Gemeenteblad van Lopik
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lopik | Gemeenteblad 2021, 137402 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lopik | Gemeenteblad 2021, 137402 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lopik houdende regels omtrent jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning (Verordening jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2021)
De raad van de gemeente Lopik;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 maart 2021;
gelet op, de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, derde lid van de Jeugdwet, de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste tot en met vierde lid en zesde lid, 2.1.4a eerste, tweede vijfde en zesde lid, 2.1.4b tweede lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, vierde lid, 2.6.6, eerste lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en de artikelen 3.8, tweede lid en 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
de ‘Verordening jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2021’ vast te stellen.
HOOFDSTUK 2 VAN MELDING TOT BESLISSING
Artikel 2.3 Onderzoek en identificatie
Het college kan, in overleg met de cliënt besluiten het onderzoek, bedoeld als in het eerste lid, geheel of gedeeltelijk achterwege laten, als het college op basis van voorafgaand dossieronderzoek en bekendheid met de cliënt en zijn actuele situatie, over voldoende inzicht beschikt in de ondersteuningsbehoefte.
HOOFDSTUK 4 MAATWERKVOORZIENINGEN
Artikel 4.1 Beschikbare maatwerkvoorzieningen jeugdhulp
Het college stelt de volgende maatwerkvoorzieningen jeugdhulp beschikbaar:
ambulante hulp, dagbehandeling, pleegzorg, geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen (jeugd-ggz) niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen of gedragsproblemen van de jeugdige of opvoedingsproblemen;
Artikel 4.2 Beschikbare maatwerkvoorzieningen WMO (wet maatschappelijke ondersteuning)
Het college stelt de volgende maatwerkvoorzieningen WMO:
Artikel 4.3 Algemene criteria maatwerkvoorzieningen
Een cliënt met psychische of psychosociale problemen en een cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 2.3 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Artikel 4.4 Maatwerkvoorziening Woonvoorzieningen
Geen woonvoorziening wordt verstrekt:
voor zover het voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten betreft, trapliften, hellingbanen, het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, het aanbrengen van een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschappelijke ruimte, Aanbrengen van drempelhulpen en vlonders mits de voorziening als algemeen gebruikelijk beschouwd kan worden;
Wanneer de cliënt in een Wlz-instelling woont kan één woning waar hij regelmatig op bezoek komt (bijvoorbeeld van ouders) bezoekbaar gemaakt worden. Bezoekbaar houdt in dat de cliënt toegang tot de woning, één verblijfsruimte (bijvoorbeeld de woonkamer) en het toilet heeft. Er worden geen aanpassingen vergoed om logeren mogelijk te maken.
HOOFDSTUK 6 PERSOONSGEBONDEN BUDGET
Artikel 6.1 Persoonsgebonden budget
Onverlet het bepaalde in het vorige lid wordt een vertegenwoordiger alleen geacht de aan het pgb verbonden taken op verantwoorde wijze te kunnen uitvoeren indien:
hij niet tevens uitvoerder is van de ondersteuning die met het pgb wordt ingekocht of geen financiële relatie heeft met de uitvoerder van de ondersteuning, tenzij dit gezien de situatie van de cliënt, de aard van de ingekochte ondersteuning en de waarborgen waarmee een verantwoorde besteding en verantwoording van het pgb is omgeven, naar het oordeel van het college passend wordt bevonden;
Het college kan via een onafhankelijke en daartoe deskundige derde laten toetsen of de persoon of organisatie verantwoorde dienstverlening kan leveren. De aanvraag voor een pgb kan worden geweigerd indien dit advies uitwijst dat de kwaliteit van de dienstverlening niet of onvoldoende gewaarborgd is.
Uitbetaling van een pgb voor ondersteuning of jeugdhulp vindt op basis van zorgovereenkomsten of op declaratiebasis, plaats door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Uitbetaling van een pgb voor een (vervoer)hulpmiddel of een woningaanpassing vindt plaats door het college, op basis van leveranciersfacturen.
Artikel 6.2 Hoogte persoonsgebonden budget.
wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering.
een hulpmiddel, vervoersvoorziening, of woonvoorziening wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de voorziening indien deze in natura zou zijn verstrekt. Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering;
een hulp uit het sociaal netwerk als bedoeld in artikel 2 van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 kan voor op onverplichte basis verleende maatschappelijke ondersteuning een tegemoetkoming per kalendermaand worden betaald, voor zover van toepassing aangevuld met een tegemoetkoming voor schoonmaakmiddelen, levensmiddelen, kleding of reiskosten ten behoeve van de hulp overeenkomstig de door het college daarvoor vastgestelde bedragen.
HOOFDSTUK 7 VERPLICHTINGEN, HERZIENING, INTREKKING EN TERUGVORDERING
Het college onderzoekt, al dan niet steekproefsgewijs, of de verstrekte voorzieningen worden gebruikt of besteed ten behoeve van het doel waarvoor ze verstrekt zijn.
Artikel 7.3 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening en intrekking
Onverminderd artikel 8.1.2 van de Jeugdwet en artikel 2.3.8 van de Wmo 2015 doet een cliënt op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing tot verstrekking van een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget.
HOOFDSTUK 10 KLACHTEN, MEDEZEGGENSCHAP EN INSPRAAK
Het college stelt een regeling vast voor de afhandeling van klachten van cliënten die betrekking hebben de wijze van afhandeling van meldingen, verzoeken en aanvragen als bedoeld in de Jeugdwet, de Wmo 2015 en deze verordening en beleidsregels.
Artikel 10.4 Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp. Het college kiest die vorm van inspraak die past bij het onderwerp en bij de groep die het treft. Uit de op artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend worden gevolgd.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Artikel 11.1 Waardering mantelzorgers
Het college bepaalt bij nadere regeling waaruit de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat en onder welke voorwaarden deze kan worden verkregen.
Artikel 11.2 Tegemoetkoming meerkosten
Het college kan in overeenstemming met het beleidsplan op aanvraag aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, een tegemoetkoming verstrekken ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.
Artikel 12.1 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen van deze verordening, als toepassing van deze verordening naar het oordeel van het college tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-137402.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.