Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK)

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beesel;

 

gezien het voorstel van 19 februari 2021;

 

gelet op het bepaalde in:

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 35 Participatiewet;

b e s l u i t

vast te stellen de beleidsregel:‎ Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK).

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel en de daarop berustende bepalingen verstaan we onder:

  • a.

    het college: college van burgemeester en wethouders van gemeente Beesel.

  • b.

    wet: Participatiewet;

  • c.

    inkomensterugval: een onvoorzienbare, onvermijdelijke en substantiële terugval in het inkomen als gevolg van de coronacrisis;

  • d.

    TONK: de tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten.

Alle andere begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die hierboven niet nader zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, de Algemene wet bestuursrecht, alsmede andere wet- en regelgeving.

Artikel 2. Doelgroep TONK

Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor de aanvrager en zijn gezin:

  • die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken heeft met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in zijn of haar inkomen en;

  • die daardoor noodzakelijke kosten van woonlasten niet meer kan voldoen, en

  • waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden.

Artikel 3 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten

  • 1.

    Het college kan een tegemoetkoming TONK verstrekken aan de aanvrager die te maken heeft met een inkomensterugval, waardoor de betaling van noodzakelijke kosten niet mogelijk is uit de beschikbare geldmiddelen.

  • 2.

    Er kan volstaan worden met een verklaring van de aanvrager dat de terugval in inkomen het gevolg is van de maatregelen in verband met het coronavirus (Covid-19). Het college is bevoegd om te verzoeken om het indienen van bewijsstukken;

  • 3.

    Het college verstrekt geen tegemoetkoming indien de aanvrager woonkostentoeslag ontvangt. Dit is een toereikende voorliggende voorziening.

  • 4.

    Het college verstrekt geen tegemoetkoming als de middelen waarover de aanvrager en zijn gezin redelijkerwijze kunnen beschikken, hoger zijn dan de normen genoemd in artikel 9 lid 3 of artikel 10 lid 5.

  • 5.

    De ‘Beleidsregels bijzondere bijstand‘ zijn niet van toepassing op de aanvragen TONK.

Artikel 4 Noodzakelijke kosten

De tegemoetkoming TONK kan betrekking hebben op de volgende voor de aanvrager noodzakelijke algemene kosten van bestaan:

  • a.

    50% van de kosten van huur na aftrek van huurtoeslag waarop de aanvrager en zijn echtgenoot aanspraak kunnen maken;

  • b.

    50% van de kosten van de hypotheek(rente) voor de woning, na aftrek van fiscale teruggave waarop de aanvrager en zijn echtgenoot aanspraak kunnen maken;

  • c.

    50% van de kosten van elektriciteit, gas en water voor de woning.

Artikel 5 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor de tegemoetkoming wordt schriftelijk ingediend.

  • 2.

    Aanvrager overlegt bij de aanvraag:

    • a.

      de bewijzen van het inkomen van de maand of maanden waarop de aanvraag betrekking heeft en waarover hij redelijkerwijze kan beschikken;

    • b.

      de bewijzen van de beschikbare geldmiddelen per 1 januari 2021;

    • c.

      de bewijzen van de noodzakelijke kosten van de maand of maanden waarop de aanvraag betrekking heeft en waarover hij redelijkerwijze kan beschikken.

  • 3.

    Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend tot 1 augustus 2021.

Artikel 6 Terugwerkende kracht

Een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 januari 2021.

Artikel 7 Duur

De tegemoetkoming wordt verstrekt voor ten hoogste de periode van 1 januari 2021 tot 1 juli 2021.

Artikel 8 Maximale hoogte tegemoetkoming

De maximale tegemoetkoming op basis van deze beleidsregel bedraagt € 500,- per huishouden per maand, of bij fluctuerende kosten € 3.000,- voor de hele periode bedoeld in artikel 7.

Artikel 9 Inkomen

  • 1.

    Onder inkomen wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      inkomen uit arbeid;

    • b.

      Inkomen uit onderneming;

    • c.

      inkomen uit een uitkering;

    • d.

      inkomen uit verhuur; en

    • e.

      inkomen uit partner- en/of kinderalimentatie;

  • 2.

    Huurtoeslag en fiscale teruggave in verband met hypotheekrente, worden niet tot het inkomen gerekend.

  • 3.

    Er wordt rekening gehouden met het totale inkomen van de aanvrager en zijn echtgenoot dat betrekking heeft op de aanvraagperiode (inclusief reservering voor vakantietoeslag) als bedoeld in artikelen 32 en 33 van de wet.

  • 4.

    Geen tegemoetkoming wordt verstrekt als het inkomen hoger is dan 150% van de op de aanvrager en zijn gezin van toepassing zijnde bijstandsnorm (artikelen 20, 21 en 22 van de wet).

  • 5.

    Bij de bepaling van de van toepassing zijnde bijstandsnorm en inkomen, wordt de kostendelersnorm als bedoeld in artikel 19a en 22a van de wet, en het bepaalde in artikel 33 vierde lid, niet toegepast.

Artikel 10 Beschikbare geldmiddelen

  • 1.

    Beschikbare geldmiddelen zijn geldmiddelen waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken.

  • 2.

    Het betreft de beschikbare geldmiddelen van de aanvrager en diens echtgenoot.

  • 3.

    Er wordt rekening gehouden met geldelijk vermogen, niet zijnde bedrijfsvermogen. Tot het geldelijk vermogen worden in ieder geval gerekend: contanten, spaar-, betaal- of banktegoeden, beleggingsrekeningen, geldswaardige papieren, effecten, opties, aandelen, effecten in depot, cryptovaluta.

  • 4.

    Het saldo per 1 februari 2021 van geldmiddelen van tot het huishouden behorende minderjarige kinderen wordt niet tot de beschikbare geldmiddelen gerekend.

  • 5.

    Geen tegemoetkoming wordt verstrekt als de gelmiddelen van de aanvrager en zijn echtgenoot de vrijlating als bedoeld in artikel 34, derde lid, overtreft.

Artikel 11 Afzien opleggen verhuisverplichting

Het college legt aan de aanvrager die op basis van deze beleidsregel in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK, geen verhuisverplichting op.

Artikel 12 Drempelbedrag

Geen tegemoetkoming TONK wordt verstrekt voor zover de kosten waarvoor de tegemoetkoming wordt gevraagd, lager zijn dan € 100,-.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het college, gelet op alle omstandigheden waaronder een terugval in inkomen van de aanvrager als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregel alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 14 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1.

    De beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 2.

    De beleidsregels vervallen van rechtswege op 1 augustus 2021.

Artikel 16 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregel tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Beesel.

 

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beesel in zijn vergadering van 23 maart 2021.

Rick Nillesen,

secretaris

Bob Vostermans,

burgemeester

Naar boven