestaande en nieuwe fondsen en regelingen, zowel op EU- als nationaal niveau.
Artikel 3 Doel subsidieregeling
Het doel van de Subsidieregeling Projectstimulering volgt direct uit het Economische Herstel –en Investeringsplan van Amsterdam, onderdeel versterking duurzame groeimarkten. Met de regeling worden samenwerkingsverbanden gestimuleerd om in bepaalde (groei-)sectoren projectaanvragen te ontwikkelen en deze voor nationale en/of Europese subsidieprogramma’s in te dienen. De subsidie ten behoeve van het opstellen van een projectvoorstel is bedoeld om overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen uit te dagen hun kennis en ervaring in te zetten bij aanvraagtrajecten die anders niet van de grond zouden komen.
Hiermee worden gemeenten, bedrijven en kennisinstellingen gemobiliseerd om samen te werken en gezamenlijk vernieuwende activiteiten te ontwikkelen die nu (nog) niet van de grond komen door de covid-crisis. Dit sluit aan bij de genoemde beleidsterreinen van de ASA2013, art. 2 lid 1. Hoewel de thema’s en sectoren breed geformuleerd zijn, wordt bij de beoordeling vooral gekeken naar toegevoegde waarde van het project voor de sector, en of er daadwerkelijk een vernieuwende impuls of versnelling wordt geïnitieerd, wat op korte termijn (2-4 jaar) kan leiden tot een verbeterd verdienvermogen van bedrijven of kennisinstellingen binnen de sector wat zich verder op termijn vertaalt in behoud van of nieuwe banen. Door in te zetten op de multiplier via grotere nationale of Europese subsidieprogramma’s landen er meer financiële middelen in de MRA en worden nieuwe samenwerkingsmodellen bevorderd.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Op grond van ASA 2013 art. 3 lid 2 kunnen nadere regels worden vastgesteld waaronder de subsidie kan worden verleend voor projectactiviteiten. Hier worden nadere regels aangegeven voor welke specifieke activiteiten de projectstimuleringsregeling is bedoeld, namelijk ten behoeve van het initiëren, voorbereiden, opstellen en indienen van een Projectvoorstel voor nationale en Europese subsidieprogramma’s, onder de in art. 11 genoemde voorwaarden.
Artikel 6 Rangschikking aanvragen
Er wordt een toetsingscommissie samengesteld die het college adviseert over honorering van de subsidieaanvragen. Deze toetsingscommissie bestaat uit 4 personen en is als volgt samengesteld:
De toetsingscommissie komt zo vaak bij elkaar als nodig is, maar in ieder geval 1x per maand. De Commissie beslist bij consensus. De Commissie kan nadere vragen stellen over de ingediende aanvraag. De Commissie kan adviseren een lager bedrag toe te kennen dan gevraagd.
Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een penvoerder. Per jaar kan per penvoerder maximaal drie maal subsidie worden aangevraagd op grond van deze regeling. Hiermee wordt een evenwichtige verdeling van de beschikbare middelen over de sectoren nagestreefd, en wordt voorkomen dat een bepaalde organisatie of bedrijf uit 1 sector beslag legt op alle middelen. Om toch enige flexibiliteit te behouden is het budget niet opgeknipt in een deelbudget per sector.
Het is van belang dat een penvoerder indient, als hoofdcontact en leidende organisatie van een beoogd samenwerkingsverband.
Artikel 8 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
Aan art. 5 lid 2 a, b en c van de ASA 20213 wordt geacht te zijn voldaan als de aanvrager het Formulier (incl. bijlagen) van de SP-HIP correct en volledig heeft ingediend. Het schriftelijk bewijs van contact met de voorlichtende instantie kan ook digitaal worden verstrekt. Art. 5 lid 2, d en e blijven van toepassing. In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij de subsidieaanvraag nog enkele aanvullende gegevens gevraagd om te voorkomen dat de subsidieaanvraag met terugwerkende kracht wordt ingediend, waardoor er geen sprake meer is van stimulering van nieuwe activiteiten. Tevens geeft de vraag over inzet van interne dan wel externe deskundigheid informatie over nut en noodzaak van externe kennis inhuur voor eventuele vervolgtrajecten.
Artikel 9 Aanvraagtermijn eenmalige subsidies
In afwijking van artikel 6 van de ASA 2013 wordt een subsidieaanvraag voor een subsidie vóór 31 december 2022 ingediend bij het college/algemeen bestuur, omdat het specifiek middelen uit het Herstel –en Investeringsplan betreft, die tenslotte bedoeld zijn om snel na de crisis ondersteuning te bieden aan getroffen sectoren met groeipotentie.
In aanvulling op artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013 weigert het college/algemeen bestuur een subsidie te verlenen onder bepaalde voorwaarden.
Onder lid 1, sub a wordt duidelijk dat er een minimum bedrag aan subsidie moet worden aangevraagd, zodat ook echt strategische projecten met voldoende impact worden ingediend. Soms kunnen dit kleinere projecten zijn van omvang, die echter toch een grote impact kunnen hebben en structuurversterkend kunnen werken voor een groeisector. De toetsingscommissie kan hiervoor kiezen maar moet dit dan wel motiveren (lid 2) .
Lid 1, sub b is bedoeld om zorg te dragen dat van de subsidiemiddelen die ter beschikking worden gesteld bij honorering een minimaal percentage ook daadwerkelijk ten goede komt aan bedrijven en kennisinstellingen uit de MRA, omdat daar activiteiten plaatsvinden en kosten worden gemaakt.
Met lid 1, sub c wordt een MRA-brede samenwerking bevorderd die bijdraagt aan het groei –en innovatievermogen van de sector, en ook het MKB als doelgroep meeneemt die veel te lijden heeft onder de covid-crisis.
Met lid 1, sub d wordt aangesloten op die sectoren in het Herstel –en Investeringsplan waar veel spin-off en dynamiek c.q. groeivermogen te verwachten is
Met lid 1, sub e wordt voorkomen dat dezelfde activiteiten dubbel worden gesubsidieerd.
Artikel 12 Aanvullende verplichtingen
Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie een aantal verplichtingen verbonden, die verband houden met de procedures van de verschillende nationale –en EU subsidieprogramma’s. 12 maanden indieningstijd is gekozen omdat grotere aanvragen vaak een aanzienlijke voorbereidingstijd kosten. Het uiteindelijk ingediende projectvoorstel is voor de gemeente Amsterdam van belang om inzicht te krijgen in de voorgenomen activiteiten en eventueel af te stemmen met eigen beleid. Uiteraard blijven de ingediende voorstellen geheim en zullen niet extern worden verspreid.
Het bewijs van indiening is van belang om zeker te zijn dat de Projectaanvraag ook daadwerkelijk is ingediend en kans maakt op subsidie.
Indien het Projectvoorstel wordt gehonoreerd moet dit worden gemeld om het resultaat van het stimuleringsprogramma vast te kunnen stellen na afloop van de looptijd van de SP-HIP (31 december 2022). De subsidieregelingen van de gemeente Amsterdam zijn uitgesloten van de nationale subsidieprogramma’s waarvoor een Projectvoorstel kan worden ingediend, omdat deze middelen al ten goede komen aan de MRA.
Artikel 13 Aanvraag tot vaststelling en verantwoording van de subsidie
In aanvulling op artikel 14, tweede lid, van de ASA 2013 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling tevens het in art. 12, lid a genoemde definitief ingediende Projectvoorstel incl. bewijs van indiening. Hiermee is voldoende aangetoond dat de activiteit is uitgevoerd en is verder geen aanvullende rapportage nodig. Hiermee wordt de administratieve last van de aanvrager beperkt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-142927.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.