Gemeenteblad van Drimmelen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drimmelen | Gemeenteblad 2021, 141479 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drimmelen | Gemeenteblad 2021, 141479 | Verordeningen |
Besluit van de raad van de gemeente Drimmelen tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Drimmelen 2021 (ASV Drimmelen 2021)
De raad van de gemeente Drimmelen,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 maart 2021,
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht,
overwegende dat de huidige subsidieverordening verouderd is en dat vereenvoudiging en herziening van de verordening wenselijk is,
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
De-minimissteun: steun die wordt verstrekt op basis van Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352/1); Verordening (EU) nr. 2019/316 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 51 I/1); Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PbEU L 190/45), of Verordening (EU) 2018/1923 van de Commissie van 7 december 2018 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (PbEU L 313/2).
Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellings-verordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 of 109 van het Verdrag heeft vastgesteld, waaronder de Algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 2017/1084 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 156/1); de Landbouw vrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 193/1); en de Visserij vrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 369/37).
Artikel 2 Reikwijdte verordening
Deze verordening is van toepassing op de verlening van subsidies door het college, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen, subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid van de wet (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is) en subsidies op de volgende beleidsterreinen:
Subsidie wordt alleen aanvullend op eigen middelen van de aanvrager verstrekt. In beginsel wordt geen volledige subsidie (voor 100% van de kosten) of nagenoeg volledige subsidie toegekend. Alleen indien omstandigheden zich voordoen waarin een eigen bijdrage van deelnemers voor diensten en/of activiteiten niet redelijk is, zal het college beoordelen of volledige subsidiëring kan plaatsvinden.
Het college kan bij nadere regelingen (subsidieregeling) vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.
Artikel 6 Weigering- en terugvorderingsgronden
Indien een meerjarige subsidie is verleend, behoudt het college de bevoegdheid om tot een tussentijdse vermindering van de subsidie over te gaan onder gelijktijdige aanpassing van de inhoudelijke subsidieafspraken. Van deze bevoegdheid wordt alleen gebruik gemaakt indien de budgettaire positie van de gemeente daartoe aanleiding geeft.
Hoofdstuk 2 De subsidieaanvraag
Als soorten van structurele en incidentele subsidies worden onderscheiden:
Waarderingssubsidie: Een subsidie voor een activiteit of activiteiten die wordt verstrekt om de waardering van de gemeente voor het ondernemen daarvan tot uitdrukking te brengen, zonder dat hieronder een directe bekostigingsgrondslag wordt gelegd of verantwoording over de besteding van de subsidiegelden wordt vereist;
Beleidsgestuurde Contractfinanciering (BCF) subsidie: Een subsidie die wordt verleend aan een professionele (welzijns)organisatie waarmee specifieke afspraken worden gemaakt over de door de organisatie te leveren producten en/of diensten, bijkomende specifieke kosten en resultaatverwachtingen, welke afspraken worden vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst en waarover jaarlijks verantwoording wordt afgelegd.
Voor zover dit niet is bepaald bij subsidieregeling of is vastgelegd in de nadere subsidieregelingen, wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie verantwoordt.
Artikel 14 Algemene verplichtingen van subsidieontvangers
Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat direct, doch uiterlijk binnen vier weken onder opgave van redenen, schriftelijk aan het college.
Artikel 15 Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen
Bij subsidies hoger dan € 50.000, verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichtte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd.
Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kunnen aan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de wet worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie. In de toelichting bij de subsidieregeling wordt uiteengezet waarom daartoe wordt overgegaan.
Bij subsidieregeling kunnen verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie aan de subsidie worden verbonden, voor zover deze verplichtingen betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht. In de toelichting bij de subsidieregeling wordt uiteengezet waarom daartoe wordt overgegaan.
Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor aan het college een vergoeding verschuldigd is als zich een gebeurtenis voordoet als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de wet. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.
Artikel 17 Wijze van verstrekking en eindverantwoording subsidies tot en met € 5.000
Als bij verleningsbeschikking de subsidieaanvrager wordt verplicht om op de daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen, vindt de vaststelling plaats binnen vier weken nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt.
Artikel 20 Subsidievaststelling subsidies van meer dan € 5.000
Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip bedoeld in de artikelen 18, eerste lid en 19, eerste lid is ingediend, kan het college de subsidieontvanger op verzoek van de ontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Als de aanvraag niet binnen deze termijn wordt ingediend, kan het college overgaan tot ambtshalve vaststelling.
Hoofdstuk 3 Overige en slotbepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende van het bepaalde in deze verordening afwijken, indien toepassing van de betreffende verordening tot onbillijkheden van overwegende aard zal leiden.
Artikel 23 Gemeenschappelijke regelingen
Deze verordening is niet van toepassing op activiteiten van organisaties ingesteld bij Wet gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente Drimmelen deelneemt.
Deze verordening is daarentegen wel van toepassing op de activiteiten van de betreffende organisaties die de gemeente bereid is te bekostigen, maar waartoe zij niet verplicht is op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Bij de inwerkingtreding van deze “Algemene subsidieverordening Drimmelen 2021” komt de “Algemene subsidieverordening Drimmelen 2017” te vervallen, met dien verstande dat de laatstgenoemde verordening van toepassing blijft op de subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend en/of vastgesteld.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-141479.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.