Gemeenteblad van Duiven
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Duiven | Gemeenteblad 2021, 135762 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Duiven | Gemeenteblad 2021, 135762 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Duiven houdende regels omtrent het protocol voor mogelijke integriteitsschendingen door politieke ambtsdragers (Protocol voor mogelijke integriteitsschendingen door politieke ambtsdragers gemeente Duiven 2020)
Gedragscodes kunnen eigenlijk niet zonder een protocol waarin beschreven staat wat er moet gebeuren als sprake is van [vermeende] integriteitsschendingen. Daarbij wordt meteen aangetekend dat soms gedrag van politieke ambtsdragers1 vraagtekens oproepen maar dat dan niet meteen de conclusie getrokken kan of moet worden dat er sprake is van een dusdanig ernstige integriteitsschending dat procedureel "alles uit de kast gehaald moet worden" om bepaald gedrag aan te pakken. Een melding moet altijd serieus genomen worden. Het protocol wijst nadrukkelijk de burgemeester aan als spil in het handelen op grond van een melding in verband met [vermeende] integriteitsschending. Soms is een goed gesprek met de "hoeder van de integriteit" in de raad en het college, de burgemeester, voldoende. Ondersteuning kan daarbij komen van de griffie [bij raadsleden of fractieassistenten] of de gemeentesecretaris [bij leden van het college].
Dit protocol moet mede worden bezien in het kader van artikel 170, tweede lid, van de Gemeentewet. Hierin ligt de zorgplicht vast van de burgemeester ten aanzien van het bevorderen van de bestuurlijke integriteit binnen de gemeente. Indien collega bestuurders, ambtenaren, organisaties, bedrijven of burgers een redelijk vermoeden hebben van schending van bestuurlijke integriteit door een raadslid, fractieassistent of een wethouder van de gemeente Duiven kunnen zij een melding doen bij de burgemeester van de gemeente Duiven.
Externe integriteitsdeskundige:
Deskundige die door de burgemeester kan worden ingehuurd om advies te geven over integriteitsvraagstukken en die kan dienen als klankbord voor raad, college en individuele leden van deze organen. Deze deskundige is het Steunpunt Integriteitson-derzoek Politieke Ambtsdragers, dat door de minister van Binnenlandse Zaken per 1 januari 2015 in het leven is geroepen. Dit steunpunt is onderdeel van Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel [CAOP].
Leden van raad en college zoeken, alvorens een melding over een raadslid, fractieassistent of een wethouder in te dienen, actief een klankbord op als zij geconfronteerd worden met integriteitsvraagstukken. Dit klankbord kan men vinden bij de burgemeester, de griffier, de gemeentesecretaris of de externe integriteitsdeskundige.
Vraagstukken over de uitleg en de strekking van de bepalingen van de Gedragscode worden voorgelegd aan en besproken in het Seniorenconvent.
Een mogelijke integriteitsschending door een raadslid, fractieassistent of een wethouder kan gesignaleerd worden door collega-bestuurders, ambtenaren, organisaties, bedrijven of burgers, die hier melding van kunnen doen bij de burgemeester. Een melding hoeft niet noodzakelijkerwijs te gaan over een vaststaand feit. Er kan ook sprake zijn van een vermoeden. Indien de persoon in kwestie een melding doet, moet het echter wel om een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden gaan, gebaseerd op eigen kennis of eigen waarneming. Alleen dan worden de meldingen door de burgemeester in behandeling genomen.
Een melder kan aangeven anoniem te willen blijven. Raads- en collegeleden zijn niet wettelijk verplicht om een integriteitsschending door een raadslid, fractieassistent of een wethouder te melden. Op grond van artikel 162 van het Wetboek van Strafvordering zijn leden van de gemeenteraad, leden van het college en ambtenaren alleen verplicht om [bij de politie] aangifte te doen van [ambts]misdrijven. Bij twijfel of sprake is van een integriteitsschending of van een ambts[misdrijf] kan een raads- of collegelid in een vertrouwelijk gesprek advies inwinnen bij de burgemeester, de griffier, de gemeentesecretaris of de externe integriteitsdeskun-dige.
Integriteitmeldingen worden gedaan bij de burgemeester. Hij/zij is het [vertrouwelijke] meld-punt voor alle signalen van mogelijke]integriteitsschendingen door raadsleden of wethouders. De burgemeester bevestigt schriftelijk de ontvangst van het signaal aan de melder. De burgemeester houdt na een melding strakke regie op het administratieve proces en zorgt in alle fases voor verslaglegging. De burgemeester laat zich hierin bijstaan door de griffier en/of gemeentesecretaris en/of de extern integriteitsdeskundige.
Artikel 6 Duiding en beoordeling melding
Beoordeling integriteitsmeldingen.
De burgemeester bespreekt integriteitsmeldingen over een raadslid, fractieassistent of een wethouder met de griffier en/of gemeentesecretaris en/of de externe integriteitsdeskundige. Daar worden de meldingen gewogen en beoordeeld. De melder wordt te zijner tijd door de burgemeester geïnformeerd over het resultaat van de beoordeling. Een integriteitsmelding wordt getoetst op:
De beoordeling kan leiden tot de volgende conclusies:
Er is een redelijk vermoeden van een strafbaar feit.
Indien er [tevens] een redelijk vermoeden van een strafbaar feit bestaat, dient door de burgemeester aangifte te worden gedaan bij bet Openbaar Ministerie. Na overleg met de Officier van Justitie worden alle beschikbare gegevens door de burgemeester ter beschikking gesteld aan Justitie. Na aangifte bepaalt de Officier van Justitie of nader onderzoek nodig is. Overheden mogen de resultaten van het onderzoek na verkrijging van de Officier van Justitie, gebruiken om het eigen onderzoek af te ronden. Een bestuursrechtelijk en strafrechtelijk onderzoek sluiten elkaar niet uit. Wel moet zoveel mogelijk voorkomen worden dat de onderzoekers onnodig in elkaars vaarwater komen of dat betrokkenen dubbel belast worden. Aan bet strafrechtelijk onderzoek wordt veelal voorrang gegeven.
Er is een feitenonderzoek naar [mogelijke] integriteitsschendingen noodzakelijk. Integriteitsonderzoek is nodig om te beoordelen of signalen en/of vermoedens over schendingen van integriteit op waarheden en derhalve op redelijke gronden berusten.
In overleg met de griffier en eventueel de gemeentesecretaris geeft de burgemeester opdracht tot het uitvoeren van een integriteitsonderzoek. De opdracht wordt verleend na overleg met de externe integriteitsdeskundige.
Artikel 7 Voorbereiding onderzoek
Onderzoeksvoorstel en opdrachtformulering
Indien de burgemeester voornemens is een feitenonderzoek in te stellen doet de burgemeester in overleg met de griffier en /of de gemeentesecretaris een onderzoeksvoorstel. Het onderzoeksvoorstel kan, afhankelijk van de zaak, de volgende elementen bevatten [niet limitatief]:
Artikel 8 Opdrachtverstrekking
Indien de burgemeester besluit een onderzoeksvoorstel te honoreren, besluit hij in overleg met de externe integriteitsdeskundige of dit onderzoek in eigen beheer wordt uitgevoerd dan wel of het onderzoek wordt uitbesteed.
Uit zorgvuldigheid draagt de burgemeester er zorg voor dat de kring van behandelaars van de melding zo klein mogelijk blijft. De burgemeester stelt, voor zover de feiten dit toelaten, de melder en het betrokken raadslid, fractieassistent of de betrokken wethouder vertrouwelijk op de hoogte van de aanvang van het onderzoek. Het is primair aan het raadslid om de functie als raadslid, al dan niet tijdelijk, niet uit te oefenen of neer te leggen. Het is primair aan de wethouder om zijn functie-uitoefening tijdens een integriteitsonderzoek te beoordelen.
Artikel 10 Uitvoering onderzoek
Waarborgen voortgang onderzoek
Na de beslissing over het verrichten van onderzoeken, bewaakt de burgemeester de voortgang van het onderzoeksproces. De burgemeester is eindverantwoordelijk voor de wijze waarop [tijd, kwaliteit en budget] het onderzoek plaatsvindt. Tot het moment van openbaarmaking van het onderzoeksrapport wordt geheimhouding opgelegd op alles wat te maken heeft met het onderzoek.
De betrokkene wordt in beginsel altijd geïnformeerd. Het is ook denkbaar dat er situaties zijn waarbij dit niet kan. Er moet altijd naar bevind van zaken worden gehandeld. Elke zaak is anders, dit kan niet goed in regels worden vastgelegd.
In de rapportage wordt door de onderzoekers verantwoord op welke wijze zij stapsgewijs hun onderzoek hebben verricht. Voordat de onderzoekers de rapportage aanbieden aan de burgemeester, geven zij het raadslid, fractieassistent of de wethouder waar onderzoek naar is verricht, de gelegenheid kennis te nemen van het rapport inclusief de bijlagen. Dit gebeurt door hem of haar uit te nodigen om het rapport te komen inzien. Het toepassen van hoor en wederhoor is een wezenlijk onderdeel van de afronding van het onderzoek. Indien dit raadslid, fractieassistent of deze wethouder op- en aanmerkingen heeft, dienen deze schriftelijk te worden vastgelegd en eventueel als een addendum opgenomen te worden in de definitieve onderzoeksrapportage. De onderzoekers onthouden zich [in het rapport en daarbuiten] van eigen opvattingen inzake [de consequenties van] de beoordeling van de al dan niet aan de orde zijnde integriteitsschending. Het is de taak van de gemeenteraad om zich op basis van de onderzoeksgegevens een oordeel te vormen van de feiten.
Communicatie over de voorgang van het onderzoek geschiedt, in overleg met de griffier en/of de gemeentesecretaris, onder verantwoordelijkheid van de burgemeester.
Artikel 13 Afronding onderzoek
De onderzoekers bieden het eindrapport aan de burgemeester aan, waarna het wordt besproken in het presidium. Op basis daarvan wordt door de griffier een raadsvoorstel gemaakt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-135762.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.